1. Leefstijl
Individuele patiënten hebben niet zoveel aan gemid-
delde cijfers. Weinig patiënten met reumatoïde
artritis gaan helemaal zonder beperkingen door het
leven. Zo is bij 41% van de patiënten met reumato-
ïde artritis sprake van moeheid die even ernstig is als
bij het chronische vermoeidheidssyndroom en is de
kans dat er ooit in het leven sprake is van een depres-
sie 60% hoger dan in de algemene bevolking.5,6
Ook
ervaart 35% soms tot vaak onbegrip van de familie
zoals ontkenning van de ziekte, veroordeling, betut-
teling, overbescherming en gebrek aan steun.7
Om patiënten te helpen een actief en waarde-
vol leven te leiden, is er meer nodig dan een goede
behandeling van het ziekteproces. Belangrijk is dat
goed wordt geluisterd naar wat de behoeften, voor-
keuren en prioriteiten in iemands leven zijn en de
ondersteuning of behandeling daarop te richten.
Daarbij ligt de aandacht op bestrijding van de ziekte
en op leefstijl. Hierbij valt te denken aan het aanrei-
ken van middelen die beweging bevorderen, herstel
van een goed slaap-waak ritme en de patiënt aan-
moedigen om activiteiten te ondernemen die plezier
en voldoening geven. •
Literatuur
1. Geenen, R. (2015). Psychosociale aspecten van reumatische aan-
doeningen. In J.W.J. Bijlsma, W.F. Lems, C.M.J.Wildervanck-Dekker
(Eds.), Praktische Huisartsgeneeskunde Reumatologie (pp. 337-
352). Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
2. Engel, G. L. (1977). The need for a new medical model: A challenge for
biomedicine. Science, 196, 129-36.
3. Dantzer, R. (2001). Cytokine-induced sickness behavior: Mechanisms
and implications. Annals of the New York Academy of Sciences, 933,
222-34.
4. Overman, C. L., Jurgens, M. S., Bossema, E. R., Jacobs, J. W. G., Bijlsma,
J. W. J., Geenen, R. (2014). Change of psychological distress and
physical disability in patients with rheumatoid arthritis over the last
two decades. Arthritis Care and Research, 66, 671-678.
5. Overman, C.L., Kool, M.B., Da Silva, J.A.P, Geenen, R. (2016). The
prevalence of severe fatigue in rheumatic diseases: an international
study. Clinical Rheumatology, 35, 409-415.
6. Geenen, R., Newman, S., Bossema, E. R., Vriezekolk, J. E. Boelen, P. A.
(2012). Psychological interventions for patients with rheumatic disea-
ses and anxiety or depression. Best Practice Research in Clinical
Rheumatology, 26, 305-319.
7. Kool, M.B., van Middendorp, H., Lumley, M.A., Schenk, Y., Jacobs, J.W.G.,
Bijlsma, J.W.J. Geenen, R. (2010). Lack of understanding in fibro-
myalgia and rheumatoid arthritis: the Illness Invalidation Inventory
(3*I). Annals of the Rheumatic Diseases, 69, 1990-1995.
Niet iedere pedicure controleert de feiten.
Herhaaldelijk publiceer ik dezelfde feiten in
andere bewoordingen omdat er iedere keer
mensen zijn die niet goed lezen, begrijpen, of
misschien zelfs blindvaren op wat altijd al was.
Hierdoor kan het gebeuren dat je op een och-
tend je Facebook-pagina opent en geconfron-
teerd wordt met een stuk dat betrekking heeft
op jouzelf. Een lang epistel vol met beschuldi-
gingen, door elkaar gehaalde feiten en je naam
zelfs herhaaldelijk genoemd! Ik zou een oppor-
tunist zijn, zorgen voor onrust onder de pedi-
cures en alleen in mijn eigen belang onwaarhe-
den publiceren. Dat vind ik schokkend, temeer daar al mijn connecties
dat kunnen lezen.
Ik wil dit graag toelichten, want mijn drijfveer is mensen aan het den-
ken zetten. Hen laten weten dat er keuzes zijn in opleiding en inmiddels
ook in verenigingen. De eisen in de zorg veranderen en er wordt steeds
kritischer naar (voet)zorgverleners gekeken. Dit blijkt ook uit het beleid
dat in 2016 is ingezet: het screenen en zorgprofielen vaststellen bij dia-
betespatiënten kan alleen nog door de podotherapeut. De groep DV/RV
wordt gestimuleerd door te scholen naar medisch pedicure omdat deze
groep pedicures zal verdwijnen. Wel of niet investeren, het is een keuze.
Voor wie wil investeren in doorscholing is het goed te weten dat er een
keuze is: een Crebo-diploma halen of een branchediploma. Pedicures
willen erkenning! Erkenning van zorgverzekeraars of erkenning mid-
dels titelbescherming (BIG-registratie ex art. 34) waarvoor een rijkser-
kend diploma nodig is. Dit is vastgelegd in de Algemene Maatregel van
Bestuur (Wet).
Men stelt dat versnippering in de branche niet wenselijk is. “De
Medische Voet moet gaan samenwerken met ProVoet”, zo zegt men.
Maar Supplement/De Medische Voet is een opleider en heeft geen
leden. Supplement/De Medische Voet kan, in tegenstelling tot ProVoet,
dus geen leden vertegenwoordigen. Er is echter maar één beroeps-
vereniging (NMMV) waarin alle leden, zonder uitzondering, in het
bezit zijn van een Crebo-diploma medisch pedicure. Hierin verschilt de
NMMV met de branchevereniging ProVoet. ProVoet heeft ongeveer 250
leden met een Crebo-diploma medisch pedicure, alle overige leden (ca.
13.000) hebben een branchediploma. Er is dus geen sprake van versnip-
pering, maar van onderscheid!
Naast beroeps- en brancheverenigingen bestaan er nog stichtingen.
Stipezo is zo een stichting. Het verschil is dat een Stichting geen leden
heeft die het bestuur controleren. Het bestuur hoeft zich dus ook niet
bij een Algemene Ledenvergadering te verantwoorden. •
Madelon Grin, Manager mbo
Het zal je maar
gebeuren!
2014/3 • De Medische VoetApril 20177
column