3. 3
Geert Buelens over Van Ostaijen
• de humanitaire dichter vlak na WOII (Walravens)
• De taalgoeroe in de jaren vijftig (Rodenko)
• de autonome geluksdichter in de jaren zestig (De Roover),
• de luchtige goochelaar (Gils),
• de bijna volstrekt onthechte Zen-metafysicus (Van Ruysbeek)
• de Peetvader van de Concrete Poëzie (De Vree)
• de Moeder van alle dandy's (Pink Poets)
• de wegwijzer naar de werkelijkheid (Nieuw-Realisten)
• de uitvinder van het literaire cabaret (Lanoye)
• de subliem-subversieve experimentator (Van Bastelaere)
“Van Ostaijen has been there, done that”... (p.36)
8. 8
“Voor ons is, tegenwoordig, de Reinaert
synoniem met noties als anti-autoritair,
progressief en democratisch. Dit
humanistische Reinaertbeeld is bij ons zo
diep geworteld dat we ons nauwelijks
kunnen voorstellen dat iemand op een
ándere wijze tegen de Reinaert zou kunnen
aankijken. En toch blijkt, niet meer dan één
generatie terug, een Reinaert te hebben
gefungeerd als literaire legitimering van vuig
fascisme”.
Reinaert-bewerking door Robert van Genechten: Jodocus de neushoorn,
pleitbezorger van de rassenvermenging
F.P. van Oostrom, ‘Reinaert en de NSB’. In:
Literatuur 1, 1984. p.28-33.
Politieke toe-eigening I
14. J.H. Leopold (1865-1925)
Paul van Ostaijen (1896- 1928)
Her-labeling: toe-eigening van ‘voorlopers’
Tonnus Oosterhoff (1953)
Erik Spinoy (1960)
15. J.H. Leopold (1865-1925)
Paul van Ostaijen (1896- 1928)
Het historisch
postmodernisme annexeert
grote voorgangers
Her-labeling: toe-eigening van ‘voorlopers’
Tonnus Oosterhoff (1953)
Erik Spinoy (1960)
16. J.H. Leopold (1865-1925)
Paul van Ostaijen (1896- 1928)
Het historisch
postmodernisme annexeert
grote voorgangers
herleest ze door een
postmoderne bril
Her-labeling: toe-eigening van ‘voorlopers’
Tonnus Oosterhoff (1953)
Erik Spinoy (1960)
17. De dynamiek van de toe-
eigening
• Aan herlezingen van historische teksten ligt het verlangen (of de neiging)
ten grondslag zich de tekst toe te eigenen
• ‘Her-labeling’ van auteurs (cf. bv. ‘Leopold is een postmoderne dichter
avant la lettre’) is als vorm van toe-eigening onderdeel van de profilering
en de ‘strijd’ van generaties en stromingen (bv. het historisch
postmodernisme)