5. 5
“I do not know any other poet whose work had
been identified with so many different and
contradictory schools or movements”
A.L. Sötemann (1973)
Etiketten voor Nijhoff
6. 6
“I do not know any other poet whose work had
been identified with so many different and
contradictory schools or movements”
A.L. Sötemann (1973)
Etiketten voor Nijhoff
“‘Awater’ is een zakje waarin zovelen hun eigen
duiten hebben trachten te stoppen, dat het
uiteengebarsten is en er allen nog maar losse
flarden resten”
7. 7
“Geen enkele Nederlandse schrijver heeft zoveel
etiketten naar zijn hoofd gekregen als Martinus
Nijhoff: romanticus, symbolist, decadent,
expressionist, cubist, magisch-realist, enzovoort”
Ton Anbeek (1985)
Etiketten voor Nijhoff
8. 8
Verklaring:
“Ambiguïteit is een
wezenskenmerk van Nijhoffs
poëzie”
“Een van de essentiële
eigenschappen van Nijhoffs
poëzie is haar meerduidigheid”
Wiljan van den Akker (1991)
Etiketten voor Nijhoff
9. 9
Verklaring:
“Ambiguïteit is een
wezenskenmerk van Nijhoffs
poëzie”
“Een van de essentiële
eigenschappen van Nijhoffs
poëzie is haar meerduidigheid”
Wiljan van den Akker (1991)
Etiketten voor ‘Awater’
Het Chanson de Roland
Van Ostaijen
Ovidius
Rimbaud
De Rattenvanger van Hamelen
Hans Christiaan Andersen
Gerard de Nerval
Jean Cocteau
James Joyce
A. den Doolaard
De graallegende
Roland Holst
Milton
Guillaume Apollinaire
T.S. Eliot
Jules Romains
Oswald Spengler
Jung
Freud
Thomas Mann
Saint John Perse
Marcel Proust
Petrarca
Oude testament
Nieuwe testament
Reminiscenties:
10. 10
Verklaring:
“Ambiguïteit is een
wezenskenmerk van Nijhoffs
poëzie”
“Een van de essentiële
eigenschappen van Nijhoffs
poëzie is haar meerduidigheid”
Wiljan van den Akker (1991)
Etiketten voor ‘Awater’
Het Chanson de Roland
Van Ostaijen
Ovidius
Rimbaud
De Rattenvanger van Hamelen
Hans Christiaan Andersen
Gerard de Nerval
Jean Cocteau
James Joyce
A. den Doolaard
De graallegende
Roland Holst
Milton
Guillaume Apollinaire
T.S. Eliot
Jules Romains
Oswald Spengler
Jung
Freud
Thomas Mann
Saint John Perse
Marcel Proust
Petrarca
Oude testament
Nieuwe testament
Reminiscenties:
Symptomatische betekenissen
11. 11
Etiketten voor ‘Awater’
Het Chanson de Roland
Van Ostaijen
Ovidius
Rimbaud
De Rattenvanger van Hamelen
Hans Christiaan Andersen
Gerard de Nerval
Jean Cocteau
James Joyce
A. den Doolaard
De graallegende
Roland Holst
Milton
Guillaume Apollinaire
T.S. Eliot
Jules Romains
Oswald Spengler
Jung
Freud
Thomas Mann
Saint John Perse
Marcel Proust
Petrarca
Oude testament
Nieuwe testament
Reminiscenties:
Symptomatische betekenissen
1981
16. 16
Voorbeeld: Theo de Boer, ‘Awater als plaatsvervanger’
‘de sleutel tot het gedicht’ (p.946)
‘de centrale betekenis van het gedicht’ (p.946)
‘de eerste drie regels […] lijken op het eerste gezicht
raadselachtig’, maar… ‘wat op eerste gezicht raadselachtig
lijkt, blijkt op hogere abstractieniveau van de veronderstelde
eenheid van het gedicht verklaarbaar te zijn’ (p.950)
Frames verklaren symptomatische betekenissen
17. 17
Voorbeeld: Theo de Boer, ‘Awater als plaatsvervanger’
‘de sleutel tot het gedicht’ (p.946)
‘de centrale betekenis van het gedicht’ (p.946)
‘de eerste drie regels […] lijken op het eerste gezicht
raadselachtig’, maar… ‘wat op eerste gezicht raadselachtig
lijkt, blijkt op hogere abstractieniveau van de veronderstelde
eenheid van het gedicht verklaarbaar te zijn’ (p.950)
Frames verklaren symptomatische betekenissen
De modernistische literaire denkstijl
18. 18
Voorbeeld: Theo de Boer, ‘Awater als plaatsvervanger’
Frames verklaren symptomatische betekenissen
Modernistisch frame verraadt zich ook in aanpak en
interpretatie:
• Complementaire benadering: aansluiten bij eerdere
commentatoren, hun observaties gebruiken; interpretatie
als een doorgaans proces, op weg naar een ‘definitieve’,
‘juiste’ betekenis; lezen als ‘analyse’….
• Doel van interpretatie is de (hogere) orde van de tekst
bloot leggen
19. 19
Voorbeeld: Wiljan van den Akker over ‘Awater’
‘Awater handelt […] over de fundamentele vervreemding van
de mens in de moderne wereld’ (p.26).
‘De wereld is een woestijn, onleefbaar, en de enige manier
om zin aan het bestaan te geven is illusies projecteren en de
werkelijkheid te mythologiseren’ (p.26).
Frames verklaren symptomatische betekenissen
20. 20
Voorbeeld: Wiljan van den Akker over ‘Awater’
‘Awater handelt […] over de fundamentele vervreemding van
de mens in de moderne wereld’ (p.26).
‘De wereld is een woestijn, onleefbaar, en de enige manier
om zin aan het bestaan te geven is illusies projecteren en de
werkelijkheid te mythologiseren’ (p.26).
Frames verklaren symptomatische betekenissen
De modernistische sociaal-culturele denkstijl
21. Casus: twee interpretaties van ‘De moeder de vrouw’
A.L. Sötemann, ‘De moeder de vrouw. Een analyse
in twee etappes’. In: De nieuwe taalgids 1968
Yra van Dijk, ‘Midden in de oneindigheid’.
In: Nederlandse letterkunde 2002.
Frames verklaren symptomatische betekenissen
22. De moeder de vrouw
1 Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
2 Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
3 die elkaar vroeger schenen te vermijden,
4 worden weer buren. Een minuut of tien
5 dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken,
6 mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd –
7 laat mij daar midden uit de oneindigheid
8 een stem vernemen dat mijn oren klonken.
9 Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
10 kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
11 Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer,
12 en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
13 O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
14 Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.
Frames verklaren symptomatische betekenissen
23. De moeder de vrouw
1 Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
2 Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
3 die elkaar vroeger schenen te vermijden,
4 worden weer buren. Een minuut of tien
5 dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken,
6 mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd –
7 laat mij daar midden uit de oneindigheid
8 een stem vernemen dat mijn oren klonken.
9 Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
10 kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
11 Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer,
12 en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
13 O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
14 Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.
24. “De tweede zin lijkt de banaliteit zelve. Syntactisch en ritmisch al
even onopvallend, en qua inhoud een haast ontstellende anti-
climax”.
(p.144) Verwachtingspatroon:
- Poëzie is niet banaal
- In poëzie wordt iets opvallends gezegd
25. “De tweede zin lijkt de banaliteit zelve. Syntactisch en ritmisch al
even onopvallend, en qua inhoud een haast ontstellende anti-
climax”.
(p.144) Verwachtingspatroon:
- Poëzie is niet banaal
- In poëzie wordt iets opvallends gezegd
“Na de bedrieglijk simpele inzet heeft Nijhoff in een zin de lezer geconfonteerd
met een heel complex van zwaar aangezette raadselachtigheden”.
(p.145)
“Wanneer men met dit inzicht gewapend ‘De moeder de vrouw’ opnieuw bekijkt,
verschuiven vele zaken, en krijgen de veronderstelde banaliteiten een diepere zin”
(p.148-9)
MAAR:
26. “Zo bezien is ‘De moeder de vrouw’ een gaaf, volledig coherent,
complex gedicht, waarin alle aspecten hun volkomen
doorzichtige functie hebben, en waarin het octaaf allerminst een
omslachtige en weinig gemotiveerde introductie vormt”
(p.151)
Sötemann
27. Sötemann
“Zo bezien is ‘De moeder de vrouw’ een gaaf, volledig coherent,
complex gedicht, waarin alle aspecten hun volkomen
doorzichtige functie hebben, en waarin het octaaf allerminst een
omslachtige en weinig gemotiveerde introductie vormt”
(p.151)
28. “… de laatste terzine, die toch evident de kern van het gedicht is…”
(p.149)
• Autonomie
• Coherent / innerlijke samenhang
• In-zichzelf-gesloten
Sötemann
29. Van Dijk vs Sötemann
“Sötemann accepteert de tegenstrijdigheden niet en wil ze oplossen. Hij
ging uit van het […] principe dat het literaire werk een eenheid is van
onderling samenhangende elementen, en wilde dus niet berusten in het
bestaan van […] losse eindjes […]. Sötemann meent dat de splinters en
brokken‘waaruit Nijhoffs tekst bestaat, kunnen worden samengevoegd bij
een symbolische lezing van het gedicht. In zijn vernuftige poging om een
sluitende interpretatie te vinden, werkt Sötemann alle ‘ongerijmdheden’
weg”
(p.173-4)
31. - Gericht op ‘open plekken’
- De tekst niet sluiten, maar openen
Van Dijk
32. - Gericht op ‘open plekken’
- De tekst niet sluiten, maar openen
Van Dijk
Van Dijk probeert de
constructie van de
(klassieke) tekst te
deconstrueren
33. Frames verklaren symptomatische betekenissen
Sötemanns interpretatie is
modernistisch geïnformeerd
Van Dijks interpretatie is
postmodernistisch geïnformeerd
38. 38
Ideaaltypische interpretaties I:
het romantische frame
Nijhoff door een romantische bril:
het gedicht als expressie
Frames voorspellen symptomatische betekenissen
44. 44
Ideaaltypische interpretaties II:
het realistische frame
Nijhoff door een realistische bril: de
dichter als ‘mens’
Frames voorspellen symptomatische betekenissen
45. 45
Ideaaltypische interpretaties II:
het realistische frame
Poëtica (literaire denkstijl):
o De literaire tekst wordt opgevat als een representatie van de werkelijkheid en als
onderdeel van de geschiedenis; de tekst presenteert een wereld die de lezer kan
herkennen. Aan de kennismaking met die fictionele wereld kan de lezer
consequenties verbinden voor de manier waarop hij naar zijn eigen wereld kijkt.
o Het lezen van een literaire tekst wordt opgevat als een reconstructie; de lezer
reconstrueert de reële samenhang van de elementen van de fictie door na te
gaan welke plaats die elementen innemen (of zouden kunnen innemen) in de
werkelijkheid achter de fictie.
o De belangrijkste poëticale norm die in het realistische frame geldt, is de norm
van menselijkheid: goede fictie maakt de abstracties van de geschiedenis
invoelbaar door echte, herkenbare mensen op te voeren als actoren in die
geschiedenis.
Referentiekader (sociaal-culturele denkstijl):
o Het realistische referentiekader wordt bepaald door een aantal metaforische
opposities die samengenomen kunnen worden onder de overkoepelende
tegenstelling menselijk-onmenselijk
De term ‘menselijk’ veronderstelt de subteksten van de medische
wetenschap en de psychologie en zij verwijst naar de verworvenheden of
de idealen van de moderne democratiserings- en emancipatiebewegingen.
Connotaties: vitaal, natuurlijk, hartstochtelijk, rechtvaardig,
zelfbeschikkend, individualistisch…
De term ‘onmenselijk’ verwijst naar de schaduwzijden van de
modernisering die correctie behoeven: een op drift geraakte moderniteit
die slachtoffers maakt.
Connotaties: onderdrukking, beheersing, uitbuiting, onrecht,
hypocrisie…
46. 46
Ideaaltypische interpretaties II:
het realistische frame
Poëtica (literaire denkstijl):
o De literaire tekst wordt opgevat als een representatie van de werkelijkheid en als
onderdeel van de geschiedenis; de tekst presenteert een wereld die de lezer kan
herkennen. Aan de kennismaking met die fictionele wereld kan de lezer
consequenties verbinden voor de manier waarop hij naar zijn eigen wereld kijkt.
o Het lezen van een literaire tekst wordt opgevat als een reconstructie; de lezer
reconstrueert de reële samenhang van de elementen van de fictie door na te
gaan welke plaats die elementen innemen (of zouden kunnen innemen) in de
werkelijkheid achter de fictie.
o De belangrijkste poëticale norm die in het realistische frame geldt, is de norm
van menselijkheid: goede fictie maakt de abstracties van de geschiedenis
invoelbaar door echte, herkenbare mensen op te voeren als actoren in die
geschiedenis.
Referentiekader (sociaal-culturele denkstijl):
o Het realistische referentiekader wordt bepaald door een aantal metaforische
opposities die samengenomen kunnen worden onder de overkoepelende
tegenstelling menselijk-onmenselijk
De term ‘menselijk’ veronderstelt de subteksten van de medische
wetenschap en de psychologie en zij verwijst naar de verworvenheden of
de idealen van de moderne democratiserings- en emancipatiebewegingen.
Connotaties: vitaal, natuurlijk, hartstochtelijk, rechtvaardig,
zelfbeschikkend, individualistisch…
De term ‘onmenselijk’ verwijst naar de schaduwzijden van de
modernisering die correctie behoeven: een op drift geraakte moderniteit
die slachtoffers maakt.
Connotaties: onderdrukking, beheersing, uitbuiting, onrecht,
hypocrisie…
50. 50
Ideaaltypische interpretaties III:
het avant-gardistische frame
Nijhoff door een avant-
gardistische bril: strijdbaarheid en
verandering
Frames voorspellen symptomatische betekenissen
51. 51
Ideaaltypische interpretaties III:
het avant-gardistische frame Poëtica (literaire denkstijl):
o De literaire tekst wordt opgevat als een interventie: hij grijpt in in het leven van de lezer doordat
hij die lezer confronteert met vormen en uitdrukkingswijzen die zodanig nieuw en ongewoon zijn
dat ze desoriënterend en activerend werken.
o Het lezen van een literaire tekst wordt opgevat als een confrontatie: de lezer moet zich zien te
verstaan met iets dat hem (nog) niet eigen is, en hij is daarnaar ook op zoek. Lezen is een
activiteit die op (zelf)onderzoek gericht is, niet op amusement, geruststelling of herkenning.
De avant-gardistische leeshouding gaat ervan uit dat een tekst iets in beweging wil
zetten.
De lezer die deze houding aanneemt is er dus op voorbereid dat de tekst hem/zijn
wereldbeeld/zijn verwachtingspatroon kan ontwrichten, dat de tekst een appel op hem
doet.
o De normatieve vooronderstelling die aan de avant-gardistische literaire denkstijl ten grondslag
ligt is dat waardevolle teksten ontregelend zijn: zij confronteren de schrijver en de lezer ervan
met onaangename waarheden, met de ondeugdelijkheid van zijn eigen visie of met het
tekortschieten van zijn instrumenten om de tekst of de wereld te begrijpen.
Referentiekader (sociaal-culturele denkstijl):
o Het avant-gardistische referentiekader wordt bepaald door een aantal metaforische opposities
die samengenomen kunnen worden onder de overkoepelende tegenstelling dynamisch-statisch.
De term ‘dynamisch’ veronderstelt de subtekst van de vooruitgang en zij verwijst naar
het geloof in de realiseerbaarheid van abstracte (politieke, maatschappelijke) idealen en
in de mogelijkheid radicaal te breken met het verleden.
Connotaties: progressief, onderzoekend, nieuwsgierig…
De term ‘statisch’ verwijst naar alles waardoor mensen (in deze visie) buitenspel komen
te staan: nostalgie, traagheid, gehechtheid aan traditie en zekerheden…
Connotaties: conservatief, lui, tevreden…
52. 52
Ideaaltypische interpretaties III:
het avant-gardistische frame Poëtica (literaire denkstijl):
o De literaire tekst wordt opgevat als een interventie: hij grijpt in in het leven van de lezer doordat
hij die lezer confronteert met vormen en uitdrukkingswijzen die zodanig nieuw en ongewoon zijn
dat ze desoriënterend en activerend werken.
o Het lezen van een literaire tekst wordt opgevat als een confrontatie: de lezer moet zich zien te
verstaan met iets dat hem (nog) niet eigen is, en hij is daarnaar ook op zoek. Lezen is een
activiteit die op (zelf)onderzoek gericht is, niet op amusement, geruststelling of herkenning.
De avant-gardistische leeshouding gaat ervan uit dat een tekst iets in beweging wil
zetten.
De lezer die deze houding aanneemt is er dus op voorbereid dat de tekst hem/zijn
wereldbeeld/zijn verwachtingspatroon kan ontwrichten, dat de tekst een appel op hem
doet.
o De normatieve vooronderstelling die aan de avant-gardistische literaire denkstijl ten grondslag
ligt is dat waardevolle teksten ontregelend zijn: zij confronteren de schrijver en de lezer ervan
met onaangename waarheden, met de ondeugdelijkheid van zijn eigen visie of met het
tekortschieten van zijn instrumenten om de tekst of de wereld te begrijpen.
Referentiekader (sociaal-culturele denkstijl):
o Het avant-gardistische referentiekader wordt bepaald door een aantal metaforische opposities
die samengenomen kunnen worden onder de overkoepelende tegenstelling dynamisch-statisch.
De term ‘dynamisch’ veronderstelt de subtekst van de vooruitgang en zij verwijst naar
het geloof in de realiseerbaarheid van abstracte (politieke, maatschappelijke) idealen en
in de mogelijkheid radicaal te breken met het verleden.
Connotaties: progressief, onderzoekend, nieuwsgierig…
De term ‘statisch’ verwijst naar alles waardoor mensen (in deze visie) buitenspel komen
te staan: nostalgie, traagheid, gehechtheid aan traditie en zekerheden…
Connotaties: conservatief, lui, tevreden…
55. 55
• Frames kunnen symptomatische betekenissen verklaren; interpretaties zijn bv
modernistisch of romantisch geïnformeerd, en in de successieve symptomatische
betekenissen van een tekst zijn vaak verschillende frames te herkennen
• Frames kunnen interpretaties voorspellen vanuit een inventarisatie van de
aanknopingspunten die een tekst biedt voor een lectuur vanuit een specifiek frame
(ideaaltypische interpretatie)
• Uitspraken van het type ‘Awater is een modernistische tekst’ of ‘Nijhoff is een
modernist’ zijn essentialistisch en ze doen geen recht aan de dynamiek van de
literatuurgeschiedenis.
Tekstgeschiedenissen en frames