SlideShare a Scribd company logo
1 of 27
4
Het interpreteren en schrijven van gedichten
Weet je een aantal kenmerken te noemen van poëzie? Een van de kenmerken is het verdelen van de tekst in strofen, zeg maar de alinea’s van de poëzie Hieronder staat een prozatekst, maar eigenlijk is deze tekst een gedicht. Hoe zou de dichter deze tekst in strofen hebben verdeeld? Ik schrijf gedichten als dunne bomen. Wie kan zo mager praten met de taal als ik? Misschien is mijn vader gierig geweest met het zaad. Ik heb hem nooit gekend die man. Ik heb nooit een echt woord gehoord of het deed pijn. Om pijn te schrijven heb je weinig woorden nodig.
Ik  schrijf gedichten als dunne bomen   Wie kan zo mager praten met de taal als ik?   Misschien is mijn vader gierig geweest met het zaad.   Ik heb hem nooit gekend die man.   Ik heb   nooit een echt woord gehoord of het deed pijn.   Om pijn te schrijven heb je  weinig woorden nodig.   Jan Arends  
Lees het gedicht ‘Metamorfose’ van Bernlef   Als alles kits is, de kachel naar bed de kinderen in de kolenkit ga ik rustig aan tafel zitten huilen met de lamp aan net zolang tot ik een koe ben.   Ik zal de dag prijzen waarop ik voor het eerst boe zal roepen  en in het groene gras happen    
De schrijver is niet tevreden met zijn bestaan en zou graag iets anders willen zijn. Maar voor het zover is, moet een aantal zaken in orde zijn.   Verplaats jezelf in een situatie waarin je bedenkt dat je graag iets anders zou doen of iemand anders zou willen zijn. Bedenk ook welke zaken in jouw geval dan op orde moeten zijn. Herschrijf vervolgens het gedicht.
Kijk de foto hieronder. Beantwoord de volgende vragen: Welk gevoel roept de foto bij je op? Welke associatie heb je? Welk aspect van de foto treft je het meest? Wat is het verhaal achter de foto?   Beantwoord eerst de vragen individueel.  We gaan de antwoorden daarna gezamenlijk bespreken.
Een trage lauwe regen Een troebel ochtenduur Een vreugdeloze zegen Een trage, lauwe regen De mannen stonden tegen de veelbesproken muur Een trage, lauwe regen Een troebel ochtenduur Welk gevoel roept dit gedicht bij je op? Welke associatie heb je? Wat is de belangrijkste regel? Waar gaat dit gedicht over?   Beantwoord de vragen eerst individueel.  We gaan ze daarna weer gezamenlijk bespreken              
CHANGEMENT DE DÉCOR Zoals de dag als een………….. in mijn kamer wordt geschoven worden de rode zegels van………………. door snelle messen zonlicht losgebroken huizen slaan traag hun ogen op en……………….vallen doodsbleek uit hun banen terwijl de zwijgende schildwachten nachtdroom en dagdroom haastig elkaar hun plaatsen afstaan legt het vuurpeloton van………………… bedaard op mij aan Welke woorden zou jij invullen op de lege plekken? Bespreek nu met zijn vieren welke woorden die jullie individueel hebben ingevuld je de beste van het groepje vindt. Daarna lezen we de groepsgedichten voor en kijken we wat uiteindelijk de mooiste vondsten zijn. Ten slotte krijg je het oorspronkelijke gedicht.  Kijk maar of er overeenkomsten zijn.  
CHANGEMENT DE DÉCOR     Zoals de dag als een dreigbrief in mijn kamer wordt geschoven worden de rode zegels van de droom door snelle messen zonlicht losgebroken   huizen slaan traag hun ogen op en sterren vallen doodsbleek uit hun banen   terwijl de zwijgende schildwachten nachtdroom en dagdroom haastig elkaar hun plaatsen afstaan legt het vuurpeloton van de twaalf nieuwe uren bedaard op mij aan   Ellen Warmond
Vragen bij het gedicht   Welk gevoel roept dit gedicht bij je op? Welke associatie heb je? Wat is de belangrijkste regel? Waar gaat dit gedicht over?   Beantwoord de vragen eerst individueel. We gaan ze daarna weer gezamenlijk bespreken.   Beantwoord nu de volgende vragen: Wat wil de dichter met het gedicht vertellen?  Welke boodschap wil ze aan je geven? Welke middelen gebruikt ze om dat te bewerkstelligen?  (woorden, vergelijkingen, beelden, de volgorde waarin wordt verteld, klanken, enzovoort).                                
http://www.youtube.com/watch?v=Mq4Mby5rGd4
Twijfellied Doe ik wat ik kan? Kan ik wat ik doe? Denk ik: kan ik wat ik doe dan voel ik mij zo moe. Moet ik wat ik denk? Denk ik dat ik moet? Moet ik wat ik wil en doe ik wat ik moet wel goed? Zeg ik wat ik wil? Wou ik wat ik zei? Wou ik ook bij jou wat jij zei dat je wou bij mij? Hou ik dan van jou? Wou je dat ik zou? Weet ik dat ik zei dat ik het zou wanneer ik wou? Weet ik wat ik ben? Ben ik wat ik weet? Weet ik wat ik ken en wat ik kon als ik dat deed? Mag ik wat ik wil? Wil ik wat ik mag? Dacht ik wat ik wou en wat ik mocht dat ik dat zag? Weet ik wat ik zie? Zie ik wat ik zul? Zul ik wat ik kannen zou en weet ik dat ik lul? Wul ik wat ik kou? Kauw ik wat ik eet? Weet ik wat ik at en deed ik dat als ik dat deed? Voel ik wat ik heb? Hoel ik wat ik veb? Zoel ik wat ik doe wanneer ik dee dat ik het deb? Zoals ik dat zei zeik ik dat weer zo. Wul ik dat ik kon dat ik zol donken wat ik ko! Ho... Joke van Leeuwen Uit: Vier manieren om op iemand te wachten. Querido, Amsterdam, 2001
★ Er zit een opvallende regelmaat in dit gedicht.  De dichteres heeft het knap in elkaar gezet.  Hoe heeft ze dat aangepakt? ★ Welke vragen stel je jezelf ook wel eens? ★ Welke vragen vind je het moeilijkst? ★ Op een gegeven moment begint de taal van het gedicht eigenaardig te worden. Waar gebeurt dat en hoe zou dat komen? ★ Waarom eindigt het gedicht met ‘Ho…’?
Sprookje Haar zusjes lagen recht en broos. Ze waren mooi en eindeloos. Zo hoort dat bij een lijn. Zij was zo anders dan die twee. Ze strekte slechts van A tot B en dat kan tragisch zijn. Zij liep dus niet oneindig door en mannen vallen daar niet voor. Zo bleef ze triest alleen. Tot op een dag in volle vaart een knappe prins op dito paard ineens aan haar verscheen. De prins hield halt en zag haar staan. Hij keek haar diep verlangend aan, zijn ogen vol geluk. Hij vroeg haar:‘Liefste, ga je mee? Jij bent voor mij van A tot B gewoon een lekker stuk!’ -----A B----- -----•----------•----- Lijnstuk AB is een eindig deel van een rechte lijn Marjolein Kool Uit: Drs. P & Marjolein Kool – Wis-en natuurlyriek. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 2000
Samen met Marjolein Kool publiceerde Drs. P Wis- en natuurlyriek. De gedichten in deze grappige bundel gaan over zaken die je niet zo gauw verwacht in poëzie: cirkels, driehoeken, hoogte- en zwaartelijnen, H20, kwadraten en allerlei andere bètaonderwerpen die op school behandeld worden. ★ Waaraan zie je dat ‘Sprookje’ een uitstekende titel voor dit gedicht is? ★ Dat de twee zusjes in regel 1 liggen, is niet zo vreemd.  Dat het derde zusje in regel 13 staat, is verrassend, maar als je verder leest ook wel weer begrijpelijk. Hoezo? ★ In welke regel zit de grap van het gedicht?
Elfje Gedicht dat uit elf woorden bestaat. De regels ervoor luiden:Eerste regel: één woord. Het woord roept een  bepaalde sfeer op. Tweede regel: een associatie in twee woorden (vb een zelfstandig naamwoord en een bijvoeglijk naamwoord). Derde regel: in drie woorden iets meer vertellen over het beginwoord. Vierde regel: een reactie in vier woorden met een werkwoord erin.Vijfde regel: één woord. Er wordt een conclusie getrokken. Voorbeeld: 1.					2. geel 					water	de ogen				wie gaatin het donker				ik ben eerstzijn het misschien kattenogen	wat is het lekkermiauw					vakantie
160 Een 160 is een tekst die bestaat uit precies 160 tekens, inclusief spaties: precies de lengte van een sms'je. Het wordt ook wel de haiku van de 21e eeuw genoemd.Ik weet het niet, groeien.Net boom, komt de bijl.Als kip: een paar weken.Mens wordt niet mooier.Groeien: niet doen!Maar moet het, dan krom,richting aarde.-----------------------------------------uit: 'NRC Handelsblad'20 december 2008. Schrijver: Anton Korteweg
Tien tips. 1.Vermijd clichés.Een nieuw gedicht moet iets toevoegen aan de bestaande, dus geen uitdrukkingen gebruiken die veel mensen al hebben gebruikt!  Liever niet:Ik houd van jouik blijf je trouw 2.Als je wilt rijmen rijm dan goed.Dus niet:Jij bent warm als de zomer.Mag ik weer eens bij je komen.Maar:Je bent de jongen van mijn dromen.Mag ik weer eens bij je komen.
3.Zet op het eind van een regel een woord waar je makkelijk op rijmen kunt.Dus niet:Je krijgt van mij een gouden ketting.  Maar:Je krijgt een gouden ketting van mij.  Op mij rijmt blij, vrij enz.  4.Zorg voor een goed ritme; let op accenten of tel de lettergrepen. Valentijn, ValentijnIk zag je in de late treinValentijn, ValentijnIk wil zo heel graag bij je zijn  Als je het hardop leest, hoor je het ritme van de zinnen.
5.Maak niet een lange zin en dan weer een heel korte zin.Dus niet: Valentijn ik houd van jou.Wil je me laten weten wanneer  trouwen we nou?  Maar: Valentijn ik houd van joumaak me tot je vrouw  6.Als je gaat dichten, hoef je niet met de eerste regel te beginnen, schrijf op wat je het eerste binnenvalt. Ga daarna aan de zinnen sleutelen en wees niet te snel tevreden met het resultaat. 7.Maak het gedicht bijzonder, zodat de degene voor wie het is, zich vereerd voelt. Je wilt tenslotte indruk maken. Je kunt bijvoorbeeld zijn/haar naam in het gedicht verwerken.
8.Zorg dat een gedicht logisch is.  Zodat de lezer begrijpt wat er wordt bedoeld.
9. Vermijd vreemde vergelijkingen.  Dus als je warm wordt van iemand,  schrijf dan niet:  Ik zag jou staan mijn lieve Valentijnen werd zo warm als een woestijn. Ga ook geen dingen beweren die iemand in verlegenheid kunnen brengen. Een zin die vaak gebruikt wordt, is:   Ik kan niet leven zonder jou.  Ik zou zo'n zin niet gebruiken.  Je zet er iemand mee onder druk en vaak is het ook niet waar.  Je kunt best zonder diegene leven.  Misschien heb je even verdriet als iemand je niet ziet zitten, maar na een tijdje gaat het leven gewoon weer verder.
10.Lees het gedicht hardop voor, zodat je hoort hoe het klinkt.
Het boekententamen is op maandag 11 april. Neem de stof in Eldorado H 1 t/m 6 goed door!!!

More Related Content

Similar to Poezie deel 4

Similar to Poezie deel 4 (20)

Poëzie in de klas ppt
Poëzie in de klas pptPoëzie in de klas ppt
Poëzie in de klas ppt
 
Poezie 1
Poezie 1Poezie 1
Poezie 1
 
Gedichten
GedichtenGedichten
Gedichten
 
Poëzie havo 5 2014
Poëzie havo 5 2014Poëzie havo 5 2014
Poëzie havo 5 2014
 
Poezie havo 5.2014
Poezie havo 5.2014Poezie havo 5.2014
Poezie havo 5.2014
 
Sxrivn is koken in corona
Sxrivn is koken in coronaSxrivn is koken in corona
Sxrivn is koken in corona
 
volgorde van ontleden
volgorde van ontledenvolgorde van ontleden
volgorde van ontleden
 
Analyse van een gedicht
Analyse van een gedichtAnalyse van een gedicht
Analyse van een gedicht
 
Poëzie ppt
Poëzie pptPoëzie ppt
Poëzie ppt
 
Poëzie ppt
Poëzie pptPoëzie ppt
Poëzie ppt
 
Poëzie ppt
Poëzie pptPoëzie ppt
Poëzie ppt
 
Poëzie ppt
Poëzie pptPoëzie ppt
Poëzie ppt
 
Poëzie ppt
Poëzie pptPoëzie ppt
Poëzie ppt
 
Poëzie ppt
Poëzie pptPoëzie ppt
Poëzie ppt
 
Poëzie ppt
Poëzie pptPoëzie ppt
Poëzie ppt
 
Gedichtendag
GedichtendagGedichtendag
Gedichtendag
 
Catullus 4 En 5
Catullus 4 En 5Catullus 4 En 5
Catullus 4 En 5
 
Swingpaleis Nederlandstalige Mix3.Ppt Goede
Swingpaleis   Nederlandstalige Mix3.Ppt GoedeSwingpaleis   Nederlandstalige Mix3.Ppt Goede
Swingpaleis Nederlandstalige Mix3.Ppt Goede
 
Nederlands Poëzie Rutger Steens V5c
Nederlands Poëzie Rutger Steens V5cNederlands Poëzie Rutger Steens V5c
Nederlands Poëzie Rutger Steens V5c
 
Werken met traditionele volkssprookjes in de klas, 26 november 2015. Volksspr...
Werken met traditionele volkssprookjes in de klas, 26 november 2015. Volksspr...Werken met traditionele volkssprookjes in de klas, 26 november 2015. Volksspr...
Werken met traditionele volkssprookjes in de klas, 26 november 2015. Volksspr...
 

Poezie deel 4

  • 1. 4
  • 2. Het interpreteren en schrijven van gedichten
  • 3. Weet je een aantal kenmerken te noemen van poëzie? Een van de kenmerken is het verdelen van de tekst in strofen, zeg maar de alinea’s van de poëzie Hieronder staat een prozatekst, maar eigenlijk is deze tekst een gedicht. Hoe zou de dichter deze tekst in strofen hebben verdeeld? Ik schrijf gedichten als dunne bomen. Wie kan zo mager praten met de taal als ik? Misschien is mijn vader gierig geweest met het zaad. Ik heb hem nooit gekend die man. Ik heb nooit een echt woord gehoord of het deed pijn. Om pijn te schrijven heb je weinig woorden nodig.
  • 4. Ik schrijf gedichten als dunne bomen   Wie kan zo mager praten met de taal als ik?   Misschien is mijn vader gierig geweest met het zaad.   Ik heb hem nooit gekend die man.   Ik heb nooit een echt woord gehoord of het deed pijn.   Om pijn te schrijven heb je weinig woorden nodig.   Jan Arends  
  • 5. Lees het gedicht ‘Metamorfose’ van Bernlef   Als alles kits is, de kachel naar bed de kinderen in de kolenkit ga ik rustig aan tafel zitten huilen met de lamp aan net zolang tot ik een koe ben.   Ik zal de dag prijzen waarop ik voor het eerst boe zal roepen en in het groene gras happen    
  • 6. De schrijver is niet tevreden met zijn bestaan en zou graag iets anders willen zijn. Maar voor het zover is, moet een aantal zaken in orde zijn.   Verplaats jezelf in een situatie waarin je bedenkt dat je graag iets anders zou doen of iemand anders zou willen zijn. Bedenk ook welke zaken in jouw geval dan op orde moeten zijn. Herschrijf vervolgens het gedicht.
  • 7. Kijk de foto hieronder. Beantwoord de volgende vragen: Welk gevoel roept de foto bij je op? Welke associatie heb je? Welk aspect van de foto treft je het meest? Wat is het verhaal achter de foto?   Beantwoord eerst de vragen individueel. We gaan de antwoorden daarna gezamenlijk bespreken.
  • 8. Een trage lauwe regen Een troebel ochtenduur Een vreugdeloze zegen Een trage, lauwe regen De mannen stonden tegen de veelbesproken muur Een trage, lauwe regen Een troebel ochtenduur Welk gevoel roept dit gedicht bij je op? Welke associatie heb je? Wat is de belangrijkste regel? Waar gaat dit gedicht over?   Beantwoord de vragen eerst individueel. We gaan ze daarna weer gezamenlijk bespreken              
  • 9. CHANGEMENT DE DÉCOR Zoals de dag als een………….. in mijn kamer wordt geschoven worden de rode zegels van………………. door snelle messen zonlicht losgebroken huizen slaan traag hun ogen op en……………….vallen doodsbleek uit hun banen terwijl de zwijgende schildwachten nachtdroom en dagdroom haastig elkaar hun plaatsen afstaan legt het vuurpeloton van………………… bedaard op mij aan Welke woorden zou jij invullen op de lege plekken? Bespreek nu met zijn vieren welke woorden die jullie individueel hebben ingevuld je de beste van het groepje vindt. Daarna lezen we de groepsgedichten voor en kijken we wat uiteindelijk de mooiste vondsten zijn. Ten slotte krijg je het oorspronkelijke gedicht. Kijk maar of er overeenkomsten zijn.  
  • 10. CHANGEMENT DE DÉCOR     Zoals de dag als een dreigbrief in mijn kamer wordt geschoven worden de rode zegels van de droom door snelle messen zonlicht losgebroken   huizen slaan traag hun ogen op en sterren vallen doodsbleek uit hun banen   terwijl de zwijgende schildwachten nachtdroom en dagdroom haastig elkaar hun plaatsen afstaan legt het vuurpeloton van de twaalf nieuwe uren bedaard op mij aan   Ellen Warmond
  • 11. Vragen bij het gedicht   Welk gevoel roept dit gedicht bij je op? Welke associatie heb je? Wat is de belangrijkste regel? Waar gaat dit gedicht over?   Beantwoord de vragen eerst individueel. We gaan ze daarna weer gezamenlijk bespreken.   Beantwoord nu de volgende vragen: Wat wil de dichter met het gedicht vertellen? Welke boodschap wil ze aan je geven? Welke middelen gebruikt ze om dat te bewerkstelligen? (woorden, vergelijkingen, beelden, de volgorde waarin wordt verteld, klanken, enzovoort).                                
  • 13. Twijfellied Doe ik wat ik kan? Kan ik wat ik doe? Denk ik: kan ik wat ik doe dan voel ik mij zo moe. Moet ik wat ik denk? Denk ik dat ik moet? Moet ik wat ik wil en doe ik wat ik moet wel goed? Zeg ik wat ik wil? Wou ik wat ik zei? Wou ik ook bij jou wat jij zei dat je wou bij mij? Hou ik dan van jou? Wou je dat ik zou? Weet ik dat ik zei dat ik het zou wanneer ik wou? Weet ik wat ik ben? Ben ik wat ik weet? Weet ik wat ik ken en wat ik kon als ik dat deed? Mag ik wat ik wil? Wil ik wat ik mag? Dacht ik wat ik wou en wat ik mocht dat ik dat zag? Weet ik wat ik zie? Zie ik wat ik zul? Zul ik wat ik kannen zou en weet ik dat ik lul? Wul ik wat ik kou? Kauw ik wat ik eet? Weet ik wat ik at en deed ik dat als ik dat deed? Voel ik wat ik heb? Hoel ik wat ik veb? Zoel ik wat ik doe wanneer ik dee dat ik het deb? Zoals ik dat zei zeik ik dat weer zo. Wul ik dat ik kon dat ik zol donken wat ik ko! Ho... Joke van Leeuwen Uit: Vier manieren om op iemand te wachten. Querido, Amsterdam, 2001
  • 14. ★ Er zit een opvallende regelmaat in dit gedicht. De dichteres heeft het knap in elkaar gezet. Hoe heeft ze dat aangepakt? ★ Welke vragen stel je jezelf ook wel eens? ★ Welke vragen vind je het moeilijkst? ★ Op een gegeven moment begint de taal van het gedicht eigenaardig te worden. Waar gebeurt dat en hoe zou dat komen? ★ Waarom eindigt het gedicht met ‘Ho…’?
  • 15. Sprookje Haar zusjes lagen recht en broos. Ze waren mooi en eindeloos. Zo hoort dat bij een lijn. Zij was zo anders dan die twee. Ze strekte slechts van A tot B en dat kan tragisch zijn. Zij liep dus niet oneindig door en mannen vallen daar niet voor. Zo bleef ze triest alleen. Tot op een dag in volle vaart een knappe prins op dito paard ineens aan haar verscheen. De prins hield halt en zag haar staan. Hij keek haar diep verlangend aan, zijn ogen vol geluk. Hij vroeg haar:‘Liefste, ga je mee? Jij bent voor mij van A tot B gewoon een lekker stuk!’ -----A B----- -----•----------•----- Lijnstuk AB is een eindig deel van een rechte lijn Marjolein Kool Uit: Drs. P & Marjolein Kool – Wis-en natuurlyriek. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 2000
  • 16. Samen met Marjolein Kool publiceerde Drs. P Wis- en natuurlyriek. De gedichten in deze grappige bundel gaan over zaken die je niet zo gauw verwacht in poëzie: cirkels, driehoeken, hoogte- en zwaartelijnen, H20, kwadraten en allerlei andere bètaonderwerpen die op school behandeld worden. ★ Waaraan zie je dat ‘Sprookje’ een uitstekende titel voor dit gedicht is? ★ Dat de twee zusjes in regel 1 liggen, is niet zo vreemd. Dat het derde zusje in regel 13 staat, is verrassend, maar als je verder leest ook wel weer begrijpelijk. Hoezo? ★ In welke regel zit de grap van het gedicht?
  • 17. Elfje Gedicht dat uit elf woorden bestaat. De regels ervoor luiden:Eerste regel: één woord. Het woord roept een bepaalde sfeer op. Tweede regel: een associatie in twee woorden (vb een zelfstandig naamwoord en een bijvoeglijk naamwoord). Derde regel: in drie woorden iets meer vertellen over het beginwoord. Vierde regel: een reactie in vier woorden met een werkwoord erin.Vijfde regel: één woord. Er wordt een conclusie getrokken. Voorbeeld: 1. 2. geel water de ogen wie gaatin het donker ik ben eerstzijn het misschien kattenogen wat is het lekkermiauw vakantie
  • 18. 160 Een 160 is een tekst die bestaat uit precies 160 tekens, inclusief spaties: precies de lengte van een sms'je. Het wordt ook wel de haiku van de 21e eeuw genoemd.Ik weet het niet, groeien.Net boom, komt de bijl.Als kip: een paar weken.Mens wordt niet mooier.Groeien: niet doen!Maar moet het, dan krom,richting aarde.-----------------------------------------uit: 'NRC Handelsblad'20 december 2008. Schrijver: Anton Korteweg
  • 19.
  • 20.
  • 21. Tien tips. 1.Vermijd clichés.Een nieuw gedicht moet iets toevoegen aan de bestaande, dus geen uitdrukkingen gebruiken die veel mensen al hebben gebruikt! Liever niet:Ik houd van jouik blijf je trouw 2.Als je wilt rijmen rijm dan goed.Dus niet:Jij bent warm als de zomer.Mag ik weer eens bij je komen.Maar:Je bent de jongen van mijn dromen.Mag ik weer eens bij je komen.
  • 22. 3.Zet op het eind van een regel een woord waar je makkelijk op rijmen kunt.Dus niet:Je krijgt van mij een gouden ketting. Maar:Je krijgt een gouden ketting van mij. Op mij rijmt blij, vrij enz. 4.Zorg voor een goed ritme; let op accenten of tel de lettergrepen. Valentijn, ValentijnIk zag je in de late treinValentijn, ValentijnIk wil zo heel graag bij je zijn Als je het hardop leest, hoor je het ritme van de zinnen.
  • 23. 5.Maak niet een lange zin en dan weer een heel korte zin.Dus niet: Valentijn ik houd van jou.Wil je me laten weten wanneer trouwen we nou? Maar: Valentijn ik houd van joumaak me tot je vrouw 6.Als je gaat dichten, hoef je niet met de eerste regel te beginnen, schrijf op wat je het eerste binnenvalt. Ga daarna aan de zinnen sleutelen en wees niet te snel tevreden met het resultaat. 7.Maak het gedicht bijzonder, zodat de degene voor wie het is, zich vereerd voelt. Je wilt tenslotte indruk maken. Je kunt bijvoorbeeld zijn/haar naam in het gedicht verwerken.
  • 24. 8.Zorg dat een gedicht logisch is. Zodat de lezer begrijpt wat er wordt bedoeld.
  • 25. 9. Vermijd vreemde vergelijkingen. Dus als je warm wordt van iemand, schrijf dan niet: Ik zag jou staan mijn lieve Valentijnen werd zo warm als een woestijn. Ga ook geen dingen beweren die iemand in verlegenheid kunnen brengen. Een zin die vaak gebruikt wordt, is: Ik kan niet leven zonder jou. Ik zou zo'n zin niet gebruiken. Je zet er iemand mee onder druk en vaak is het ook niet waar. Je kunt best zonder diegene leven. Misschien heb je even verdriet als iemand je niet ziet zitten, maar na een tijdje gaat het leven gewoon weer verder.
  • 26. 10.Lees het gedicht hardop voor, zodat je hoort hoe het klinkt.
  • 27. Het boekententamen is op maandag 11 april. Neem de stof in Eldorado H 1 t/m 6 goed door!!!