SlideShare a Scribd company logo
1 of 37
Download to read offline
Marielle Emmelot
Klinisch geriater UMCU
(potentiële) belangenverstrengeling Zie hieronder
Voor bijeenkomst mogelijk relevante
relaties met bedrijven
Bedrijfsnamen
• Sponsoring of onderzoeksgeld
• Honorarium of andere (financiële)
vergoeding
• Aandeelhouder
• Andere relatie, namelijk …
• Adviesraden en geven
presentaties (Amgen, Lilly, UCB)
Disclosure belangen	spreker
ASBMR	2019
• Minder deelnemers elk jaar
• 1126 abstracts en 119 late abstracts
• 158 abstracts geselecteerd voor orale presentaties
Onderwerpen:
• Calcium, vitamine D en voeding
• Behandeling na denosumab
• Uitkomsten
Onderwerpen:
• Calcium, vitamine D en voeding
• Behandeling na denosumab
• Uitkomsten
VITAL	study
• Vraagstelling: Wat is het effect van vitamine D suppletie in de algemene middelbare-
oudere bevolking op:
– Primaire eindpunten: kanker en HVZ (NEJM 2019)
– Secundiare eindpunten: BMD (#1046) en vallen (#1057)
• Methode:
– 25.871 gezonde mannen (≥50) en vrouwen (≥55) uit de VS zonder voorgeschiedenis
van kanker of HVZ (mean age 67 jaar, 67% vrouwen, mean vitamine D 77 nmol/l)
– RCT:
• vitamine D3 (cholecalciferol, 2000 IE/d) of placebo
• omega-3 fatty acids (fish oil, 1g/d) of placebo
– Mean follow up: 5.3 jaar
VITAL	study	– kanker en HVZ
Manson JE et al. N Engl J Med. 2019 Jan 3;380(1):33-44
Cumulative Incidence Rates of
Invasive Cancer of Any Type and
Major Cardiovascular Events,
According to Year of Follow-up, in the
Vitamin D Group and Placebo Group.
VITamin D	and	OmegA-3	TriaL (VITAL):	Effects	of	Vitamin	D	
on	Bone	Density,	Turnover	and	Structure	- #1046	LeBoff et	al.
• Subcohort: 771 deelnemers, geen gebruik van botactieve medicatie
• DEXA en HR pQCT op baseline en na 2 jaar
• Resultaten:
– Geen verschil in BMD na 2 jaar
– Geen verschil in HR pQCT parameters na 2 jaar
– Subanalyse: in de groep met een vrije vitamine D spiegel onder de mean was
er een klein effect op de BMD.
Effects	of	Vitamin	D	on	the	Risk	of	Falls	in	the	VITamin D	and	
OmegA-3	TriaL (VITAL)	- #1057	LeBoff et	al.
• Jaarlijkse follow up middels vragenlijst waarin valincidenten en risicofactoren voor
vallen werden meegenomen
• 33% van de deelnemers was in het jaar daarvoor gevallen
• Uitkomsten:
– Geen verschil in valincidenten tijdens follow up (jaarlijks 9%)
– Geen verschil in ernstige valincidenten of valincidenten met letsel
– Subanalyses: geen verschil bij stratificatie op baseline vitamine D, leeftijd,
geslacht, valincidenten op baseline
• Conclusie: Vitamine D suppletie is in een gezonde groep deelnemers van
middelbare/oudere leeftijd niet zinvol
Effect	of	Dietary	Protein	Intake	on	Bone	Mineral	Density	and	
FractureIncidence in	Older	Adults	in	the	Health,	Aging,	and	
Body	Composition	- #1058	Weaver	et	al.
• Vraagstelling: Geeft een lage intake van eiwitten een hoger risico op een lagere BMD of
fracturen?
• Methode:
– Subanalyse: 2160 ouderen tussen de 70-79 jaar met een goede mobiliteit en met
voedselvragenlijst (108 items) en BMD
– Protein tertiles: 12.9, 12.9-15.2, > 15.2 (1.1 g/kg/lichaamsgewicht/dag)
– Op baseline: bovenste tertiel had een betere BMD van de heup (3%) en de LWK (5%)
dan de middelste en lage tertiel
– Follow up: 5 jaar
• Resultaten:
– Na 5 jaar geen verschil in verandering in BMD
– Trend tot minder klinische wervelfracturen (HR 0.44, NS)
• Conclusie: Het is onduidelijk of eiwitintake een effect heeft op BMD/fracturen
A	Randomized	Clinical	Trial	on	the	Effect	of	Dietary	Calcium	
Intake	as	Compared	to	Calcium	Supplement	on	Vascular	
Health	in	Postmenopausal	Women	- #1075	Morin	et	al.
• Vraagstelling: Is er een verschil tussen de intake van calcium middels voeding versus
calciumsupplementen op het risico op vaatlijden?
• Methode:
– Gezonde postmenopauzale vrouwen > 50 jaar die niet roken en geen botactieve
medicatie gebruiken (n=121)
– RCT 3 groepen:
• 1200 mg calciumintake via voeding en 400 IE vitamine D
• 750 mg calciumsupplementen en 450 mg calcium via voeding en 800 IE
vitamine D
• Usual care en 400 IE vitamine D
– Follow up: 12 maanden
– Eindpunten:
• Pulse Wave Velocity (PWV)
• Carotis intima-media dikte (cIMT)
• Resultaten:
– Geen verschil in cardiovasculaire events
• Conclusie: Er is geen verschil in vasculaire gezondheid tussen de 3 groepen.
A	Randomized	Clinical	Trial	on	the	Effect	of	Dietary	Calcium	
Intake	as	Compared	to	Calcium	Supplement	on	Vascular	
Health	in	Postmenopausal	Women	- #1075	Morin	et	al.
Effects	of	Supplementation	with	Vitamin	D3	400,	4.000	or	
10.000	IU	Daily	for	Three	Years	on	Vascular	Calcification	in	
The	Calgary	Vitamin	D	Study:	Secondary	Analysis	of	a	
Randomized	Controlled	Trial	- #1076	Billington et	al.
• Vraagstelling: Heeft vitamine D een (dosis-afhankelijk) effect op het ontstaan en de
ontwikkeling van vasculaire calcificaties?
• Methode:
– 302 gezonde mannen en vrouwen 55-70 jaar
– 3 groepen:
• 400 EH vitamine D/dag
• 4000 EH vitamine D/dag
• 10.000 EH vitamine D/dag -> laatste 18 mnd lagere dosering
– Uitkomsten: arteriele calcificatie van de a. tibialis gemeten middels HR-pQCT
(prevalentie op baseline en incidentie/progressie tijdens follow up)
– Follow up: 3 jaar
• Resultaten:
– Baseline:
• 28% van de deelnemers had calcificaties (meer mannen, meer risicofactoren
HVZ, geen verschil in intake calcium/vitamine D)
– Follow up:
• Geen nieuwe deelnemers met calcificaties
• Aantal calcificaties in deelnemers met calcificaties op baseline nam in alle drie
de groepen gelijk toe.
• Conclusie: Er is geen effect van vitamine D op calcificaties
Effects	of	Supplementation	with	Vitamin	D3	400,	4.000	or	
10.000	IU	Daily	for	Three	Years	on	Vascular	Calcification	in	
The	Calgary	Vitamin	D	Study:	Secondary	Analysis	of	a	
Randomized	Controlled	Trial	- #1076	Billington et	al.
Long-term	effects	of	calcium	supplementation	on	abdominal	
aortic	calcification	in	older	women:	analysis	of	a	5-year	
double-blind	randomized	controlled	trial	- #LB-168
• Vraagstelling: Beinvloeden calciumsupplementen de toename van calcificaties van de
aorta abdominalis?
• Methode:
– RCT: vrouwen 70+ en geen botactieve medicatie
– 2 groepen:
• 1200 mg calcium/dag
• Placebo
– Primaire eindpunt: fracturen
– Subanalyse: 904 vrouwen met beeldvorming van de aorta op baseline en na follow
up
– Follow up: 5 jaar
Long-term	effects	of	calcium	supplementation	on	abdominal	
aortic	calcification	in	older	women:	analysis	of	a	5-year	double-
blind	randomized	controlled	trial	- #LB-168	Lewis	et	al.
• Resultaten:
– Primaire eindpunt:
• Geen effect op klinische fracturen in hele groep
• Wel minder fracturen bij vrouwen die compliant waren (inname >80%
medicatie)
– Calcificaties aorta abdominalis:
• 33% had progresssie van calcificaties van de aorta abdominalis
• Geen verschil tussen beide groepen
• Conclusie: Calcium suppletie heeft geen effect op de progressie van calcificaties
van de aorta abdominalis
Onderwerpen:
• Calcium, vitamine D en voeding
• Behandeling na denosumab
• Uitkomsten
Subject	Characteristics	and	Changes	in	Bone	Mineral	Density	After	
Transitioning	From	Denosumab to	Alendronate	in	the	Denosumab
Adherence	Preference	Satisfaction	(DAPS)	Study	- #1047	Kendler et	al.
• Vraagstelling: Kan Alendronaat (ALN) na Denosumab (Dmab) de BMD
stabiliseren?
• Methode:
– DAPS is een 24-maanden, open-label, randomized, cross-over study in
treatment-naieve postmenopausale vrouwen met een T-score ≤ -2.0 tot ≥-4.0
ter hoogte van de LWK (LWK), total hip (TH), or femoral neck (FN)
– Behandeling voor deze studie: 12 maanden of DMAb (60 mg 1 keer per 6
maanden SC) gevolgd door ALN (70 mg 1 keer per week PO)
– Eindpunt: BMD op baseline en na 12 en 24 maanden
– Effectiviteit behandeling:
• Verlies BMD: >3% verlies van de BMD
• Stabiele BMD: alles tussen de 3% verlies en 3% toename van de BMD
• Verbetering BMD: >3% toename van de BMD
Subject	Characteristics	and	Changes	in	Bone	Mineral	Density	After	
Transitioning	From	Denosumab to	Alendronate	in	the	Denosumab
Adherence	Preference	Satisfaction	(DAPS)	Study	- #1047	Kendler et	al.	
• Resultaten:
– Baseline: 126 vrouwen, mean age 65 jaar, mean BMD T-scores of -2.0, -1.6 en -2.0
van de LWK, TH en FN respectievelijk
– Na 1 jaar gingen er 115 van de 126 vrouwen door met ALN (91%)
– BMD:
• Baseline - 1 jaar: BMD toegenomen met 5.6%, 3.2% en 3.1% van de LWK, TH en FN
• FN 1 jaar – 2 jaar: BMD verandert met 0.6%, 0.4% en -0.1% van de LWK, TH en FN
– Effectiviteit behandeling jaar 1 – jaar 2:
• De meeste deelnemers hadden een stabiele of betere BMD
• 15.9%, 7.6%, en 21.7% hadden een slechtere BMD van de LWK, TH, en FN
– Een sterkere toename van de BMD in het eerste jaar van de studie ging gepaard met
een groter verlies van de BMD in het tweede jaar van de studie
– Geen klinische fracturen tijdens de follow up
• Conclusie: Alendronaat na Denosumab is in staat om de BMD stabiel te houden voor het
overgrote deel van de deelnemers
Zoledronic Acid	Maintains Bone	Mineral Density after
Denosumab Administration	(DATA-HD	Extension)	- #1048	
Tsai et	al.
• Vraagstelling: Kan Zolendronaat (ZOL) na Denosumab (Dmab) de BMD
stabiliseren?
• Methode:
– Postmenopausale vrouwen, 52-82 jaar, met een hoog fractuur risico
– Behandeling:
• Gedurende 9 maanden 20-mcg (SD) of 40-mcg (HD) teriparatide
(TPTD)/dag.
• Dmab (60-mg SC) werd toegediend na de eerste 3 maanden TPTD en
dan opnieuw na 9 maanden (na staken TPTD).
• Alle deelnemers die de 15 maanden behandeling volbrachten werden
uitgenodigd om deel te nemen aan de extensie-studie waarbij ze
eenmalig 5 mg ZOL i.v. ontvingen op maand 15 (5-7 maanden na de
vorige Dmab injctie) (n=53).
Zoledronic Acid	Maintains Bone	Mineral Density after
Denosumab Administration	(DATA-HD	Extension)	- #1048	
Tsai et	al.
• Resultaten:
• NB er was een groter verlies van de BMD van de heup bij de deelnemers die de
ZOL vroeger ontvingen
• Conclusie: Een eenmalige dosering ZOL na Dmab is in staat om de BMD stabiel te
houden.
Treatment	with	zoledronic acid	subsequent	to	treatment	with	
denosumab - #LB-1169	Solling et	al.
• Vraagstelling: Kan Zolendronaat (ZOL) na Denosumab (Dmab) de BMD stabiliseren en
is de timing van de ZOL van belang?
• Methode:
– 2 jaar gerandomiseerde, open-label, interventie studie
– Inclusie: patienten met osteopenie na Dmab behandeling (gemiddeld na 4.6 jr)
– Behandeling:
• ZOL 5 mg i.v. 6 maanden na de laatste Dmab injectie (n=20)
• ZOL 5 mg i.v. 9 maanden na de laatste Dmab injectie (n=20) (of eerder als de
botturnover toeneemt)
• ZOL 5 mg i.v. indien de botturnover toeneemt (s-CTX toename > 1.26 ug/l
(50% boven de range voor postmenopausale vrouwen en oudere mannen of
een fractuur) of anders na 6 maanden (n=20)
– 3 maanden na toediening van ZOL werd de DEXA herhaald. Indien de BMD meer
dan 5% was afgenomen werd opnieuw ZOL toegediend.
– DEXA en s-CTX werden na 6, 12 3n 24 maanden na behandeling herhaald. Indien
BMD meer dan 5% afname of de botturnover nam dat, dan werd ZOL toediening
herhaald.
Treatment	with	zoledronic acid	subsequent	to	treatment	with	
denosumab - #LB-1169	Solling et	al.
• Resultaten: 12 maanden data (studie is nog lopend)
– In de botturnover groep 1,2,6,1 en 0 patienten voldeden aan de CTX of BMD
criteria 1,2,3,4 en 5 maanden na baseline. De overige 10 patienten werden na 6
maanden behandeld.
– In de 9-maanden groep voldeden 2 patienten aan de CTX-criteria op maand 2.
– 19 patienten (32%) voldeden aan de criteria voor re-behandeling tijdens follow up
– Na 12 maanden:
• 6M: BMD LWK -4.8 +/- 0.7% en total hip -2.6 +/- 0.5% (SS)
• 9M; BMD LWK -4.2 +/- 1.1% en total hip -3.3 +/- 0.8% (SS)
• BT: BMD LWK -4.9 +/- 1.4% en total hip -3.8 +/- 0.9% (SS)
– Mean CTX zat in postmenopausale reference range in alle groepen
• Conclusie: Eenmalig ZOL 5 mg i.v. na Dmab kan geen verlies van BMD voorkomen
Zoledronate for	the	Prevention	of	Bone	Loss	in	Women	
Discontinuing	Denosumab Treatment.	A	Prospective	2-Year	
Clinical	Trial.
• Vraagstelling: Kan Zolendronaat (ZOL) na Denosumab (Dmab) de BMD
stabiliseren?
• Methode:
– Inclusie: postmenopausale vrouwen met osteopenie na behandeling
met Dmab (mean duur 2.2 jaar)
– Behandeling:
• Eenmalig ZOL 5 mg i.v.
• Dmab 60 mg/half jaar s.c.
– Follow up: 2 jaar
Anastasilakis AD et al. J Bone Miner Res. 2019 Aug 21
Zoledronate for	the	Prevention	of	Bone	Loss	in	Women	
Discontinuing	Denosumab Treatment.	A	Prospective	2-Year	
Clinical	Trial.
• Resultaten:
• Botmarkers:
– ZOL: in 1e jaar kleine maar significante toename botturnover, in 2e jaar stabilisatie
– Dmab: in 1e jaar geen verandering, in 2e jaar significante stijging botturnover tot 15 mnd
die daarna hoog bleef
– Botturnovermarkers waren niet geassocieerd met BMD veanderingen
• Fracturen:
– ZOL: 1 klinische vertebrale fracuut binnen 12 maanden na infusie
– Dmab: 2 patienten met multipele klinische wervelfracturen, 1 patient met morfologische
wervelfractuur.
• Conclusie: Eenmalig ZOL na Dmab kan botverlies grotendeels voorkomen
ZOL (open circles)
Dmab (closed circles)
Onderwerpen:
• Calcium, vitamine D en voeding
• Behandeling na denosumab
• Uitkomsten
Extensive	Modeling-Based	Bone	Formation	After	2	Months	of
Romosozumab Treatment:	Results	From	the	FRAME	Clinical	
Trial	- #1049	Eriksen et	al.
• Vraagstelling: Romosozumab (Romo) stimuleert botformatie en remt botresorptie. De
hoogte levels van botformatiemarkers worden in de eerste 2 maanden na start gevonden.
Studies bij apen laten zien dat de meeste botformatie bij Romo modeling based is. Wat is
het effect van Romo op (re)modeling based bone formation (MBBF/RBBF) op het
oppervlak van trabeculair, endocorticaal en periosteaal bot.
• Methode:
– Frame studie: postmenopausale vrouwen van 55 jaar en ouder met osteoporose
– 2 groepen: 210 mg Romo of placebo gedurende 12 maanden, gevolgd door
denosumab voor 12 maanden
– Substudie bij patienten met beschikbare transiliacale botbiopten na 2 maanden:
MBBF en RBBF
Extensive	Modeling-Based	Bone	Formation	After	2	Months	of
Romosozumab Treatment:	Results	From	the	FRAME	Clinical	
Trial	- #1049	Eriksen et	al.
• Resultaten:
– MBBF was toegenomen op het oppervlak van endocorticaal en trabeulaire bot, maar
niet op het oppervlak van periosteaal bot.
– Er was geen toegenomen RBBF meetbaar op het oppervlak
– De verhouding MBBF/RBBF was 33%/66% in de placebo groep versus 66%/33% in de
Romo groep
• Conclusie: Deze data laten zien dat de stimulatie van botformatie in de eerste 2
maanden na start Romo vooral het gevolg is van een toegenomen MBBF op het
endocorticale en trabeculaire oppervlak
Efficacy	and	Safety	of	Romosozumab vs	Placebo	Among	Patients	
With	Mild	to	Moderate	Chronic	Kidney	Disease	(CKD)	- #1085	
Miller	et	al.
• Vraagstelling: Deze post hoc analyse van de FRAME studie bestudeert de effectiviteit
en veiligheid van romosozumab (Romo) versus placebo (Pbo) bij patienten met
verschillende nierfuncties
• Methode:
– FRAME studie: 7180 postmenopausale vrouwen met osteoporose
– 2 groepen: 210 mg Romo/maand s.c. of placebo gedurende 12 maanden
– Nierfunctie verdeeld in 3 groepen:
• Goede nierfuncite: (eGFR > 90)
• Milde nierinsufficiente (eGFR 60-89)
• Matige nierinsufficientie (eGFR 30-59)
• Ernstige nierinsufficiente (eGFR 15-29)
– Eindpunten:
• Verandering BMD LWK, TH en FN
• Incidentie nieuwe vertebrale fracturen
• Bijwerkingen
• Achteruitgang nierfunctie
Efficacy	and	Safety	of	Romosozumab vs	Placebo	Among	Patients	
With	Mild	to	Moderate	Chronic	Kidney	Disease	(CKD)	- #1085	
Miller	et	al.
• Resultaten:
• Conclusie: Romo verbetert de BMD in alle subgroepen van nierfuncties meer
dan placebo. Ook de reductie van wervelfracturen wordt niet door de
nierfuctie beinvloed. Romo is ook veilig en effectief bij een slechtere
nierfunctie
Sclerostin expression	is	down-regulated	in	advanced	
atherosclerotic	plaques	and	is	not	associated	with	coronary	artery	
disease	or	peripheral	artery	disease	prior	to,	or	major	
cardiovascular	events	in	the	3-year	period	following,	surgical	
endarterectomy	- #1086	Holdsworth et	al.
• Vraagstelling: Romosozumab (een sclerostin-antilichaam) laat in de ARCH studie
een verhoogd risico op cardiovasculaire ziekten zien. Sclerostin is een product van
de SOST gene en deze is o.a. gelokaliseerd in de aorta. Het is onbekend of de SOST
gene ook betrokken is bij atherosclerotische (AS) plaques.
• Methode:
– Immunohistologisch onderzoek bij 94 AS plaques van de carotis en 50 van de
femoralis verkregen bij chirurgische endarteriectomie bij vrouwelijke
patienten (mean age 69.6 jaar)
– Follow up: 3 jaar voor major cardiovascular events (MACE : CVA/MI/CV-
sterfte) en cornaire en perifere vaatziekten
Sclerostin expression	is	down-regulated	in	advanced	
atherosclerotic	plaques	and	is	not	associated	with	coronary	artery	
disease	or	peripheral	artery	disease	prior	to,	or	major	
cardiovascular	events	in	the	3-year	period	following,	surgical	
endarterectomy	- #1086	Holdsworth et	al.
• Resultaten:
– Baseline:
• Sclerostin was afwezig in de meeste plaques (67%)
• Er was geen relatie tussen leeftijd en sclerostine expressie
• De aanwezigheid van sclerostin was niet geassocieerd met plaque fat content,
intraplaque hemorrhage, smooth muscle cell content or collageen content
• De afwezigheid van sclerostin was geassocieerd met calcificaties of een
gevorderde plaque
• Sclerostin aanwezigheid was beperkt tot de diepere lagen van de
plaque/vaatwand
– Follow up: MACE (en coronaire en perifiere vaatziekten) waren niet geassocieerd
met de aanwezigheid van sclerostin
• Conclusie: Sclerosin wordt niet gevonden in gebieden die van belang zijn voor plaque
stabiliteit en is niet geassocieerd met de presentatie van de plaque. Ook was er geen
associatie tussen sclerostin expressie en MACE gedurende 3 jaar follow up
Predicting	Fracture	Risk	During	a	Bisphosphonate	Holiday	in	
the	FIT	Long-term	Extension	(FLEX)	Study:	Comparison	of	a	
Custom	Risk	Tool	vs	FRAX	- #1089	Black	et	al.
• Vraagstelling: Kun je het risico op een fractuur na het stoppen met Alendronaat
(ALN) voorspellen? -> de ontwikkeling van de FLEX risico tool
• Methode:
– FLEX is een gerandomiseerde trial voor een alendronate (ALN) drug holiday van 5
jaar na 5 jaar ALN gebruik in the FIT trial
– Tool is ontwikkeld op 408 patienten uit de FLEX studie die stopten
– Eindpunt: 1. klinische wervelfracturen, 2. niet-wervelfracturen en heupfracturen
– Onderzochte potentiele risicofactoren: leeftijd, BMD, botturnover markers (BTM),
fracturen (voor, tijdens en na de 5-jaar durende behandeling met ALN )
– Geobserveerde fracturen werden vergeleken met het voorspelde risico (in
quartielen)
– Het risicomodel wordt vergeleken met het FRAX 10 jaars risico op MOF
afgenomen op baseline
Predicting	Fracture	Risk	During	a	Bisphosphonate	Holiday	in	
the	FIT	Long-term	Extension	(FLEX)	Study:	Comparison	of	a	
Custom	Risk	Tool	vs	FRAX	- #1089	Black	et	al.
• Resultaten:
– Significante predictors waren BMD, leeftijd en vertebrale fracturen op baseline -> model
– Geen significante predictors waren BTMs, BMD verandering en nieuwe fracturen
– The FRAX MOF risico was even effectief of zelfs superior aan de FLEX risicoscore voor het
voorspellen van fracturen.
• Conclusie: Na 5 jaar behandeling met ALN hebben individuen met een FRAX 10 jaar MOF risico van 23%
of meer voordeel bij nog 5 jaar behandeling met ALN.
Quartielen van de FLEX
tool waren significant
voorspellend voor het
optreden van fracturen
Compared	with	Daily	Teriparatide,	Cycles	of	Teriparatide and	
Raloxifene Favorably	Influence	Hip	BMD	and	Cortical	Thickness	
While	Comparably	Increasing	Spine	BMD	- #LB-1167	Goel et	al.
• Vraagstelling: Kan initiele stimulatie van de botformatie gevolgd door milde botresorptie, cyclisch
herhaald, de botformatie stimuleren zonder dat de botresorptie toeneemt?
• Methode:
– 6 maanden open pilot studie bij 26 postmenopausale vrouwen
– 2 groepen:
• Teriparatide (TPD) 20 microgram/dag
• Afwisselend teriparatide (TPD) 20 microgram/dag 1 maand en raloxifen (RLX) 60
mg/dag 1 maand
– Eindpunten: BMD, trabeculare bone score (TBS) en heupparameters middels QCT
• Resultaten:
– BMD LWK nam in beide groepen toe. Geen verschil tussen beide groepen
– TBS bleef in beide groepen gelijk. Geen verschil tussen beide groepen.
– De cyclische groep had een gunstiger effect op de BMD total hip en corticale dikte.
• Conclusie: Cycli of teriparatide afgewisseld met raloxifen had een beter effect op BMD total hip
en corticale dikte dan teriparatide alleen.
Cholinesterase	Inhibitor	use	is	Associated	with	Lower	Fracture	
Risk	in	Men	with	Dementia	- #1074	Obunwale et al.
• Vraagstelling: Wat is de associatie tussen het gebruik van choline-estaraseremmers en
het optreden van fracturen?
• Methode:
– Groot nationaal cohort van ruim 360.000 mannen (veteranen, leeftijd 65-99 jaar)
met dementie maar zonder fractuur tussen 2000-2010
– Correctie voor veel confounders, oa comorbiditeit en medicatie die gepaard gaat
met een verhoogd risico op vallen/fracturen
• Resultaten:
– 20.1% kreeg een fractuur (na gemiddeld 4.6 jaar)
– 42.3% gebruikte een choline-esteraseremmer tijdens de studieperiode
– HR voor een fractuur na correctie voor confouders: 0.81; 95% CI, 0.75-0.88
– HR na correctie voor tevens competing mortality risk: 0.82; 95% CI, 0.76-0.89
• Conclusie: Het gebruik van choline-esteraseremmers is geassocieerd met een verlaagd
risico op fracturen
Take	home	messages
• Vitamine D suppletie is bij gezonde mensen van middelbare/oudere leeftijd
niet zinvol
• Calcium en vitamine D hebben niet een duidelijk effect op de vasculaire
gezondheid
• Het blijft onduidelijk wat de beste behandeling is na het stoppen met
denosumab. De meeste studies laten zien dat nabehandeling zinvol is.
• Romosozumab geeft een ontkoppeling van botresorptie en botformatie en is
ook veilig bij een verminderde nierfunctie.
• De FRAX op baseline kan voorspellen bij wie je na 5 jaar veilig met
alendroninezuur kan stoppen en bij wie niet (afkappunt 23% of meer)
• Sclerostin is niet aanwezig in atherosclerotische plaques

More Related Content

Similar to IWO bijeenkomst - 13 november - Dr. M.H. Emmelot

Maarten van der Ven
Maarten van der VenMaarten van der Ven
Maarten van der VenRadboudumc
 
Promotie Lekenpraatje Cvd H 4mrt2011
Promotie Lekenpraatje Cvd H 4mrt2011Promotie Lekenpraatje Cvd H 4mrt2011
Promotie Lekenpraatje Cvd H 4mrt2011colbi
 
Ondervoeding bij de oudere patiënt
Ondervoeding bij de oudere patiëntOndervoeding bij de oudere patiënt
Ondervoeding bij de oudere patiëntVBVK
 
Presentatie eindwerk overgewicht en obesitas
Presentatie eindwerk overgewicht en obesitas Presentatie eindwerk overgewicht en obesitas
Presentatie eindwerk overgewicht en obesitas Saartje Verwaest
 
5 maart 2019 | Kunnen we gezondheid voorspellen? Sicco Scherjon, UMCG
5 maart 2019 | Kunnen we gezondheid voorspellen? Sicco Scherjon, UMCG5 maart 2019 | Kunnen we gezondheid voorspellen? Sicco Scherjon, UMCG
5 maart 2019 | Kunnen we gezondheid voorspellen? Sicco Scherjon, UMCGHealth Hub Utrecht
 
Anticoagulantia in de huisartsenpraktijk (Masterproef 2013-2014)
Anticoagulantia in de huisartsenpraktijk (Masterproef 2013-2014)Anticoagulantia in de huisartsenpraktijk (Masterproef 2013-2014)
Anticoagulantia in de huisartsenpraktijk (Masterproef 2013-2014)JanGyselaers
 

Similar to IWO bijeenkomst - 13 november - Dr. M.H. Emmelot (20)

Seminar 08-12-2007 - fractuur- en osteoporose
Seminar 08-12-2007 - fractuur- en osteoporoseSeminar 08-12-2007 - fractuur- en osteoporose
Seminar 08-12-2007 - fractuur- en osteoporose
 
Seminar 23-03-2016 mw. Dr. M.H. Emmelot
Seminar 23-03-2016 mw. Dr. M.H. EmmelotSeminar 23-03-2016 mw. Dr. M.H. Emmelot
Seminar 23-03-2016 mw. Dr. M.H. Emmelot
 
Seminar 15-01-2009 - osteoporose, calcium en vitamine d
Seminar 15-01-2009 - osteoporose, calcium en vitamine dSeminar 15-01-2009 - osteoporose, calcium en vitamine d
Seminar 15-01-2009 - osteoporose, calcium en vitamine d
 
Seminiar 14-09-2016 Dr. W.F. Lems
Seminiar 14-09-2016 Dr. W.F. LemsSeminiar 14-09-2016 Dr. W.F. Lems
Seminiar 14-09-2016 Dr. W.F. Lems
 
Multimorbiditeit
MultimorbiditeitMultimorbiditeit
Multimorbiditeit
 
Fraktuurpreventie bij giop. iwo 2013 16.43.39
Fraktuurpreventie bij giop. iwo 2013 16.43.39Fraktuurpreventie bij giop. iwo 2013 16.43.39
Fraktuurpreventie bij giop. iwo 2013 16.43.39
 
Hyponatriemie en vitamines en bot
Hyponatriemie en vitamines en botHyponatriemie en vitamines en bot
Hyponatriemie en vitamines en bot
 
Maarten van der Ven
Maarten van der VenMaarten van der Ven
Maarten van der Ven
 
Promotie Lekenpraatje Cvd H 4mrt2011
Promotie Lekenpraatje Cvd H 4mrt2011Promotie Lekenpraatje Cvd H 4mrt2011
Promotie Lekenpraatje Cvd H 4mrt2011
 
Seminair 22-11-2014- P. Lips -ondervoeding en osteoporose
Seminair 22-11-2014- P. Lips -ondervoeding en osteoporoseSeminair 22-11-2014- P. Lips -ondervoeding en osteoporose
Seminair 22-11-2014- P. Lips -ondervoeding en osteoporose
 
Seminar 21-11-2014 - Dr. H. Verhaar
Seminar 21-11-2014 - Dr. H. VerhaarSeminar 21-11-2014 - Dr. H. Verhaar
Seminar 21-11-2014 - Dr. H. Verhaar
 
IWO Meeting 19 April 2023 - Romosozumab anno 2023 door Prof. Dr. W.F. Lems
IWO Meeting 19 April 2023 -  Romosozumab anno 2023 door Prof. Dr. W.F. LemsIWO Meeting 19 April 2023 -  Romosozumab anno 2023 door Prof. Dr. W.F. Lems
IWO Meeting 19 April 2023 - Romosozumab anno 2023 door Prof. Dr. W.F. Lems
 
Ondervoeding bij de oudere patiënt
Ondervoeding bij de oudere patiëntOndervoeding bij de oudere patiënt
Ondervoeding bij de oudere patiënt
 
Seminar 29-11-2013 Osteoporose in de geriatrie
Seminar 29-11-2013 Osteoporose in de geriatrieSeminar 29-11-2013 Osteoporose in de geriatrie
Seminar 29-11-2013 Osteoporose in de geriatrie
 
Seminar 26-11-10 - Therapietrouw bij osteoporose
Seminar 26-11-10 - Therapietrouw bij osteoporoseSeminar 26-11-10 - Therapietrouw bij osteoporose
Seminar 26-11-10 - Therapietrouw bij osteoporose
 
Seminar 08 12-2007 - osteoporose bij mannen
Seminar 08 12-2007 - osteoporose bij mannenSeminar 08 12-2007 - osteoporose bij mannen
Seminar 08 12-2007 - osteoporose bij mannen
 
Presentatie eindwerk overgewicht en obesitas
Presentatie eindwerk overgewicht en obesitas Presentatie eindwerk overgewicht en obesitas
Presentatie eindwerk overgewicht en obesitas
 
5 maart 2019 | Kunnen we gezondheid voorspellen? Sicco Scherjon, UMCG
5 maart 2019 | Kunnen we gezondheid voorspellen? Sicco Scherjon, UMCG5 maart 2019 | Kunnen we gezondheid voorspellen? Sicco Scherjon, UMCG
5 maart 2019 | Kunnen we gezondheid voorspellen? Sicco Scherjon, UMCG
 
Seminar 09-04-2008 - corticosteroid-geinduceerde osteoporose
Seminar 09-04-2008 - corticosteroid-geinduceerde osteoporoseSeminar 09-04-2008 - corticosteroid-geinduceerde osteoporose
Seminar 09-04-2008 - corticosteroid-geinduceerde osteoporose
 
Anticoagulantia in de huisartsenpraktijk (Masterproef 2013-2014)
Anticoagulantia in de huisartsenpraktijk (Masterproef 2013-2014)Anticoagulantia in de huisartsenpraktijk (Masterproef 2013-2014)
Anticoagulantia in de huisartsenpraktijk (Masterproef 2013-2014)
 

More from Stichting Interdisciplinaire Werkgroep Osteoporose

More from Stichting Interdisciplinaire Werkgroep Osteoporose (20)

IWO Meeting 1 November 2023 - Stopping with Denosumab and Romosozumab, basic ...
IWO Meeting 1 November 2023 - Stopping with Denosumab and Romosozumab, basic ...IWO Meeting 1 November 2023 - Stopping with Denosumab and Romosozumab, basic ...
IWO Meeting 1 November 2023 - Stopping with Denosumab and Romosozumab, basic ...
 
IWO Meeting 1 November 2023 - De concept versie van de nieuwe NHG-standaard O...
IWO Meeting 1 November 2023 - De concept versie van de nieuwe NHG-standaard O...IWO Meeting 1 November 2023 - De concept versie van de nieuwe NHG-standaard O...
IWO Meeting 1 November 2023 - De concept versie van de nieuwe NHG-standaard O...
 
IWO Meeting 1 November 2023 - Pitfalls DXA en VFA door Prof. dr. R. Slart (Gr...
IWO Meeting 1 November 2023 - Pitfalls DXA en VFA door Prof. dr. R. Slart (Gr...IWO Meeting 1 November 2023 - Pitfalls DXA en VFA door Prof. dr. R. Slart (Gr...
IWO Meeting 1 November 2023 - Pitfalls DXA en VFA door Prof. dr. R. Slart (Gr...
 
IWO Meeting 19 April 2023 - Reflectie op en implementatie van de richtlijn o...
IWO Meeting 19 April 2023 -  Reflectie op en implementatie van de richtlijn o...IWO Meeting 19 April 2023 -  Reflectie op en implementatie van de richtlijn o...
IWO Meeting 19 April 2023 - Reflectie op en implementatie van de richtlijn o...
 
IWO Meeting 19 April 2023 - Wanneer zoledronaat na een heupfractuur? door Dr....
IWO Meeting 19 April 2023 - Wanneer zoledronaat na een heupfractuur? door Dr....IWO Meeting 19 April 2023 - Wanneer zoledronaat na een heupfractuur? door Dr....
IWO Meeting 19 April 2023 - Wanneer zoledronaat na een heupfractuur? door Dr....
 
IWO Meeting 19 April 2023 - Chronische Hypofosfatemie door Prof. Dr. M.C. Zil...
IWO Meeting 19 April 2023 - Chronische Hypofosfatemie door Prof. Dr. M.C. Zil...IWO Meeting 19 April 2023 - Chronische Hypofosfatemie door Prof. Dr. M.C. Zil...
IWO Meeting 19 April 2023 - Chronische Hypofosfatemie door Prof. Dr. M.C. Zil...
 
IWO Meeting 16 November 2022 - ONJ review van ECTS (osteonecrose van de kaak)
IWO Meeting 16 November 2022 - ONJ review van ECTS (osteonecrose van de kaak)IWO Meeting 16 November 2022 - ONJ review van ECTS (osteonecrose van de kaak)
IWO Meeting 16 November 2022 - ONJ review van ECTS (osteonecrose van de kaak)
 
IWO Meeting 16 November 2022 - Tumor-induced osteomalacia: a systematic clini...
IWO Meeting 16 November 2022 - Tumor-induced osteomalacia: a systematic clini...IWO Meeting 16 November 2022 - Tumor-induced osteomalacia: a systematic clini...
IWO Meeting 16 November 2022 - Tumor-induced osteomalacia: a systematic clini...
 
IWO Meeting 16 November 2022 - Real world data: denosumab
IWO Meeting 16 November 2022 - Real world data: denosumabIWO Meeting 16 November 2022 - Real world data: denosumab
IWO Meeting 16 November 2022 - Real world data: denosumab
 
IWO Meeting 16 November 2022 - ASBMR young talent: Silvia Storoni (Amsterdam)...
IWO Meeting 16 November 2022 - ASBMR young talent: Silvia Storoni (Amsterdam)...IWO Meeting 16 November 2022 - ASBMR young talent: Silvia Storoni (Amsterdam)...
IWO Meeting 16 November 2022 - ASBMR young talent: Silvia Storoni (Amsterdam)...
 
16 November 2022 - Valevents en FLS
16 November 2022 - Valevents en FLS16 November 2022 - Valevents en FLS
16 November 2022 - Valevents en FLS
 
IWO Meeting 17 November 2021 - Prof. Dr. Joop van den Bergh
IWO Meeting 17 November 2021 - Prof. Dr. Joop van den BerghIWO Meeting 17 November 2021 - Prof. Dr. Joop van den Bergh
IWO Meeting 17 November 2021 - Prof. Dr. Joop van den Bergh
 
IWO Meeting 17 November 2021 - Prof. Dr. Willem F Lems
IWO Meeting 17 November 2021 - Prof. Dr. Willem F LemsIWO Meeting 17 November 2021 - Prof. Dr. Willem F Lems
IWO Meeting 17 November 2021 - Prof. Dr. Willem F Lems
 
IWO Meeting 17 November 2021 - Luc Maartens
IWO Meeting 17 November 2021 - Luc MaartensIWO Meeting 17 November 2021 - Luc Maartens
IWO Meeting 17 November 2021 - Luc Maartens
 
IWO Meeting 17 November 2021 - Marsha van Oostwaard
IWO Meeting 17 November 2021 - Marsha van OostwaardIWO Meeting 17 November 2021 - Marsha van Oostwaard
IWO Meeting 17 November 2021 - Marsha van Oostwaard
 
IWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Dr. Joop van den Bergh
IWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Dr. Joop van den BerghIWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Dr. Joop van den Bergh
IWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Dr. Joop van den Bergh
 
IWO Meeting 13 april 2022 - Dr. Hanna Willems
IWO Meeting 13 april 2022 - Dr. Hanna WillemsIWO Meeting 13 april 2022 - Dr. Hanna Willems
IWO Meeting 13 april 2022 - Dr. Hanna Willems
 
IWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Dr. Piet Geusens
IWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Dr. Piet GeusensIWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Dr. Piet Geusens
IWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Dr. Piet Geusens
 
IWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Kassim Javaid
IWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Kassim JavaidIWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Kassim Javaid
IWO Meeting 13 april 2022 - Prof. Kassim Javaid
 
IWO bijeenkomst - 14 april - Prof. Dr. M.C. Zillikens
IWO bijeenkomst - 14 april - Prof. Dr. M.C. ZillikensIWO bijeenkomst - 14 april - Prof. Dr. M.C. Zillikens
IWO bijeenkomst - 14 april - Prof. Dr. M.C. Zillikens
 

IWO bijeenkomst - 13 november - Dr. M.H. Emmelot

  • 2. (potentiële) belangenverstrengeling Zie hieronder Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Bedrijfsnamen • Sponsoring of onderzoeksgeld • Honorarium of andere (financiële) vergoeding • Aandeelhouder • Andere relatie, namelijk … • Adviesraden en geven presentaties (Amgen, Lilly, UCB) Disclosure belangen spreker
  • 3. ASBMR 2019 • Minder deelnemers elk jaar • 1126 abstracts en 119 late abstracts • 158 abstracts geselecteerd voor orale presentaties
  • 4. Onderwerpen: • Calcium, vitamine D en voeding • Behandeling na denosumab • Uitkomsten
  • 5. Onderwerpen: • Calcium, vitamine D en voeding • Behandeling na denosumab • Uitkomsten
  • 6. VITAL study • Vraagstelling: Wat is het effect van vitamine D suppletie in de algemene middelbare- oudere bevolking op: – Primaire eindpunten: kanker en HVZ (NEJM 2019) – Secundiare eindpunten: BMD (#1046) en vallen (#1057) • Methode: – 25.871 gezonde mannen (≥50) en vrouwen (≥55) uit de VS zonder voorgeschiedenis van kanker of HVZ (mean age 67 jaar, 67% vrouwen, mean vitamine D 77 nmol/l) – RCT: • vitamine D3 (cholecalciferol, 2000 IE/d) of placebo • omega-3 fatty acids (fish oil, 1g/d) of placebo – Mean follow up: 5.3 jaar
  • 7. VITAL study – kanker en HVZ Manson JE et al. N Engl J Med. 2019 Jan 3;380(1):33-44 Cumulative Incidence Rates of Invasive Cancer of Any Type and Major Cardiovascular Events, According to Year of Follow-up, in the Vitamin D Group and Placebo Group.
  • 8. VITamin D and OmegA-3 TriaL (VITAL): Effects of Vitamin D on Bone Density, Turnover and Structure - #1046 LeBoff et al. • Subcohort: 771 deelnemers, geen gebruik van botactieve medicatie • DEXA en HR pQCT op baseline en na 2 jaar • Resultaten: – Geen verschil in BMD na 2 jaar – Geen verschil in HR pQCT parameters na 2 jaar – Subanalyse: in de groep met een vrije vitamine D spiegel onder de mean was er een klein effect op de BMD.
  • 9. Effects of Vitamin D on the Risk of Falls in the VITamin D and OmegA-3 TriaL (VITAL) - #1057 LeBoff et al. • Jaarlijkse follow up middels vragenlijst waarin valincidenten en risicofactoren voor vallen werden meegenomen • 33% van de deelnemers was in het jaar daarvoor gevallen • Uitkomsten: – Geen verschil in valincidenten tijdens follow up (jaarlijks 9%) – Geen verschil in ernstige valincidenten of valincidenten met letsel – Subanalyses: geen verschil bij stratificatie op baseline vitamine D, leeftijd, geslacht, valincidenten op baseline • Conclusie: Vitamine D suppletie is in een gezonde groep deelnemers van middelbare/oudere leeftijd niet zinvol
  • 10. Effect of Dietary Protein Intake on Bone Mineral Density and FractureIncidence in Older Adults in the Health, Aging, and Body Composition - #1058 Weaver et al. • Vraagstelling: Geeft een lage intake van eiwitten een hoger risico op een lagere BMD of fracturen? • Methode: – Subanalyse: 2160 ouderen tussen de 70-79 jaar met een goede mobiliteit en met voedselvragenlijst (108 items) en BMD – Protein tertiles: 12.9, 12.9-15.2, > 15.2 (1.1 g/kg/lichaamsgewicht/dag) – Op baseline: bovenste tertiel had een betere BMD van de heup (3%) en de LWK (5%) dan de middelste en lage tertiel – Follow up: 5 jaar • Resultaten: – Na 5 jaar geen verschil in verandering in BMD – Trend tot minder klinische wervelfracturen (HR 0.44, NS) • Conclusie: Het is onduidelijk of eiwitintake een effect heeft op BMD/fracturen
  • 11. A Randomized Clinical Trial on the Effect of Dietary Calcium Intake as Compared to Calcium Supplement on Vascular Health in Postmenopausal Women - #1075 Morin et al. • Vraagstelling: Is er een verschil tussen de intake van calcium middels voeding versus calciumsupplementen op het risico op vaatlijden? • Methode: – Gezonde postmenopauzale vrouwen > 50 jaar die niet roken en geen botactieve medicatie gebruiken (n=121) – RCT 3 groepen: • 1200 mg calciumintake via voeding en 400 IE vitamine D • 750 mg calciumsupplementen en 450 mg calcium via voeding en 800 IE vitamine D • Usual care en 400 IE vitamine D – Follow up: 12 maanden – Eindpunten: • Pulse Wave Velocity (PWV) • Carotis intima-media dikte (cIMT)
  • 12. • Resultaten: – Geen verschil in cardiovasculaire events • Conclusie: Er is geen verschil in vasculaire gezondheid tussen de 3 groepen. A Randomized Clinical Trial on the Effect of Dietary Calcium Intake as Compared to Calcium Supplement on Vascular Health in Postmenopausal Women - #1075 Morin et al.
  • 13. Effects of Supplementation with Vitamin D3 400, 4.000 or 10.000 IU Daily for Three Years on Vascular Calcification in The Calgary Vitamin D Study: Secondary Analysis of a Randomized Controlled Trial - #1076 Billington et al. • Vraagstelling: Heeft vitamine D een (dosis-afhankelijk) effect op het ontstaan en de ontwikkeling van vasculaire calcificaties? • Methode: – 302 gezonde mannen en vrouwen 55-70 jaar – 3 groepen: • 400 EH vitamine D/dag • 4000 EH vitamine D/dag • 10.000 EH vitamine D/dag -> laatste 18 mnd lagere dosering – Uitkomsten: arteriele calcificatie van de a. tibialis gemeten middels HR-pQCT (prevalentie op baseline en incidentie/progressie tijdens follow up) – Follow up: 3 jaar
  • 14. • Resultaten: – Baseline: • 28% van de deelnemers had calcificaties (meer mannen, meer risicofactoren HVZ, geen verschil in intake calcium/vitamine D) – Follow up: • Geen nieuwe deelnemers met calcificaties • Aantal calcificaties in deelnemers met calcificaties op baseline nam in alle drie de groepen gelijk toe. • Conclusie: Er is geen effect van vitamine D op calcificaties Effects of Supplementation with Vitamin D3 400, 4.000 or 10.000 IU Daily for Three Years on Vascular Calcification in The Calgary Vitamin D Study: Secondary Analysis of a Randomized Controlled Trial - #1076 Billington et al.
  • 15. Long-term effects of calcium supplementation on abdominal aortic calcification in older women: analysis of a 5-year double-blind randomized controlled trial - #LB-168 • Vraagstelling: Beinvloeden calciumsupplementen de toename van calcificaties van de aorta abdominalis? • Methode: – RCT: vrouwen 70+ en geen botactieve medicatie – 2 groepen: • 1200 mg calcium/dag • Placebo – Primaire eindpunt: fracturen – Subanalyse: 904 vrouwen met beeldvorming van de aorta op baseline en na follow up – Follow up: 5 jaar
  • 16. Long-term effects of calcium supplementation on abdominal aortic calcification in older women: analysis of a 5-year double- blind randomized controlled trial - #LB-168 Lewis et al. • Resultaten: – Primaire eindpunt: • Geen effect op klinische fracturen in hele groep • Wel minder fracturen bij vrouwen die compliant waren (inname >80% medicatie) – Calcificaties aorta abdominalis: • 33% had progresssie van calcificaties van de aorta abdominalis • Geen verschil tussen beide groepen • Conclusie: Calcium suppletie heeft geen effect op de progressie van calcificaties van de aorta abdominalis
  • 17. Onderwerpen: • Calcium, vitamine D en voeding • Behandeling na denosumab • Uitkomsten
  • 18. Subject Characteristics and Changes in Bone Mineral Density After Transitioning From Denosumab to Alendronate in the Denosumab Adherence Preference Satisfaction (DAPS) Study - #1047 Kendler et al. • Vraagstelling: Kan Alendronaat (ALN) na Denosumab (Dmab) de BMD stabiliseren? • Methode: – DAPS is een 24-maanden, open-label, randomized, cross-over study in treatment-naieve postmenopausale vrouwen met een T-score ≤ -2.0 tot ≥-4.0 ter hoogte van de LWK (LWK), total hip (TH), or femoral neck (FN) – Behandeling voor deze studie: 12 maanden of DMAb (60 mg 1 keer per 6 maanden SC) gevolgd door ALN (70 mg 1 keer per week PO) – Eindpunt: BMD op baseline en na 12 en 24 maanden – Effectiviteit behandeling: • Verlies BMD: >3% verlies van de BMD • Stabiele BMD: alles tussen de 3% verlies en 3% toename van de BMD • Verbetering BMD: >3% toename van de BMD
  • 19. Subject Characteristics and Changes in Bone Mineral Density After Transitioning From Denosumab to Alendronate in the Denosumab Adherence Preference Satisfaction (DAPS) Study - #1047 Kendler et al. • Resultaten: – Baseline: 126 vrouwen, mean age 65 jaar, mean BMD T-scores of -2.0, -1.6 en -2.0 van de LWK, TH en FN respectievelijk – Na 1 jaar gingen er 115 van de 126 vrouwen door met ALN (91%) – BMD: • Baseline - 1 jaar: BMD toegenomen met 5.6%, 3.2% en 3.1% van de LWK, TH en FN • FN 1 jaar – 2 jaar: BMD verandert met 0.6%, 0.4% en -0.1% van de LWK, TH en FN – Effectiviteit behandeling jaar 1 – jaar 2: • De meeste deelnemers hadden een stabiele of betere BMD • 15.9%, 7.6%, en 21.7% hadden een slechtere BMD van de LWK, TH, en FN – Een sterkere toename van de BMD in het eerste jaar van de studie ging gepaard met een groter verlies van de BMD in het tweede jaar van de studie – Geen klinische fracturen tijdens de follow up • Conclusie: Alendronaat na Denosumab is in staat om de BMD stabiel te houden voor het overgrote deel van de deelnemers
  • 20. Zoledronic Acid Maintains Bone Mineral Density after Denosumab Administration (DATA-HD Extension) - #1048 Tsai et al. • Vraagstelling: Kan Zolendronaat (ZOL) na Denosumab (Dmab) de BMD stabiliseren? • Methode: – Postmenopausale vrouwen, 52-82 jaar, met een hoog fractuur risico – Behandeling: • Gedurende 9 maanden 20-mcg (SD) of 40-mcg (HD) teriparatide (TPTD)/dag. • Dmab (60-mg SC) werd toegediend na de eerste 3 maanden TPTD en dan opnieuw na 9 maanden (na staken TPTD). • Alle deelnemers die de 15 maanden behandeling volbrachten werden uitgenodigd om deel te nemen aan de extensie-studie waarbij ze eenmalig 5 mg ZOL i.v. ontvingen op maand 15 (5-7 maanden na de vorige Dmab injctie) (n=53).
  • 21. Zoledronic Acid Maintains Bone Mineral Density after Denosumab Administration (DATA-HD Extension) - #1048 Tsai et al. • Resultaten: • NB er was een groter verlies van de BMD van de heup bij de deelnemers die de ZOL vroeger ontvingen • Conclusie: Een eenmalige dosering ZOL na Dmab is in staat om de BMD stabiel te houden.
  • 22. Treatment with zoledronic acid subsequent to treatment with denosumab - #LB-1169 Solling et al. • Vraagstelling: Kan Zolendronaat (ZOL) na Denosumab (Dmab) de BMD stabiliseren en is de timing van de ZOL van belang? • Methode: – 2 jaar gerandomiseerde, open-label, interventie studie – Inclusie: patienten met osteopenie na Dmab behandeling (gemiddeld na 4.6 jr) – Behandeling: • ZOL 5 mg i.v. 6 maanden na de laatste Dmab injectie (n=20) • ZOL 5 mg i.v. 9 maanden na de laatste Dmab injectie (n=20) (of eerder als de botturnover toeneemt) • ZOL 5 mg i.v. indien de botturnover toeneemt (s-CTX toename > 1.26 ug/l (50% boven de range voor postmenopausale vrouwen en oudere mannen of een fractuur) of anders na 6 maanden (n=20) – 3 maanden na toediening van ZOL werd de DEXA herhaald. Indien de BMD meer dan 5% was afgenomen werd opnieuw ZOL toegediend. – DEXA en s-CTX werden na 6, 12 3n 24 maanden na behandeling herhaald. Indien BMD meer dan 5% afname of de botturnover nam dat, dan werd ZOL toediening herhaald.
  • 23. Treatment with zoledronic acid subsequent to treatment with denosumab - #LB-1169 Solling et al. • Resultaten: 12 maanden data (studie is nog lopend) – In de botturnover groep 1,2,6,1 en 0 patienten voldeden aan de CTX of BMD criteria 1,2,3,4 en 5 maanden na baseline. De overige 10 patienten werden na 6 maanden behandeld. – In de 9-maanden groep voldeden 2 patienten aan de CTX-criteria op maand 2. – 19 patienten (32%) voldeden aan de criteria voor re-behandeling tijdens follow up – Na 12 maanden: • 6M: BMD LWK -4.8 +/- 0.7% en total hip -2.6 +/- 0.5% (SS) • 9M; BMD LWK -4.2 +/- 1.1% en total hip -3.3 +/- 0.8% (SS) • BT: BMD LWK -4.9 +/- 1.4% en total hip -3.8 +/- 0.9% (SS) – Mean CTX zat in postmenopausale reference range in alle groepen • Conclusie: Eenmalig ZOL 5 mg i.v. na Dmab kan geen verlies van BMD voorkomen
  • 24. Zoledronate for the Prevention of Bone Loss in Women Discontinuing Denosumab Treatment. A Prospective 2-Year Clinical Trial. • Vraagstelling: Kan Zolendronaat (ZOL) na Denosumab (Dmab) de BMD stabiliseren? • Methode: – Inclusie: postmenopausale vrouwen met osteopenie na behandeling met Dmab (mean duur 2.2 jaar) – Behandeling: • Eenmalig ZOL 5 mg i.v. • Dmab 60 mg/half jaar s.c. – Follow up: 2 jaar Anastasilakis AD et al. J Bone Miner Res. 2019 Aug 21
  • 25. Zoledronate for the Prevention of Bone Loss in Women Discontinuing Denosumab Treatment. A Prospective 2-Year Clinical Trial. • Resultaten: • Botmarkers: – ZOL: in 1e jaar kleine maar significante toename botturnover, in 2e jaar stabilisatie – Dmab: in 1e jaar geen verandering, in 2e jaar significante stijging botturnover tot 15 mnd die daarna hoog bleef – Botturnovermarkers waren niet geassocieerd met BMD veanderingen • Fracturen: – ZOL: 1 klinische vertebrale fracuut binnen 12 maanden na infusie – Dmab: 2 patienten met multipele klinische wervelfracturen, 1 patient met morfologische wervelfractuur. • Conclusie: Eenmalig ZOL na Dmab kan botverlies grotendeels voorkomen ZOL (open circles) Dmab (closed circles)
  • 26. Onderwerpen: • Calcium, vitamine D en voeding • Behandeling na denosumab • Uitkomsten
  • 27. Extensive Modeling-Based Bone Formation After 2 Months of Romosozumab Treatment: Results From the FRAME Clinical Trial - #1049 Eriksen et al. • Vraagstelling: Romosozumab (Romo) stimuleert botformatie en remt botresorptie. De hoogte levels van botformatiemarkers worden in de eerste 2 maanden na start gevonden. Studies bij apen laten zien dat de meeste botformatie bij Romo modeling based is. Wat is het effect van Romo op (re)modeling based bone formation (MBBF/RBBF) op het oppervlak van trabeculair, endocorticaal en periosteaal bot. • Methode: – Frame studie: postmenopausale vrouwen van 55 jaar en ouder met osteoporose – 2 groepen: 210 mg Romo of placebo gedurende 12 maanden, gevolgd door denosumab voor 12 maanden – Substudie bij patienten met beschikbare transiliacale botbiopten na 2 maanden: MBBF en RBBF
  • 28. Extensive Modeling-Based Bone Formation After 2 Months of Romosozumab Treatment: Results From the FRAME Clinical Trial - #1049 Eriksen et al. • Resultaten: – MBBF was toegenomen op het oppervlak van endocorticaal en trabeulaire bot, maar niet op het oppervlak van periosteaal bot. – Er was geen toegenomen RBBF meetbaar op het oppervlak – De verhouding MBBF/RBBF was 33%/66% in de placebo groep versus 66%/33% in de Romo groep • Conclusie: Deze data laten zien dat de stimulatie van botformatie in de eerste 2 maanden na start Romo vooral het gevolg is van een toegenomen MBBF op het endocorticale en trabeculaire oppervlak
  • 29. Efficacy and Safety of Romosozumab vs Placebo Among Patients With Mild to Moderate Chronic Kidney Disease (CKD) - #1085 Miller et al. • Vraagstelling: Deze post hoc analyse van de FRAME studie bestudeert de effectiviteit en veiligheid van romosozumab (Romo) versus placebo (Pbo) bij patienten met verschillende nierfuncties • Methode: – FRAME studie: 7180 postmenopausale vrouwen met osteoporose – 2 groepen: 210 mg Romo/maand s.c. of placebo gedurende 12 maanden – Nierfunctie verdeeld in 3 groepen: • Goede nierfuncite: (eGFR > 90) • Milde nierinsufficiente (eGFR 60-89) • Matige nierinsufficientie (eGFR 30-59) • Ernstige nierinsufficiente (eGFR 15-29) – Eindpunten: • Verandering BMD LWK, TH en FN • Incidentie nieuwe vertebrale fracturen • Bijwerkingen • Achteruitgang nierfunctie
  • 30. Efficacy and Safety of Romosozumab vs Placebo Among Patients With Mild to Moderate Chronic Kidney Disease (CKD) - #1085 Miller et al. • Resultaten: • Conclusie: Romo verbetert de BMD in alle subgroepen van nierfuncties meer dan placebo. Ook de reductie van wervelfracturen wordt niet door de nierfuctie beinvloed. Romo is ook veilig en effectief bij een slechtere nierfunctie
  • 31. Sclerostin expression is down-regulated in advanced atherosclerotic plaques and is not associated with coronary artery disease or peripheral artery disease prior to, or major cardiovascular events in the 3-year period following, surgical endarterectomy - #1086 Holdsworth et al. • Vraagstelling: Romosozumab (een sclerostin-antilichaam) laat in de ARCH studie een verhoogd risico op cardiovasculaire ziekten zien. Sclerostin is een product van de SOST gene en deze is o.a. gelokaliseerd in de aorta. Het is onbekend of de SOST gene ook betrokken is bij atherosclerotische (AS) plaques. • Methode: – Immunohistologisch onderzoek bij 94 AS plaques van de carotis en 50 van de femoralis verkregen bij chirurgische endarteriectomie bij vrouwelijke patienten (mean age 69.6 jaar) – Follow up: 3 jaar voor major cardiovascular events (MACE : CVA/MI/CV- sterfte) en cornaire en perifere vaatziekten
  • 32. Sclerostin expression is down-regulated in advanced atherosclerotic plaques and is not associated with coronary artery disease or peripheral artery disease prior to, or major cardiovascular events in the 3-year period following, surgical endarterectomy - #1086 Holdsworth et al. • Resultaten: – Baseline: • Sclerostin was afwezig in de meeste plaques (67%) • Er was geen relatie tussen leeftijd en sclerostine expressie • De aanwezigheid van sclerostin was niet geassocieerd met plaque fat content, intraplaque hemorrhage, smooth muscle cell content or collageen content • De afwezigheid van sclerostin was geassocieerd met calcificaties of een gevorderde plaque • Sclerostin aanwezigheid was beperkt tot de diepere lagen van de plaque/vaatwand – Follow up: MACE (en coronaire en perifiere vaatziekten) waren niet geassocieerd met de aanwezigheid van sclerostin • Conclusie: Sclerosin wordt niet gevonden in gebieden die van belang zijn voor plaque stabiliteit en is niet geassocieerd met de presentatie van de plaque. Ook was er geen associatie tussen sclerostin expressie en MACE gedurende 3 jaar follow up
  • 33. Predicting Fracture Risk During a Bisphosphonate Holiday in the FIT Long-term Extension (FLEX) Study: Comparison of a Custom Risk Tool vs FRAX - #1089 Black et al. • Vraagstelling: Kun je het risico op een fractuur na het stoppen met Alendronaat (ALN) voorspellen? -> de ontwikkeling van de FLEX risico tool • Methode: – FLEX is een gerandomiseerde trial voor een alendronate (ALN) drug holiday van 5 jaar na 5 jaar ALN gebruik in the FIT trial – Tool is ontwikkeld op 408 patienten uit de FLEX studie die stopten – Eindpunt: 1. klinische wervelfracturen, 2. niet-wervelfracturen en heupfracturen – Onderzochte potentiele risicofactoren: leeftijd, BMD, botturnover markers (BTM), fracturen (voor, tijdens en na de 5-jaar durende behandeling met ALN ) – Geobserveerde fracturen werden vergeleken met het voorspelde risico (in quartielen) – Het risicomodel wordt vergeleken met het FRAX 10 jaars risico op MOF afgenomen op baseline
  • 34. Predicting Fracture Risk During a Bisphosphonate Holiday in the FIT Long-term Extension (FLEX) Study: Comparison of a Custom Risk Tool vs FRAX - #1089 Black et al. • Resultaten: – Significante predictors waren BMD, leeftijd en vertebrale fracturen op baseline -> model – Geen significante predictors waren BTMs, BMD verandering en nieuwe fracturen – The FRAX MOF risico was even effectief of zelfs superior aan de FLEX risicoscore voor het voorspellen van fracturen. • Conclusie: Na 5 jaar behandeling met ALN hebben individuen met een FRAX 10 jaar MOF risico van 23% of meer voordeel bij nog 5 jaar behandeling met ALN. Quartielen van de FLEX tool waren significant voorspellend voor het optreden van fracturen
  • 35. Compared with Daily Teriparatide, Cycles of Teriparatide and Raloxifene Favorably Influence Hip BMD and Cortical Thickness While Comparably Increasing Spine BMD - #LB-1167 Goel et al. • Vraagstelling: Kan initiele stimulatie van de botformatie gevolgd door milde botresorptie, cyclisch herhaald, de botformatie stimuleren zonder dat de botresorptie toeneemt? • Methode: – 6 maanden open pilot studie bij 26 postmenopausale vrouwen – 2 groepen: • Teriparatide (TPD) 20 microgram/dag • Afwisselend teriparatide (TPD) 20 microgram/dag 1 maand en raloxifen (RLX) 60 mg/dag 1 maand – Eindpunten: BMD, trabeculare bone score (TBS) en heupparameters middels QCT • Resultaten: – BMD LWK nam in beide groepen toe. Geen verschil tussen beide groepen – TBS bleef in beide groepen gelijk. Geen verschil tussen beide groepen. – De cyclische groep had een gunstiger effect op de BMD total hip en corticale dikte. • Conclusie: Cycli of teriparatide afgewisseld met raloxifen had een beter effect op BMD total hip en corticale dikte dan teriparatide alleen.
  • 36. Cholinesterase Inhibitor use is Associated with Lower Fracture Risk in Men with Dementia - #1074 Obunwale et al. • Vraagstelling: Wat is de associatie tussen het gebruik van choline-estaraseremmers en het optreden van fracturen? • Methode: – Groot nationaal cohort van ruim 360.000 mannen (veteranen, leeftijd 65-99 jaar) met dementie maar zonder fractuur tussen 2000-2010 – Correctie voor veel confounders, oa comorbiditeit en medicatie die gepaard gaat met een verhoogd risico op vallen/fracturen • Resultaten: – 20.1% kreeg een fractuur (na gemiddeld 4.6 jaar) – 42.3% gebruikte een choline-esteraseremmer tijdens de studieperiode – HR voor een fractuur na correctie voor confouders: 0.81; 95% CI, 0.75-0.88 – HR na correctie voor tevens competing mortality risk: 0.82; 95% CI, 0.76-0.89 • Conclusie: Het gebruik van choline-esteraseremmers is geassocieerd met een verlaagd risico op fracturen
  • 37. Take home messages • Vitamine D suppletie is bij gezonde mensen van middelbare/oudere leeftijd niet zinvol • Calcium en vitamine D hebben niet een duidelijk effect op de vasculaire gezondheid • Het blijft onduidelijk wat de beste behandeling is na het stoppen met denosumab. De meeste studies laten zien dat nabehandeling zinvol is. • Romosozumab geeft een ontkoppeling van botresorptie en botformatie en is ook veilig bij een verminderde nierfunctie. • De FRAX op baseline kan voorspellen bij wie je na 5 jaar veilig met alendroninezuur kan stoppen en bij wie niet (afkappunt 23% of meer) • Sclerostin is niet aanwezig in atherosclerotische plaques