2. Transparantiekalender Zorginstituut Nederland
• Zorgaanbieders zijn volgens de Zorgverzekeringswet verplicht om
gegevens over de kwaliteit van de geleverde zorg aan te leveren aan
het Zorginstituut Nederland.
• Het zorginstituut heeft de wettelijke taak om informatie te publiceren
over de geleverde kwaliteit van zorg.
• Sinds 1 april 2014 worden de verplichte kwaliteitsindicatoren die
zorgaanbieders moeten aanleveren opgenomen in het Register van
Zorginstituut Nederland.
• Welke informatie moet worden aangeleverd staat op de
Transparantiekalender: http://www.zorginzicht.nl/
3. Inhaalslag
• Federatie van Medisch Specialisten (FMS)
• Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ)
• Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU)
• Patiëntenfederatie (NPCF)
• Zorgverzekeraars Nederland (ZN)
• Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN)
• Zorginstituut Nederland
hebben op basis van ervaringen van de afgelopen jaren met elkaar vastgesteld
dat er een inhaalslag gemaakt moest worden om indicatorensets vóór
aanvang van een verslagjaar bekend te maken
6. Verslagjaar 2018 - concept
• Samengesteld door:
• Federatie Medisch Specialisten
• Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra
• Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
• Patiëntenfederatie Nederland
• Nederlandse Internisten Vereniging
• Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
• Nederlandse Vereniging voor Reumatologie
• Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie
• Nederlandse Orthopaedische Vereniging
• Osteoporose Vereniging
• Zelfstandige Klinieken Nederland
• Zorgverzekeraars Nederland
7. Veranderingen /uitgangspunten
• Alle patiënten met een fractuur > 50 jaar (geen bovengrens leeftijd)
• Terugbrengen van aantal uit te vragen
• Indicatoren naar 3
• Klantpreferenties naar 3
• Schrappen aangezichtsbeenderen/kaak/schedelfracturen
• (DBC code 201,202/3001,3002)
• De populatie wordt uiteindelijk bepaald door de in het verslagjaar geopende
zorgproducten/DBC’s
• Deze indicatorenset is opgenomen in het register van Zorginstituut
Nederland waarmee het aanleveren van deze kwaliteitsgegevens in 2019 over
verslagjaar 2018 wettelijk verplicht is.
8. Zorginhoudelijke indicatoren
A. Percentage patiënten van 50 jaar en ouder met een recente fractuur
waarbij een jaar voorafgaand aan de fractuur tot zes maanden
daarna een DEXA meting is verricht
B. Percentage patiënten van 50 jaar en ouder met een recente fractuur
waarbij een jaar voorafgaand aan de fractuur tot zes maanden
daarna laboratoriumonderzoek is verricht
C. Percentage patiënten van 50 jaar en ouder met een recente fractuur,
waarbij een jaar voorafgaand aan de fractuur tot zes maanden
daarna een VFA-meting van de wervelkolom met behulp van DEXA
en/of röntgenfoto van de wervelkolom ter vaststelling van
wervelfracturen is uitgevoerd
9. Zorginhoudelijke indicatoren
Percentage patiënten van 50 jaar en ouder met een recente fractuur
waarbij een jaar voorafgaand aan de fractuur tot zes maanden daarna
laboratoriumonderzoek is verricht:
• Calcium
• Albumine
• TSH
• Creatinine
• Bezinking
• Testosteron (alleen bij mannen < 70 jaar)
10. Klantpreferenties osteoporose
• De klantpreferentievragen zijn opgesteld door de Patiëntenfederatie
Nederland, in samenwerking met de Osteoporose Vereniging
11. Klantpreferenties -> zorgverleners
• Hoeveel fte centrale zorgverlener als coördinator zorg (pysician assistent,
verpleegkundig specialist, verpleegkundige met aandachtsgebied osteoporose),
met een aanvullende scholing osteoporose is er in uw ziekenhuis inzetbaar?
• 0-0,5
• 0,5-1
• 1-1,5
• 1,5-2
• 2 of meer
• Is er binnen uw poli standaard binnen 90 dagen een vervolgconsult, bijvoorbeeld
door een osteoporoseverpleegkundige of arts, waarbij specifieke aandacht wordt
besteed aan niet-medicamenteuze zaken, met bijzondere aandacht voor leefstijl,
voeding en beweging?
• Ja, telefonisch
• Ja, op de poli
• Nee
12. Klantpreferenties -> informatievoorziening
• Over welke onderwerpen wordt informatie op papier of digitaal
standaard meegegeven aan de patiënt met osteoporose?
• Aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk:
• Osteoporose en angst en risico’s bij lichamelijke contacten en seksualiteit
• Valpreventie
• Het belang van medicatietrouw bij osteoporose
• Informatie over belastbaarheid en werk
• Tandheelkundige verzorging bij medicatiegebruik
• Osteoporose en erfelijkheid
13. Klantpreferenties -> fractuurpreventie
• Wordt er op uw polikliniek systematisch aandacht besteed aan
valrisicofactoren en valpreventieve maatregelen (zoals spierkracht- en
balanstraining) bij patiënten van 50 jaar en ouder na een fractuur?
• Aanvinken, één antwoord mogelijk:
• Ja
• Nee
14. Conclusie
Er zijn de afgelopen jaar een aantal veranderingen in de osteoporose
indicatoren ingevoerd om de kwaliteit en het gebruiksgemak van de
indicatoren te verbeteren, namelijk:
• Er is een inhaalslag gemaakt, waardoor de indicatoren al voor het
verslagjaar bekend zijn
• Het aantal indicatoren is fors beperkt