A case study exploring citizen participation and citizen engagement in Tarwewijk, a so called 'priority neighborhood' located in the city of Rotterdam (the Netherlands).
Combinations of difficult issues present themselves in this neighborhood like high unemployment, impoverishment, poverty, school dropout, integration and crime. Despite sustained attention and significant investments, the local and national administration have not been able to gain sufficient control of these intractable issues in ‘priority neighborhoods’. How about personal responsibility and active citizen participation? Can Tarwewijk become an example of a resilient neighborhood? This case study provides lessons and insights.
This case study is part of New Synthesis Project. An international partnership of institutions and individuals who are dedicated to advancing the study and practices of public administration.
Development of a cluster of villages that preserve and nurture the essence of rural community life with focus on equity and inclusiveness without compromising with the facilities perceived to be essentially urban in nature, thus creating a cluster of "Rurban villages".
Development of a cluster of villages that preserve and nurture the essence of rural community life with focus on equity and inclusiveness without compromising with the facilities perceived to be essentially urban in nature, thus creating a cluster of "Rurban villages".
This presentation was given by COE Pune for "Samavesh" - XVl Annual NOSPlan Convention. The Theme of Presentation - "Accessibility in Peri-urban area".
PROPOSAL STRATEGI MENANG PILKADA 2015 DENGAN PETA SUARA Polmantic
Software peta suara untuk pilkada 2015, sebagai strategi pemenangan pilkada dengan manajemen kinerja tim sukses dan pengolahan data pemilih.
Meminimalisir kecurangan tim dilapangan dalam memberikan data invalid. Memastikan bahwa kemenangan harus terukur.
Trivandrum Capital Region Knowledge IndustriesAjay Prasad
The presentation discusses the future developments of the Knowledge Sector in the Trivandrum Capital Region and the resulting demand for social amenities in the region till 2020.
Land Acquisition is one of the most important activities when we have to start a Project, but we don't yet have an Act satisfying all sections of Society and implementable without affecting the viability of the Project
Significance of land development controlABHI PATEL
THIS PRESENTATION IS ABOUT SIGNIFICANCE OF LAND DEVELOPMENT CONTROL IN URBAN PLANNING AS A LEGAL TOOLS AND ITS OBJECTIVES.
GDCR IS THE MAIN TOOL FOR LAND DEVELOPMENT CONTROL. IMPORTANT PARAMETERS OF GDCR FOR LAND DEVELOPMENT CONTROL IS DESCRIBED IN THE PRESENTATION.
Planning and development options for Peri-urban areasJIT KUMAR GUPTA
Paper is an attempt to identify the role and importance of per-urban areas in rationalizing the development of urban settlements taking example of Chandigarh Capital city
Town planning of chittaranjan township AlkaPrakash4
about the chittaranjan railway township. very beautiful township it is. well planned and well maintained. in west bengal chittaranjan was awarded for pollution free township.
Poverty remans the greatest curse on humanity . Getting out of poverty would require empowering human beings through skilling and education, providing opportunities to explore options for employment, making available resources and holding hand for alleviating poverty. Presentation focus on how to leverage urban planning in empowering urbanites to overcome poverty.
Wanneer werkt participatie? Een ontwikkelmodel voor inspraak en interactieBart Litjens
Interactie met de samenleving scoort hoog bij gemeenten. Het bestuur wil inspraak, interactieve
beleidsvorming, overleg, samenwerking en zelfs ‘de stad teruggeven aan de burger’. De burger moet
kunnen bijdragen aan beslissingen die hem direct of indirect aangaan, vinden gemeenten. Toch
blijft de praktijk van participatie weerbarstig.
Gemeenten worstelen met de vraag hoe je de inbreng van burgers mee laat tellen bij beleid. ‘Draagvlak voor beleid’ klinkt vaak goed als doelstelling. Maar het blijft nogal een eenzijdige wens; niet de
bijdrage van de burger staat voorop, maar het beleid van de gemeente. De overheid kijkt toch vaak
over de burgers heen in plaats van recht in hun ogen.
Gemeenten willen participatie van de burger. Ze weten wel dat zichtbaar en open lokaal bestuur niet
gemaakt wordt met af en toe een meedenkavond. Participatie werkt pas vanuit een duurzame relatie. Het gaat over wederzijds vertrouwen. Maar hoe creëer je dat? Hoe schep je ruimte voor initiatief
en verantwoordelijkheden van burgers? Hoe betrek je burgers, bedrijven en instellingen constructief
en steeds weer bij beleidskeuzes? En waarom geven inspraakprocedures zo weinig energie en leiden
ze maar zelden tot nieuwe inzichten?
Kortom, wanneer werkt participatie?
Eindrapport inzet-krijgsmacht-in-openbare-orde-handhaving -14 december 2009Bart Litjens
Onderzoek naar de kwantiteit en kwaliteiten die Defensie zou moeten inzetten om de politie en de Koninklijke Marechaussee te ondersteunen in geval van grote rellen, een pandemie en een grote overstroming.
This presentation was given by COE Pune for "Samavesh" - XVl Annual NOSPlan Convention. The Theme of Presentation - "Accessibility in Peri-urban area".
PROPOSAL STRATEGI MENANG PILKADA 2015 DENGAN PETA SUARA Polmantic
Software peta suara untuk pilkada 2015, sebagai strategi pemenangan pilkada dengan manajemen kinerja tim sukses dan pengolahan data pemilih.
Meminimalisir kecurangan tim dilapangan dalam memberikan data invalid. Memastikan bahwa kemenangan harus terukur.
Trivandrum Capital Region Knowledge IndustriesAjay Prasad
The presentation discusses the future developments of the Knowledge Sector in the Trivandrum Capital Region and the resulting demand for social amenities in the region till 2020.
Land Acquisition is one of the most important activities when we have to start a Project, but we don't yet have an Act satisfying all sections of Society and implementable without affecting the viability of the Project
Significance of land development controlABHI PATEL
THIS PRESENTATION IS ABOUT SIGNIFICANCE OF LAND DEVELOPMENT CONTROL IN URBAN PLANNING AS A LEGAL TOOLS AND ITS OBJECTIVES.
GDCR IS THE MAIN TOOL FOR LAND DEVELOPMENT CONTROL. IMPORTANT PARAMETERS OF GDCR FOR LAND DEVELOPMENT CONTROL IS DESCRIBED IN THE PRESENTATION.
Planning and development options for Peri-urban areasJIT KUMAR GUPTA
Paper is an attempt to identify the role and importance of per-urban areas in rationalizing the development of urban settlements taking example of Chandigarh Capital city
Town planning of chittaranjan township AlkaPrakash4
about the chittaranjan railway township. very beautiful township it is. well planned and well maintained. in west bengal chittaranjan was awarded for pollution free township.
Poverty remans the greatest curse on humanity . Getting out of poverty would require empowering human beings through skilling and education, providing opportunities to explore options for employment, making available resources and holding hand for alleviating poverty. Presentation focus on how to leverage urban planning in empowering urbanites to overcome poverty.
Wanneer werkt participatie? Een ontwikkelmodel voor inspraak en interactieBart Litjens
Interactie met de samenleving scoort hoog bij gemeenten. Het bestuur wil inspraak, interactieve
beleidsvorming, overleg, samenwerking en zelfs ‘de stad teruggeven aan de burger’. De burger moet
kunnen bijdragen aan beslissingen die hem direct of indirect aangaan, vinden gemeenten. Toch
blijft de praktijk van participatie weerbarstig.
Gemeenten worstelen met de vraag hoe je de inbreng van burgers mee laat tellen bij beleid. ‘Draagvlak voor beleid’ klinkt vaak goed als doelstelling. Maar het blijft nogal een eenzijdige wens; niet de
bijdrage van de burger staat voorop, maar het beleid van de gemeente. De overheid kijkt toch vaak
over de burgers heen in plaats van recht in hun ogen.
Gemeenten willen participatie van de burger. Ze weten wel dat zichtbaar en open lokaal bestuur niet
gemaakt wordt met af en toe een meedenkavond. Participatie werkt pas vanuit een duurzame relatie. Het gaat over wederzijds vertrouwen. Maar hoe creëer je dat? Hoe schep je ruimte voor initiatief
en verantwoordelijkheden van burgers? Hoe betrek je burgers, bedrijven en instellingen constructief
en steeds weer bij beleidskeuzes? En waarom geven inspraakprocedures zo weinig energie en leiden
ze maar zelden tot nieuwe inzichten?
Kortom, wanneer werkt participatie?
Eindrapport inzet-krijgsmacht-in-openbare-orde-handhaving -14 december 2009Bart Litjens
Onderzoek naar de kwantiteit en kwaliteiten die Defensie zou moeten inzetten om de politie en de Koninklijke Marechaussee te ondersteunen in geval van grote rellen, een pandemie en een grote overstroming.
Participatory Sustainable Design of Cohousing for ElderlyItziar López
Final presentation for the Master Thesis in Sustainable Product Service System Innovation 2013, from the Blekinge Institute of Technology. (To see the full thesis: http://kcy.me/seeq)
Artikel in City Journal: normen voor burgerparticipatieBart Litjens
Burgerparticipatie staat sinds halverwege
de jaren negentig bij vrijwel elke overheid
hoog op de agenda. Dat is niet onlogisch,
gezien de afhankelijkheid van de overheid van burgers, bedrijven en instellingen. Maar de praktijk blijft achter bij de
verwachtingen, want burgerparticipatie
komt maar moeizaam van de grond.
Hoe kan de impasse worden doorbroken?
Een normatief kader voor de ontwikkeling
van een ‘participatieve infrastructuur’ in
gemeenten kan behulpzaam zijn.
Op basis van dit kader werd, na plaatselijk
onderzoek, een diagnose gesteld voor de
gemeenten Leiden en Dordrecht.
Planning for Sustainable Communities: Master Plan Guidance for New Jersey Of...APA-NJ
Since the amendment to the MLUL in 2008 to include the Green Building and Environmental Sustainability Plan element (The Sustainability Plan) in the list of permitted Master Plan elements, towns across New Jersey have been taking sustainability planning more seriously. Especially in the wake of recent extreme weather, the need for short-term resiliency actions and long-term sustainability goals is more pressing than ever.
Therefore, it is with great pleasure that the Sustainability Committee of the NJ Chapter of the American Planning Association announces the release of a sustainability planning guide for planners and municipal officials. The new guide, “Planning for Sustainable Communities: Master Plan Guidance for New Jersey Officials”, deconstructs the traditional master plan and offers new approaches to each of the plan elements with sound local and global examples that any NJ municipality can tailor to their needs.
The Principle of sustainability, local democracy and moralityRahman Khatibi
Traditional narratives of moral philosophy seem to be silent on modern issues such as "our duties to the environment." It seems to many that the right way to go about environmental problems is for the government to legislate and enforce; for the institutions to comply with legislation when they carry out their tasks, and for individuals to hope that everything will be fine. But will it, in the risk society that we live in, where we can demonstrate that adverse effects (outside the range of natural events) are our making and not acts of God? My presentation will look at the pervasive sustainable development industry ( as big as 7% of GDP in England). I will show that in a risk society, individuals need to have a culture of critical thinking and then act as moral agents. In this way, they will be the lubricant in a governance system comprising the government, institutions and individuals. Although I will be reviewing traditional moral theories (but deeming them to be hopeless) I will rely on an evolutionary framework, whereby morality is seen as essential to good governance. The presentation gives a special focus on inclusionsm.
Evaluatie van de wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningenBart Litjens
Evaluation of the Law on municipal antidiscrimination provisions (WGA) for the Netherlands Ministry of the Interior and Kingdom Relations. This law lays down rules concerning provisions that need to be available at the municipal level for handling and recording discrimination complaints. This document is the first evaluation of the effectiveness and impact of this law. This evaluation took place in 2012, two years after the law came into force. The evaluation shows that 98% of the municipalities have made provisions for the implementation of the two legal tasks set in the law: registration and assistance in the immediate environment of citizens. These are deemed approachable and accessible. Almost half of the municipalities indicate that the WGA contributes to increased awareness of discrimination in the local community. Yet more effort is needed to achieve full registration of discrimination.
The Neighborhood Initiative Program: Best Practices for Strategic Demolitiongreaterohio
This presentation provides details on best practices for implementing the Neighborhood Initiative Program guidelines.
Overview of the Neighborhood Initiative Program:
The Ohio Finance Agency (OHFA) received approval from the U.S. Department of the Treasury to utilize up to $60 million of Ohio’s remaining Hardest Hit Funds (HHF) to assist with stabilizing local property values through the demolition of vacant and abandoned homes across Ohio.
The Neighborhood Initiative Program (NIP) is designed to stabilize property values by removing and greening vacant and abandoned properties in targeted areas in an effort to prevent future foreclosures for existing homeowners.
The Neighborhood Initiative Program (NIP) will fund strategically targeted residential demolition in designated areas within the state of Ohio. OHFA will partner with County Land Revitalization Corporations (“land banks”) or an entity that has signed a cooperative agreement with an established county land bank.
- NIP will be available to the 17 Ohio counties that have an established land bank.
- OHFA has issued a Request for Proposals from the state’s county land banks.
- The program commences in early 2014 and will conclude in 2017.
Technical Assistance:
OHFA has contracted GOPC to advise OHFA and applicants on the implementation of the Neighborhood Initiative Program (NIP).
Assistance includes:
1. Consultation with applicants regarding best practices for the selection of neighborhoods and properties for the program
2. Strategic and technical advice to eligible applicants in responding to the RFP for the NIP
Webinar: The COVID crisis in cities: a tale of two lockdownsOECD CFE
Based on the OECD policy note Coronavirus: Cities policy responses, this webinar explores how Champion Mayors are leading the way in responding to the pandemic, protecting vulnerable groups and looking beyond the crisis to put in place recovery efforts post-COVID-19.
Follow the conversation with Zoran Janković, Mayor of Ljubljana (Slovenia), Rosannie Filato, Member of the Executive Committee of Montreal (Canada) and Michiel Grauss, Vice Mayor of Rotterdam (the Netherlands).
Visit our website: www.oecd.org/cfe
Follow us on Twitter: @OECD_local
This presenation is part of my application to IE University for September 2017.
I have chosen Question 4: How do you envision the city of the future?
The format chosen is a SlideShare presentation combining text and photographs. All pictures have been taken by myself with a Canon EOS1200 camera.
This paper is a report on the recent special session of papers presented at the Regional Studies Association (RSA) Annual Conference in Dublin, entitled ‘Beyond Smart & Data-Driven City-Regions: Rethinking Stakeholder-Helixes Strategies’. The session was a collaboration between the Urban Transformations ESRC programme at the University of Oxford and the Future Cities Catapult.
Presentation delivered by Elena Marchigiani, Deputy Mayor for Town Planning, Mobility and Traffic, Housing, Trieste, for URBACT Training for Elected Representatives on Integrated and Sustainable Urban Development.
Seminar 3 (2-4 December 2013, Brussels, Belgium): Sustainability and change. How can cities tackle the challenges of climate change and assess their progress? And how to intervene in complex energy transitions while improving a city's quality of life?
Read more: http://urbact.eu/en/news-and-events/urbact-events/training-for-elected-representatives/
Labour was trounced in the recent general election, worse than many excepted, leading many to think that faces a decade in the wilderness. Will a new leader allow Labour to regain the working class?
Eric Hobsbawm looks at the prospects for Labour in the October 1983 issue of Marxism Today
re:Kreators is a European platform for city makers and public developers. Key partners are Holzmarkt Berlin, KÉK Budapest, ZOHO Rotterdam, Make a Point Bucharest, Shuffle London, Darwin Bordeaux, PB34 Copenhagen and Pakhuis de Zwijger Amsterdam. This brochure describes the new type of civic lead urban development of these re:Kreators.
1. We believe in a way of living in the city that is interesting, affordable and just. We create thoughtful places with care. We create values: money, social, welfare and artistic.
2. We generate diverse ownership - mentally, emotionally and legally; diverse groups feel at home in and feel ownership over our places.
3. We Create places that lift everyone’s spirits, and drive people beyond what they would normally come across. Our places are open, inclusive and brilliant.
4. We Look for true change. We are not interested in just pop-up, get people’s hopes up and leave. We use the existing energy, build on existing quality, structures and re:kreate by smooth transition.
5. We take a step beyond bottom-up or top-down: we build partnerships between these worlds.
https://citiesintransition.eu/transition/rekreators
Networked Society City Index 2014 - City ProfilesEricsson
The 2014 edition of the Networked Society City Index examines and ranks 40 cities from around the world, looking at their performance, challenges and opportunities in terms of ICT, sustainability and development. The extensive research gives us a glimpse into the future of the city.
The report also continues to explore the connection between ICT maturity and triple bottom line development in cities around the world.
The incredible city of jun: a public management innovative case studyJacopo Farina
This is the outcome of the assignment developed for the course of Public Management held by the professor Agasisti at Politecnico di Milano. This case study analyze the background, the process of change and the outcome of the implementation of the project of e-governement inside the city of Jun.
For the first time, more people live in cities than in rural areas, bringing new challenges. ICT is playing a critical role in addressing these challenges and benefiting society.
Similar to Rotterdam Tarwewijk, a resilient neighborhood? A case study (20)
Vormgeving en organisatie van de participatie over de toekomst van Europa - A...Bart Litjens
Advies en verkenning naar aanleiding van de volgende vraag:
Hoe kun je op een goede manier burgers betrekken bij de Conferentie over de toekomst van
Europa – passend bij uitgangspunten van het kabinet? Wat zijn dan toepasselijke
mogelijkheden of scenario’s?
Provincie Gelderland: Samenwerken aan bestuurskrachtBart Litjens
Dé bestuurskracht van een gemeente (of provincie) bestaat niet. De benodigde bestuurskracht is situationeel. Deze is afhankelijk van verschillende factoren zoals specifieke maatschappelijke opgaven, het eigen ambitieniveau, de positie in de regio en het vermogen om in samenwerking opgaven te realiseren. De kenmerken en de specifieke context van een gemeente bepalen met welke bril je naar de bestuurskracht kijkt, hoe je deze beoordeelt en wat een passende agenda is voor (door)ontwikkeling naar een sterke gemeente.
Dit onderzoek voorziet in een gereedschapskist om bestuurskracht door te ontwikkelen. In het bijzonder is aandacht voor ontwikkeling van innovatieve werkwijzen en het verbeteren van de kwaliteit van samenwerking. Concreet richtpunt is het realiseren van de voorliggende maatschappelijke opgaven. Dit concrete richtpunt krijgt vorm in een ontwikkelagenda voor elke gemeente: “Aan welke punten gaan we de komende tijd werken?”, “Wat levert dit op?”, “Wat zijn daarvan de resultaten?” Dat kan om van alles gaan.
In de regel stelt de toekomst nieuwe uitdagingen aan gemeenten en vereist dit een niveausprong aan bestuurskracht. Bij bestuurskracht geldt daarom het credo: ‘stilstaan is achteruitgaan’. Een ontwikkelagenda voor bestuurskracht is daarom nooit af. Deze blijft in beweging door telkens weer nieuwe eisen te stellen aan de werkwijze: “Kunnen we het nog beter doen?”, “Wat willen of moeten we ook kunnen?”, “Welke nieuwe eisen stellen ontwikkelingen in de omgeving of samenwerking aan onze werkwijze?”.
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...Bart Litjens
Deze rapportage is een bouwdocument. Dit is een gezamenlijk resultaat van alle deelnemers aan de gesprekken en werkateliers. Het bouwwerk is van alle spelers. Het biedt een kwaliteitsbeeld en ontwikkelpunten om samen aan te werken. Dit beeld is tijdens het onderzoek getoetst tijdens de gesprekken en werkateliers met raadsleden, beleidsmedewerkers, leden Ondersteuningsteam, jeugdconsulenten, vertegenwoordigers van zorgorganisaties, huis- en jeugdartsen. Het zijn tevens waarden die alle spelers belangrijk en wenselijk vinden voor de verdere doorontwikkeling (‘transformatie’) van de jeugdzorg. Daarmee sluiten we tevens aan op ontwikkelingen die al in gang zijn gezet – bijvoorbeeld voor betere monitoring
Delftse Rekenkamer - Regievoering door gemeente DelftBart Litjens
Het onderzoek dient drie doelen:
a) Inzicht geven in de kwaliteit van de regievoering
rond strategische samenwerking door de gemeente Delft en de resultaten hiervan vanaf 2008 tot heden.
b) Inzicht geven in de mate waarin de raad bij strategische samenwerking tot politieke sturing en controle komt.
c) Het doen van aanbevelingen om de doelen rond strategische samenwerking te helpen realiseren, met een accent op het versterken van de politiek sturende en
controlerende rol van de raad
Nuenen c.a. met open vizier de bestuurlijke toekomst tegemoet - 9 januari 2018Bart Litjens
(1) Het ontwikkelen van een visie op de toekomstige bestuurlijke organisatie van gemeente Nuenen c.a. en de bredere regio.
(2) Het verkennen van de verbinding met de gemeente Son en Breugel en met gemeente Eindhoven.
(3) Het herijken van de bestuurskracht van gemeente Nuenen c.a..
Artikel: Opgaven gestuurd werken: startpunt voor de herijking van de bestuurl...Bart Litjens
In dit artikel presenteren we een alternatieve aanpak voor de herijking van de bestuurlijke organisatie. De focus ligt op het verbeteren van de werkwijze en samenwerking –gericht op het realiseren van concrete maatschappelijke opgaven. Richtpunt is een gezamenlijke ontwikkelagenda. Aanpassingen in de structuur volgen pas als verbeteringen in de werkwijze en samenwerking dit vragen. Hiermee kunnen geïsoleerde structuurdiscussies – over herindeling, ambtelijke fusies of regionale structuren – achterwege blijven
Onderzoek naar ICT en informatievoorziening in gemeente winterswijk - 24 okto...Bart Litjens
Er voltrekt zich een digitale transformatie waarbij digitale technologie doordringt in alle aspecten van ons leven en onze samenleving. Deze transformatie heeft ook grote gevolgen voor de gemeente Winterswijk. Technologische ontwikkelingen stellen gemeenten voor nieuwe uitdagingen. Tegelijkertijd bieden ze ook geheel nieuwe mogelijkheden.
Binnen gemeente Winterswijk is beperkte ruimte om goed in te spelen op deze uitdagingen en mogelijkheden – ondanks een grote inzet van de ICT organisatie.
• ICT en informatievoorziening worden vooral gezien en aangestuurd als bedrijfsmiddel en nauwelijks als strategische hulpbron voor dienstverlening en het realiseren van maatschappelijke opgaven.
• Er is beperkte tijd en ruimte om te ontwikkelen en te experimenteren. Bovendien zijn de opleidingsbudgetten voor de ICT-organisatie beperkt.
• De gemeentelijke ICT-organisatie is nog vooral bezig om de basis wat betreft ICT en informatievoorziening op orde te krijgen. Dit traject loopt nog zeker door tot 2020.
Daarbij gaat een aanzienlijk deel van de tijd en capaciteit uit naar informatiebeveiliging en privacybescherming om te voldoen aan omvangrijke eisen van de rijksoverheid en de Europese Unie op dit gebied.
Ondertussen voltrekken de technologische ontwikkelingen zich alleen maar sneller. Om te voorkomen dat de gemeente blijvend achterop raakt is dringend een aantal stappen nodig.
Het is essentieel dat ICT en informatievoorziening veel meer wordt aangestuurd als een strategische hulpbron en de raad, college/ ambtelijke organisatie heldere keuzen maken over het ambitieniveau.
Het is belangrijk dat de gemeente tot 2020 slagvaardig doorwerkt aan het op orde brengen van de basis. Tegelijkertijd is nodig dat de gemeente tijd en ruimte maakt voor concrete pilots om innovatieve oplossingen uit te proberen en te ontdekken rond verschillende vraagstukken op gebied van dienstverlening, sociaal domein, fysiek domein en democratie. Het opzetten van een ‘Research and Development team’ is belangrijk om deze pilots op een goede manier voor te bereiden en te begeleiden.
Artikel tijdschrift Bestuurskunde: De structuur van beleidsnetwerkenBart Litjens
Artikel over de effectiviteit van beleidsnetwerken aan de hand van samenwerking binnen het Regionaal Economisch Overleg Rijnmond. In het artikel wordt gepleit voor meer onderzoek naar de structuur en effectiviteit van netwerken.
Lokale regie uit macht of onmacht onderzoek naar de optimalisering van de g...Bart Litjens
Achttien gemeenten namen in de periode november 2003 – april 2004 deel aan het
onderzoek naar de ‘optimalisering van de gemeentelijke regierol’ door het ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In iedere gemeente is ingezoomd op een
specifiek beleidsveld: inburgering, onderwijs of veiligheid. Uit de gesprekken met
vertegenwoordigers van gemeenten en maatschappelijke organisaties blijkt dat de
invulling van de ‘gemeentelijke regierol’ veel discussie en vragen oproept. “Wat is
gemeentelijke regie? Onder welke (lokale en rijks-) voorwaarden kun je de regierol
waarmaken? Wanneer ben je een goede regisseur?” Bij een nadere verkenning blijkt
‘regie’ niet het zoveelste ‘hoera-woord’ aan het gemeentelijke firmament te zijn, maar
een (vaak al) stevige praktijk om maatschappelijke problemen met andere partijen aan te
pakken.
Gemeenten zijn ook bij uitstek de partij waar maatschappelijke organisaties een regierol
van verwachten. Deze grote verwachtingen richting de gemeente gaan verder dan alleen
het ‘organiseren van samenwerking’ of het ‘verleiden’ van maatschappelijke organisaties
tot coöperatie. Regisseren vraag veel en omvat meer dan het louter hebben van ‘een rol
bij de samenwerking’. Er wordt overzicht, verantwoording afleggen over het geheel en
een stevige beleidskoers van de gemeente verlangd. Daarnaast is regievoering
mensenwerk. Beschikken bestuurlijke en ambtelijke regisseurs bijvoorbeeld over
voldoende autoriteit, communicatieve vaardigheden en ‘ondernemerschap’ om de
regierol op te pakken? Uit het onderzoek komt naar voren dat vooral lokale voorwaarden
van belang zijn voor succesvolle gemeentelijke regie. Zo blijkt bijvoorbeeld uit het citaat
waarmee dit voorwoord opent, dat ‘interne regie’ binnen de gemeentelijke organisatie
een belangrijke voorwaarde is voor het kunnen vervullen van ‘externe regie’.
Met de deelname aan het onderzoek geven de gemeenten aan te willen leren om te
verbeteren. De gemeenten accepteerden dat anderen daarbij over de schouder
meekijken. Gemeenten geven op de drie onderzochte beleidsvelden allemaal op hun
eigen wijze vorm en inhoud aan ‘de gemeentelijke regierol’. Gemeenten verschillen vaak
ook in de ontwikkelingsfase waarin de regierol zich bevindt. In geen geval past het
binnen de intenties van dit onderzoek om beoordelingen uit te spreken in termen van
‘slecht’ of ‘fout’. Het leren staat centraal. Alle ervaringen worden nadrukkelijk naar
buiten gebracht. Een groot aantal voorbeelden, lessen en aanbevelingen vormen de rijke
oogst van dit onderzoek. Zonder de enthousiaste deelname en bijdragen van de achttien
gemeenten en de vele samenwerkingspartners van deze gemeenten zou dit niet mogelijk
zijn geweest.
Krijgsmacht als medehandhaver van openbare orde en veiligheid - ArtikelBart Litjens
P. 44 & 45, Pieter Tops, Igno Pröpper & Bart Litjens.
Bij ernstige en grootschalige openbare
ordeverstoringen ontstaat een tekort aan
circa 18.500 fe bij de politie en Koninklijke
Marechaussee. Dit blijkt uit een recent
onderzoek naar drie ergst denkbare
crisisscenario’s onder verantwoordelijkheid
van de Politieacademie voor het ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Defensie.
Onderzoek armoedebeleid gemeente GroningenBart Litjens
Evaluatie voor de Rekenkamercommissie Groningen naar het gemeentelijk armoedebeleid.
In de evaluatie staan de cliënten van de gemeente centraal. Wat merken zij van het armoedebeleid? Sluit de gemeente aan op hun situatie en leidt dit tot maatwerk?
Kernconclusie: Het armoedebeleid van Groningen is actiegericht . In goede samenwerking met
partners uit de samenleving wordt uitvoering gegeven aan een groot aantal projecten en regelingen. De gemeente zet actief in op het verbeteren van de communicatie om er voor te zorgen dat minima hier ook gebruik van maken. Wanneer in de uitvoering een nieuwe behoefte wordt ontdekt, speelt de gemeente hier op in.Tegelijkertijd is zichtbaar da t de uitvoering aanbodgericht is. Huishoudens kunnen bij verschillende ‘aanbieders’ langs gaan voor regelingen en projecten, zonder dat er één
aanbieder is die het overzicht houdt, de gezinssituatie goed in kaart brengt en een aanbod op maat organiseert. Ook op politiek-bestuurlijk niveau is veel aandacht voor de uitvoeringspraktijk. Het ontbreekt aan helderheid over wat nu eigenlijk de met het beleid beoogde maatschappelijke effecten zijn en in hoeverre deze gerealiseerd worden. Dit wordt mede veroorzaakt door gebrekkig zicht op de doelgroep en de maatschappelijke opgave bij verschillende subdoelgroepen.
Jennifer Schaus and Associates hosts a complimentary webinar series on The FAR in 2024. Join the webinars on Wednesdays and Fridays at noon, eastern.
Recordings are on YouTube and the company website.
https://www.youtube.com/@jenniferschaus/videos
Jennifer Schaus and Associates hosts a complimentary webinar series on The FAR in 2024. Join the webinars on Wednesdays and Fridays at noon, eastern.
Recordings are on YouTube and the company website.
https://www.youtube.com/@jenniferschaus/videos
Preliminary findings _OECD field visits to ten regions in the TSI EU mining r...OECDregions
Preliminary findings from OECD field visits for the project: Enhancing EU Mining Regional Ecosystems to Support the Green Transition and Secure Mineral Raw Materials Supply.
This session provides a comprehensive overview of the latest updates to the Uniform Administrative Requirements, Cost Principles, and Audit Requirements for Federal Awards (commonly known as the Uniform Guidance) outlined in the 2 CFR 200.
With a focus on the 2024 revisions issued by the Office of Management and Budget (OMB), participants will gain insight into the key changes affecting federal grant recipients. The session will delve into critical regulatory updates, providing attendees with the knowledge and tools necessary to navigate and comply with the evolving landscape of federal grant management.
Learning Objectives:
- Understand the rationale behind the 2024 updates to the Uniform Guidance outlined in 2 CFR 200, and their implications for federal grant recipients.
- Identify the key changes and revisions introduced by the Office of Management and Budget (OMB) in the 2024 edition of 2 CFR 200.
- Gain proficiency in applying the updated regulations to ensure compliance with federal grant requirements and avoid potential audit findings.
- Develop strategies for effectively implementing the new guidelines within the grant management processes of their respective organizations, fostering efficiency and accountability in federal grant administration.
Jennifer Schaus and Associates hosts a complimentary webinar series on The FAR in 2024. Join the webinars on Wednesdays and Fridays at noon, eastern.
Recordings are on YouTube and the company website.
https://www.youtube.com/@jenniferschaus/videos
Monitoring Health for the SDGs - Global Health Statistics 2024 - WHOChristina Parmionova
The 2024 World Health Statistics edition reviews more than 50 health-related indicators from the Sustainable Development Goals and WHO’s Thirteenth General Programme of Work. It also highlights the findings from the Global health estimates 2021, notably the impact of the COVID-19 pandemic on life expectancy and healthy life expectancy.
Donate to charity during this holiday seasonSERUDS INDIA
For people who have money and are philanthropic, there are infinite opportunities to gift a needy person or child a Merry Christmas. Even if you are living on a shoestring budget, you will be surprised at how much you can do.
Donate Us
https://serudsindia.org/how-to-donate-to-charity-during-this-holiday-season/
#charityforchildren, #donateforchildren, #donateclothesforchildren, #donatebooksforchildren, #donatetoysforchildren, #sponsorforchildren, #sponsorclothesforchildren, #sponsorbooksforchildren, #sponsortoysforchildren, #seruds, #kurnool
PNRR MADRID GREENTECH FOR BROWN NETWORKS NETWORKS MUR_MUSA_TEBALDI.pdf
Rotterdam Tarwewijk, a resilient neighborhood? A case study
1. Bart Litjens
Mark Rouw
Rob Hammenga
Igno Pröpper (Partners+Pröpper) www.partnersenpropper.com
Authors
Bart Litjens, Mark Rouw, Rob Hammenga, Igno Pröpper (Partners+Pröpper)
Round table, 24 March 2010 in The Hague, Netherlands
ROTTERDAM TARWEWIJK,
A RESILIENT NEIGHBORHOOD?
A CASE STUDY FOR THE NEW SYNTHESIS PROJECT
A CASE STUDY
ROTTERDAM TARWEWIJK,
A RESILIENT NEIGHBORHOOD?
Key Topics Discussed:
Community Building and Resilience
2. 2
“It’s your neighborhood,
so it’s your call”
High unemployment, impoverishment, poverty, school
dropout, crime, and insufficient integration of an over-
representation of ‘New Netherlanders’: a combination of
difficult issues presents problems in many urban areas.
Despite sustained attention and significant investments,
the cities and the Dutch government have not been able
to gain sufficient control of these intractable issues.
According to the Ministry of Housing, Communities and
Integration, there are about 100 problem neighborhoods
or disadvantaged neighborhoods in the Netherlands. In
political and administrative circles, these neighborhoods
are referred to as ‘priority neighborhoods’, ‘empowered
neighborhoods’ or ‘strong communities’, terms that
reveal no information to people who are unaware of the
issues involved.
Since 1994, Dutch municipalities and the national
government have been investing significant sums in
cities and urban renewal under the banner of ‘metro-
politan policy’. The primary focus in those policies is
the physical environment, such as the quality of houses
and residential areas, followed by social cohesion within
neighborhoods. The mantra ‘clean, intact and safe’ has
dominated many policy plans and implementation plans
since that time. After 2008, the emphasis shifted to
social engagement by the people. The focus was primar-
ily the development opportunities available to people
through participation (or the option of participation) in
work, education, the housing market, public facilities
and leisure activities.
An approach based on the power of peo-
ple. Because the resilience of the city is in
the people. (The Minister of Housing, Com-
munities and Integration).1
Clearly, government authorities had already been look-
ing at other forms of participation since the mid-1990s,
using such terms as ‘interactive policy’, ‘coproduction’
and ‘citizen engagement’. This concerns participation
by citizens, civic organizations and companies in policy
processes for the public sector. Since that time, policy
papers released by government authorities have been
overflowing with such ambitions as ‘reducing the gap
between the government and the citizens’, ‘giving the
city back to the people’, ‘strengthening local democracy’,
‘listening more closely to the people’, and ‘do what you
say and say what you do’. Still, these practices are having
a hard time getting off the ground. Ten years later, there
is still a strong need for more professionalization of citi-
zen participation and interactive policy.2
The neighborhood approach has also had a strong focus
on citizen participation since 2008, with mottos such
as “the citizen at the centre” and “It’s your neighbor-
hood, so it’s your call.” At the end of 2009, the Minister
of Housing, Communities and Integration stated that
resident participation in neighborhoods is going well,
but “it can certainly be even better.”3
He argued in favor
of increased and more diverse involvement and more say
for the local residents.
And what are things actually like in these neighbor-
hoods? In the words of the Minister of Housing, Com-
munities and Integration, have resilient neighborhoods
become a realistic prospect? Allow us to convey you to
the reality of one of the Dutch priority neighborhoods:
the Tarwewijk neighborhood in the city of Rotterdam.
Figure 1: Sticker from the communication campaign
‘‘It’s your neighborhood, so it’s your call’’ which was
distributed by many cities.
“ “
3. 3
Tarwewijk: issues, con-
text and background
In 2010, measured according to the meth-
odology of the safety index, there should
not be any unsafe or problem neighbor-
hoods in Charlois anymore. (...) Although
the level of monitoring and enforcement
that has been built up will be continued
and expanded where necessary, for exam-
ple in the area of environmental monitor-
ing, the task in this council term is the pro-
motion of safety by the citizens. (Source:
Administrative Program 2006-2010, City
District of Charlois).
The Tarwewijk district was built ca. 1930 as an expan-
sion of Rotterdam to provide housing for port workers.
There are about 5,300 homes in the area, about 75 per-
cent of which are privately owned; 50 percent of those
are rented out. Rental is primarily arranged directly by
the private owners; in the interviews and documents,
they are often referred to as ‘landlords’, ‘rack-renters’ or
‘slum lords’. The available housing is often poor quality:
outdated and deteriorated. Tarwewijk is a young neigh-
borhood (the youngest in Rotterdam): 40 percent of the
inhabitants are under the age of 24 and 78 percent of the
inhabitants belong to an ethnic minority.
Starting in the late 1970s, many middle-income fami-
lies left the area. Throughout the 1990s, Tarwewijk was
the topic of increasingly negative news reports. Where
similar neighborhoods were the target of quality in-
centive programs, such initiatives passed Tarwewijk
by. Slumlords and drug dealers carved out a niche for
themselves in parts of the area. The low rent attracted
underprivileged people. Tarwewijk has now also become
a place where newcomers (more and more often people
from Central and Eastern Europe) live when they first
come to Rotterdam. People can disappear altogether
in the neighborhood; the anonymity is intense. Impov-
erishment, drug-related crime and nuisance, illegal
sub-letting of rooms, empty buildings, social injustice,
unemployment and a huge transit rate are the result.
At the end of the 1990s, the problems escalated for the
first time in Millinxbuurt (which covers seven streets)
in Tarwewijk. In particular, the nature and concentra-
tion of drug trafficking, the low number of passers-by
and the concentration of slumlords made the situation in
Millinxbuurt in the 1990s unique.4
Chronological
overview of events
(2002 – present)
2002: the shadow of Pim Fortuyn
Flamboyant Dutch politician Pim Fortuyn, who was
assassinated in May 2002, won 36 percent of the seats
in the Rotterdam city council just before his death.5
Dissatisfaction with the safety situation in the city had
been rife on the streets of Rotterdam for some time by
that point. Fortuyn’s party, Leefbaar Rotterdam (Livable
Rotterdam), capitalized on that issue. After the elec-
tions, the party held a strong position in the new munici-
pal coalition government. One of the main priorities of
the new coalition was safety in Rotterdam.
2003-2007: strong focus on safety
and housing quality
Within the municipality of Rotterdam, various city dis-
tricts run the neighborhoods and areas. Tarwewijk, for
example, is in the city district of Charlois.6
Rotterdam designated nine ‘Hot Spots’, a term which
refers in this context to an area covering one or more
Photo: street view in Tarwewijk.
“
“
4. 4
streets that are characterized by impoverishment,
crime, filth and degradation. Three of the nine hot spots
in Rotterdam are located in Tarwewijk, including the
Millinxbuurt area. To demonstrate how seriously the
city took the issue of increasing safety in these areas, a
new civil servant was introduced: the city marine. The
city marines reported directly to the Municipal Execu-
tive Committee, circumventing the structure of the civil
service. Their only assignment was to resolve problems
in the implementation of the safety policy.
“I work for the city. I am not part of a mu-
nicipal service. I am a direct representa-
tive of the Municipal Executive Committee
and am required to report to the Mayor. I
have a full mandate and resources to deal
with the problems in the neighborhood.
That gives me the opportunities to talk to
all the municipal services in the neighbor-
hood, from the supervisor to the director.”
(interview with a city marine from the City
of Rotterdam)
The high percentage of private home ownership makes it
very expensive to buy homes. As an alternative to physi-
cally restructuring the area, the city district has there-
fore placed a strong emphasis on intensive management.
For instance, housing owners frequently receive written
orders to keep their houses well maintained. Crooked
owners are put under pressure through stringent police
inspections, after which they receive orders to improve
the house. If they do nothing, the buildings are pur-
chased by the Tarwewijk public-private neighborhood
development company (‘Maintain or Sell’).7
Renovated
homes are then sold on the market in the cheap segment
of the housing market.8
Besides its focus on safety and physical structure, the
city district is also increasingly investing in social
integration and the economy. The City of Rotterdam
has soaring ambitions here. Even in the 1980s and early
1990s, the municipal government was already experi-
menting with what was known as ‘Opzoomering’.9
This uniquely local term refers to initiatives by local
residents for promoting safer and cleaner conditions
in their own street, as well as encouraging community
contact. In many cases, it concerns practical initiatives
such as street dinners, game days, odd-job days, clean-
ing campaigns and block parties. After 2003, the City
of Rotterdam took a more active role in these efforts,
in part through the People Make the City program. The
immediate focus of the program is restoring social cohe-
sion and active citizenship, especially in neighborhoods
that have problems with safety.
The program is intended to contribute to a friendly,
trusted, social and livable street with active citizens.10
Local residents decide for themselves whether to take
part in activities in their street and what they want to
do, as well as what responsibilities they take for making
it happen. The street needs to be able to count on sup-
port from the municipality, welfare institutions, housing
corporations and other authorities.
From 2007 to the present:
Tarwewijk = an ‘empowered
neighborhood’
The problems are difficult to resolve, however; the
neighborhood still receives (very) mediocre scores on
the social index and the safety index.11
The 2009 Safety
Index shows that nine of the ten unsafe or problem
neighborhoods identified in 2005 no longer have that
status; Tarwewijk is the only one that has that ‘problem
neighborhood’ label, although two new problem neigh-
borhoods have been identified. Tarwewijk also has the
lowest score on the Brand Power Index, which measures
how strong the ‘Tarwewijk brand’ is compared to other
districts and neighborhoods and to what extent it evokes
negative or positive associations (source: the National
Housing Survey 2008).12
Due in part to those reasons, Tarwewijk was one of the
forty priority neighborhoods or ‘empowered neighbor-
hoods’ designated by the Dutch government in 2007.13
The designated neighborhoods receive extra attention
(and funding) for housing, work, education, integration
and safety. The Dutch government, municipal authori-
ties, housing corporations, local organizations and the
people living in the community work together to define
their goals and how to reach those goals. By doing so, the
Cabinet aims to transform and improve these priority
neighborhoods with those involved.
In Tarwewijk, the Action Plan for Empowered Neigh-
borhoods specifically emphasized more variation in the
“
“
5. 5
available housing, physical improvement of the houses
and intensive social guidance for the local residents,
combined with a targeted focus on order, safety and
the quality of the public spaces.14
In March 2010, it has
been about 1.5 years since the approach was launched,
1.5 years spent primarily on drawing up the action plan
for the Tarwewijk neighborhood and converting it into
implementation plans. The Action Plan for Empowered
Neighborhoods will run for ten years.
Actors involved
Many actors are involved in Tarwewijk in various steer-
ing groups, programs and projects.
This control of Tarwewijk is assured by a quarterly
‘Charlois Noord steering group’ comprising representa-
tives from the immediate stakeholders, such as the
Charlois district (portfolio holder), Woonstad Rotterdam
housing corporation (regional director), the municipal
services and the city marine.
• The City of Rotterdam, has various municipal
services such as the Roteb waste collection and
street cleaning department, the building and
housing department, the social services and
employment office, the city inspectorate, and the
urban architecture office. One of the exceptional
figures in the City of Rotterdam is the City Ma-
rine. The City Marine has a highly active pres-
ence in Tarwewijk, focusing primarily on safety.
(photo: Roteb and the City Inspectorate clean up
junk in the Tarwewijk neighborhood and try to
track down the perpetrators.)
• The City District of Charlois has a high-priority
focus on welfare and the quality of the outdoor
spaces. Two key figures play an important role
in this context: the district coordinator (for the
entire Charlois district) and the area manager for
Tarwewijk.
• The police primarily focus on enforcing pub-
lic order and safety. The police take a regional
approach by using district police officers. This
reduces the gap between the police and the local
community.
• The Public Prosecutor’s Office works closely with
the municipal government and the police, e.g. in
offering a seamless approach to juvenile offend-
ers.
• Various welfare institutions, such as the Charlois
Welfare Foundation, offer activities and services
ranging from playschools, preschools, after-
school child care, school social workers, general
social work, and social aid, advice and informa-
tion, through to courses and recreational activi-
ties for all ages.
• Housing corporations, such as the Woonstad
Rotterdam housing corporation, have non-profit
activities for managing and renting out afford-
able, good-quality, well-maintained housing.
• The ‘Organization for and by the Inhabitants of
Tarwewijk’ is under full management of local
residents. They work to promote safety and com-
munity interaction, among other activities. They
consult with the Charlois district and the City of
Rotterdam every two months.
• Businesses (like the small and mid-sized en-
terprises, including a local supermarket) have
proven crucial to the local economy. A neighbor-
hood supermarket offers work to many immi-
grants, thus contributing to labor participation in
the neighborhood.
• Various religious and civic organizations offer
a wide variety of activities and services in the
neighborhood; these include two churches, a
mosque, the multicultural women’s centre Cleo-
Patria, the Buurtpost volunteer center, and an
organization for playground work.
6. 6
The steering group establishes the annual programs and
adopts the annual reports, monitors the situation, takes
decisions that exceed the authority of the program group
and cut the Gordian knots as needed.15
The program group, chaired by the area manager (the
Charlois district) is then responsible for managing vari-
ous project groups: physical (housing and the economy),
safety and outdoor spaces, social and communication.
The program group also includes representatives from
the housing corporation, the city marine, and the project
leader from the Urban Architecture Office.
However, it is also apparent from nearly all the inter-
views that cooperation is still not organized sufficiently
along the lines of an overview, based on the vision for
the overall situation. It should be noted that profession-
als in Tarwewijk are capable of making connections
where necessary based on the tangible problems at
hand, an ability that has proven more than necessary
to supplement the management structure described
above:16
I am amazed that I am sitting at the table
with those parties and thinking, why do I
have to be the one to take this initiative,
and why don’t you find common ground?
(...) For instance, I constantly have to drag
the police back into it. And I also have to
ask the housing corporation what they’re
up to. Sit them down at the table and have
them communicate with each other. (in-
terview with a city marine from the City of
Rotterdam)
Conditions for input
from society
Aims
Both the Administrative Program 2006-2010 for the
Charlois district (“the promotion of safety by the citi-
zens”) and the Action Program for Empowered Neigh-
borhoods are geared towards active participation by
citizens who take personal responsibility. The Action
Plan for Empowered Neighborhoods instituted by the
national government states that the inventiveness and
strength jointly invested by the people of the commu-
nity and the local organizations and residents’ associa-
tions are essential to the success of the neighborhood
approach. For example, the people living in the area
– individually and in organized groups – constitute an
important party in drawing up and implementing neigh-
borhood action plans.17
Experiments being carried out
in various municipalities are gradually revealing how
this input can be provided. The use of resident budgets
is an important instrument in this context, even allow-
ing municipal decision-making powers to be granted to
citizens, giving them control over the structure, man-
agement and supervision of public spaces. In total, this
involves about 15 million euros a year for the 40 priority
neighborhoods.18
The input by the city district and the Action Program
for Strong Communities are subjected to a number of
specific process objectives:
• substantive enrichment: improving the sub-
stance of policy and implementation;
• increasing support for the policies and thus
increasing feasibility;
• increasing responsibility and self-reliance
among citizens, civic organizations and compa-
nies to make a contribution to public affairs.19
CONDITIONS FOR INPUT BY
CITIZENS
In order to achieve these goals, it is important for ap-
propriate conditions to be in place to allow citizens to
make a meaningful contribution to the public cause. The
opportunities and risks were explored in various discus-
sions with key people. It is striking to note that far more
risks were mentioned than opportunities. There are a
number of major obstacles.
Unclear division of roles and expectation manage-
ment. The Neighborhood Action Program of the Charlois
district implies that the city district frequently invites
local residents to exchange thoughts with each other
about the policies and their implementation.20
However,
“
“
7. 7
the role in which citizens are involved is not clear in this
context. Are they there to advise the municipal and dis-
trict government, help make decisions, act as a partner
in an alliance, or even take part as a policy owner? Good
communication with participants and solid expectation
management necessitate a clear division of roles be-
tween the local government and the citizens. The motto
of these priority neighborhoods (“it’s your neighborhood,
so it’s your call”) gives residents high expectations. The
interviews showed that residents are quickly disappoint-
ed when they contribute good ideas: they are allowed to
have their say, but in practice they see that many ideas
do not get past the planning stage, often due to a lack of
funding and implementation capacity.
Four dialogue partners noted a lack of trust between
the local government and the residents. Concessions are
made only to be abandoned upon further consideration,
and there is not enough attention for the small irrita-
tions that local residents face every day. Various re-
spondents referred to promises and the many ‘wonderful
plans’ drawn up by the municipal government – often
assisted by citizens – which never see the light of day, or
only achieve partial implementation. “First you have to
show that you mean it sincerely and that you also take
care of the little things.” (interview with a city marine
from the City of Rotterdam)
Lack of a constructive relationship. Complicating fac-
tors in addressing the problems include the relatively
high percentage of private ownership of housing. There
is a mutual distrust between the local government and
the house owners / landlords. The city does not consider
‘slum lords’ to be reliable partners. They do not maintain
their buildings well, offer poor quality and often unsafe
living conditions, and let their accommodations to large
groups. A person who owns a large number of buildings
in the neighborhood indicated in an interview that he
felt that he was ‘lumped together’ with such malfeasance
and that he does in fact benefit from a livable neighbor-
hood, since that also raises property values. However,
this property investor has experienced ‘prejudice’ from
the Charlois district, while he is open to cooperation
with the city district and the housing corporation, for
instance in selecting tenants.
Sadly, the good ones have to suffer along
with the bad. I do understand quite well
that there are some characters running
around who do things differently. (inter-
view with a private property owner)
We will now be launching a building-to-
building approach. We are going to resolve
all the irregularities in the house. The
owner needs to sit down at the table with
us, so we can give him the tools he needs
to make that happen. (interview with a
project leader from the Urban Architecture
Office, City of Rotterdam)21
No strings attached. The local government and the
residents need each other. However, Tarwewijk has an
extremely high percentage of transit residents. The mu-
nicipal register shows that nearly 25 percent of the local
residents move every year. And that only covers the peo-
ple who are officially registered.22
There is still a small
core of original inhabitants, primarily elderly native
Dutch people. This makes it difficult, if not impossible,
to build up a constructive and close relationship with the
local community. People often have brief associations
with the neighborhood, and it is often difficult to see
who lives there, since they do not register their presence
in the municipal register. The local government has lit-
tle to no time to build up a trust relationship with local
residents.
These people don’t feel any need for a rela-
tionship at all. They’re just camping here.
(interview with a community worker from
a welfare organization)
A team went door-to-door to check out
the social situation. By the time they were
done, they had to start all over again
because so many people had moved” (...)
In the Pendrecht area, 80 percent of the
homes are owned by a housing corpora-
tion. There are a number of active resi-
dents’ groups there, in part because those
people settle down there for a longer time
period. It’s a more active neighborhood.
(interview with a city marine for the City of
Rotterdam)23
The added value of participation is not always realistic.
“
“
“
“
“ “
“
“
8. 8
One barrier mentioned by various dialogue partners is
excessively high ambitions on the part of the administra-
tion. The municipal and district administration expect a
certain contribution from participants, but the expecta-
tions are not always realistic.
For instance, situations have been reported in Tarwewijk
in which people neglect their own backyards and do not
take any responsibility for maintaining them. This issue
is often related to socially underprivileged situations and
an accumulation of problems, such as debts, ill health,
domestic violence, etc. As a result, their priorities are
not focused on a livable neighborhood, or they may even
completely isolate themselves. Many residents also deal
with social disadvantages; for instance, they may speak
little or no Dutch. This requires a great deal of capac-
ity in order to offer these people guidance and allow
them to participate (find work, but also interact with the
neighborhood).
A livable neighborhood is not the first
priority for people living at or around the
poverty line. Their priority is on survival.
(...) They have a dozen other problems,
relational issues, poor health. You have to
feel well enough to function. (interview
with a community worker from a welfare
organization)
The experience is that you can’t leave it
up to the locals. As a government author-
ity, you have to be more involved in this
neighborhood because of the resident pro-
file.” (...) The yards in the Bonaventurstraat
are completely overgrown. Those are diffi-
cult streets to tackle. You could say that we
should have the local residents participate,
but that process takes too long. Something
has to happen now, and then we are going
to resolve the matter. (...) It’s still a bridge
too far for residents to deal with those
gardens themselves. (interview with a city
marine from the City of Rotterdam)
Capitalizing on the
conditions and
creating the parameters
Do the threats to citizen participation mean that nothing
gets off the ground, that citizens take neither initiative
nor responsibility? Is Tarwewijk a resilient neighbor-
hood? By capitalizing on the conditions, the municipal
government achieves its goal: a number of civic groups
are capable of actively working on behalf of the neigh-
borhood. Targeted support is offered: What can citizens,
civic organizations, and businesses achieve on their own
if they are given enough room to do so? What would
they do better if they received adequate support from
the municipal government?24
The government may not
be reaching broad layers of people in the neighborhood,
but there has been a number of successful projects and
citizen initiatives.
RESIDENT CONSULTATION
Residents have been organizing their own resident con-
sultation since May 2006, geared toward identifying and
reporting undesirable situations in the neighborhood to
the city administration. The issues it addresses include
litter, broken streetlights, prostitution and drug-related
problems. Residents organize a resident consultation
meeting. The city views these notifications as an assign-
ment, reporting the results no more than two months
later. (interview with a city marine from the City of Rot-
terdam) The resident consultation meeting is convened
“
“
“
“
Photo: people taking part in the Civilians in Uniform
project.
9. 9
every two months to meet with the city marine, the
district administration, the police, the City Inspectorate
and Roteb.
NEIGHBORHOOD PREVENTION:
CIVILIANS IN UNIFORM
The Charlois administration subsidizes the Organiza-
tion for and by the Inhabitants of Tarwewijk (OvdB)
in order to “promote a good residential and business
climate in Tarwewijk and – in that context – to pro-
mote and encourage participation, joint initiatives,
cooperation, self-activation, self-reliance, and a sense of
responsibility among the people living in Tarwewijk.”25
This approach has achieved results. A recent and visible
result produced by the residents’ association is the citi-
zens’ initiation Civilians in Uniform.
Neighborhood Prevention: Civilians in Uniform was
established in 2005 with the aim of improving the safety
and perceived safety in Tarwewijk, which should be
expressed in a score on the Safety Index. Volunteers go
out into Tarwewijk once every two weeks on a fixed or
variable evening, with police back-up. They check and
inspect the streets in the neighborhood. The volunteer
group taking part in Civilians in Uniform consists of
about 20 people. They are trained in walkie-talkie use,
their powers, the general municipal by- laws, adminis-
trative law and social skills.
INVESTING IN THE PERSONAL
STRENGTHS OF THE RESIDENTS:
EMPOWERMENT AND THE
TUPPERWARE APPROACH
The Charlois district invests in supporting residents by
means of schooling and training. This makes it possible
for them to participate in processes and support initia-
tives. It also increases citizens’ capabilities. Strictly
speaking, the Civilians in Uniform project is an exam-
ple of such an initiative. Another example is the energy
coaches. This project helps people save energy, thus
participating to increased participation, employment op-
portunity and social cohesion.26
Ten mothers from Tarwewijk serve as energy coaches for
the other mothers in the neighborhood. Before starting
work, they receive energy efficiency training and are
given information about energy-efficient products. The
mothers can then pass on the knowledge they gained in
their own language. The energy that can be saved comes
from lifestyle changes and is supported/reinforced by
introducing simple energy-saving materials, like a low-
flow showerhead, low-energy light bulbs, radiator foil,
weather strips, etc. The point here is to achieve an effect
that spreads on its own. This project also helps bring the
participants closer to the job market.
These ten women were trained to teach
the lessons to other people. In the end,
we reached 200 people with this initia-
tive. Those 200 people are still involved in
the neighborhood, such as in the Safety
Day. We ask residents to help organize the
events on that day. That also attracts new
residents. And they all bring along the lady
who lives next to them. I call it the Tup-
perware method: getting more and more
people to participation in community
activities. (interview with the community
coordinator for Tarwewijk)
Photo: 192 women in Tarwewijk receive an environmen-
tal diploma. They learned – from specially trained local
residents – how they can handle energy, water and waste
more efficiently. Thanks to the lessons, these women can
save 100 to 150 euros a year on their power and water
bills.
“
“
10. 10
SETTING UP A ‘PARTICIPATION
FUND’ TO DEAL WITH ‘MINOR
IRRITATIONS’
The Charlois district has set up a participation fund of
€40,000. Residents can submit initiatives for such
things as extra lighting, activities or services. Initiatives
are subject to conditions. The district administration
evaluates the initiatives on the basis of municipal policy
and other criteria. The participation fund is not yet op-
erational at this time.
We see a poor score for health. There
is a great deal of obesity. A small grass-
covered field would give people a place
to do sports; that initiative is in line with
the focus of the policy. (interview with the
Tarwewijk community coordinator)
Lessons and insights
So is Tarwewijk an example of a resilient neighborhood?
Based in part on the interviews with key figures, many
recommendations and valuable lessons can be offered
for increased professionalization of citizen participation
in Tarwewijk, in order to achieve a resilient neighbor-
hood. The following chapter formulates a number of
challenges that may not be new, but are highly topical.
EFFECTIVE ROLE ASSIGNMENTS
AND EXPECTATION
MANAGEMENT
“It’s your neighborhood, so it’s your call.” In this com-
munication campaign, the municipal administration
and the national government create the expectation
that citizens can ‘buy’ projects, as if they could just pull
them off the shelves in a supermarket. As sub-projects
are implemented, however, the people’s role shifts from
consumer to citizen, but the city does not offer the
people explicit insight into the change: the citizen is
expected to settle for a compromise that considers the
various interests. How do you introduce transparency
in this process? How can a municipal administration be
responsive, while at the same time retaining the ability
to consider the various interests in a transparent and
careful manner?
Unfortunately, citizens are frequently disappointed with
the local government once the process is done. Rather
than improving the relationship between government
and society, the process has had the opposite effect. This
is an issue in Tarwewijk, for example in relation to the
neighborhood action plan. A dialogue partner referred to
a situation in which new plans were made over and over
again, relying on citizen engagement. Each time, resi-
dents invested a great deal of energy and commitment,
only to be proportionately disappointed when it turned
out later that their input was not feasible or doable:
The Mijninkbuurt area should really be
restructured. However, insufficient re-
sources are available. Every time, new
plans are made all over again, involving a
huge amount of energy and commitment
from residents. When it comes down to it,
the budget is not available. Now we need
40 million, but we don’t have it. (...) It’s
very difficult for me, because you’re deal-
ing with a neighborhood now where the
citizens are being asked if they want to
participate for the umpteenth time. You
can’t give anything in return, so it gives a
skewed impression. (source: interview with
the Tarwewijk community coordinator)
The same can also be seen in the plan for providing ac-
cess to the participation budget of € 40,000, which has
not yet been made available. However, expectation man-
agement stands or falls with clout and fulfilled promises.
This participation budget has not yet been
made available. The consequence is that
promises that were made to residents,
such as cleaning streets, replacing lights,
have not yet been kept. This leads to ir-
ritation among residents. (interview with a
representative from a residents’ organiza-
tion)
“
“ “
“
“
“
11. 11
EXTERNAL INTERACTION
DEMANDS EFFECTIVE INTERNAL
INTERACTION
The internal interactions within the local government
are not always coordinated with the external interac-
tions. This holds true both for the Charlois district and
for the City of Rotterdam. Many examples were men-
tioned in the interviews. In several cases, there was a
mention of insufficient internal cohesion to take decisive
action in the neighborhood. Is citizen participation an
‘extra bonus’ that comes on top of what already happens
normally, or is it part of the regular activities? There are
indications from the interviews that external operations
are still not yet considered a given by many municipal
services.
Many things go wrong, which is because
there are too many people working here
who never listen to the people who live
here. Someone sitting behind a desk
comes up with an idea, and then dumps
it on the residents. In those cases, no one
uses the knowledge of the streets. (inter-
view with a community worker from a
welfare organization)
How successful cooperation with the city
district is depends on the civil servants
that you have to do business with. (inter-
view with a representative from a resi-
dents’ association)
PREVENT PARTICIPATION FOR
THE SAKE OF PARTICIPATION
An advisory group was recently established in which
local residents from various backgrounds took part
(source: interview with a community worker from a
welfare organization). These people live all over the
neighborhood and come from various backgrounds.
Something odd is going on there. Inquiries about the
aim of this advisory group revealed that it primarily
acted as a ‘permanent sounding board’. One of the dia-
logue partners indicated that as many as 100 surveys are
conducted in the neighborhood throughout the course
of the year: students, universities, researchers, research
bureaus, consultancy firms, civil servants, politicians,
and public administrators pound on the door constantly
to ask the residents questions. The advisory group is
available to people and researchers who would like to
make use of the answers. However, it is very question-
able whether the administration will be able to sustain
the people’s enthusiasm for this purpose.
INVEST IN A SMALL-SCALE
APPROACH
One of the urban welfare programs is the 2003 initia-
tive ‘People Make the City’. The relatively small-scale
approach, which addressed a street or about 100 house-
holds, contributed to a good connection to the environ-
ment of the residents: “We opt for this scale because this
is the level at which people irritate each other or enjoy
each other.” (interview with a community worker from a
welfare organization) According to this dialogue partner,
the lesson learned here could effectively be applied in
other projects and programs, which unfortunately hap-
pens far too infrequently.
MAKE CLEAR POLITICAL AND
ADMINISTRATIVE CHOICES:
WHAT WOULD BE A FEASIBLE
PROSPECT FOR THE
NEIGHBORHOOD?
This is a fundamental question, and in essence a politi-
cal issue. To what extent is the vision expressed for the
neighborhood feasible? A number of dialogue partners
indicate that the ambitions that the district administra-
tion has for the neighborhood may be too ambitious.
They wonder if there are good, feasible future prospects
for the area. Could such a vision also accommodate the
fact that Tarwewijk is a ‘transit neighborhood’ with a
high rate of turnover? And what qualities would be as-
sociated with that in terms of e.g. physical and social
structure? In that scenario, what do you accept from
residents and from the government, and what is consid-
ered unacceptable? What do you deliberately invest in,
and what do you avoid at all costs or leave up to other
“
“
“
“
12. 12
agents in society? Dialogue partners wonder whether
there might be ambitions closer to current practice that
are more feasible and also contribute to a livable neigh-
borhood.
The city needs a transit neighborhood as
well, but you have to be prepared for it.
For instance, there needs to be a seriously
solid police presence, and cleaning needs
to happen frequently because people don’t
clean the street themselves.” (...)
A street where half of the residents are
Poles or Bulgarians who come here for 3 or
4 months to work and then go back to their
countries will not be making a major effort
on behalf of the neighborhood. (...) What
you can achieve with them is that they
have good housing and follow the rules
and conventions as long as they’re here.
I know people from Poland, for instance,
that didn’t know they were allowed to put
their trash bags in the public container,
since they don’t pay taxes. (interview with
a city marine from the City of Rotterdam)
The government is good at making plans:
‘how should it be?’. There is not enough of
a link to the environment in which the resi-
dents live. Policy needs to be based more
on the here and now. (...) You shouldn’t
cling to the illusion that Tarwewijk will
become a highly developed neighborhood.
(interview with a participation consultant
from the district administration)
FIXED OR FLEXIBLE CONTACT
WITH CITIZENS?
The advantage of more or less structured residents’
groups or associations is a certain degree of clarity:
there is a recognizable point of contact; a long-term
relationship can be built up; there is a collective aware-
ness on the residents’ end. However, the neighborhood
rapidly circumvents these structures, in part due to the
high rate of transit. Today’s neighborhood is entirely
different from the neighborhood three months ago. That
also places many additional demands on the administra-
tion to reach residents in other, less conventional and
less easy ways: on the street, at the supermarket, in the
park, in and around the school. This takes a great deal of
capacity and commitment.
We try to involve all the groups, but that’s
not easy. They do not come to you on
their own, so you have to approach them
actively yourself. I don’t see that getting off
the ground yet.” (interview with a project
manager from the Urban Architecture Of-
fice, City of Rotterdam)
TARWEWIJK AS TESTING
GROUNDS FOR NEW
INTEGRATION ISSUES
Many old city districts have been working hard for years
to ensure effective integration of immigrants from coun-
tries such as Turkey and Morocco. In the 1960s, it was
still assumed that they would work in the Netherlands
on a temporary basis, and many did. But almost no one
anticipated that many of them would find a new home-
land in the Netherlands.
A number of dialogue partners are warning now that
the local government should not too easily overlook the
temporary workers from various Central and Eastern
European countries. Many return to their country of
origin after working here for six months. However, they
often come from EU countries, which creates easier
terms for staying, such as the Poles. According to several
dialogue partners, whether all these people will return
(or keep returning) is very much in doubt. They may
also start building connections to the Netherlands. “Isn’t
that the European ideal?” asks one dialogue partner.
Based on the input from the current residents/visitors in
Tarwewijk, it may be possible to anticipate potential new
integration tasks.
“
“
“
“
“
“
“
“
13. 13
WHAT ARE YOU DOING
ABOUT IT?
The district administration facilitates resident evenings
where residents can air their grievances. It is a noble
endeavor and the residents’ evenings are active as-
semblies. But a dialogue partner states that it throws
the door wide open to all sorts of complaints that could
much more appropriately be handled by a good com-
plaints hotline or complaints office. It’s like a 112 or
911 emergency hotline for all your complaints: “With
all those meetings, you’re currently mainly focusing on
the negative.” A lesson that the district administration
plans to experiment with via the participation budget is
a counter-question: ‘What are you doing about it?’. The
internal budget for the residents’ association is used
to encourage residents to deal with small irritations
themselves. Experiences gained elsewhere show that a
participation budget works well in conjunction with the
power to make decisions within a municipal framework.
You give the residents joint responsibility
for the result. If they complain now, they’re
actually talking about themselves. (inter-
view with a city marine from the City of
Rotterdam)
Conclusion
Actual practice in Tarwewijk shows that there are a
number of very good examples in which citizens take
action themselves and take responsibility for their own
neighborhood, supported and facilitated by the munici-
pal and district administration. Considered in terms of
the number of participants, however, the level of partici-
pation in the neighborhood is still limited. It concerns a
small number of active residents compared to the total
population of the area.
Naturally, when the local government addresses the
residents, it faces the current zeitgeist and a relatively
large group of outsiders who remain aloof. In addi-
tion, a relatively large percentage of the residents have
limited options for effective participation, for instance
because they don’t speak the language well. For example,
the interviews showed that the group of ‘native Dutch’
residents is over-represented in the group of active
participants. The Energy Coaches project, however, is a
successful project for reaching a relatively large group of
residents who are difficult to reach and enabling them to
participate actively.
On the other hand, the municipal and district admin-
istration has to some extent created the situation itself.
Residents are often contacted and asked for their input
on plans (such as the neighborhood action plans), and
the people who do take part then do not see any tangible
results. That achieves the opposite effect, damaging the
residents’ trust in the administration.
However, this situation is not unique to Tarwewijk, nor
to Rotterdam. Publications and reports are regularly
released which show that resident participation in the
neighborhood still (too) often ends in disappointment.27
The national government, municipalities and hous-
ing corporations made a ten-year commitment to the
neighborhood approach, with about eight years left to go.
These years offer many opportunities for realizing the
ambition of a resilient neighborhood. Both the profes-
sionals and the residents have high expectations for the
participation budget that will be set up. Experiences
from elsewhere indicate that it can increase the impact
of appealing to personal responsibility, particularly in
combination with decision-making powers with a mu-
nicipal framework.28
“
“
Photo: Street view in Tarwewijk.
14. 14
Endnotes
1. Speech at the annual conference of the Nicis Institute, October 2007.
2. Compare to: Igno Pröpper, De aanpak van interactief beleid: elke situatie is anders [The interactive policy
approach: every situation is different], Coutinho, third revised edition 2009 (first edition 1999).
3. Letter from the Minister of Housing, Communities and Integration to the Dutch House of Representatives, 3
November 2009 (Parliamentary Papers 2009-2010, 30 998, no. 75).
4. See: Leiden University Crisis Research Center, Een drugsscene op Zuid (de Millinxbuurt) [A drug scene in
Rotterdam South (the Millinxbuurt neighborhood], 2000.
5. The political assassination of Fortuyn in March 2002 led to responses of shock and even violence in the Neth-
erlands. The murder in the generally so ‘uneventful’ Dutch political climate also received extensive coverage
in the international media.
6. The city districts of Rotterdam are sub-municipalities that fall under the municipality of Rotterdam. The Rot-
terdam municipal government has delegated a number of tasks and powers to the city districts. The primary
emphasis is on welfare and the quality of outdoor spaces.
7. The neighborhood development company is an alliance between project developer AM Wonen, housing cor-
poration De Nieuwe Unie (now Woonstad Rotterdam) and the city district of Charlois.
8. See: Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment (Housing, Communities and Integration),
Herover het vastgoed, herover de wijk [Regain control of the property, regain control of the neighborhood],
July 2009, p 6: 7 percent (about 370) of the total number of residential units have been acquired; 230 of those
are being renovated and about 120 houses have been demolished. Housing association De Nieuwe Unie pur-
chased about 350 houses.
9. Named after Opzoomer Street in Het Nieuwe Westen, a district in the west of Rotterdam.
10. City of Rotterdam, Plan van aanpak: Mensen maken de Stad, Sociale Integratie... Zo gaan we dat doen [Ac-
tion Plan: People Make the City, Social Integration... That’s how we’ll do it], 8 June 2003.
11. The annual Safety Index is a ‘barometer’ that compiles various data sources into a single safety index figure
for all of Rotterdam and for the individual city districts. The index is based on the subjective perceptions
of 10,000 Rotterdam residents and on data from the police department, fire department, Roteb (municipal
cleaning department) and other municipal services. The opinions of the population receive the most weight.
The Social Index assesses the social quality of the various parts of the city based on capacities, living environ-
ment, participation and social engagement.
12. See also: Woonstad Rotterdam, City District of Charlois, Municipality of Rotterdam, Opgroeien in de Stad,
een kindvriendelijke Tarwewijk [Growing up in the City, a child- friendly Tarwewijk], Rotterdam, November
2008.
13. See: Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment (Housing, Communities and Integration),
Actieplan Krachtwijken, van Aandachtswijk naar Krachtwijk [Action Plan for Empowered Neighborhoods,
from Priority Neighborhood to Empowered Neighborhood], July 2007. The Action Plan for Empowered
15. 15
Neighborhoods aims to transform 40 priority neighborhoods back into ‘empowered neighborhoods’ within 8
to 10 years. These neighborhoods would be places where people have opportunities and are eager to live there
again.
14. See: City District of Charlois, Actieplan Tarwewijk 2007-2010: Actieplan voor een gebiedsgerichte aanpak
[Action Plan for Tarwewijk 2007-2010: Action plan for a targeted regional approach], 2007.
15. See: Woonstad Rotterdam, City District of Charlois, Municipality of Rotterdam, Opgroeien in de stad [Grow-
ing up in the city], November 2008.
16. Practical research on experiments also confirms this impression in other municipalities. See: Letter from the
Minister of Housing, Communities and Integration to the Dutch House of Representatives, 3 November 2009
(Parliamentary Papers 2009-2010, 30 998, no. 75).
17. Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment (Housing, Communities and Integration), Actie-
plan Krachtwijken, van Aandachtswijk naar Krachtwijk [Action Plan for Empowered Neighborhoods, from
Priority Neighborhood to Empowered Neighborhood], July 2007.
18. Parliamentary Papers 2009-2010, 30 998, no. 75.
19. Compare to: Tilburg University, Tilburg School of Politics and Public Administration, Nogmaals aandacht
voor bewonersparticipatie, Een tweede meting van de bevordering van bewonersparticipatie in de kracht-
wijkenaanpak [Another look at resident participation, A second assessment of the promotion of resident
participation in the empowered neighborhoods approach], November 2009, p 9. This document refers to the
support base, the quality of the neighborhood action plans and the implementation.
20. City District of Charlois, Wijk Actieprogramma Sociaal 2008-2010 [Social Neighborhood Action Program
2008-2010], p 3.
21. This dialogue partner considers ‘tools’ to include subsidies and facilities for arranging a loan to cover home
improvements. Compulsory measures are also available: the municipality can cite the resident, as a last re-
sort.
22. This is not unique to Tarwewijk. Many Dutch neighborhoods are familiar with this situation. The turnover
rate in some neighborhoods in the municipality of Deventer is 50 percent per year (NRC Handelsblad, ‘Nieu-
we democratie komt van de wijkbewoners zelf’ [New democracy comes from the local residents themselves],
February 27, 2010).
23. The dialogue partner is referring to the Intervention Team.
24. See: Igno Pröpper, De aanpak van interactief beleid: Elke situatie is anders [The interactive policy approach:
Every situation is different], Coutinho, 2009, p 23 and 24.
25. www.ovdbtarwewijk.nl
26. SenterNovem, Energiebesparing in de Tarwewijk, projectplan energiebesparing middels gedragsverander-
ing [Energy savings in Tarwewijk, project plan for saving energy through lifestyle change], undated.
27. ‘Bewoners hebben te weinig macht’ [Residents do not have enough power], in: de Pers, 6 February 2010, and
16. 16
‘Bewoners achterstandswijken achter manifest’ [Residents of disadvantaged neighborhoods are behind mani-
festo], in: het Parool, 6 February 2010.
28. For instance: Partners+Pröpper, Wanneer werkt participatie, Een onderzoek bij de gemeenten Dordrecht
en Leiden naar de effectiviteit van burgerparticipatie en inspraak [When does participation work? A study
of the effectiveness of citizen engagement and participation in the municipalities of Dordrecht and Leiden],
commissioned by Nicis, 2006.
Bibliography
DOCUMENTS
• Brief van de minister voor Wonen, Wijken en Integratie aan de Tweede Kamer, 3 november 2009 (Tweede
Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 30 998, nr. 75).
• Crisis Onderzoek Team Universiteit Leiden, Een drugsscene op Zuid (de Millinxbuurt), 2000.
• Deelgemeente Charlois, Actieplan Tarwewijk 2007-2010: Actieplan voor een gebiedsgerichteaanpak, 2007.
• Deelgemeente Charlois, Wijk Actieprogramma Sociaal 2008-2010.
• Gemeente Rotterdam, Plan van aanpak: Mensen maken de Stad, Sociale Integratie... Zo gaan we dat doen, 8
juni 2003.
• Bewoners achterstandswijken achter manifest, in: het Parool, 6 februari 2010.
• Igno Pröpper, De aanpak van interactief beleid: elke situatie is anders, Coutinho, derde, herziene druk 2009
(eerste druk 1999).
• Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (Wonen, Wijken en Integratie), Actie-
plan Krachtwijken, van Aandachtswijk naar Krachtwijk, juli 2007.
• Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (Wonen, Wijken en Integratie),
Herover het vastgoed, herover de wijk, juli 2009.
• SenterNovem, Energiebesparing in de Tarwewijk, projectplan energiebesparing middels gedragsverander-
ing, niet gedateerd (no date).
• Bewoners hebben te weinig macht, in: de Pers, 6 februari 2010.
• Universiteit Tilburg, Tilburgse School voor Politiek en Bestuur, Nogmaals aandacht voor bewonerspartici-
patie, Een tweede meting van de bevordering van bewonersparticipatie in de krachtwijkenaanpak, novem-
ber 2009.
• Woonstad Rotterdam, deelgemeente Charlois, gemeente Rotterdam, Opgroeien in de Stad, een kindvriendeli-
jke Tarwewijk, Rotterdam, november 2008.
17. 17
• Partners+Pröpper, Wanneer werkt participatie, Een onderzoek bij de gemeenten Dordrecht en Leiden naar
de effectiviteit van burgerparticipatie en inspraak, in opdracht van Nicis Institute, 2006.
• Wijdeven, T.M.F. van de, & Hendriks, F. (2009). A little less conversation, a little more action: Real-life ex-
pressions of vital citizenship in city neighborhoods. In W.C.M. van Niekerk, F. Hendriks, & W.G.J. Duyvendak
(Eds.), City in sight: Dutch dealings with urban transformation (pp. 121-140). Amsterdam: Amsterdam
University Press (in English).
WEBSITES
• http://international.vrom.nl (Ministery of Housing, Spational Planning and the Environment in English).
• www.rotterdam.nl (City of Rotterdam, also in English, see the ‘EN’ button).
• www.charlois.rotterdam.nl (City District of Charlois, Dutch only).