SlideShare a Scribd company logo
1 of 38
Download to read offline
Nieuwe Richtlijn Osteoporose en
Fractuurpreventie
Joop van den Bergh
namens de richtlijnwerkgroep
Relations that could be relevant for the meeting Company name
Research funds
Speaker board / consultancy
Stakeholder
Stock or other…
Amgen, UCB, Eli Lilly
Amgen, UCB
-
-
Disclosures
Nieuwe Richtlijn Osteoporose en
Fractuurpreventie
Concept
Joop van den Bergh
namens de richtlijnwerkgroep
1. Voorbereidingsfase
2. Ontwikkelfase
3. Commentaarfase
4. Autorisatiefase
5. Implementatiefase
Evidence based richtlijnontwikkeling
1 Voorbereidingsfase
• Jul 2017 Projectaanvraag budget SKMS* via NIV
Adhesieverklaringen WVen (NOV, NVvH, NVKG, NVR, NVvR)
• Jan 2018 Goedkeuring aanvraag
• Dec 2018 Ondersteuner beschikbaar kennisinstituut FMS
Samenstelling werkgroep (10 leden) en klankbordgroep
- Afvaardiging WVen en Osteoporose Vereniging
• Jan 2019 Overleg / afstemming NHG
• Mei 2019 Invitational conference
- Presentatie raamwerk (10 uitgangsvragen)
- GRADE methodiek
*Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialist
Samenstelling werkgroep
• Nederlandse Internisten Vereniging (NIV) - N. Appelman, C. Zillikens, J. van den Bergh
• Nederlandse Vereniging van Reumatologie (NVR) - W. Lems
• Nederlandse Vereniging van Klinische Geriatrie (NVKG) - H. Willems
• Nederlandse Vereniging van Traumachirurgie (NVT) - G. de Klerk
• Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) - P. Elders, L. Maartens, T. Wiersma
• Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) - M. van Oostwaard
• Osteoporosevereniging - H. van den Broek
• Kennisinstituut (FMS) - K. Venhorst, B. de Geest, L. Viester
1. Vaststellen uitgangsvragen
2. Vertalen uitgangsvraag naar reviewvraag (PICO)
• population / intervention / control / outcome
3. Systematische literatuuranalyse
4. Formuleren van overwegingen
5. Formuleren van aanbevelingen
2. Ontwikkelfase
Stappenplan in deze richtlijn
Identificatie hoog fractuurrisico
↓
Aanvullende diagnostiek
↓
Start behandeling
↓
Follow-up en evaluatie
↓
Beleid (na) staken
Uitgangsvragen
1. Hoe identificeer je personen bij wie aanvullend onderzoek naar fractuurrisico is geïndiceerd?
2. Welk aanvullend onderzoek moet er worden verricht bij patiënten met een hoog fractuurrisico?
• Meerwaarde van aanvullende VFA bij diagnostiek met DXA
• Welk laboratoriumonderzoek moet worden verricht bij patiënten die geëvalueerd worden in verband met een verhoogd fractuurrisico en op
welk moment?
• Wanneer moet een valrisicoschatting worden verricht bij patiënten met een hoog fractuurrisico?
3. Welke mensen komen in aanmerking voor medicatie om het risico op fractuur te verminderen.
4. Hoe moeten patiënten met hoog fractuurrisico behandeld worden?
• Hoe moeten patiënten met hoog fractuurrisico behandeld worden met calcium en vitamine D?
• Zorgt het gebruik van vitamine K2 of magnesium voor een verminderd aantal fracturen bij patiënten met een verhoogd fractuurrisico?
• Welke adviezen met betrekking tot beweging dienen te worden gegeven aan patiënten met een verhoogd fractuurrisico?
• Welke medicatie wordt gekozen bij starten met botversterkende middelen?
• Wanneer en welke botversterkende medicatie is bij gebruik van glucocorticoïden geïndiceerd?
5. Welke medicamenteuze behandelstrategieën voor fractuurpreventie zijn aanbevolen tijdens en na behandeling en
op lange termijn?
• Hoe ziet de evaluatie eruit tijdens behandeling?
• Op basis waarvan kan worden besloten tot staken van therapie, periodieke intermitterende therapie of sequentiële therapie?
Hoe identificeer je personen bij wie aanvullend
onderzoek naar fractuurrisico is geïndiceerd?
1. Personen ouder dan 50 jaar met een recente fractuur (< 1 jaar geleden)
2. Personen die behandeld worden met glucocorticoïden.
3. Personen met risicofactoren voor een fractuur, zonder fractuur in het afgelopen jaar
en zonder gebruik van glucocorticoïden.
1. Personen ouder dan 50 jaar met een recente fractuur (< 1 jaar geleden)
Verricht zo spoedig mogelijk aanvullend onderzoek door middel van een DXA en VFA, laboratoriumonderzoek
en evalueer het valrisico bij vrouwen en mannen ouder dan 50 jaar met een recente fractuur
1. Personen ouder dan 50 jaar met een recente fractuur (< 1 jaar geleden)
• Begeleid fractuurpatiënten in een gestructureerd zorgprogramma, aangestuurd door een
fractuurpreventie team, waarbij deze patiënten op systematische wijze worden opgespoord,
zodat deze patiënten optimale diagnostiek, leefstijl en, indien nodig, valpreventieve adviezen
en een anti - osteoporose behandeling ontvangen.
De richtlijnwerkgroep adviseert hierbij dat het fractuurpreventie team tenminste bestaat uit een
verpleegkundige en/of VS/PA*, een snijdend en beschouwend specialist, die in gezamenlijkheid
verantwoordelijk zijn voor het zorgprogramma.
• Benader patiënten die na een fractuur niet opdagen voor evaluatie actief vanuit de tweede lijn
• Indien patiënten ondanks minimaal éénmalig herhaalde oproep niet voor DEXA/VFA komen
opdagen wordt de huisarts hiervan op de hoogte gebracht. Deze zal de patiënt informeren over
het belang van nadere fractuur risico-evaluatie middels DEXA/VFA en de patiënt proberen te
motiveren. De huisarts kan daarvoor alsnog terugverwijzen naar de tweede lijn.
3. Personen met risicofactoren voor een fractuur, zonder fractuur in het
afgelopen jaar en zonder gebruik van glucocorticoïden.
Verricht een DXA en VFA (module 2a) bij mannen en vrouwen vanaf de leeftijd 60 jaar met een fractuurrisicoscore ≥ 4
punten conform de risicofactoren scorelijst.
Toelichting
• Bij personen ouder dan 60 jaar en een risicoscore ≥ 4 punten is het absolute 10-
jaars risico voor een:
• heupfractuur ≥ 15%
• fragiliteitsfractuur (heup, bekken, proximale humerus, en pols) ≥ 20%
• Een fractuurrisico calculator (zoals FRAX) is niet goed geschikt om personen te
selecteren die in aanmerking moeten komen voor aanvullend onderzoek
Aanvullend onderzoek: DXA=VFA
Vraag bij elke patiënt die in aanmerking komt voor DXA altijd gelijktijdig beeldvorming van
de wervelkolom aan, bij voorkeur middels DXA-VFA gezien de gunstige kenmerken van
minder stralenbelasting voor de patiënt, de lagere kosten, en het direct verrichten van
VFA in aansluiting op de DXA.
Vraag beeldvorming aan van de wervelkolom (X-TWK en X-LWK) om een wervelfractuur
aan te tonen bij patiënten waarbij DXA/VFA niet haalbaar is of niet goed beoordeelbaar is.
Beschrijf in het verslag van de DXA-VFA welke wervels zijn beoordeeld en welke wervels
een wervelfractuur bevatten, volgens de methode van Genant: milde (graad 1, 20 -24%),
matige (graad 2, 25-39%) of ernstige (graad 3, ≥40%) wervelfractuur.
Gebruik de term wervelfractuur en vermijdt het gebruik van inzakking, hoogteverlies, of
wigvorming.
Aanvullend onderzoek - lab
1. Bepaal het serum calcium, albumine, creatinine, TSH en 25(OH)D bij patiënten
>50 jaar met een recente fractuur en een T score £ -1.0, en bij patiënten zonder
recente fractuur maar met een indicatie voor botversterkende middelen.
Overweeg een serum testosteron bij mannen <70 jaar.
2. Breidt het laboratoriumonderzoek uit bij ernstige of onverklaarde osteoporose,
multipele fracturen, anamnestische aanwijzingen of langdurige pijnklachten met
in ieder geval:
i. Bezinking,
ii. Eiwitspectrum danwel M-proteïne,
iii. Fosfaat;
iv. Serum alkalische fosfatase (indien geen recente fractuur)
En overweeg uitbreiding op indicatie met onder andere coeliakieserologie,
tryptase, urine calcium en meer op geleide van de kliniek.
3. Behandel bij een afwijkend labonderzoek de onderliggende aandoening.
4. Verwijs naar de 2e lijn bij osteoporose op een leeftijd < 50 jaar danwel afwijkingen
bij het laboratoriumonderzoek of in het geval van multipele onverklaarde
fracturen voor onderzoek naar meer zeldzamere vormen van osteoporose of
andere metabole botaandoeningen.
Aanvullend onderzoek - valrisicoinschatting
• Indien ouder dan 65 jaar en de fractuur komt voort uit een val, verricht dan een
multifactoriële valanalyse volgens de richtlijn valpreventie of verwijs hiervoor.
Aanvullend onderzoek - valrisicoinschatting
• Vraag altijd aan patiënten > 50 jaar met een recente fractuur of zij vaker gevallen zijn
het afgelopen jaar. (Dus naast de huidige val met een fractuur tot gevolg nog
minimaal eenmaal).
Bij patiënten (50-65 jaar) die het afgelopen jaar minimaal 2 maal gevallen zijn, bepaalt u
de aanwezigheid van de beïnvloedbare valrisicofactoren:
• Beoordeel het alcoholgebruik door het aantal eenheden per week na te gaan.
• Beoordeel de valrisico verhogende medicatie door alle psychofarmaca en cardiale
medicatie na te gaan op indicatie, de bloeddruk en eventueel de orthostase te
meten, vraag tevens naar klachten wijzend op orthostase.
• Bepaal of vraag naar de visus en brilgebruik.
• Vraag en beoordeel looppatroon, kracht en balans door hiervoor beschikbare test af
te nemen. Bijvoorbeeld de 4 meter looptest, de stoeltest of de Short Physical
Performance Battery (SPPB). Geen van de beschikbare tests is superieur. Zie voor
beschikbare tests richtlijn valpreventie:
Geef bij elk van de bovenstaande valrisicofactoren die afwijkend zijn, gepast advies:
• Alcohol gebruik: leg de relatie uit tussen vallen en alcoholgebruik en adviseer conform het
advies van de gezondheidsraad om niet te drinken of maximaal 1 glas per dag.
• Bij verschillende valrisico-verhogende medicijnen: voer een medicatiereview uit met behulp van
een van de beschikbare instrumenten of overleg met een specialist hierover of verwijs door naar
een gespecialiseerde (val)poli. Voor de beschikbare instrumenten voor medicatiereview, zie
richtlijn polyfarmacie bij ouderen
• Adviseer over brilgebruik als de visus slecht is en adviseer een bezoek aan de opticien / oogarts
• Verwijs naar (paramedische) bewegingsspecialistvoor kracht, balans en valtraining. Geef een
folder of verwijs naar de website van VeiligheidNL
• Verwijs naar een valpoli als er meerdere valrisicofactoren afwijkend zijn, of de problematiek
complex is door ernstige comorbiditeit, zie hiervoor de adviezen voor ouder dan 65 jaar.
Indicatiestelling voor botversterkende medicatie
Minder majeure osteoporotische fracturen en heupfracturen bij samengestelde analyse van 3 studies
Geen significant effect op het voorkomen van alle soorten fracturen of alle osteoporotische fracturen
Geen significant effect op mortaliteit
De bewijskracht van alle conclusies is laag
Indicatiestelling voor botversterkende medicatie
Calcium en vitamine D
Adviseer iedereen met een verhoogd fractuurrisico dagelijks 20 µg (=800IE) vitamine D te gebruiken
Dagdoseringen van meer dan 75µg vitamine D (=3000 IE) /dag en periodieke hoge doseringen van
vitamine D (zogenaamde bolus regimes ≥ 60.000 IE per maand) worden afgeraden omdat zij mogelijk een
verhoogd valrisico geven.
Vraag bij mensen met een verhoogd fractuurrisico de calcium intake uit.
Beveel een calciuminname van 1000 tot 1100 mg aan middels de voeding.
Als deze inname middels aanpassingen van de voeding niet haalbaar is, schrijf dan een
calciumsupplement voor.
• < 2 zuivelproducten of zuivelvervangers: 1000 mg/dag
• 2-3 zuivelconsumpties: 500 mg/dag
Voedingsinterventies - vitamine K en magnesium
Schrijf geen magnesium en vitamine K (1 en 2) supplementen voor aan patiënten met een
verhoogd fractuurrisico om het risico op fracturen te verminderen
Adviseer alle mensen met een verhoogd fractuurrisico gezonde en gevarieerde voeding
volgens de aanwijzingen van het Voedingscentrum: met voldoende zuivel, groente, noten
en fruit.
Indien dit niet haalbaar is, verwijs dan naar een diëtist voor passende aanvullingen.
Beweging bij verhoogd fractuurrisico
• In 2017 is de Beweegrichtlijn uitgebracht
• Voor ouderen (≥55 jaar): minstens 150 minuten per week matig intensief bewegen. Een
voorbeeld is wandelen.
• Aangevuld met tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten (onder andere
springen, traplopen, wandelen, hardlopen en dansen), gecombineerd met balansoefeningen.
Ga bij patiënten met een verhoogd fractuurrisico na wat het beweeggedrag is, en of dit conform de
Beweegrichtlijn is.
Indien zelfmanagement van de patiënt tekortschiet, onduidelijk is welke oefeningen passend zijn bij de
persoonlijke problematiek, en/of er sprake is van meer complexe problematiek zoals comorbiditeiten of
kwetsbaarheid of verhoogd valrisico, adviseer consultatie door een (paramedische) bewegingsspecialist,
zoals de fysiotherapeut en/of oefentherapeut (Mensendieck/Cesar).
Bespreek met patiënten met osteopenie of osteoporose dat een beweeginterventie zinvol en veilig is en
dat meer bewegen levenslang moet worden volgehouden.
Adviseer patiënten met osteopenie of osteoporose (en verhoogd fractuurrisico) een (lichaamsdragende)
beweeginterventie van minimaal 2 uur per week verdeeld over verschillende dagen bestaande uit de
combinatie van balanstraining, training van spierkracht, mobiliteit en houding om het valrisico te
verlagen en mogelijk fracturen te voorkomen.
Medicamenteuze behandeling
Stimuleer bij alle patiënten met een verhoogd fractuurrisico om een gezonde leefstijl aan te houden. Denk
hierbij aan voldoende calcium en vitamine D (zie module voedingsinterventies), gezonde voeding,
lichaamsbeweging volgens de beweegrichtlijn (zie module beweeginterventies), stoppen met roken, geen of
matig alcoholgebruik, en bij secundaire osteoporose, aan optimale behandeling van de onderliggende
aandoening
Start bij patiënten met een indicatie voor botversterkende medicatie met alendronaat of risedronaat
(wekelijks, tabletvorm)
Behandel patiënten die alendronaat en/of risedronaat niet verdragen, bijvoorbeeld vanwege bovenbuik
klachten, of als er contra-indicaties zijn, met zoledronaat (5mg eenmaal per infuus per jaar), of denosumab
(2x per jaar 60 mg sc), of alendronaat in drankvorm (70 mg per week)
Overweeg het anabole middel teriparatide (dagelijkse injecties met 20µg gedurende 2 jaar) als eerste keus
medicament bij postmenopauzale vrouwen met:
• een T-score ≤ -1.5 in de heuphals, totale heup of LWK en minstens 2 graad 2 wervelfracturen of 1 graad 3
wervelfractuur.
Overweeg het anabole middel romosozumab (maandelijks subcutane injecties 210mg gedurende 1 jaar) als
eerste keus medicament bij postmenopauzale vrouwen ouder dan 50 jaar met:
• een BMD T score ≤ –2.5 in de totale heup, heuphals (niet LWK) én minstens 1 graad 2 of graad 3
wervelfractuur
óf
• een BMD T score ≤ –2.0 in de totale heup, heuphals (niet LWK) én minstens 2 graad 2 of graad 3
wervelfracturen
• Indien zij geen myocardinfarct of CVA gehad hebben
NB: zowel na teriparatide als romosozumab is opvolgende behandeling met een botresorptie remmend
middel aangewezen
Botvormende medicatie
Evaluatie fractuur patient en besluitvorming initatie medicatie
Recente niet-heup fractuur
T -1.0 tot -2.5 T ≤-2.5
1: Zol
2: ALN, RSN, Dmab
1ste keuze: Aln, Ris
2de keuze: Zol, Dmab
Aanbevolen therapie
Teri : T≤-1.5 + 1 Gr3 of 2 Gr2 WF
Romo:
- heup T≤-2.0 + 2 Gr2 of 1 Gr3 WF of
- heup T≤-2.5 + 1 Gr 2 of 1 Gr3WF
Verwijzen voor therapie 2e lijn
Therapie
≥75jr <75jr
Recente Heup fractuur
neen
WF Gr2 of Gr3
T > -1.0
ja
Klinische risicofactoren, valrisico inschatting en voedingsanamnese
DXA+VFA voor therapie/uitgangssituatie
Na recente klinische fractuur >50 jaar EN levensverwachting >12 maanden
Leefstijl, Ca/D3 en valpreventie
Lab
DXA+VFA
T ≤ -1.0 T >-1.0
Evaluatie en besluitvorming initatie medicatie bij patient met risicofactoren (zonder recente fractuur en zonder glucocorticoiden)
Risicoscore ≥ 4 na de leeftijd van 60 jaar
DXA+VFA voor uitgangssituatie + therapiekeuze
Verwijzing voor therapie 2e lijn
T≤-2.5
<60jr ≥ 70jr
Aanbevolen voor gedeelde besluitvorming
Klinische risicofactoren, valrisico inschatting en voedingsanamnese
1ste keuze: Aln, Ris
2de keuze: Zol, Dmab
WF Gr2 of Gr3
ja
T -1.0 tot -2.5
T ≥-1.0
neen
1ste keuze: Aln, Ris
2de keuze: Zol, Dmab
Leefstijl, Ca/D3 en valpreventie
Lab
Aanbevolen therapie
Teri : T≤-1.5 + 1 Gr3 of 2 Gr2 WF
Romo:
- heup T≤-2.0 + 2 Gr2 of 1 Gr3 WF of
- heup T≤-2.5 + 1 Gr 2 of 1 Gr3WF
60-70jr
Evaluatie
ter beoordeling stoppen/continueren/switchen van therapie
1. Nieuwe klinische fracturen
2. Risicofactoren (risicoscore 4-puntenlijst), inclusief laboratorium
3. DXA: T-score en BMD verandering
4. VFA: incidente wervelfracturen
5. BTM in gespecialiseerde centra
Switch : ALN/RIS/ZOL naar
anabolen of ALN/RIS naar
parenteraal
Of continueer:
ALN/RIS voor 5 jr,
ZOL voor 3 jr,
Dmab voor 3-6 jr
Klinische risicofactoren, Lab, DXA+VFA voor beslissing stoppen/continueren/switchen van therapie
Stop huidig anti-resorptivum
Start voor minimaal 1 jr
ALN/RIS/ZOL of Dmab
heup T≤-2.0 + 2 Gr 2 of 3 WF of
heup T≤-2.5 + 1 Gr 2 of 3 WF
T-score ≤-1.5
+ WF (1 Gr3 of 2 Gr2)
Romo 1 jaar
Evaluatie patient op therapie na: ALN/RIS 5 jaar, ZOL 3 jaar, Dmab 3 jaar
Teri 2 jaar
Redenen voor switch anabolen (niet bij Dmab):
therapie in 2e lijn
T-scores >-2.5 , geen botverlies >5% tov baseline + geen nieuwe fracturen of risicofactoren
Ja Neen
DXA+VFA voor beslissing herstart therapie
T-score ≤-2.5
Of botverlies >5% tov baseline
Of niet-wervel fractuur
Of nieuwe risicofactoren:
Herstart therapie met ALN/RIS/ZOL of Dmab
of
DXA+VFA+Lab
Follow up:
ALN/RIS na 2 jr
bij ZOL na 3 jr
Bij stop Dmab:
Start ALN/RIS/ZOL
voor minimaal 1 jr
Follow up om de 2-3 jaar met DXA+VFA
Ja
Neen
Na maximaal
2 behandelcycli BP of
9 jaar Dmab
Drug Schema GC > 3 maanden, versie 10 04 2021
Hoog risico:
(Direct) Starten met
Oral BPs
Wervelfractuur ≥ gr 2
en/of T-score < -2
Laag risico:
Life-style measures, evt diagnostiek en
therapie om andere redenen dan GC.
Prednison < -2,5
mg (elke leeftijd)
Stop GC
Hoog risico: T<-2.5,
VF ≥ gr 2, nonvert < 2 jaar
Laag risico: T ≥ -2.5
Geen VF, geen non vert
Medicamenteuze
behandeling
Zeer hoog risico
start 2e lijns therapie
(teri of zol of dmab)
GI klachten
Recente Non Vert (2
jaar) of klinische VF
Leeftijd 40-50 jaar &
≥ 7,5 mg prednison per
dag
Nee
DXA en VFA
Nee
Ja
Ja
Leeftijd > 50 jaar &
sterk verhoogd
fractuurrisico
Leeftijd > 40 jaar & Lage Dosis
Prednison: ≥ 2,5 mg en < 7,5 mg
Leeftijd > 50 jaar &
prednison ≥ 7,5 mg
per dag
Leeftijd > 75 jaar, of Recente NWF of
WF ≥ gr 2 of T-score <-2,of ≥ 15 mg
prednison per dag, of hoge ziekte-
activiteit
Ja Nee
Ja
Wat is nieuw
• Organisatie
• Osteoporose en fractuurpreventie = Chronische zorg
• Multidisciplinair
• 1e en 2e lijn complementair
• Inhoudelijk
• 3 risicogroepen (recente fractuur / glucocorticoïden / risicofactoren)
• DXA=VFA
• Meer aandacht voor valrisico, beweging, voeding
• Beleid bij glucocorticoïd gebruik
• Botvormende middelen als 1e keuze in specifieke situaties
• Aanbevelingen staken Denosumab
• Sequentiële therapie
• Juni-Oktober 2021
• Verzamelen en verwerken commentaar van deelnemende
wetenschappelijke verenigingen en derde partijen
• Formuleren van definitieve richtlijn
• Formele autorisatie door deelnemende wetenschappelijke
verenigingen
3 & 4. Commentaar-/autorisatiefase
• Vanaf begin richtlijnontwikkeling
• Bij aanbevelingen inventariseren van barrières en oplossingsrichtingen
• Vertaling in implementatieplan
5. Implementatiefase
Met dank voor uw aandacht

More Related Content

What's hot

Ondervoeding bij de oudere patiënt
Ondervoeding bij de oudere patiëntOndervoeding bij de oudere patiënt
Ondervoeding bij de oudere patiëntVBVK
 
Seminariewerk cardimoni presentatie
Seminariewerk cardimoni presentatieSeminariewerk cardimoni presentatie
Seminariewerk cardimoni presentatieDavid Borst
 
Therapie ontwikkeling voor zeldzame ziekten: Onderzoek en zo nog wat
Therapie ontwikkeling voor zeldzame ziekten: Onderzoek en zo nog watTherapie ontwikkeling voor zeldzame ziekten: Onderzoek en zo nog wat
Therapie ontwikkeling voor zeldzame ziekten: Onderzoek en zo nog watDutch Orphan Drug Network
 
Anticoagulantia in de huisartsenpraktijk (Masterproef 2013-2014)
Anticoagulantia in de huisartsenpraktijk (Masterproef 2013-2014)Anticoagulantia in de huisartsenpraktijk (Masterproef 2013-2014)
Anticoagulantia in de huisartsenpraktijk (Masterproef 2013-2014)JanGyselaers
 
Plating versus intramedullary nailing for humeral shaft fractures in adults -...
Plating versus intramedullary nailing for humeral shaft fractures in adults -...Plating versus intramedullary nailing for humeral shaft fractures in adults -...
Plating versus intramedullary nailing for humeral shaft fractures in adults -...mgosler
 

What's hot (20)

Seminar 23-03-2016 Dr. L. van Bezooijen
Seminar 23-03-2016 Dr. L. van BezooijenSeminar 23-03-2016 Dr. L. van Bezooijen
Seminar 23-03-2016 Dr. L. van Bezooijen
 
Seminiar 14-09-2016 Dr. W.F. Lems
Seminiar 14-09-2016 Dr. W.F. LemsSeminiar 14-09-2016 Dr. W.F. Lems
Seminiar 14-09-2016 Dr. W.F. Lems
 
Seminar 09-04-2014 Osteoporose bij patienten jonger dan 50 jaar
Seminar 09-04-2014 Osteoporose bij patienten jonger dan 50 jaarSeminar 09-04-2014 Osteoporose bij patienten jonger dan 50 jaar
Seminar 09-04-2014 Osteoporose bij patienten jonger dan 50 jaar
 
Seminar 08-12-2007 - fractuur- en osteoporose
Seminar 08-12-2007 - fractuur- en osteoporoseSeminar 08-12-2007 - fractuur- en osteoporose
Seminar 08-12-2007 - fractuur- en osteoporose
 
Seminar 27-11-2015 Dr. H.C. Willems
Seminar 27-11-2015 Dr. H.C. WillemsSeminar 27-11-2015 Dr. H.C. Willems
Seminar 27-11-2015 Dr. H.C. Willems
 
Seminar 23-03-2016 mw. Dr. M.H. Emmelot
Seminar 23-03-2016 mw. Dr. M.H. EmmelotSeminar 23-03-2016 mw. Dr. M.H. Emmelot
Seminar 23-03-2016 mw. Dr. M.H. Emmelot
 
Niet-medicamenteuze behandeling van osteoporose
Niet-medicamenteuze behandeling van osteoporoseNiet-medicamenteuze behandeling van osteoporose
Niet-medicamenteuze behandeling van osteoporose
 
Ondervoeding bij de oudere patiënt
Ondervoeding bij de oudere patiëntOndervoeding bij de oudere patiënt
Ondervoeding bij de oudere patiënt
 
Seminariewerk cardimoni presentatie
Seminariewerk cardimoni presentatieSeminariewerk cardimoni presentatie
Seminariewerk cardimoni presentatie
 
IWO bijeenkomst - 13 november - Dr. M.H. Emmelot
IWO bijeenkomst - 13 november - Dr. M.H. EmmelotIWO bijeenkomst - 13 november - Dr. M.H. Emmelot
IWO bijeenkomst - 13 november - Dr. M.H. Emmelot
 
Fractuurpreventie bij 80-plussers: focus op medicatie
Fractuurpreventie bij 80-plussers: focus op medicatieFractuurpreventie bij 80-plussers: focus op medicatie
Fractuurpreventie bij 80-plussers: focus op medicatie
 
Therapie ontwikkeling voor zeldzame ziekten: Onderzoek en zo nog wat
Therapie ontwikkeling voor zeldzame ziekten: Onderzoek en zo nog watTherapie ontwikkeling voor zeldzame ziekten: Onderzoek en zo nog wat
Therapie ontwikkeling voor zeldzame ziekten: Onderzoek en zo nog wat
 
Anticoagulantia in de huisartsenpraktijk (Masterproef 2013-2014)
Anticoagulantia in de huisartsenpraktijk (Masterproef 2013-2014)Anticoagulantia in de huisartsenpraktijk (Masterproef 2013-2014)
Anticoagulantia in de huisartsenpraktijk (Masterproef 2013-2014)
 
IWO bijeenkomst - 10 mei - W.F. Lems
IWO bijeenkomst - 10 mei - W.F. LemsIWO bijeenkomst - 10 mei - W.F. Lems
IWO bijeenkomst - 10 mei - W.F. Lems
 
Seminar 09-04-2014 Proefschrift Dr. M. Bazelier
Seminar 09-04-2014 Proefschrift Dr. M. BazelierSeminar 09-04-2014 Proefschrift Dr. M. Bazelier
Seminar 09-04-2014 Proefschrift Dr. M. Bazelier
 
Plating versus intramedullary nailing for humeral shaft fractures in adults -...
Plating versus intramedullary nailing for humeral shaft fractures in adults -...Plating versus intramedullary nailing for humeral shaft fractures in adults -...
Plating versus intramedullary nailing for humeral shaft fractures in adults -...
 
IWO bijeenkomst - 15 november - Dr. N. van der Velde
IWO bijeenkomst - 15 november - Dr. N. van der VeldeIWO bijeenkomst - 15 november - Dr. N. van der Velde
IWO bijeenkomst - 15 november - Dr. N. van der Velde
 
Noac
NoacNoac
Noac
 
Seminar 21-11-2014 - Dr. H. Verhaar
Seminar 21-11-2014 - Dr. H. VerhaarSeminar 21-11-2014 - Dr. H. Verhaar
Seminar 21-11-2014 - Dr. H. Verhaar
 
Multimorbiditeit
MultimorbiditeitMultimorbiditeit
Multimorbiditeit
 

Similar to IWO bijeenkomst - 14 april - Prof. Dr. J.P. van den Bergh

Over de (on)zin van prostaatkankerscreening: een houvast voor huisarts en pat...
Over de (on)zin van prostaatkankerscreening: een houvast voor huisarts en pat...Over de (on)zin van prostaatkankerscreening: een houvast voor huisarts en pat...
Over de (on)zin van prostaatkankerscreening: een houvast voor huisarts en pat...AlyssaKellens
 
NTvH 2008; 7: 283
NTvH 2008; 7: 283NTvH 2008; 7: 283
NTvH 2008; 7: 283juten
 
Scholingsfolder basisscholing osteoporose
Scholingsfolder basisscholing osteoporoseScholingsfolder basisscholing osteoporose
Scholingsfolder basisscholing osteoporoseMonique Troost
 
Beter in zorg, best practice .
Beter in zorg, best practice .Beter in zorg, best practice .
Beter in zorg, best practice .centrummaliebaan24
 
Seminariewerk empowerment en zelfmanagement bij hartfalen
Seminariewerk empowerment en zelfmanagement bij hartfalenSeminariewerk empowerment en zelfmanagement bij hartfalen
Seminariewerk empowerment en zelfmanagement bij hartfalensarahcoox
 
18. drn & kwaliteit zorg, meinders
18. drn & kwaliteit zorg, meinders18. drn & kwaliteit zorg, meinders
18. drn & kwaliteit zorg, meindersdrn
 
Adviesrapport Bachelor Thesis oncology
Adviesrapport Bachelor Thesis oncologyAdviesrapport Bachelor Thesis oncology
Adviesrapport Bachelor Thesis oncologyFemkeTerpstra
 
2016 DICA congres D.L. Hilarius
2016 DICA congres D.L. Hilarius2016 DICA congres D.L. Hilarius
2016 DICA congres D.L. HilariusDoranne Hilarius
 
Workshop 4 Screening Van De Huisartsenpopulatie
Workshop 4 Screening Van De HuisartsenpopulatieWorkshop 4 Screening Van De Huisartsenpopulatie
Workshop 4 Screening Van De Huisartsenpopulatietomjutten
 
Column: Het zal je maar gebeuren!.
Column: Het zal je maar gebeuren!.Column: Het zal je maar gebeuren!.
Column: Het zal je maar gebeuren!.Madelon Grin
 
FEX | Zorg | 131009 | Samenhang zorg en welzijn | Presentatie | Anemone Bögels
FEX | Zorg | 131009 | Samenhang zorg en welzijn | Presentatie | Anemone BögelsFEX | Zorg | 131009 | Samenhang zorg en welzijn | Presentatie | Anemone Bögels
FEX | Zorg | 131009 | Samenhang zorg en welzijn | Presentatie | Anemone BögelsFlevum
 
NOV richtlijn
NOV richtlijnNOV richtlijn
NOV richtlijnzaansmc
 

Similar to IWO bijeenkomst - 14 april - Prof. Dr. J.P. van den Bergh (20)

IWO Meeting 17 November 2021 - Luc Maartens
IWO Meeting 17 November 2021 - Luc MaartensIWO Meeting 17 November 2021 - Luc Maartens
IWO Meeting 17 November 2021 - Luc Maartens
 
Over de (on)zin van prostaatkankerscreening: een houvast voor huisarts en pat...
Over de (on)zin van prostaatkankerscreening: een houvast voor huisarts en pat...Over de (on)zin van prostaatkankerscreening: een houvast voor huisarts en pat...
Over de (on)zin van prostaatkankerscreening: een houvast voor huisarts en pat...
 
IWO Meeting 19 April 2023 - Reflectie op en implementatie van de richtlijn o...
IWO Meeting 19 April 2023 -  Reflectie op en implementatie van de richtlijn o...IWO Meeting 19 April 2023 -  Reflectie op en implementatie van de richtlijn o...
IWO Meeting 19 April 2023 - Reflectie op en implementatie van de richtlijn o...
 
IWO Meeting 17 November 2021 - Marsha van Oostwaard
IWO Meeting 17 November 2021 - Marsha van OostwaardIWO Meeting 17 November 2021 - Marsha van Oostwaard
IWO Meeting 17 November 2021 - Marsha van Oostwaard
 
IWO bijeenkomst - 10 mei - Dr. M.H Emmelot
IWO bijeenkomst - 10 mei - Dr. M.H EmmelotIWO bijeenkomst - 10 mei - Dr. M.H Emmelot
IWO bijeenkomst - 10 mei - Dr. M.H Emmelot
 
Presentatie Spoedzorgcongres Th
Presentatie Spoedzorgcongres ThPresentatie Spoedzorgcongres Th
Presentatie Spoedzorgcongres Th
 
NTvH 2008; 7: 283
NTvH 2008; 7: 283NTvH 2008; 7: 283
NTvH 2008; 7: 283
 
Scholingsfolder basisscholing osteoporose
Scholingsfolder basisscholing osteoporoseScholingsfolder basisscholing osteoporose
Scholingsfolder basisscholing osteoporose
 
Beter in zorg, best practice .
Beter in zorg, best practice .Beter in zorg, best practice .
Beter in zorg, best practice .
 
Seminariewerk empowerment en zelfmanagement bij hartfalen
Seminariewerk empowerment en zelfmanagement bij hartfalenSeminariewerk empowerment en zelfmanagement bij hartfalen
Seminariewerk empowerment en zelfmanagement bij hartfalen
 
Beslishulp menopauze
Beslishulp menopauzeBeslishulp menopauze
Beslishulp menopauze
 
18. drn & kwaliteit zorg, meinders
18. drn & kwaliteit zorg, meinders18. drn & kwaliteit zorg, meinders
18. drn & kwaliteit zorg, meinders
 
Adviesrapport Bachelor Thesis oncology
Adviesrapport Bachelor Thesis oncologyAdviesrapport Bachelor Thesis oncology
Adviesrapport Bachelor Thesis oncology
 
Seminar 26-11-10 - Therapietrouw bij osteoporose
Seminar 26-11-10 - Therapietrouw bij osteoporoseSeminar 26-11-10 - Therapietrouw bij osteoporose
Seminar 26-11-10 - Therapietrouw bij osteoporose
 
2016 DICA congres D.L. Hilarius
2016 DICA congres D.L. Hilarius2016 DICA congres D.L. Hilarius
2016 DICA congres D.L. Hilarius
 
Workshop 4 Screening Van De Huisartsenpopulatie
Workshop 4 Screening Van De HuisartsenpopulatieWorkshop 4 Screening Van De Huisartsenpopulatie
Workshop 4 Screening Van De Huisartsenpopulatie
 
Column: Het zal je maar gebeuren!.
Column: Het zal je maar gebeuren!.Column: Het zal je maar gebeuren!.
Column: Het zal je maar gebeuren!.
 
FEX | Zorg | 131009 | Samenhang zorg en welzijn | Presentatie | Anemone Bögels
FEX | Zorg | 131009 | Samenhang zorg en welzijn | Presentatie | Anemone BögelsFEX | Zorg | 131009 | Samenhang zorg en welzijn | Presentatie | Anemone Bögels
FEX | Zorg | 131009 | Samenhang zorg en welzijn | Presentatie | Anemone Bögels
 
Presentatie Spoedzorgcongres
Presentatie SpoedzorgcongresPresentatie Spoedzorgcongres
Presentatie Spoedzorgcongres
 
NOV richtlijn
NOV richtlijnNOV richtlijn
NOV richtlijn
 

More from Stichting Interdisciplinaire Werkgroep Osteoporose

More from Stichting Interdisciplinaire Werkgroep Osteoporose (20)

IWO Meeting 1 November 2023 - Stopping with Denosumab and Romosozumab, basic ...
IWO Meeting 1 November 2023 - Stopping with Denosumab and Romosozumab, basic ...IWO Meeting 1 November 2023 - Stopping with Denosumab and Romosozumab, basic ...
IWO Meeting 1 November 2023 - Stopping with Denosumab and Romosozumab, basic ...
 
IWO Meeting 1 November 2023 - De concept versie van de nieuwe NHG-standaard O...
IWO Meeting 1 November 2023 - De concept versie van de nieuwe NHG-standaard O...IWO Meeting 1 November 2023 - De concept versie van de nieuwe NHG-standaard O...
IWO Meeting 1 November 2023 - De concept versie van de nieuwe NHG-standaard O...
 
IWO Meeting 1 November 2023 - Pitfalls DXA en VFA door Prof. dr. R. Slart (Gr...
IWO Meeting 1 November 2023 - Pitfalls DXA en VFA door Prof. dr. R. Slart (Gr...IWO Meeting 1 November 2023 - Pitfalls DXA en VFA door Prof. dr. R. Slart (Gr...
IWO Meeting 1 November 2023 - Pitfalls DXA en VFA door Prof. dr. R. Slart (Gr...
 
IWO Meeting 19 April 2023 - Romosozumab anno 2023 door Prof. Dr. W.F. Lems
IWO Meeting 19 April 2023 -  Romosozumab anno 2023 door Prof. Dr. W.F. LemsIWO Meeting 19 April 2023 -  Romosozumab anno 2023 door Prof. Dr. W.F. Lems
IWO Meeting 19 April 2023 - Romosozumab anno 2023 door Prof. Dr. W.F. Lems
 
IWO Meeting 19 April 2023 - Wanneer zoledronaat na een heupfractuur? door Dr....
IWO Meeting 19 April 2023 - Wanneer zoledronaat na een heupfractuur? door Dr....IWO Meeting 19 April 2023 - Wanneer zoledronaat na een heupfractuur? door Dr....
IWO Meeting 19 April 2023 - Wanneer zoledronaat na een heupfractuur? door Dr....
 
IWO Meeting 19 April 2023 - Chronische Hypofosfatemie door Prof. Dr. M.C. Zil...
IWO Meeting 19 April 2023 - Chronische Hypofosfatemie door Prof. Dr. M.C. Zil...IWO Meeting 19 April 2023 - Chronische Hypofosfatemie door Prof. Dr. M.C. Zil...
IWO Meeting 19 April 2023 - Chronische Hypofosfatemie door Prof. Dr. M.C. Zil...
 
IWO Meeting 16 November 2022 - ONJ review van ECTS (osteonecrose van de kaak)
IWO Meeting 16 November 2022 - ONJ review van ECTS (osteonecrose van de kaak)IWO Meeting 16 November 2022 - ONJ review van ECTS (osteonecrose van de kaak)
IWO Meeting 16 November 2022 - ONJ review van ECTS (osteonecrose van de kaak)
 
IWO Meeting 16 November 2022 - Tumor-induced osteomalacia: a systematic clini...
IWO Meeting 16 November 2022 - Tumor-induced osteomalacia: a systematic clini...IWO Meeting 16 November 2022 - Tumor-induced osteomalacia: a systematic clini...
IWO Meeting 16 November 2022 - Tumor-induced osteomalacia: a systematic clini...
 
IWO Meeting 16 November 2022 - Real world data: denosumab
IWO Meeting 16 November 2022 - Real world data: denosumabIWO Meeting 16 November 2022 - Real world data: denosumab
IWO Meeting 16 November 2022 - Real world data: denosumab
 
IWO Meeting 16 November 2022 - ASBMR young talent: Silvia Storoni (Amsterdam)...
IWO Meeting 16 November 2022 - ASBMR young talent: Silvia Storoni (Amsterdam)...IWO Meeting 16 November 2022 - ASBMR young talent: Silvia Storoni (Amsterdam)...
IWO Meeting 16 November 2022 - ASBMR young talent: Silvia Storoni (Amsterdam)...
 
16 November 2022 - Valevents en FLS
16 November 2022 - Valevents en FLS16 November 2022 - Valevents en FLS
16 November 2022 - Valevents en FLS
 
IWO Meeting 17 November 2021 - Prof. Dr. Joop van den Bergh
IWO Meeting 17 November 2021 - Prof. Dr. Joop van den BerghIWO Meeting 17 November 2021 - Prof. Dr. Joop van den Bergh
IWO Meeting 17 November 2021 - Prof. Dr. Joop van den Bergh
 
IWO Meeting 17 November 2021 - Prof. Dr. Willem F Lems
IWO Meeting 17 November 2021 - Prof. Dr. Willem F LemsIWO Meeting 17 November 2021 - Prof. Dr. Willem F Lems
IWO Meeting 17 November 2021 - Prof. Dr. Willem F Lems
 
IWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Dr. Joop van den Bergh
IWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Dr. Joop van den BerghIWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Dr. Joop van den Bergh
IWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Dr. Joop van den Bergh
 
IWO Meeting 13 april 2022 - Dr. Hanna Willems
IWO Meeting 13 april 2022 - Dr. Hanna WillemsIWO Meeting 13 april 2022 - Dr. Hanna Willems
IWO Meeting 13 april 2022 - Dr. Hanna Willems
 
IWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Dr. Piet Geusens
IWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Dr. Piet GeusensIWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Dr. Piet Geusens
IWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Dr. Piet Geusens
 
IWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Kassim Javaid
IWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Kassim JavaidIWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Kassim Javaid
IWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Kassim Javaid
 
IWO bijeenkomst - 14 april - Prof. Dr. M.C. Zillikens
IWO bijeenkomst - 14 april - Prof. Dr. M.C. ZillikensIWO bijeenkomst - 14 april - Prof. Dr. M.C. Zillikens
IWO bijeenkomst - 14 april - Prof. Dr. M.C. Zillikens
 
IWO bijeenkomst - 14 april - Prof. Dr. M.C. Zillikens
IWO bijeenkomst - 14 april - Prof. Dr. M.C. ZillikensIWO bijeenkomst - 14 april - Prof. Dr. M.C. Zillikens
IWO bijeenkomst - 14 april - Prof. Dr. M.C. Zillikens
 
IWO bijeenkomst - 20 januari - P. van den Berg
IWO bijeenkomst - 20 januari - P. van den BergIWO bijeenkomst - 20 januari - P. van den Berg
IWO bijeenkomst - 20 januari - P. van den Berg
 

IWO bijeenkomst - 14 april - Prof. Dr. J.P. van den Bergh

  • 1. Nieuwe Richtlijn Osteoporose en Fractuurpreventie Joop van den Bergh namens de richtlijnwerkgroep
  • 2. Relations that could be relevant for the meeting Company name Research funds Speaker board / consultancy Stakeholder Stock or other… Amgen, UCB, Eli Lilly Amgen, UCB - - Disclosures
  • 3. Nieuwe Richtlijn Osteoporose en Fractuurpreventie Concept Joop van den Bergh namens de richtlijnwerkgroep
  • 4. 1. Voorbereidingsfase 2. Ontwikkelfase 3. Commentaarfase 4. Autorisatiefase 5. Implementatiefase Evidence based richtlijnontwikkeling
  • 5. 1 Voorbereidingsfase • Jul 2017 Projectaanvraag budget SKMS* via NIV Adhesieverklaringen WVen (NOV, NVvH, NVKG, NVR, NVvR) • Jan 2018 Goedkeuring aanvraag • Dec 2018 Ondersteuner beschikbaar kennisinstituut FMS Samenstelling werkgroep (10 leden) en klankbordgroep - Afvaardiging WVen en Osteoporose Vereniging • Jan 2019 Overleg / afstemming NHG • Mei 2019 Invitational conference - Presentatie raamwerk (10 uitgangsvragen) - GRADE methodiek *Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialist
  • 6. Samenstelling werkgroep • Nederlandse Internisten Vereniging (NIV) - N. Appelman, C. Zillikens, J. van den Bergh • Nederlandse Vereniging van Reumatologie (NVR) - W. Lems • Nederlandse Vereniging van Klinische Geriatrie (NVKG) - H. Willems • Nederlandse Vereniging van Traumachirurgie (NVT) - G. de Klerk • Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) - P. Elders, L. Maartens, T. Wiersma • Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) - M. van Oostwaard • Osteoporosevereniging - H. van den Broek • Kennisinstituut (FMS) - K. Venhorst, B. de Geest, L. Viester
  • 7. 1. Vaststellen uitgangsvragen 2. Vertalen uitgangsvraag naar reviewvraag (PICO) • population / intervention / control / outcome 3. Systematische literatuuranalyse 4. Formuleren van overwegingen 5. Formuleren van aanbevelingen 2. Ontwikkelfase
  • 8. Stappenplan in deze richtlijn Identificatie hoog fractuurrisico ↓ Aanvullende diagnostiek ↓ Start behandeling ↓ Follow-up en evaluatie ↓ Beleid (na) staken
  • 9. Uitgangsvragen 1. Hoe identificeer je personen bij wie aanvullend onderzoek naar fractuurrisico is geïndiceerd? 2. Welk aanvullend onderzoek moet er worden verricht bij patiënten met een hoog fractuurrisico? • Meerwaarde van aanvullende VFA bij diagnostiek met DXA • Welk laboratoriumonderzoek moet worden verricht bij patiënten die geëvalueerd worden in verband met een verhoogd fractuurrisico en op welk moment? • Wanneer moet een valrisicoschatting worden verricht bij patiënten met een hoog fractuurrisico? 3. Welke mensen komen in aanmerking voor medicatie om het risico op fractuur te verminderen. 4. Hoe moeten patiënten met hoog fractuurrisico behandeld worden? • Hoe moeten patiënten met hoog fractuurrisico behandeld worden met calcium en vitamine D? • Zorgt het gebruik van vitamine K2 of magnesium voor een verminderd aantal fracturen bij patiënten met een verhoogd fractuurrisico? • Welke adviezen met betrekking tot beweging dienen te worden gegeven aan patiënten met een verhoogd fractuurrisico? • Welke medicatie wordt gekozen bij starten met botversterkende middelen? • Wanneer en welke botversterkende medicatie is bij gebruik van glucocorticoïden geïndiceerd? 5. Welke medicamenteuze behandelstrategieën voor fractuurpreventie zijn aanbevolen tijdens en na behandeling en op lange termijn? • Hoe ziet de evaluatie eruit tijdens behandeling? • Op basis waarvan kan worden besloten tot staken van therapie, periodieke intermitterende therapie of sequentiële therapie?
  • 10. Hoe identificeer je personen bij wie aanvullend onderzoek naar fractuurrisico is geïndiceerd? 1. Personen ouder dan 50 jaar met een recente fractuur (< 1 jaar geleden) 2. Personen die behandeld worden met glucocorticoïden. 3. Personen met risicofactoren voor een fractuur, zonder fractuur in het afgelopen jaar en zonder gebruik van glucocorticoïden.
  • 11. 1. Personen ouder dan 50 jaar met een recente fractuur (< 1 jaar geleden) Verricht zo spoedig mogelijk aanvullend onderzoek door middel van een DXA en VFA, laboratoriumonderzoek en evalueer het valrisico bij vrouwen en mannen ouder dan 50 jaar met een recente fractuur
  • 12. 1. Personen ouder dan 50 jaar met een recente fractuur (< 1 jaar geleden) • Begeleid fractuurpatiënten in een gestructureerd zorgprogramma, aangestuurd door een fractuurpreventie team, waarbij deze patiënten op systematische wijze worden opgespoord, zodat deze patiënten optimale diagnostiek, leefstijl en, indien nodig, valpreventieve adviezen en een anti - osteoporose behandeling ontvangen. De richtlijnwerkgroep adviseert hierbij dat het fractuurpreventie team tenminste bestaat uit een verpleegkundige en/of VS/PA*, een snijdend en beschouwend specialist, die in gezamenlijkheid verantwoordelijk zijn voor het zorgprogramma. • Benader patiënten die na een fractuur niet opdagen voor evaluatie actief vanuit de tweede lijn • Indien patiënten ondanks minimaal éénmalig herhaalde oproep niet voor DEXA/VFA komen opdagen wordt de huisarts hiervan op de hoogte gebracht. Deze zal de patiënt informeren over het belang van nadere fractuur risico-evaluatie middels DEXA/VFA en de patiënt proberen te motiveren. De huisarts kan daarvoor alsnog terugverwijzen naar de tweede lijn.
  • 13. 3. Personen met risicofactoren voor een fractuur, zonder fractuur in het afgelopen jaar en zonder gebruik van glucocorticoïden. Verricht een DXA en VFA (module 2a) bij mannen en vrouwen vanaf de leeftijd 60 jaar met een fractuurrisicoscore ≥ 4 punten conform de risicofactoren scorelijst.
  • 14. Toelichting • Bij personen ouder dan 60 jaar en een risicoscore ≥ 4 punten is het absolute 10- jaars risico voor een: • heupfractuur ≥ 15% • fragiliteitsfractuur (heup, bekken, proximale humerus, en pols) ≥ 20% • Een fractuurrisico calculator (zoals FRAX) is niet goed geschikt om personen te selecteren die in aanmerking moeten komen voor aanvullend onderzoek
  • 15. Aanvullend onderzoek: DXA=VFA Vraag bij elke patiënt die in aanmerking komt voor DXA altijd gelijktijdig beeldvorming van de wervelkolom aan, bij voorkeur middels DXA-VFA gezien de gunstige kenmerken van minder stralenbelasting voor de patiënt, de lagere kosten, en het direct verrichten van VFA in aansluiting op de DXA. Vraag beeldvorming aan van de wervelkolom (X-TWK en X-LWK) om een wervelfractuur aan te tonen bij patiënten waarbij DXA/VFA niet haalbaar is of niet goed beoordeelbaar is. Beschrijf in het verslag van de DXA-VFA welke wervels zijn beoordeeld en welke wervels een wervelfractuur bevatten, volgens de methode van Genant: milde (graad 1, 20 -24%), matige (graad 2, 25-39%) of ernstige (graad 3, ≥40%) wervelfractuur. Gebruik de term wervelfractuur en vermijdt het gebruik van inzakking, hoogteverlies, of wigvorming.
  • 16. Aanvullend onderzoek - lab 1. Bepaal het serum calcium, albumine, creatinine, TSH en 25(OH)D bij patiënten >50 jaar met een recente fractuur en een T score £ -1.0, en bij patiënten zonder recente fractuur maar met een indicatie voor botversterkende middelen. Overweeg een serum testosteron bij mannen <70 jaar. 2. Breidt het laboratoriumonderzoek uit bij ernstige of onverklaarde osteoporose, multipele fracturen, anamnestische aanwijzingen of langdurige pijnklachten met in ieder geval: i. Bezinking, ii. Eiwitspectrum danwel M-proteïne, iii. Fosfaat; iv. Serum alkalische fosfatase (indien geen recente fractuur) En overweeg uitbreiding op indicatie met onder andere coeliakieserologie, tryptase, urine calcium en meer op geleide van de kliniek. 3. Behandel bij een afwijkend labonderzoek de onderliggende aandoening. 4. Verwijs naar de 2e lijn bij osteoporose op een leeftijd < 50 jaar danwel afwijkingen bij het laboratoriumonderzoek of in het geval van multipele onverklaarde fracturen voor onderzoek naar meer zeldzamere vormen van osteoporose of andere metabole botaandoeningen.
  • 17. Aanvullend onderzoek - valrisicoinschatting • Indien ouder dan 65 jaar en de fractuur komt voort uit een val, verricht dan een multifactoriële valanalyse volgens de richtlijn valpreventie of verwijs hiervoor.
  • 18. Aanvullend onderzoek - valrisicoinschatting • Vraag altijd aan patiënten > 50 jaar met een recente fractuur of zij vaker gevallen zijn het afgelopen jaar. (Dus naast de huidige val met een fractuur tot gevolg nog minimaal eenmaal). Bij patiënten (50-65 jaar) die het afgelopen jaar minimaal 2 maal gevallen zijn, bepaalt u de aanwezigheid van de beïnvloedbare valrisicofactoren: • Beoordeel het alcoholgebruik door het aantal eenheden per week na te gaan. • Beoordeel de valrisico verhogende medicatie door alle psychofarmaca en cardiale medicatie na te gaan op indicatie, de bloeddruk en eventueel de orthostase te meten, vraag tevens naar klachten wijzend op orthostase. • Bepaal of vraag naar de visus en brilgebruik. • Vraag en beoordeel looppatroon, kracht en balans door hiervoor beschikbare test af te nemen. Bijvoorbeeld de 4 meter looptest, de stoeltest of de Short Physical Performance Battery (SPPB). Geen van de beschikbare tests is superieur. Zie voor beschikbare tests richtlijn valpreventie:
  • 19. Geef bij elk van de bovenstaande valrisicofactoren die afwijkend zijn, gepast advies: • Alcohol gebruik: leg de relatie uit tussen vallen en alcoholgebruik en adviseer conform het advies van de gezondheidsraad om niet te drinken of maximaal 1 glas per dag. • Bij verschillende valrisico-verhogende medicijnen: voer een medicatiereview uit met behulp van een van de beschikbare instrumenten of overleg met een specialist hierover of verwijs door naar een gespecialiseerde (val)poli. Voor de beschikbare instrumenten voor medicatiereview, zie richtlijn polyfarmacie bij ouderen • Adviseer over brilgebruik als de visus slecht is en adviseer een bezoek aan de opticien / oogarts • Verwijs naar (paramedische) bewegingsspecialistvoor kracht, balans en valtraining. Geef een folder of verwijs naar de website van VeiligheidNL • Verwijs naar een valpoli als er meerdere valrisicofactoren afwijkend zijn, of de problematiek complex is door ernstige comorbiditeit, zie hiervoor de adviezen voor ouder dan 65 jaar.
  • 20. Indicatiestelling voor botversterkende medicatie Minder majeure osteoporotische fracturen en heupfracturen bij samengestelde analyse van 3 studies Geen significant effect op het voorkomen van alle soorten fracturen of alle osteoporotische fracturen Geen significant effect op mortaliteit De bewijskracht van alle conclusies is laag
  • 22.
  • 23.
  • 24. Calcium en vitamine D Adviseer iedereen met een verhoogd fractuurrisico dagelijks 20 µg (=800IE) vitamine D te gebruiken Dagdoseringen van meer dan 75µg vitamine D (=3000 IE) /dag en periodieke hoge doseringen van vitamine D (zogenaamde bolus regimes ≥ 60.000 IE per maand) worden afgeraden omdat zij mogelijk een verhoogd valrisico geven. Vraag bij mensen met een verhoogd fractuurrisico de calcium intake uit. Beveel een calciuminname van 1000 tot 1100 mg aan middels de voeding. Als deze inname middels aanpassingen van de voeding niet haalbaar is, schrijf dan een calciumsupplement voor. • < 2 zuivelproducten of zuivelvervangers: 1000 mg/dag • 2-3 zuivelconsumpties: 500 mg/dag
  • 25. Voedingsinterventies - vitamine K en magnesium Schrijf geen magnesium en vitamine K (1 en 2) supplementen voor aan patiënten met een verhoogd fractuurrisico om het risico op fracturen te verminderen Adviseer alle mensen met een verhoogd fractuurrisico gezonde en gevarieerde voeding volgens de aanwijzingen van het Voedingscentrum: met voldoende zuivel, groente, noten en fruit. Indien dit niet haalbaar is, verwijs dan naar een diëtist voor passende aanvullingen.
  • 26. Beweging bij verhoogd fractuurrisico • In 2017 is de Beweegrichtlijn uitgebracht • Voor ouderen (≥55 jaar): minstens 150 minuten per week matig intensief bewegen. Een voorbeeld is wandelen. • Aangevuld met tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten (onder andere springen, traplopen, wandelen, hardlopen en dansen), gecombineerd met balansoefeningen.
  • 27. Ga bij patiënten met een verhoogd fractuurrisico na wat het beweeggedrag is, en of dit conform de Beweegrichtlijn is. Indien zelfmanagement van de patiënt tekortschiet, onduidelijk is welke oefeningen passend zijn bij de persoonlijke problematiek, en/of er sprake is van meer complexe problematiek zoals comorbiditeiten of kwetsbaarheid of verhoogd valrisico, adviseer consultatie door een (paramedische) bewegingsspecialist, zoals de fysiotherapeut en/of oefentherapeut (Mensendieck/Cesar). Bespreek met patiënten met osteopenie of osteoporose dat een beweeginterventie zinvol en veilig is en dat meer bewegen levenslang moet worden volgehouden. Adviseer patiënten met osteopenie of osteoporose (en verhoogd fractuurrisico) een (lichaamsdragende) beweeginterventie van minimaal 2 uur per week verdeeld over verschillende dagen bestaande uit de combinatie van balanstraining, training van spierkracht, mobiliteit en houding om het valrisico te verlagen en mogelijk fracturen te voorkomen.
  • 28. Medicamenteuze behandeling Stimuleer bij alle patiënten met een verhoogd fractuurrisico om een gezonde leefstijl aan te houden. Denk hierbij aan voldoende calcium en vitamine D (zie module voedingsinterventies), gezonde voeding, lichaamsbeweging volgens de beweegrichtlijn (zie module beweeginterventies), stoppen met roken, geen of matig alcoholgebruik, en bij secundaire osteoporose, aan optimale behandeling van de onderliggende aandoening Start bij patiënten met een indicatie voor botversterkende medicatie met alendronaat of risedronaat (wekelijks, tabletvorm) Behandel patiënten die alendronaat en/of risedronaat niet verdragen, bijvoorbeeld vanwege bovenbuik klachten, of als er contra-indicaties zijn, met zoledronaat (5mg eenmaal per infuus per jaar), of denosumab (2x per jaar 60 mg sc), of alendronaat in drankvorm (70 mg per week)
  • 29. Overweeg het anabole middel teriparatide (dagelijkse injecties met 20µg gedurende 2 jaar) als eerste keus medicament bij postmenopauzale vrouwen met: • een T-score ≤ -1.5 in de heuphals, totale heup of LWK en minstens 2 graad 2 wervelfracturen of 1 graad 3 wervelfractuur. Overweeg het anabole middel romosozumab (maandelijks subcutane injecties 210mg gedurende 1 jaar) als eerste keus medicament bij postmenopauzale vrouwen ouder dan 50 jaar met: • een BMD T score ≤ –2.5 in de totale heup, heuphals (niet LWK) én minstens 1 graad 2 of graad 3 wervelfractuur óf • een BMD T score ≤ –2.0 in de totale heup, heuphals (niet LWK) én minstens 2 graad 2 of graad 3 wervelfracturen • Indien zij geen myocardinfarct of CVA gehad hebben NB: zowel na teriparatide als romosozumab is opvolgende behandeling met een botresorptie remmend middel aangewezen Botvormende medicatie
  • 30. Evaluatie fractuur patient en besluitvorming initatie medicatie Recente niet-heup fractuur T -1.0 tot -2.5 T ≤-2.5 1: Zol 2: ALN, RSN, Dmab 1ste keuze: Aln, Ris 2de keuze: Zol, Dmab Aanbevolen therapie Teri : T≤-1.5 + 1 Gr3 of 2 Gr2 WF Romo: - heup T≤-2.0 + 2 Gr2 of 1 Gr3 WF of - heup T≤-2.5 + 1 Gr 2 of 1 Gr3WF Verwijzen voor therapie 2e lijn Therapie ≥75jr <75jr Recente Heup fractuur neen WF Gr2 of Gr3 T > -1.0 ja Klinische risicofactoren, valrisico inschatting en voedingsanamnese DXA+VFA voor therapie/uitgangssituatie Na recente klinische fractuur >50 jaar EN levensverwachting >12 maanden Leefstijl, Ca/D3 en valpreventie Lab DXA+VFA T ≤ -1.0 T >-1.0
  • 31. Evaluatie en besluitvorming initatie medicatie bij patient met risicofactoren (zonder recente fractuur en zonder glucocorticoiden) Risicoscore ≥ 4 na de leeftijd van 60 jaar DXA+VFA voor uitgangssituatie + therapiekeuze Verwijzing voor therapie 2e lijn T≤-2.5 <60jr ≥ 70jr Aanbevolen voor gedeelde besluitvorming Klinische risicofactoren, valrisico inschatting en voedingsanamnese 1ste keuze: Aln, Ris 2de keuze: Zol, Dmab WF Gr2 of Gr3 ja T -1.0 tot -2.5 T ≥-1.0 neen 1ste keuze: Aln, Ris 2de keuze: Zol, Dmab Leefstijl, Ca/D3 en valpreventie Lab Aanbevolen therapie Teri : T≤-1.5 + 1 Gr3 of 2 Gr2 WF Romo: - heup T≤-2.0 + 2 Gr2 of 1 Gr3 WF of - heup T≤-2.5 + 1 Gr 2 of 1 Gr3WF 60-70jr
  • 32. Evaluatie ter beoordeling stoppen/continueren/switchen van therapie 1. Nieuwe klinische fracturen 2. Risicofactoren (risicoscore 4-puntenlijst), inclusief laboratorium 3. DXA: T-score en BMD verandering 4. VFA: incidente wervelfracturen 5. BTM in gespecialiseerde centra
  • 33. Switch : ALN/RIS/ZOL naar anabolen of ALN/RIS naar parenteraal Of continueer: ALN/RIS voor 5 jr, ZOL voor 3 jr, Dmab voor 3-6 jr Klinische risicofactoren, Lab, DXA+VFA voor beslissing stoppen/continueren/switchen van therapie Stop huidig anti-resorptivum Start voor minimaal 1 jr ALN/RIS/ZOL of Dmab heup T≤-2.0 + 2 Gr 2 of 3 WF of heup T≤-2.5 + 1 Gr 2 of 3 WF T-score ≤-1.5 + WF (1 Gr3 of 2 Gr2) Romo 1 jaar Evaluatie patient op therapie na: ALN/RIS 5 jaar, ZOL 3 jaar, Dmab 3 jaar Teri 2 jaar Redenen voor switch anabolen (niet bij Dmab): therapie in 2e lijn T-scores >-2.5 , geen botverlies >5% tov baseline + geen nieuwe fracturen of risicofactoren Ja Neen DXA+VFA voor beslissing herstart therapie T-score ≤-2.5 Of botverlies >5% tov baseline Of niet-wervel fractuur Of nieuwe risicofactoren: Herstart therapie met ALN/RIS/ZOL of Dmab of DXA+VFA+Lab Follow up: ALN/RIS na 2 jr bij ZOL na 3 jr Bij stop Dmab: Start ALN/RIS/ZOL voor minimaal 1 jr Follow up om de 2-3 jaar met DXA+VFA Ja Neen Na maximaal 2 behandelcycli BP of 9 jaar Dmab
  • 34. Drug Schema GC > 3 maanden, versie 10 04 2021 Hoog risico: (Direct) Starten met Oral BPs Wervelfractuur ≥ gr 2 en/of T-score < -2 Laag risico: Life-style measures, evt diagnostiek en therapie om andere redenen dan GC. Prednison < -2,5 mg (elke leeftijd) Stop GC Hoog risico: T<-2.5, VF ≥ gr 2, nonvert < 2 jaar Laag risico: T ≥ -2.5 Geen VF, geen non vert Medicamenteuze behandeling Zeer hoog risico start 2e lijns therapie (teri of zol of dmab) GI klachten Recente Non Vert (2 jaar) of klinische VF Leeftijd 40-50 jaar & ≥ 7,5 mg prednison per dag Nee DXA en VFA Nee Ja Ja Leeftijd > 50 jaar & sterk verhoogd fractuurrisico Leeftijd > 40 jaar & Lage Dosis Prednison: ≥ 2,5 mg en < 7,5 mg Leeftijd > 50 jaar & prednison ≥ 7,5 mg per dag Leeftijd > 75 jaar, of Recente NWF of WF ≥ gr 2 of T-score <-2,of ≥ 15 mg prednison per dag, of hoge ziekte- activiteit Ja Nee Ja
  • 35. Wat is nieuw • Organisatie • Osteoporose en fractuurpreventie = Chronische zorg • Multidisciplinair • 1e en 2e lijn complementair • Inhoudelijk • 3 risicogroepen (recente fractuur / glucocorticoïden / risicofactoren) • DXA=VFA • Meer aandacht voor valrisico, beweging, voeding • Beleid bij glucocorticoïd gebruik • Botvormende middelen als 1e keuze in specifieke situaties • Aanbevelingen staken Denosumab • Sequentiële therapie
  • 36. • Juni-Oktober 2021 • Verzamelen en verwerken commentaar van deelnemende wetenschappelijke verenigingen en derde partijen • Formuleren van definitieve richtlijn • Formele autorisatie door deelnemende wetenschappelijke verenigingen 3 & 4. Commentaar-/autorisatiefase
  • 37. • Vanaf begin richtlijnontwikkeling • Bij aanbevelingen inventariseren van barrières en oplossingsrichtingen • Vertaling in implementatieplan 5. Implementatiefase
  • 38. Met dank voor uw aandacht