SlideShare a Scribd company logo
1 of 41
Download to read offline
Broos weerspiegeld
Een portret van Kralingen
Samenstelling
Flip Kolet en Willem van Hest
Met bijdragen van
Joop van den Bos
Arjan Doorgeest
Willem van Hest
Manuel Kneepkens
Flip Kolet
Arie van der Waal
Broos weerspiegeld
Een portret van Kralingen
Een portret van Kralingen | Flip Kolet
Een portret van één enkel iemand is al een hele klus, een portret van een hele wijk
is dat helemaal. Het idee voor dit boekje is om met enkele andere kunstenaars een
portret van Kralingen te maken, van de plekken of panden van ieders voorkeur.
Getekend, geschilderd of in de vorm van een gedicht of verhaal. Het is natuurlijk
het mooist als deze verhalen en gedichten gerelateerd zijn aan een bepaalde plek
in Kralingen, als deze teksten ‘topografisch’ zijn, zoals het gedicht van Jan Prins
over de Maas en dat van J.C. Bloem over de Amsterdamse Dapperstraat of over het
bombardement van Rotterdam.
We hebben het bij Kralingen over een wijk waar chique babyboomers, kun-
stenaars, studenten en allochtonen in een bonte mengelmoes bij elkaar wonen.
Kralingen is zwaar getroffen in de oorlog, daarna in de periode van de stadsver-
nieuwing en nog eens bij een grootschalige bodemsanering, maar de mengeling
van chique en volks is gebleven. Wat we laten zien en laten lezen zijn persoonlijke
indrukken, eigen visies op de mooie of lelijke plekken in ons Kralingen. Dat kan een
café zijn, een winkel of een galerie. Of gewoon een fraai gebouw of een parkje. En
de Kralingers zelf natuurlijk, zo divers als ze zijn. Samen het gezicht van Kralingen.
beeld Flip Kolet4 | 5
De Plasmolens | Manuel Kneepkens
De Plasmolens, piramide-
geel
zien toe, ochtend na ochtend
hoe ’t wit plezier van zeilboten, ’s zomers
overgaat, langzaam, langzaam
in de bevroren adem van schaatsers, ’s winters
Ach, Plasmolens, jullie behoren de scharlaken-
rode
mondschilderes Mevr. Zonsondergang
alsook haar minnaar
(met takshond)
ex-accountant Heer Dood!
beeld Flip Kolet6 | 7
Vijverweg | Manuel Kneepkens
Wat overblijft: weerspiegeling
van zwanen, loodwit
& rimpelende vrienden, whiskydrinkend
met 18-karaats gouden brillen
die zij op- en afzetten
Op én af
Zweet
In hun handpalmen, zakdoeken opera buffa komisch
over hun rode hoofden
geknoopt
Hoe warm het was en hoe ver…
over blijven de foto’s: kussende spoken
tussen de ootmoed van salomonszegel
en vingerhoedskruid, behoedzaam
zaadverkwistend
Over blijft de smalle adem van de parken
waarin
	 wij
sierlijk als het paarlemoer van de Melkweg
in de nacht
wuivend
dwaas als de code van de karpers
onder het bladerdak, schaduwrijk, van de waterlelies
Over blijft
omega zon, de ondergaande
in het alfabet van de takken
Laurierblad
lachend
ritselend… om Niemand
beeld Flip Kolet8 | 9
De jogger in het Kralingse Bos | Manuel Kneepkens
Hij passeert beuk, berk, eik
een heel Kralings Bos
half
Plots
brandt een braamstruik
dwars door zijn borst
zakt hij
voorover
tussen brandnetel, hondsdraf, engelwortel
on-
kruid – dat hij niet heeft uitgevonden… –
Ach, Drank had hem al opgegeven!
En Roken!
Heden verbreekt ook Slechte Adem
het contract
O, Rijnmond, o, Rijnmond
met je grote aktetas
vol dood
met je stropdas met een Windsor-
knoop
van dood
Ispahaan
– olallalla! – is overal in het Kralingse Bos!
beeld Flip Kolet10 | 11
Voorschoterlaan | Manuel Kneepkens
In zulke huizen rochelt de grote eenzame
kikvors, prins Hendrik
in de schaduw van de gootsteen
Ben ik pluche fauteuil / perkamenten
schemerlamp / aluminium rookstel
onnozel & verwerpelijk
Hoeksteen
geworden van de 19e
eeuw
de Bergrede, stoffig op de gang, in een verguld lijstje
Ook al glimlacht mijn navel als een zen-monnik
en lijkt mijn buik de Grote Stuurman Mao
ik behoor het ras Verleden. Definitief
Mijn stem, vergeeld
een avondblad
japans zwaardvechter kaapt
nederlands vliegtuig
In zulke straten immers
spiegelt zich in alle badkamers
een koudbloedig samoerai
de emaillen polsen
gebarsten
blauw op de rand van de waanzin
beeld Flip Kolet12 | 13
Lusthofstraat | Manuel Kneepkens
Ik wist niet dat het woord Lust
zo koperrood was
zo witgloeiend van huid
zo voorzien van lachrimpeltjes
om kleine, scheefstaande
ogen
Ik wist niet dat God
twee kleine borsten had
alsook een hoffelijke schoot
En ik wist niet dat Zij, de Liefste
hokte
boven de halal slager in de Lusthofstraat
O, Lof der Zotheid…
Ik, Erasmus’
Muze
L
man
ik wist dat niet! Ik las de Turkenkrijg!
beeld Flip Kolet14 | 15
Ik herneem de loop | Joop van den Bos
Vanmiddag het warme licht,
in rust en schaduwluwten,
de zin zweeft overal.
Hoor hoe moeders stem weerklinkt,
door het oude Jaffastraatje,
waar kinderen tijdloos spelen.
Ik poog vergeefs nog,
noem wat namen van het zingen,
nu de luister uit de sluimer
is herrezen.
Hoor hoe zij mij noemt,
om het wonder in haar hove,
nu hier kinderen spelen
weer als toen.
Ik herneem de loop
van komen en gaan,
door het oude straatje.
Zij roept mij,
wenkt mij,
het luiden van de schoolbel toe.
In haar lach, haar berispende vreugd.
Hier waar nu kinderen spelen,
nog in de droomtijd,
van hun werkelijkheid.
beeld Flip Kolet16 | 17
Arboretum Trompenburg | Manuel Kneepkens
Lentes
balsemen
dat is wat een dichter doet…
	 *
Wat passen ze goed bij elkaar
ex-minnaar & ex-minnares…
als de neuspeuteraar bij de pioenroos!
	 *
Man & vrouw
schilder ik ons
als op een vlindervleugel
in wankel evenwicht
	 *
Een schram beklimt m’n been
Mij passeert
een braamstruik, brandend
God, bloeden wij samen?
	 *
Perenbloesem:
	 Wesp
waar zijn uw steekpenningen?
	 *
beeld Flip Kolet18 | 19
Wat voer jij daar mee, oostenwind
paardenbloempluizen
of
vrijkomend plutonium?
(Wind:
Sinds
wanneer schrijven jullie, Westerlingen
haiku’s
sinds Hiroshima?)
	 *
O, Buddleia, wat kalligraferen
al die dronken Dagpauwogen
op je paarse lei?
Het woord Liefde?
	 *
Arboretum, hoe hou je het gras
welig?
Minnaar, lig er met je liefste in!
	 *
Kikker
Het universum grijnst om mij
in een heldere plons
ben ik soms A. Einstein?
	 *
beeld Flip Kolet20 | 21
Vingerhoedskruid
Kleine witte & roze
condooms
laat je vallen…
hoe troostrijk
in het tijdperk
van de aids!
	 *
Merel, wat moet je toch in zwart avondkostuum
in Elysium?
Dichter, ik deporteer je melancholie
Ik ruil ’m voor 2 regenwormen
	 *
Herfst. Zonnebloemen
heffen hun strooien hoeden
als vrolijke, oude komieken
nog eenmaal
Wie applaudisseert? Alleen de regen…
	 *
beeld Flip Kolet22 | 23
Recht voor allen | Joop van den Bos
Recht voor allen!
Staat er met grote letters
op nummer zeventien
in de Waterloostraat.
Voor het raam zit een
bebaarde zeventiger,
van het type Domela Nieuwenhuis.
Aha! Een anarchist, denk ik,
nog een echte, zeker, knik ik vol begrip.
Recht voor allen!
Maar de man schudt aartsvaderlijk de manen.
Nee meneer, zegt hij wijsgerig,
zo heet onze duivenvereniging.
beeld Willem van Hest24 | 25
De Zwanen van Kralingen | Manuel Kneepkens
		 Zwanen zijn monogaam
		 En wolven!
		 En Kralingse dames? Die niet!
Iedere ochtend hoor ik hun vleugels, ruisend
zonlicht, boven de tuinen van Kralingen
Terug van het openluchtbad
Op weg naar de tennisbaan. Of andersom…
Hoor, mevr. Stanley kust mevr. Livingstone
– Pom! Pom! –
op de loomheid van haar gelipstickte mond
o, als Mozartmuziek, zomerkoelte luchthartig
gevernist…
Met de 101 Dalmatiërs van Pavlov(a)
met hijgende tong
verschuil ik mij dan achter een mastiekboom
(of is ’t toch een steeneik?)
En ik zie ze dalen op de vijvers
Op de Steinway van ’t wateroppervlak
broos weerspiegeld paarlemoer
Hoe ze komen bij ’t baltsspel
als hobo’s, als achtbare fagotten
de onderjurken spierwit opgeschort
een blinde god als dirigent
net lelies op protheses, die Lohengrin-
liefsten van Kralingen
Ach, ladies Leda, met jullie donzen onderbuiken
zo lustvol musicerend
op minnaar… na minnaar… na minnaar…
(… en waar is Jupiter… bassist Echtgenoot?)
’Ooohh & aaahh & ooooohhhh…’
hoe Zwanen sterven
weten jullie enkel
		 van B a l
			 l
			 e
				 t
beeld Willem van Hest26 | 27
Een wandeling door de Voorschoterlaan en de Avenue Concordia:
de dialoop | Flip Kolet
Op vrijdag 13 maart 2009 deed ik mee aan een zogenaamde dialoop. Ik had me
tevoren amper verdiept in de bedoeling van een dergelijke loop en zag het vooral
als een gelegenheid om onze wijk nog wat beter te leren kennen. Om plekken en
gebouwen te ontdekken waar ik niet eerder geweest was.
Het was de bedoeling van de wandeling om al lopend met elkaar in dialoog te
komen en zodoende de integratie en het wederzijds respect te bevorderen. Om de
zaak op gang te brengen kregen we een lijstje met vragen die we elkaar zouden
kunnen stellen.
Ik werd er een beetje verlegen van, ontdekte niet veel andere gezindten in de
groep dan de mijne. We waren zo’n vijfentwintig mannen en vrouwen van veertig
tot zestig, goed gekleed, ontwikkeld en sociaal vaardig. Lastig om iemand te ont-
dekken met een wezenlijk andere culturele achtergrond. Ik keek naast me en zag
een vriendelijke vrouw van begin vijftig.
Eer ik de kans kreeg om een praatje te maken werden we het gebouw van de
Melanchtonschool binnengeloodst, door de man die de leiding had van de dialoop,
dominee Peter van Helden. Binnen kregen we een uitleg van de directeur en een
leerkracht over het thema integratie. De school was voor 99% zwart, het onderling
begrip van de leerlingen werd bevorderd door de gezamenlijke viering van Suiker-
feest, Holifeest, Kerstmis en Pasen. Maar men wilde wel wat meer witte kinderen op
school.
Van buiten had ik al gezien hoe mooi het gebouw was, in de schoolstijl van de
jaren dertig. Eersteklas gevelarchitectuur met smaakvolle metselwerkdetails. Een
fraaie lichtgele steen met verzorgd voegwerk.
Nu dwaalden mijn ogen binnen rond. Je kon goed zien dat de gebruikers onge-
nadig met het oorspronkelijke interieur waren omgesprongen. Boven me zag ik
hetzelfde goedkope systeemplafond als in de kleine buurtwoningen. Aan het eind
van het kantineachtige zaaltje (misschien ooit een klaslokaal) was een wand met
kastjes, met kluisjes met slotjes. Gemaakt door de conciërge? De deurtjes hadden
felle Gammakleuren, die niets van doen hadden met de overige kleuren. Geen ge-
beelden Willem van Hest28 | 29
zicht. Culturen bijeenbrengen, oké, maar let een beetje op de kleur van de verf. Ik
werd ruw in mijn overpeinzingen gestoord toen ik de directeur de wens te kennen
hoorde geven dat het schoolgebouw maar gauw gesloopt zou worden om plaats te
maken voor vervangende nieuwbouw. Wat zonde, dacht ik.
De tocht ging verder. Dominee Peter van Helden voerde de groep aan met een
vlag in alle kleuren van de regenboog, met daarop in grijze letters het woord pace.
Het deed me denken aan vroeger, toen we meeliepen met optochten van de wan-
delvereniging, op Koninginnedag, van sportvereniging of padvinderij. Vooral als
de fanfare vooropging, haastte je je om een plekje vooraan te bemachtigen en een
stukje mee te lopen. Dicht bij de vlag. Het maakte niet uit van welk gezindte je was.
Nu lopen alleen nog voetbalsupporters met de vlag van hun club naar het stadion,
om daar de dialoog aan te gaan, met gezang en ongezouten spreekkoren.
Bij het hofje van Uit Liefde En Voorzorg (voormalig hofje Gerrit de Koker) kreeg ik
meteen een vredig gevoel: een oase van rust. Ze wisten vroeger wel hoe ze een rus-
tige omgeving moesten bouwen. Het hofje is fijnzinnig gerestaureerd en voorzien
van een mooie tuin. Goed voor de sociale contacten, tijd voor een praatje. Even
een sigaretje erbij, lekker windstil. Mijn buurman vraagt ook een sigaret. We praten
wat over het hofje. Als we uit gerookt zijn vertrekt hij weer. Hij was niet iemand van
onze groep, maar gewoon iemand van de straat die om iets te roken verlegen zat.
De tocht ging verder.
Een half jaar geleden liep ik eens langs het kerkje toen dat uitkwam. Een grote
groep Surinamers schoolde samen bij de uitgang. Het geheel maakte een hartelijke
en ontspannen indruk. Die sfeer trof ik nu weer. Na een korte introductie werden
we uitgenodigd in de huiskamerachtige ruimte naast het kerkje, voor een soort kof-
fietafel, maar dan met gemberbier en orchata, amandelmelk. Een kerk waar je geen
moeite hoeft te doen om erbij te horen, zo leek me. De tocht ging verder.
Buurthuis Het Knooppunt aan de Waterloostraat. Nieuwe architectuur in vrolijke
pasteltinten. Alsof de ijscoman is langs geweest bij de kleurkeuze: pistache, straci-
atella, lemone, azurri, etcetera. Echt jaren negentig: alles vriendelijk, prettig, open
minded, zelfs een beetje intercultureel. Maar tegelijkertijd onbestemd – er had ook
een politiepost in het gebouw kunnen zitten of een school. De toelichting staafde
dit: er huisde een kinderdagverblijf in, en een balletschool. Buurthuizen gingen met
hun tijd mee. Ze moeten wel, afhankelijk van gemeentelijke subsidies als ze zijn,
waarbij de overheid ook voortdurend blijk geeft van andere wensen en voorkeuren.
Vrouwenwerk, het troetelkindje van de jaren tachtig, was afgeschaft en ingeruild
voor koken en handwerken voor migranten. Migranten heetten ook geen migran-
ten meer, maar doelgroepen. Ik was het spoor af en toe bijster, maar de ouderwetse
gezelligheid en gastvrijheid die buurthuizen kenmerkt, was er gelukkig nog steeds.
beeld Flip Kolet30 | 31
De regenboog | Joop van den Bos
Op het Oostplein staat mijn vader
met de Rode tribune.
Het beloofde land in zijn ogen,
de heilstaat,
een hemel op aarde.
Het regende die middag
een zware zoelte,
de glinsterende zon op de keien.
Dag vader, zei ik, maar hij hoorde me niet.
Ik moet brood gaan halen, vader,
moeder vraagt of u komt eten.
Maar hij hoorde me niet,
hij droomt, hij is er niet.
En alles is vreemd in het tegenlicht
van de wonderlijke regenboog,
de gloed, de weerschijn, alles is vreemd.
Hij wenkte dat hij zal komen,
hij wenkt dat ik moet gaan.
beeld Willem van Hest32 | 33
De voddenman | Joop van den Bos
Laat me nog één keer
de dood van de voddenman noemen,
De Leeuw was zijn naam.
Nu hier in Kralingen-West
nieuwe huizen zijn gebouwd.
En hoe hij zich verhing
in zijn pakhuis aan de Vlietka
om aan deportatie te ontkomen.
En de schok toen wij kinderen hem vonden,
naast hem zijn huilende hond.
Te elfder ure | Joop van den Bos
Geen glorie nog op de Kralingse
spiegelplas hier in morgenvroegte.
De zilvering is te bleek
te wit van glinster,
in neveldauw,
onbewogen.
Maar in de schoonheid die zichzelve zelft
rangschikt, ontpopt, openbaart
het wonder van de tweede geboorte,
fladdert vlinderend rond.
De krekel sjirpt de zielslier van Orpheus
daar op de kinderboerderij:
te elfder ure.
Daar waar de bruine regenwormencyclus
in een matriarchale bevruchting verblijft,
nog in die neerslag ondergronds.
O, spiegelplas in drasmoeras.
beelden Flip Kolet34 | 35
Zie ik Leda daar | Joop van den Bos
De gladde spiegelplas in glans te zweef
daagt in windstille zwang
haar badende schitter.
Goudgloed sponne ginder rood
in rossig aanzien zo,
adem mijmer.
Maar zie ik daar Leda uit nevele doemen,
is zij het?
Haar zwanen zijn er al.
Hoe verluchtigt zij het landschap
rank en vleugelvoetig.
Deel je de schoonheid met de zwaan
mijn lief, in jouw omarming zo besloten.
Ben je jezelf genoeg?
Verdroom je de vloeiende voortgang
het zielsbeeld,
onraakbaar
niet te schenden!
Eens mocht ik jouw zwaan zijn
koel en Apollinisch weet je nog?
Hoe mocht ik toen jouw schone zijn
beminnen, wezensecht.
Je vlocht een kroon voor mij
van laurier en wilgetwijge.
Je kijkt naar me.
Maar je ziet me niet eens,
zo ga je mij voorbij,
wat statig tussen de zwanen.
Weet je nog dat je me liefhad, Leda?
Hier bij de twee molens van de plas
jouw eigen zwanenmeer.
beeld Flip Kolet36 | 37
De Kralingse Plas en het Kralingse Bos | Willem van Hest
Mijn eerste herinneringen aan Kralingen hebben met mijn tante te maken. Tante
Corrie, de enige echte zus van mijn moeder, woonde op twee adressen aan de Jeri-
cholaan. Tante Corrie is er al jaren niet meer.
Die enige echte zus van mijn moeder was een nogal stugge vrouw die op haar
manier toch erg op ons gesteld was. Daarom bezochten we haar regelmatig, op
zondagmiddag. Daar hoorde altijd een lange wandeling door het bos bij.
Dat vonden mijn broertjes en ik meestal nogal saai, want we moesten rustig
meelopen, tot we bij het hertenkamp kwamen. Onder de bomen zaten we op een
bankje en dan waren daar de eekhoorntjes, toch wel de leukste en liefste diertjes
van de hele wereld. Sierlijk, beweeglijk en met zo’n grote donzige knuffelstaart. Als
er sneeuw lag, en het lijkt nu wel of dat elk jaar raak was, gleden we met duizeling-
wekkende snelheid op de slee van de helling vlakbij, langs de witte, stenen peli-
kaan.
Later mocht ik zonder mijn ouders. Dan fietste ik met vriendjes heel Rotterdam
door (wij woonden aan de andere kant van de stad, bij de Nieuwe Binnenweg), om
van de leuning van de bruggetjes aan de plas in het water te springen.
Maar de mooiste herinnering was het legendarische popfestival. ‘This is the
dawnin’ of the age of aquarius’. Met zijn tienduizenden zaten we bij elkaar in het
gras, luisterden naar Santana, Jefferson Airplane, The Byrds, Soft Machine en Pink
Floyd en hoefden verder helemaal niks meer. We waren compleet geworden, het
was alsof er een nieuwe wereld was geboren, alsof het paradijs was aangebroken.
Nu nog zijn het bos en de plas mijn favoriete plekken. Ik loop mijn rondjes om de
plas en soms dwaal ik door het bos. Van mei tot oktober zwem ik bij het strandbad.
Omringd door het groen, de futen en de aalscholvers. Af en toe flitst zelfs het licht-
blauw van het ijsvogeltje langs me over het water.
beeld Willem van Hest38 | 39
Popfestival | Joop van den Bos
Dit is de nieuwe mens dacht ik
toen op het Kralingse popfestival.
Wat waren zij mooi in de bevlieging,
vluchtig mooi van zijn,
van liefde, levende liefde
in de verwezenlijking.
Ja een heuse orgie, zij waren het echt!
Het Kralingse Bos was de Hof van Eden;
les enfants du paradis!
Een minnetuin,
een heerlijke sponde, volmaakt,
schier volmaakt!
Het woord was vleesgeworden muziek,
vervoering. Extase!
En de boom der kennis klankte
als een waaier over hen,
in een onmiddellijk weten van de ziel,
van levende psyche!
Zo lijfelijk van geest, het feest.
Ja dat is het geweest.
Het was feest
van water in wijn,
van heilige geest!
beeld Flip Kolet40 | 41
Vredenoord | Joop van den Bos
Het is zaterdagmorgen zeven uur zeven,
ik laat de hond uit.
Op de Vredenoordlaan fietst een jongen
met op zijn fietstas het woordje trouw.
Maar ook de vishandelaar frits ruyst zich daar al;
evenals de herenkapper.
En op het gebouw van het leger des heils staat:
God is er ook voor u!
En omdat de Gerdesiabomen geuren
is het ook zo,
is het inderdaad paradijselijk.
Maar vliegen daar agaatvlinders
op het Vredenoordplein?
Het is zaterdagmorgen zeven uur zevenentwintig
ik sta voor jouw zijraam Hélène Swarth,
hier in Vredenoord.
Inderdaad een vredig oord!
beeld Willem van Hest42 | 43
De Vredenoordkade | Willem van Hest
Op de Vredenoordkade is mijn leven in Kralingen begonnen. Na ruim twintig jaar
Binnenweg en Mathenesserweg, Hoboken, Exit, de Ballons en Dizzy werd het de
Boezembrug, De Pui en het Kralingse Bos. Na de middelbare school werd het de
kunstacademie en na mijn ouders en mijn broers werd het Hannie. We stapten
het stadhuis op de Coolsingel binnen, want er waren nog geen deelgemeenten.
We hingen een zielig verhaal op tegen een mevrouw achter een balie en kregen
zonder moeilijke vragen de sleutels van een voor-, tussen- en achterwoning op de
Vredenoordkade, een huisje onder de huurwaarde op de tweede verdieping. Dat
pand staat er niet meer. Net als mijn ouderlijk huis is het gesloopt. De huizen aan
de overkant van de Boezem zijn ook vervangen door nieuwbouw. Maar de brug, de
bomen en het water waar ik op uitkeek, vlak bij het café waar ik wel eens wat ging
drinken, en dat ook met grond gelijk is gemaakt, kijk, die mooie brug is er nog.
beeld Willem van Hest44 | 45
De Lambertuskerk | Willem van Hest
De Lambertuskerk ligt in een bocht van de Oostzeedijk Beneden of, zoals de echte
oude Kralingers zeggen: de Lage Oostzeedijk. In het groen, slank neogotisch, alsof
hij er al vanaf de Middeleeuwen staat. Ik stond daar jaren geleden voor het altaar
en probeerde iets over mijn vader te zeggen die achter me in een kist lag. Maar er
kwam alleen een snik.
Ik vind het een mooie kerk, mooier dan de kerk waar ik veel vaker kwam, noodge-
dwongen. Die kerk staat aan de Mathenesserlaan, vlak bij waar ik de eerste twintig
jaar van mijn leven doorbracht.
De Lambertuskerk doet me soms aan die vroege jaren denken, toen ik minimaal
één keer per week de mis bezocht. Meestal zie ik hem als ik weer in Rotterdam te-
rugkom, na een reis. Na de Brienenoordbrug en de brede, drukke wegen Kralingen
in. Dan is er die afslag, de dijk af, en dan is daar dat smalle kronkelige weggetje, dan
zijn daar de bomen, het gras, een watertje en de Lambertuskerk.
beeld Willem van Hest46 | 47
De boer boer ode | Joop van den Bos
Bij boer boer daar toen in de Esch.
(Het is nu een moeras, vol bosgewas
met schapen vol licht en leven,
dankzij herder Arie Hallensleben.)
Mocht ik in de hongerwinter
de laatste aardappels vlooien,
nalezen,
narooien.
Vandaar, o, die boer boer in mij nog steeds
toujours
geprezen!
Met een zak vol aardappels ging ik
juichend naar huis,
met m’n kop onder de hoofdluis,
en al die feestvreugd thuis.
Die mij nu nog heugt.
We hebben niet gegeten,
maar gevreten.
En drie avonden met een volle maag
bij kaarslicht gezeten.
beeld Flip Kolet48 | 49
Avenue Concordia (1) | Flip Kolet
Het was vroeger de gewoonte om boeken van een ex libris te voorzien dat iets
vertelde over de eigenaar ervan. In de boeken die ik van mijn vader erfde, is het ex
libris kort en zakelijk:
Avenue Concordia 126
Rotterdam
Tel. 20618 Giro 367125
Dat huis aan de Avenue Concordia staat er nog, gebouwd voor de betere stand,
waartoe mijn grootouders blijkbaar behoorden. Als ik op bezoek ging, was ik altijd
onder de indruk van het meubilair en van de schilderijen. En van de boeken die ze
hadden. Misschien wel gekocht bij Boekhandel Amesz, bedacht ik later.
Een tweedelige uitgave, Wonderen der Wereld, met foto’s van radiolaren (lichtge-
vend plankton). En een fotoboek over de Boerenoorlog. Boeken van een paar kilo.
Zelfs het speelgoed dat we voorgeschoteld kregen, was chique: een bouwdoos
met zandstenen blokjes, pilaren, timpanen en bogen.
De stijl van de 19e
eeuw, de stijl van de Avenue Concordia, zoals ik me later reali-
seerde.
Ondertussen schonk oma ranja in sierlijke limonadeglazen. Omdat ze niet van
koud hield, had ze de limonade een beetje opgewarmd met warm water uit de
geiser. Uit beleefdheid dronken we het toch maar op. Voor zo veel deftigheid moest
je maar iets overhebben.
beeld Flip Kolet50 | 51
Avenue Concordia (2) | Flip Kolet
De glorieuze naam van de Avenue is ontleend aan de bouwonderneming die in
1895 het project voor twee deftige lanen op zich nam: Avenue Alexander, later
Voorschoterlaan geheten en Avenue Concordia. Beide avenues werden ontwor-
pen om te kunnen voldoen aan de wensen van de betere stand van die tijd. Naar
het voorbeeld van de eerder ontwikkelde Jericholaan zou het gaan om lanen van
dertig meter breed, met een verhoogd middenpad, met bomen aan weerszijden
daarvan. Omdat bestrating in het Kralingen van die tijd allerminst vanzelfsprekend
was, moest ook die het aanzien verhogen.
De verbinding met de reeds bestaande Waterloostraat zou het cachet van de Ave-
nue kunnen verminderen. Daarom werden de dwarsverbindingen met de straatjes
afgezet door muurtjes. Ook de volkse winkels aan de Oudedijk en de Lusthofstraat
wenste men niet in de Avenues. Alleen de dokter van de Oudedijk mocht er zich
vestigen met een apotheek. Daar was nog heel wat over te doen, omdat het plan 10
cm buiten de voorgeschreven rooilijn was gebouwd. Wat het particuliere initiatief
anno 1895 niet voor elkaar kreeg om zich behaaglijk te kunnen vestigen! De bouw-
voorschriften van de Woningwet van 1901 bestonden nog niet, om maar te zwijgen
van bouwverordeningen.
Al met al mogen we niet klagen over de erfenis van deze particuliere bouwonder-
neming Concordia. De gemeente Kralingen was nog zelfstandig, maar dat zou niet
lang meer duren. Veel nieuwe initiatieven waren van haar kant niet te verwachten.
De kosten van openbare werken vielen voor een kleine gemeente moeilijk op te
brengen. Daartoe was de gemeente Rotterdam beter in staat. Per project werden
afspraken gemaakt over de financiering, waarbij Rotterdam zijn eigen eisen stelde.
Uiteindelijk annexeerde Rotterdam Kralingen in zijn geheel. Kralingen was inte-
ressant voor Rotterdam, met relatief veel goedkope bouwgrond in de vorm van in
onbruik geraakte buitens. De bebouwing rond park Rozenburg is daar een voor-
beeld van.
beeld Flip Kolet52 | 53
Locus Publicus | Flip Kolet
Aan de kop van de Oostzeedijk, hoek Oostplein, is een café gevestigd dat vroeger
aan de overkant opereerde, aan de Beneden Oostzeedijk. Dat is eigenlijk het enige
wat is veranderd. Men draait er wel muziek, maar alleen klassiek. Men schenkt er
pelpinda’s en de doppen daarvan mogen, nee moeten op de grond worden ge-
gooid. Dat zorgt voor knisperende geluiden, als bij een witte kerst. Nog steeds
wordt het etablissement voornamelijk gefrequenteerd door studenten rechten en
economie. De naam Locus publicus komt van de oude Romeinen, ‘publieke plaats’.
Het intrigerende uithangbord belooft allerhande soorten bier en die belofte wordt
binnen waargemaakt. Tweehonderd soorten, waarvan twaalf van het vat. Alles gaat
over de tong bij zo’n overvloed aan bier. Locus Publicus is een begrip in dorstig
Kralingen. Maar wie kan haarfijn het verschil uitleggen tussen een dubbel en een
tripel, een trappist en een abdijbier? Evengoed: proost!
beeld Flip Kolet54 | 55
De vijver | Flip Kolet
Zondag 10 mei 2009 13.06 uur
Ik bevind mij in het rijkste deel van Kralingen. Hier wonen de geslaagde onderne-
mers die in alle rust in hun weelde lijken te baden. Met smaak gekozen auto’s op
straat. Welgevormde tuinen die zo mee in een tuinmagazine kunnen of zich open
kunnen stellen op de verborgen-tuinendag.
Onderweg naar de plek waar ik wil gaan tekenen tref ik al een jonge ondernemer
aan die limonade uitvent op straat. ‘Lekkere limonade, vijftig cent’, roept hij telkens,
terwijl ik toch de enige ben in de hele omgeving die het kan horen. ‘Straks mis-
schien’, antwoord ik. Eerst een goed tekenplekje vinden.
Dat is elke keer een lastige klus: midden op straat kan niet, het moet wel scha-
duwrijk zijn, anders krijg ik de felle zon op papier. En ik moet ook nog een beetje
mooie compositie hebben. Ik zie af van de grote vijver omdat dat net een gete-
kende ansicht gaat worden, met de Lambertuskerk in tegenlicht, dus ik neem de
kleine vijver. De jongen met de limonade houdt het voor gezien. Even later komt
zijn vader poolshoogte nemen. ‘Is dit een of ander project’, vraagt hij.
Ik leg hem uit wat de bedoeling is. ‘O,’ zegt hij, ‘dat is leuk, maar ik heb het druk,
dus ik moet weer verder.’ Ik ben nog maar net op gang of er komen een paar kinde-
ren met visgerei en een schepnetje aan. Het lukt ze niet om iets boven water te krij-
gen. Dan maar het roeibootje van de buurvrouw geleend. Daar blijven ze eindeloos
mee spelen. Als ze uitgekeken zijn op hun bootje, heb ik mijn tekening klaar. De
rust keert weer op de vijver. Het water is weer even vlak als voorheen.
beeld Flip Kolet56 | 57
De zeilles | Flip Kolet
Kralingse Plas, zondag 10 mei 2009 11.34 uur
Als ik aan kom rijden zie ik dat het terras van De Tuin al vol zit en dat het fietspad al
wemelt van de joggers, rollerskaters en wandelaars. Het wordt lastig om een rustig
plekje te vinden waar ik op mijn gemak kan gaan tekenen. Alle stoelen en bankjes
zijn bezet, zo ver ik kan kijken. Gelukkig vind ik iets naast een van de Plasmolens,
weliswaar tussen de wilgen en het onkruid, maar dat is geen probleem. Terwijl ik
me aan het installeren ben, word ik nadrukkelijk gegroet door een heer die contact
zoekt, maar duidelijk niet over mijn tekeningen. Ik troost mij met de gedachte dat
ik blijkbaar nog in trek ben.
Als ik ga tekenen zie ik de bootjes van Van Gent aan de steiger midden op de
plas. Het ene zeiltje na het andere gaat omhoog. Rank gekromde mastjes. Het zijn
niet meer dan fors uitgevallen surfplanken met een sierlijke romp van geel polyes-
ter. Midden op de steiger staat een volwassen man met een zwemvest. Ik hoor af en
toe een aanwijzing over het water schallen: ‘Tegen de wind in aanleggen… Ja, die
kant op is tegen de wind in…’
Zodra de bootjes weer los zijn van de steiger neemt een andere instructeur in
een rubberboot het over. Ik kan niet horen wat zijn instructies zijn, maar wel zien
aan het gedrag van de bootjes: ze gaan een voor een overstag als de rubberboot
langskomt. De bootjes reageren als een veertje op de wind en de aanwijzingen van
de instructeur. Het lijkt wel een dans op het water. De schoonheid van een zeilklas.
beeld Flip Kolet58 | 59
De wachters | Flip Kolet
Als de wind weg is, wachten ze in stilte. Op een molenaar of op een stuurman. De
ebbenhouten molen met het geduld van eeuwen. Daarnaast twee ivoren jachtjes,
rank en roerloos op het water. De lijnen krommen sierlijk om wat ik teken, handge-
maakte vormen. De wereld van de strakke dozen is ver weg. In de verte vaag een
torenflat. Klein lustoord aan de oevers van een plas. Verwachtingsvol.
beeld Flip Kolet60 | 61
Het Libanon | Flip Kolet
De poort van het gebouw is afgesloten met een stalen hek. Het gebouw oogt als
een sombere wachter. Verderop spelen wat kinderen in het parkje. Voor het overige
zijn er geen leerlingen te zien, want het is zondag. Half Kralingen is uitgelopen naar
de Kralingse Plas, met het mooie weer.
In 2009 bestaat het Libanonlyceum 100 jaar. Het gebouw waar we nu tegenaan
kijken is nog niet zo oud. Het is gebouwd in 1921, als meisjes-hbs. Het gebouw van
de jongens-hbs aan de Ramlehweg is nog ouder, van 1913. Beide schoolgebouwen
zijn ontworpen door de architect Granpré Molière en hebben Jugendstilelementen.
Het Libanonlyceum heeft een lange geschiedenis. De twee meisjes die naast de
ingang zijn afgebeeld, zullen daar wel mee te maken hebben. Een van die meisjes
die de school in 1929 voor het eerst bezochten, was mijn moeder. Erg vooruitstre-
vend voor die tijd. Mijn vader bezocht het andere gebouw, aan de Ramlehweg.
Zo is het gekomen. De vriendschappen van de schooljeugd. Voor mijn familie een
gunstige samenloop van omstandigheden. Veel later bezochten mijn beide doch-
ters dezelfde school.
De ingang van de school ziet eruit als een opengesperde mond die leerlingen
lijkt te verzwelgen. Er moeten tienduizenden leerlingen door die poort gegaan zijn.
Het gebouw oogt strenger dan zijn leerprogramma van tegenwoordig, dat volgens
de website erg aardig voor leerlingen is.
beeld Flip Kolet62 | 63
De Jericholaan | Flip Kolet
De statige platanen leunen licht naar elkaar. Ze vormen een mooi venster op de
Kralingse Plas. De schaduwplekken op het gras omlijsten het beeld. In tegenstel-
ling tot de rustige laan verkeert de Kralingse Plas op een zonnige dag als deze in
opperste staat van bedrijvigheid. Alles wat varen kan, komt voorbij, van statige
kajuitzeiljachten tot ranke piraatjes.
De plaats Jericho, de oude bijbelse stad, ligt dicht bij de Dode Zee en staat onder
Palestijns bestuur. Ze is talloze malen verwoest en weer opgebouwd. Gelukkig is de
Jericholaan dit lot bespaard gebleven. Hier heerst een en al rust.
beeld Flip Kolet66 | 67
De watertoren | Willem van Hest
Jaren geleden schilderde ik overdag in mijn atelier aan de Feijenoordkade in Rotter-
dam-Zuid. Af en toe schreef ik wat, vaak over wat ik schilderde, in mijn schilders-
dagboek. Als ik uit het raam keek, zag ik het water van de Maas, met Kralingen aan
de overkant. Daar, helemaal in het oostelijke deel, dat nu De Esch heet maar toen
nog ‘dwl-terrein’, drinkwaterleidingterrein, stond de watertoren. Daar zit nu, sinds
de watertoren geen watertoren meer is, een restaurant.
In de tijd dat ik tekende en schilderde in Feijenoord, werkte ik daar een paar
avonden als gastheer. Het verhaal gaat dat het niet veel gescheeld heeft of alle
oude bebouwing was gesloopt. Het was in Rotterdam lange tijd de gewoonte om
alles wat het Duitse bombardement overleefd had en wat geen duidelijke functie
meer had maar af te breken. Triest dieptepunt was de Koninginnekerk waar de Rot-
terdamse bevolking destijds één miljoen gulden voor bij elkaar bracht en die toch
tegen de vlakte ging. Er schijnen zelfs plannen te zijn geweest om na de oorlog
alleen de toren van de Laurenskerk te laten staan. Rotterdam is altijd erg gericht
geweest op de toekomst.
Terug naar het gebied dat toen dus dwl-terrein heette. De watertoren en de
meeste omringende gebouwen zijn gebouwd in een tijd dat het zogenaamde
oriëntalisme ook in de architectuur opgang maakte. Islamitische bouwelementen
als de hoefijzerboog zijn daar bijvoorbeeld veelvuldig in de ramen en deuren terug
te vinden.
Het is te danken aan een groep krakers, die het gebied een tijd lang Utopia noem-
den, dat de waterbassins met de kleine en een aantal grotere gebouwen de kern
zijn gaan vormen van een Kralingse wijk met de watertoren als trots middelpunt.
beeld Willem van Hest68 | 69
Oostzeedijk Beneden | Arjan Doorgeest
Op deze plek werden op 3 april 1945
20 mensen gefusilleerd
onder wie een jongen van 17 jaar.
God hebbe zijn ziel,
maar het was meer de duivel
die hem daar bracht als toevallige passant
op die middag,
zijn land op iets meer dan 30 dagen na bevrijd.
’k Zag jarenlang, vanaf mijn kindertijd
een wit kruis zonder plaquette
en wist niet wat hier was geschied.
‘Voor hen die vielen’
maar ’t was mij onbekend wie hier viel.
Totdat ik de grootvader van mijn vrouw
in de keuken van zijn voormalige huis hoorde zeggen:
‘Na afloop moest je gaan kijken,
je werd gedwongen er langs te lopen,
die neergeschoten mensen te aanschouwen,
hele drommen mensen werden er verplicht
langs geleid.’
Toen de oude man deze woorden had gesproken
is het gaan spreken voor mij.
Nu houd ik mijn pas in
bij het betreden van dit stuk Kralingen,
of minder ik soms vaart op de fiets.
Voor mijn ogen verschijnt een zwart-grijs-witte foto,
enigszins uitgebleekt,
van mensen half over elkaar liggend in de holte van dit stuk dijk.
In gedachten zie ik hen soms voor me
pal naast het huis van God – de Lambertuskerk.
Onvoldoende getroost
door half verlepte kransen
in de eerste dagen na de vierde dag in mei.
beeld Arie van der Waal70 | 71
De lanen van Kralingen | Arjan Doorgeest
De lanen met hun voorname huizen
gebouwd in een tijd dat een huis
nog een half kasteeltje was.
Ik verbaas me over hun gemetselde
en ten dele met wit stucwerk afgezette gevels,
het uitbundig gebruik van hout
dat toen nog voor een habbekrats verkrijgbaar was.
Waan me in een ver verleden
deze plekken hebben iets eeuwigs,
de tijd waarin het leven nog majestueus
en diep in zichzelf in orde was.
De lanen van oud Kralingen
voorname schoonheid.
De bomen – kastanjes en platanen –
van iedere vorm van ongeduld
compleet wars.
Statige schoonheid – brede straten.
De fotograaf in 1920
drukte nauwelijks een ander plaatje
dan zijn collega van vandaag de dag af.
Voorname schoonheid.
Ik wou – vanmiddag opnieuw –
dat heel de wereld
als de lanen van Kralingen was.
Alles in orde, roerloos, statig.
Het verval heeft deze buurt nooit aangeraakt.
Alles van waarde
staat hier mooi te wezen – wijkt niet.
Schoonheid die genoeg heeft aan haar eigen pracht.
De vijver bij de Slotlaan,
het geboomte langs de lanen.
De huizen iets verderop gelegen
die uitkijken als bruidjes over de plas.
beeld Arie van der Waal72 | 73
Rudolf Mees Instituut – Witte Hertstraat | Arjan Doorgeest
Op het schoolplein
lopen de kinderen te gebaren,
ze versnijden met hun armen en handen de lucht.
Ik zie verweesde vogels, kwartels die op willen stijgen,
maar ze komen niet los van de grond
en op deze manier
wordt het met hun leventjes niets.
De kinderen van de gebaren
voor wie er geen communicatie – geen hoop meer is.
De jonkies op het plein van Amman.
Mijn dochter is één van hen
haar lot is lastig en triest.
Van achter het hek hoor ik klankijlende kinderstemmen
en volg de gebarende kleuters
voor wie er geen geluid – slechts stilte is.
De kinderen op het plein van Amman.
Ik wil dit niet – aanvaard dit niet.
Niet hier en niet dit,
raast het door mijn bovenkamer.
Ik wou dat zij horend
en ergens anders was.
Het schoolplein met de gebaren.
Ergens ging het met hen, met haar afschuwelijk mis.
En het ergste:
ik weet dat het irreparabel is.
beeld Arie van der Waal74 | 75
Heemtuin – Kralingse Bos | Arjan Doorgeest
In de heemtuin
mijn verloren paradijs hervonden:
pril voorjaarsgebladerte, stilte,
het doorzichtige water van het kreekje
dat uitmondt in de plas.
Wat ik hier zie, waande ik verloren
doet me denken aan de dag
dat ik nog goed, geheel in orde was.
Het leven is een teloorgang
van gezondheid, onschuld en idealen.
Alles wat je dierbaar was,
ligt bij de vuile was.
Aan de horizon leeft de zonde
de mega-stad voor wie
zuiverheid en onbezoedeldheid
slechts een grap, een bizarre woordspeling was.
’k Hoor de vogels tjilpen
en wou dat er een weg
terug het verleden in was.
Maar die weg bestaat niet.
Wat kapot is, ligt aan scherven.
De opgesoupeerde tijd is moordend hard.
’k Wou dat er spontane heling genezing
van het meest elementaire was.
Die moet er zijn en ’t liefst
zonder die ellendige draaideur te betreden
waar ik nu geestelijk nog niet doorheen wil,
voor geen kilo in pas.
beeld Arie van der Waal76 | 77
Ik denk aan de man uit Nazareth
en hoop hem in de verte te zien,
op het water van de plas.
Maar hij is er niet
en ik denk aan mijn kindertijd
toen alles nog goed
en ik in orde was.
Een heemtuin op dinsdagmiddag.
Ik wou dat er ergens voor mij
voor iedereen een oplossing was.
Maar die is er niet
en ik zoek tevergeefs naar de beeltenis
van de jonge man uit Nazareth
wandelend over de plas.
De man die kon genezen.
Maar hij komt niet op mijn pad.
Joop van den Bos (1928) – dichter. Groeide op in Kralingen, bokste in Crooswijk.
Beïnvloed door filosoof en vrijdenker Jan Börger en Anton Constandse. Rotterdam
is altijd het decor van zijn gedichten.
Arjan Doorgeest (1961) – dichter, beeldend kunstenaar (tekeningen, schilderijen,
fotografie). Zoekt als dichter maximale zeggingskracht met minimale woorden.
Willem van Hest (1953) – beeldend kunstenaar (schilderijen, tekeningen, zeefdruk-
ken ). Hij schrijft dagboeken, brieven, interviews, portretten en artikelen. Hij ge-
bruikt fotografie, teksten en film in exposities en manifestaties. Zijn onderwerpen:
de mens, Rotterdam.
Manuel Kneepkens (1942) – dichter , schrijver, oud-politicus en beeldend kunste-
naar. Schrijft aan een sleutelroman over de recente geschiedenis van Rotterdam.
Flip Kolet (1948) – stedenbouwkundige en beeldend kunstenaar. Tekent het liefst
direct naar de natuur tijdens zijn omzwervingen door de stad.
Arie van der Waal (1951) – fotograaf. Werkt ook met video, taal en geluid en mag
graag dingen vereenvoudigen of weglaten.
Deze uitgave kwam mede tot stand dankzij bijdragen van:
Deelgemeente Kralingen-Crooswijk
Stichting Bevordering van Volkskracht
© 2009 uitgeverij Douane
Het copyright op de teksten en afbeeldingen berust bij de schrijvers en kunstenaars
redactie Arie van der Ent
eindredactie Astrid Koelemeijer
ontwerp omslag Gereon Bargeman
ontwerp binnenwerk de rotterdamse schrijffabriek
illustraties omslag en pagina 2 Flip Kolet
foto’s pagina’s 66-67 en 78 Arie van der Waal
druk Opolgraf, Polen
isbn 978-90-72247-23-0
nur 306, 521, 646
www.uitgeverijdouane.nl

More Related Content

Similar to Kralingenboek_090902 1317

De vrouwen van Cranach
De vrouwen van CranachDe vrouwen van Cranach
De vrouwen van CranachKim Noach
 
Literair Statement - Luuk Gruwez
Literair Statement - Luuk GruwezLiterair Statement - Luuk Gruwez
Literair Statement - Luuk Gruwezpulsenetwerk
 
Zomeraanbieding 2014 Lebowski Publishers
Zomeraanbieding 2014 Lebowski PublishersZomeraanbieding 2014 Lebowski Publishers
Zomeraanbieding 2014 Lebowski PublishersXanne Liebregts
 
Erfgoed in Wieze (Rik Vermeir)
Erfgoed in Wieze (Rik Vermeir)Erfgoed in Wieze (Rik Vermeir)
Erfgoed in Wieze (Rik Vermeir)ArcheoNet
 
Jaarprogramma 2020
Jaarprogramma 2020Jaarprogramma 2020
Jaarprogramma 2020VVPAssen
 
Sinti en Roma opening Eindhoven. Gesproken tekst. 9 september 2018
Sinti en Roma opening Eindhoven. Gesproken tekst.  9 september 2018Sinti en Roma opening Eindhoven. Gesproken tekst.  9 september 2018
Sinti en Roma opening Eindhoven. Gesproken tekst. 9 september 2018Consultancy Social Inclusion
 
Het Nieuwe Strijkkwartet 2011/2012
Het Nieuwe Strijkkwartet 2011/2012Het Nieuwe Strijkkwartet 2011/2012
Het Nieuwe Strijkkwartet 2011/2012leussink
 
Nieuwsbrief September 2011
Nieuwsbrief September 2011Nieuwsbrief September 2011
Nieuwsbrief September 2011RodeRuiter
 
De Renaissance Algemeen Nl
De Renaissance Algemeen NlDe Renaissance Algemeen Nl
De Renaissance Algemeen Nl0230863
 
Theater 17e eeuw
Theater 17e eeuwTheater 17e eeuw
Theater 17e eeuwmavalu
 

Similar to Kralingenboek_090902 1317 (20)

De vrouwen van Cranach
De vrouwen van CranachDe vrouwen van Cranach
De vrouwen van Cranach
 
Gelukkig in de sovjet-unie
Gelukkig in de sovjet-unieGelukkig in de sovjet-unie
Gelukkig in de sovjet-unie
 
Literair Statement - Luuk Gruwez
Literair Statement - Luuk GruwezLiterair Statement - Luuk Gruwez
Literair Statement - Luuk Gruwez
 
Zomeraanbieding 2014 Lebowski Publishers
Zomeraanbieding 2014 Lebowski PublishersZomeraanbieding 2014 Lebowski Publishers
Zomeraanbieding 2014 Lebowski Publishers
 
Erfgoed in Wieze (Rik Vermeir)
Erfgoed in Wieze (Rik Vermeir)Erfgoed in Wieze (Rik Vermeir)
Erfgoed in Wieze (Rik Vermeir)
 
Wijndegustatie Poëzie
Wijndegustatie PoëzieWijndegustatie Poëzie
Wijndegustatie Poëzie
 
Persbericht Jan Haak
Persbericht Jan HaakPersbericht Jan Haak
Persbericht Jan Haak
 
Persbericht Jan Haak
Persbericht Jan HaakPersbericht Jan Haak
Persbericht Jan Haak
 
Schilderij Maaltijd te Dokkum, met oa Philander de Baron, deel 2
Schilderij Maaltijd te Dokkum, met oa Philander de Baron, deel 2Schilderij Maaltijd te Dokkum, met oa Philander de Baron, deel 2
Schilderij Maaltijd te Dokkum, met oa Philander de Baron, deel 2
 
Jaarprogramma 2020
Jaarprogramma 2020Jaarprogramma 2020
Jaarprogramma 2020
 
flyer Polen in Plan Zuid
flyer Polen in Plan Zuidflyer Polen in Plan Zuid
flyer Polen in Plan Zuid
 
Definitieve magazine
Definitieve magazineDefinitieve magazine
Definitieve magazine
 
Sinti en Roma opening Eindhoven. Gesproken tekst. 9 september 2018
Sinti en Roma opening Eindhoven. Gesproken tekst.  9 september 2018Sinti en Roma opening Eindhoven. Gesproken tekst.  9 september 2018
Sinti en Roma opening Eindhoven. Gesproken tekst. 9 september 2018
 
Het Nieuwe Strijkkwartet 2011/2012
Het Nieuwe Strijkkwartet 2011/2012Het Nieuwe Strijkkwartet 2011/2012
Het Nieuwe Strijkkwartet 2011/2012
 
Zeeland & Zigeuners (Couleur Locale)
Zeeland & Zigeuners (Couleur Locale) Zeeland & Zigeuners (Couleur Locale)
Zeeland & Zigeuners (Couleur Locale)
 
Nieuwsbrief September 2011
Nieuwsbrief September 2011Nieuwsbrief September 2011
Nieuwsbrief September 2011
 
Programma 2013/2014
Programma 2013/2014Programma 2013/2014
Programma 2013/2014
 
De Renaissance Algemeen Nl
De Renaissance Algemeen NlDe Renaissance Algemeen Nl
De Renaissance Algemeen Nl
 
Theater 17e eeuw
Theater 17e eeuwTheater 17e eeuw
Theater 17e eeuw
 
Schepen ckv
Schepen ckvSchepen ckv
Schepen ckv
 

Kralingenboek_090902 1317

  • 2. Samenstelling Flip Kolet en Willem van Hest Met bijdragen van Joop van den Bos Arjan Doorgeest Willem van Hest Manuel Kneepkens Flip Kolet Arie van der Waal Broos weerspiegeld Een portret van Kralingen
  • 3. Een portret van Kralingen | Flip Kolet Een portret van één enkel iemand is al een hele klus, een portret van een hele wijk is dat helemaal. Het idee voor dit boekje is om met enkele andere kunstenaars een portret van Kralingen te maken, van de plekken of panden van ieders voorkeur. Getekend, geschilderd of in de vorm van een gedicht of verhaal. Het is natuurlijk het mooist als deze verhalen en gedichten gerelateerd zijn aan een bepaalde plek in Kralingen, als deze teksten ‘topografisch’ zijn, zoals het gedicht van Jan Prins over de Maas en dat van J.C. Bloem over de Amsterdamse Dapperstraat of over het bombardement van Rotterdam. We hebben het bij Kralingen over een wijk waar chique babyboomers, kun- stenaars, studenten en allochtonen in een bonte mengelmoes bij elkaar wonen. Kralingen is zwaar getroffen in de oorlog, daarna in de periode van de stadsver- nieuwing en nog eens bij een grootschalige bodemsanering, maar de mengeling van chique en volks is gebleven. Wat we laten zien en laten lezen zijn persoonlijke indrukken, eigen visies op de mooie of lelijke plekken in ons Kralingen. Dat kan een café zijn, een winkel of een galerie. Of gewoon een fraai gebouw of een parkje. En de Kralingers zelf natuurlijk, zo divers als ze zijn. Samen het gezicht van Kralingen. beeld Flip Kolet4 | 5
  • 4. De Plasmolens | Manuel Kneepkens De Plasmolens, piramide- geel zien toe, ochtend na ochtend hoe ’t wit plezier van zeilboten, ’s zomers overgaat, langzaam, langzaam in de bevroren adem van schaatsers, ’s winters Ach, Plasmolens, jullie behoren de scharlaken- rode mondschilderes Mevr. Zonsondergang alsook haar minnaar (met takshond) ex-accountant Heer Dood! beeld Flip Kolet6 | 7
  • 5. Vijverweg | Manuel Kneepkens Wat overblijft: weerspiegeling van zwanen, loodwit & rimpelende vrienden, whiskydrinkend met 18-karaats gouden brillen die zij op- en afzetten Op én af Zweet In hun handpalmen, zakdoeken opera buffa komisch over hun rode hoofden geknoopt Hoe warm het was en hoe ver… over blijven de foto’s: kussende spoken tussen de ootmoed van salomonszegel en vingerhoedskruid, behoedzaam zaadverkwistend Over blijft de smalle adem van de parken waarin wij sierlijk als het paarlemoer van de Melkweg in de nacht wuivend dwaas als de code van de karpers onder het bladerdak, schaduwrijk, van de waterlelies Over blijft omega zon, de ondergaande in het alfabet van de takken Laurierblad lachend ritselend… om Niemand beeld Flip Kolet8 | 9
  • 6. De jogger in het Kralingse Bos | Manuel Kneepkens Hij passeert beuk, berk, eik een heel Kralings Bos half Plots brandt een braamstruik dwars door zijn borst zakt hij voorover tussen brandnetel, hondsdraf, engelwortel on- kruid – dat hij niet heeft uitgevonden… – Ach, Drank had hem al opgegeven! En Roken! Heden verbreekt ook Slechte Adem het contract O, Rijnmond, o, Rijnmond met je grote aktetas vol dood met je stropdas met een Windsor- knoop van dood Ispahaan – olallalla! – is overal in het Kralingse Bos! beeld Flip Kolet10 | 11
  • 7. Voorschoterlaan | Manuel Kneepkens In zulke huizen rochelt de grote eenzame kikvors, prins Hendrik in de schaduw van de gootsteen Ben ik pluche fauteuil / perkamenten schemerlamp / aluminium rookstel onnozel & verwerpelijk Hoeksteen geworden van de 19e eeuw de Bergrede, stoffig op de gang, in een verguld lijstje Ook al glimlacht mijn navel als een zen-monnik en lijkt mijn buik de Grote Stuurman Mao ik behoor het ras Verleden. Definitief Mijn stem, vergeeld een avondblad japans zwaardvechter kaapt nederlands vliegtuig In zulke straten immers spiegelt zich in alle badkamers een koudbloedig samoerai de emaillen polsen gebarsten blauw op de rand van de waanzin beeld Flip Kolet12 | 13
  • 8. Lusthofstraat | Manuel Kneepkens Ik wist niet dat het woord Lust zo koperrood was zo witgloeiend van huid zo voorzien van lachrimpeltjes om kleine, scheefstaande ogen Ik wist niet dat God twee kleine borsten had alsook een hoffelijke schoot En ik wist niet dat Zij, de Liefste hokte boven de halal slager in de Lusthofstraat O, Lof der Zotheid… Ik, Erasmus’ Muze L man ik wist dat niet! Ik las de Turkenkrijg! beeld Flip Kolet14 | 15
  • 9. Ik herneem de loop | Joop van den Bos Vanmiddag het warme licht, in rust en schaduwluwten, de zin zweeft overal. Hoor hoe moeders stem weerklinkt, door het oude Jaffastraatje, waar kinderen tijdloos spelen. Ik poog vergeefs nog, noem wat namen van het zingen, nu de luister uit de sluimer is herrezen. Hoor hoe zij mij noemt, om het wonder in haar hove, nu hier kinderen spelen weer als toen. Ik herneem de loop van komen en gaan, door het oude straatje. Zij roept mij, wenkt mij, het luiden van de schoolbel toe. In haar lach, haar berispende vreugd. Hier waar nu kinderen spelen, nog in de droomtijd, van hun werkelijkheid. beeld Flip Kolet16 | 17
  • 10. Arboretum Trompenburg | Manuel Kneepkens Lentes balsemen dat is wat een dichter doet… * Wat passen ze goed bij elkaar ex-minnaar & ex-minnares… als de neuspeuteraar bij de pioenroos! * Man & vrouw schilder ik ons als op een vlindervleugel in wankel evenwicht * Een schram beklimt m’n been Mij passeert een braamstruik, brandend God, bloeden wij samen? * Perenbloesem: Wesp waar zijn uw steekpenningen? * beeld Flip Kolet18 | 19
  • 11. Wat voer jij daar mee, oostenwind paardenbloempluizen of vrijkomend plutonium? (Wind: Sinds wanneer schrijven jullie, Westerlingen haiku’s sinds Hiroshima?) * O, Buddleia, wat kalligraferen al die dronken Dagpauwogen op je paarse lei? Het woord Liefde? * Arboretum, hoe hou je het gras welig? Minnaar, lig er met je liefste in! * Kikker Het universum grijnst om mij in een heldere plons ben ik soms A. Einstein? * beeld Flip Kolet20 | 21
  • 12. Vingerhoedskruid Kleine witte & roze condooms laat je vallen… hoe troostrijk in het tijdperk van de aids! * Merel, wat moet je toch in zwart avondkostuum in Elysium? Dichter, ik deporteer je melancholie Ik ruil ’m voor 2 regenwormen * Herfst. Zonnebloemen heffen hun strooien hoeden als vrolijke, oude komieken nog eenmaal Wie applaudisseert? Alleen de regen… * beeld Flip Kolet22 | 23
  • 13. Recht voor allen | Joop van den Bos Recht voor allen! Staat er met grote letters op nummer zeventien in de Waterloostraat. Voor het raam zit een bebaarde zeventiger, van het type Domela Nieuwenhuis. Aha! Een anarchist, denk ik, nog een echte, zeker, knik ik vol begrip. Recht voor allen! Maar de man schudt aartsvaderlijk de manen. Nee meneer, zegt hij wijsgerig, zo heet onze duivenvereniging. beeld Willem van Hest24 | 25
  • 14. De Zwanen van Kralingen | Manuel Kneepkens Zwanen zijn monogaam En wolven! En Kralingse dames? Die niet! Iedere ochtend hoor ik hun vleugels, ruisend zonlicht, boven de tuinen van Kralingen Terug van het openluchtbad Op weg naar de tennisbaan. Of andersom… Hoor, mevr. Stanley kust mevr. Livingstone – Pom! Pom! – op de loomheid van haar gelipstickte mond o, als Mozartmuziek, zomerkoelte luchthartig gevernist… Met de 101 Dalmatiërs van Pavlov(a) met hijgende tong verschuil ik mij dan achter een mastiekboom (of is ’t toch een steeneik?) En ik zie ze dalen op de vijvers Op de Steinway van ’t wateroppervlak broos weerspiegeld paarlemoer Hoe ze komen bij ’t baltsspel als hobo’s, als achtbare fagotten de onderjurken spierwit opgeschort een blinde god als dirigent net lelies op protheses, die Lohengrin- liefsten van Kralingen Ach, ladies Leda, met jullie donzen onderbuiken zo lustvol musicerend op minnaar… na minnaar… na minnaar… (… en waar is Jupiter… bassist Echtgenoot?) ’Ooohh & aaahh & ooooohhhh…’ hoe Zwanen sterven weten jullie enkel van B a l l e t beeld Willem van Hest26 | 27
  • 15. Een wandeling door de Voorschoterlaan en de Avenue Concordia: de dialoop | Flip Kolet Op vrijdag 13 maart 2009 deed ik mee aan een zogenaamde dialoop. Ik had me tevoren amper verdiept in de bedoeling van een dergelijke loop en zag het vooral als een gelegenheid om onze wijk nog wat beter te leren kennen. Om plekken en gebouwen te ontdekken waar ik niet eerder geweest was. Het was de bedoeling van de wandeling om al lopend met elkaar in dialoog te komen en zodoende de integratie en het wederzijds respect te bevorderen. Om de zaak op gang te brengen kregen we een lijstje met vragen die we elkaar zouden kunnen stellen. Ik werd er een beetje verlegen van, ontdekte niet veel andere gezindten in de groep dan de mijne. We waren zo’n vijfentwintig mannen en vrouwen van veertig tot zestig, goed gekleed, ontwikkeld en sociaal vaardig. Lastig om iemand te ont- dekken met een wezenlijk andere culturele achtergrond. Ik keek naast me en zag een vriendelijke vrouw van begin vijftig. Eer ik de kans kreeg om een praatje te maken werden we het gebouw van de Melanchtonschool binnengeloodst, door de man die de leiding had van de dialoop, dominee Peter van Helden. Binnen kregen we een uitleg van de directeur en een leerkracht over het thema integratie. De school was voor 99% zwart, het onderling begrip van de leerlingen werd bevorderd door de gezamenlijke viering van Suiker- feest, Holifeest, Kerstmis en Pasen. Maar men wilde wel wat meer witte kinderen op school. Van buiten had ik al gezien hoe mooi het gebouw was, in de schoolstijl van de jaren dertig. Eersteklas gevelarchitectuur met smaakvolle metselwerkdetails. Een fraaie lichtgele steen met verzorgd voegwerk. Nu dwaalden mijn ogen binnen rond. Je kon goed zien dat de gebruikers onge- nadig met het oorspronkelijke interieur waren omgesprongen. Boven me zag ik hetzelfde goedkope systeemplafond als in de kleine buurtwoningen. Aan het eind van het kantineachtige zaaltje (misschien ooit een klaslokaal) was een wand met kastjes, met kluisjes met slotjes. Gemaakt door de conciërge? De deurtjes hadden felle Gammakleuren, die niets van doen hadden met de overige kleuren. Geen ge- beelden Willem van Hest28 | 29
  • 16. zicht. Culturen bijeenbrengen, oké, maar let een beetje op de kleur van de verf. Ik werd ruw in mijn overpeinzingen gestoord toen ik de directeur de wens te kennen hoorde geven dat het schoolgebouw maar gauw gesloopt zou worden om plaats te maken voor vervangende nieuwbouw. Wat zonde, dacht ik. De tocht ging verder. Dominee Peter van Helden voerde de groep aan met een vlag in alle kleuren van de regenboog, met daarop in grijze letters het woord pace. Het deed me denken aan vroeger, toen we meeliepen met optochten van de wan- delvereniging, op Koninginnedag, van sportvereniging of padvinderij. Vooral als de fanfare vooropging, haastte je je om een plekje vooraan te bemachtigen en een stukje mee te lopen. Dicht bij de vlag. Het maakte niet uit van welk gezindte je was. Nu lopen alleen nog voetbalsupporters met de vlag van hun club naar het stadion, om daar de dialoog aan te gaan, met gezang en ongezouten spreekkoren. Bij het hofje van Uit Liefde En Voorzorg (voormalig hofje Gerrit de Koker) kreeg ik meteen een vredig gevoel: een oase van rust. Ze wisten vroeger wel hoe ze een rus- tige omgeving moesten bouwen. Het hofje is fijnzinnig gerestaureerd en voorzien van een mooie tuin. Goed voor de sociale contacten, tijd voor een praatje. Even een sigaretje erbij, lekker windstil. Mijn buurman vraagt ook een sigaret. We praten wat over het hofje. Als we uit gerookt zijn vertrekt hij weer. Hij was niet iemand van onze groep, maar gewoon iemand van de straat die om iets te roken verlegen zat. De tocht ging verder. Een half jaar geleden liep ik eens langs het kerkje toen dat uitkwam. Een grote groep Surinamers schoolde samen bij de uitgang. Het geheel maakte een hartelijke en ontspannen indruk. Die sfeer trof ik nu weer. Na een korte introductie werden we uitgenodigd in de huiskamerachtige ruimte naast het kerkje, voor een soort kof- fietafel, maar dan met gemberbier en orchata, amandelmelk. Een kerk waar je geen moeite hoeft te doen om erbij te horen, zo leek me. De tocht ging verder. Buurthuis Het Knooppunt aan de Waterloostraat. Nieuwe architectuur in vrolijke pasteltinten. Alsof de ijscoman is langs geweest bij de kleurkeuze: pistache, straci- atella, lemone, azurri, etcetera. Echt jaren negentig: alles vriendelijk, prettig, open minded, zelfs een beetje intercultureel. Maar tegelijkertijd onbestemd – er had ook een politiepost in het gebouw kunnen zitten of een school. De toelichting staafde dit: er huisde een kinderdagverblijf in, en een balletschool. Buurthuizen gingen met hun tijd mee. Ze moeten wel, afhankelijk van gemeentelijke subsidies als ze zijn, waarbij de overheid ook voortdurend blijk geeft van andere wensen en voorkeuren. Vrouwenwerk, het troetelkindje van de jaren tachtig, was afgeschaft en ingeruild voor koken en handwerken voor migranten. Migranten heetten ook geen migran- ten meer, maar doelgroepen. Ik was het spoor af en toe bijster, maar de ouderwetse gezelligheid en gastvrijheid die buurthuizen kenmerkt, was er gelukkig nog steeds. beeld Flip Kolet30 | 31
  • 17. De regenboog | Joop van den Bos Op het Oostplein staat mijn vader met de Rode tribune. Het beloofde land in zijn ogen, de heilstaat, een hemel op aarde. Het regende die middag een zware zoelte, de glinsterende zon op de keien. Dag vader, zei ik, maar hij hoorde me niet. Ik moet brood gaan halen, vader, moeder vraagt of u komt eten. Maar hij hoorde me niet, hij droomt, hij is er niet. En alles is vreemd in het tegenlicht van de wonderlijke regenboog, de gloed, de weerschijn, alles is vreemd. Hij wenkte dat hij zal komen, hij wenkt dat ik moet gaan. beeld Willem van Hest32 | 33
  • 18. De voddenman | Joop van den Bos Laat me nog één keer de dood van de voddenman noemen, De Leeuw was zijn naam. Nu hier in Kralingen-West nieuwe huizen zijn gebouwd. En hoe hij zich verhing in zijn pakhuis aan de Vlietka om aan deportatie te ontkomen. En de schok toen wij kinderen hem vonden, naast hem zijn huilende hond. Te elfder ure | Joop van den Bos Geen glorie nog op de Kralingse spiegelplas hier in morgenvroegte. De zilvering is te bleek te wit van glinster, in neveldauw, onbewogen. Maar in de schoonheid die zichzelve zelft rangschikt, ontpopt, openbaart het wonder van de tweede geboorte, fladdert vlinderend rond. De krekel sjirpt de zielslier van Orpheus daar op de kinderboerderij: te elfder ure. Daar waar de bruine regenwormencyclus in een matriarchale bevruchting verblijft, nog in die neerslag ondergronds. O, spiegelplas in drasmoeras. beelden Flip Kolet34 | 35
  • 19. Zie ik Leda daar | Joop van den Bos De gladde spiegelplas in glans te zweef daagt in windstille zwang haar badende schitter. Goudgloed sponne ginder rood in rossig aanzien zo, adem mijmer. Maar zie ik daar Leda uit nevele doemen, is zij het? Haar zwanen zijn er al. Hoe verluchtigt zij het landschap rank en vleugelvoetig. Deel je de schoonheid met de zwaan mijn lief, in jouw omarming zo besloten. Ben je jezelf genoeg? Verdroom je de vloeiende voortgang het zielsbeeld, onraakbaar niet te schenden! Eens mocht ik jouw zwaan zijn koel en Apollinisch weet je nog? Hoe mocht ik toen jouw schone zijn beminnen, wezensecht. Je vlocht een kroon voor mij van laurier en wilgetwijge. Je kijkt naar me. Maar je ziet me niet eens, zo ga je mij voorbij, wat statig tussen de zwanen. Weet je nog dat je me liefhad, Leda? Hier bij de twee molens van de plas jouw eigen zwanenmeer. beeld Flip Kolet36 | 37
  • 20. De Kralingse Plas en het Kralingse Bos | Willem van Hest Mijn eerste herinneringen aan Kralingen hebben met mijn tante te maken. Tante Corrie, de enige echte zus van mijn moeder, woonde op twee adressen aan de Jeri- cholaan. Tante Corrie is er al jaren niet meer. Die enige echte zus van mijn moeder was een nogal stugge vrouw die op haar manier toch erg op ons gesteld was. Daarom bezochten we haar regelmatig, op zondagmiddag. Daar hoorde altijd een lange wandeling door het bos bij. Dat vonden mijn broertjes en ik meestal nogal saai, want we moesten rustig meelopen, tot we bij het hertenkamp kwamen. Onder de bomen zaten we op een bankje en dan waren daar de eekhoorntjes, toch wel de leukste en liefste diertjes van de hele wereld. Sierlijk, beweeglijk en met zo’n grote donzige knuffelstaart. Als er sneeuw lag, en het lijkt nu wel of dat elk jaar raak was, gleden we met duizeling- wekkende snelheid op de slee van de helling vlakbij, langs de witte, stenen peli- kaan. Later mocht ik zonder mijn ouders. Dan fietste ik met vriendjes heel Rotterdam door (wij woonden aan de andere kant van de stad, bij de Nieuwe Binnenweg), om van de leuning van de bruggetjes aan de plas in het water te springen. Maar de mooiste herinnering was het legendarische popfestival. ‘This is the dawnin’ of the age of aquarius’. Met zijn tienduizenden zaten we bij elkaar in het gras, luisterden naar Santana, Jefferson Airplane, The Byrds, Soft Machine en Pink Floyd en hoefden verder helemaal niks meer. We waren compleet geworden, het was alsof er een nieuwe wereld was geboren, alsof het paradijs was aangebroken. Nu nog zijn het bos en de plas mijn favoriete plekken. Ik loop mijn rondjes om de plas en soms dwaal ik door het bos. Van mei tot oktober zwem ik bij het strandbad. Omringd door het groen, de futen en de aalscholvers. Af en toe flitst zelfs het licht- blauw van het ijsvogeltje langs me over het water. beeld Willem van Hest38 | 39
  • 21. Popfestival | Joop van den Bos Dit is de nieuwe mens dacht ik toen op het Kralingse popfestival. Wat waren zij mooi in de bevlieging, vluchtig mooi van zijn, van liefde, levende liefde in de verwezenlijking. Ja een heuse orgie, zij waren het echt! Het Kralingse Bos was de Hof van Eden; les enfants du paradis! Een minnetuin, een heerlijke sponde, volmaakt, schier volmaakt! Het woord was vleesgeworden muziek, vervoering. Extase! En de boom der kennis klankte als een waaier over hen, in een onmiddellijk weten van de ziel, van levende psyche! Zo lijfelijk van geest, het feest. Ja dat is het geweest. Het was feest van water in wijn, van heilige geest! beeld Flip Kolet40 | 41
  • 22. Vredenoord | Joop van den Bos Het is zaterdagmorgen zeven uur zeven, ik laat de hond uit. Op de Vredenoordlaan fietst een jongen met op zijn fietstas het woordje trouw. Maar ook de vishandelaar frits ruyst zich daar al; evenals de herenkapper. En op het gebouw van het leger des heils staat: God is er ook voor u! En omdat de Gerdesiabomen geuren is het ook zo, is het inderdaad paradijselijk. Maar vliegen daar agaatvlinders op het Vredenoordplein? Het is zaterdagmorgen zeven uur zevenentwintig ik sta voor jouw zijraam Hélène Swarth, hier in Vredenoord. Inderdaad een vredig oord! beeld Willem van Hest42 | 43
  • 23. De Vredenoordkade | Willem van Hest Op de Vredenoordkade is mijn leven in Kralingen begonnen. Na ruim twintig jaar Binnenweg en Mathenesserweg, Hoboken, Exit, de Ballons en Dizzy werd het de Boezembrug, De Pui en het Kralingse Bos. Na de middelbare school werd het de kunstacademie en na mijn ouders en mijn broers werd het Hannie. We stapten het stadhuis op de Coolsingel binnen, want er waren nog geen deelgemeenten. We hingen een zielig verhaal op tegen een mevrouw achter een balie en kregen zonder moeilijke vragen de sleutels van een voor-, tussen- en achterwoning op de Vredenoordkade, een huisje onder de huurwaarde op de tweede verdieping. Dat pand staat er niet meer. Net als mijn ouderlijk huis is het gesloopt. De huizen aan de overkant van de Boezem zijn ook vervangen door nieuwbouw. Maar de brug, de bomen en het water waar ik op uitkeek, vlak bij het café waar ik wel eens wat ging drinken, en dat ook met grond gelijk is gemaakt, kijk, die mooie brug is er nog. beeld Willem van Hest44 | 45
  • 24. De Lambertuskerk | Willem van Hest De Lambertuskerk ligt in een bocht van de Oostzeedijk Beneden of, zoals de echte oude Kralingers zeggen: de Lage Oostzeedijk. In het groen, slank neogotisch, alsof hij er al vanaf de Middeleeuwen staat. Ik stond daar jaren geleden voor het altaar en probeerde iets over mijn vader te zeggen die achter me in een kist lag. Maar er kwam alleen een snik. Ik vind het een mooie kerk, mooier dan de kerk waar ik veel vaker kwam, noodge- dwongen. Die kerk staat aan de Mathenesserlaan, vlak bij waar ik de eerste twintig jaar van mijn leven doorbracht. De Lambertuskerk doet me soms aan die vroege jaren denken, toen ik minimaal één keer per week de mis bezocht. Meestal zie ik hem als ik weer in Rotterdam te- rugkom, na een reis. Na de Brienenoordbrug en de brede, drukke wegen Kralingen in. Dan is er die afslag, de dijk af, en dan is daar dat smalle kronkelige weggetje, dan zijn daar de bomen, het gras, een watertje en de Lambertuskerk. beeld Willem van Hest46 | 47
  • 25. De boer boer ode | Joop van den Bos Bij boer boer daar toen in de Esch. (Het is nu een moeras, vol bosgewas met schapen vol licht en leven, dankzij herder Arie Hallensleben.) Mocht ik in de hongerwinter de laatste aardappels vlooien, nalezen, narooien. Vandaar, o, die boer boer in mij nog steeds toujours geprezen! Met een zak vol aardappels ging ik juichend naar huis, met m’n kop onder de hoofdluis, en al die feestvreugd thuis. Die mij nu nog heugt. We hebben niet gegeten, maar gevreten. En drie avonden met een volle maag bij kaarslicht gezeten. beeld Flip Kolet48 | 49
  • 26. Avenue Concordia (1) | Flip Kolet Het was vroeger de gewoonte om boeken van een ex libris te voorzien dat iets vertelde over de eigenaar ervan. In de boeken die ik van mijn vader erfde, is het ex libris kort en zakelijk: Avenue Concordia 126 Rotterdam Tel. 20618 Giro 367125 Dat huis aan de Avenue Concordia staat er nog, gebouwd voor de betere stand, waartoe mijn grootouders blijkbaar behoorden. Als ik op bezoek ging, was ik altijd onder de indruk van het meubilair en van de schilderijen. En van de boeken die ze hadden. Misschien wel gekocht bij Boekhandel Amesz, bedacht ik later. Een tweedelige uitgave, Wonderen der Wereld, met foto’s van radiolaren (lichtge- vend plankton). En een fotoboek over de Boerenoorlog. Boeken van een paar kilo. Zelfs het speelgoed dat we voorgeschoteld kregen, was chique: een bouwdoos met zandstenen blokjes, pilaren, timpanen en bogen. De stijl van de 19e eeuw, de stijl van de Avenue Concordia, zoals ik me later reali- seerde. Ondertussen schonk oma ranja in sierlijke limonadeglazen. Omdat ze niet van koud hield, had ze de limonade een beetje opgewarmd met warm water uit de geiser. Uit beleefdheid dronken we het toch maar op. Voor zo veel deftigheid moest je maar iets overhebben. beeld Flip Kolet50 | 51
  • 27. Avenue Concordia (2) | Flip Kolet De glorieuze naam van de Avenue is ontleend aan de bouwonderneming die in 1895 het project voor twee deftige lanen op zich nam: Avenue Alexander, later Voorschoterlaan geheten en Avenue Concordia. Beide avenues werden ontwor- pen om te kunnen voldoen aan de wensen van de betere stand van die tijd. Naar het voorbeeld van de eerder ontwikkelde Jericholaan zou het gaan om lanen van dertig meter breed, met een verhoogd middenpad, met bomen aan weerszijden daarvan. Omdat bestrating in het Kralingen van die tijd allerminst vanzelfsprekend was, moest ook die het aanzien verhogen. De verbinding met de reeds bestaande Waterloostraat zou het cachet van de Ave- nue kunnen verminderen. Daarom werden de dwarsverbindingen met de straatjes afgezet door muurtjes. Ook de volkse winkels aan de Oudedijk en de Lusthofstraat wenste men niet in de Avenues. Alleen de dokter van de Oudedijk mocht er zich vestigen met een apotheek. Daar was nog heel wat over te doen, omdat het plan 10 cm buiten de voorgeschreven rooilijn was gebouwd. Wat het particuliere initiatief anno 1895 niet voor elkaar kreeg om zich behaaglijk te kunnen vestigen! De bouw- voorschriften van de Woningwet van 1901 bestonden nog niet, om maar te zwijgen van bouwverordeningen. Al met al mogen we niet klagen over de erfenis van deze particuliere bouwonder- neming Concordia. De gemeente Kralingen was nog zelfstandig, maar dat zou niet lang meer duren. Veel nieuwe initiatieven waren van haar kant niet te verwachten. De kosten van openbare werken vielen voor een kleine gemeente moeilijk op te brengen. Daartoe was de gemeente Rotterdam beter in staat. Per project werden afspraken gemaakt over de financiering, waarbij Rotterdam zijn eigen eisen stelde. Uiteindelijk annexeerde Rotterdam Kralingen in zijn geheel. Kralingen was inte- ressant voor Rotterdam, met relatief veel goedkope bouwgrond in de vorm van in onbruik geraakte buitens. De bebouwing rond park Rozenburg is daar een voor- beeld van. beeld Flip Kolet52 | 53
  • 28. Locus Publicus | Flip Kolet Aan de kop van de Oostzeedijk, hoek Oostplein, is een café gevestigd dat vroeger aan de overkant opereerde, aan de Beneden Oostzeedijk. Dat is eigenlijk het enige wat is veranderd. Men draait er wel muziek, maar alleen klassiek. Men schenkt er pelpinda’s en de doppen daarvan mogen, nee moeten op de grond worden ge- gooid. Dat zorgt voor knisperende geluiden, als bij een witte kerst. Nog steeds wordt het etablissement voornamelijk gefrequenteerd door studenten rechten en economie. De naam Locus publicus komt van de oude Romeinen, ‘publieke plaats’. Het intrigerende uithangbord belooft allerhande soorten bier en die belofte wordt binnen waargemaakt. Tweehonderd soorten, waarvan twaalf van het vat. Alles gaat over de tong bij zo’n overvloed aan bier. Locus Publicus is een begrip in dorstig Kralingen. Maar wie kan haarfijn het verschil uitleggen tussen een dubbel en een tripel, een trappist en een abdijbier? Evengoed: proost! beeld Flip Kolet54 | 55
  • 29. De vijver | Flip Kolet Zondag 10 mei 2009 13.06 uur Ik bevind mij in het rijkste deel van Kralingen. Hier wonen de geslaagde onderne- mers die in alle rust in hun weelde lijken te baden. Met smaak gekozen auto’s op straat. Welgevormde tuinen die zo mee in een tuinmagazine kunnen of zich open kunnen stellen op de verborgen-tuinendag. Onderweg naar de plek waar ik wil gaan tekenen tref ik al een jonge ondernemer aan die limonade uitvent op straat. ‘Lekkere limonade, vijftig cent’, roept hij telkens, terwijl ik toch de enige ben in de hele omgeving die het kan horen. ‘Straks mis- schien’, antwoord ik. Eerst een goed tekenplekje vinden. Dat is elke keer een lastige klus: midden op straat kan niet, het moet wel scha- duwrijk zijn, anders krijg ik de felle zon op papier. En ik moet ook nog een beetje mooie compositie hebben. Ik zie af van de grote vijver omdat dat net een gete- kende ansicht gaat worden, met de Lambertuskerk in tegenlicht, dus ik neem de kleine vijver. De jongen met de limonade houdt het voor gezien. Even later komt zijn vader poolshoogte nemen. ‘Is dit een of ander project’, vraagt hij. Ik leg hem uit wat de bedoeling is. ‘O,’ zegt hij, ‘dat is leuk, maar ik heb het druk, dus ik moet weer verder.’ Ik ben nog maar net op gang of er komen een paar kinde- ren met visgerei en een schepnetje aan. Het lukt ze niet om iets boven water te krij- gen. Dan maar het roeibootje van de buurvrouw geleend. Daar blijven ze eindeloos mee spelen. Als ze uitgekeken zijn op hun bootje, heb ik mijn tekening klaar. De rust keert weer op de vijver. Het water is weer even vlak als voorheen. beeld Flip Kolet56 | 57
  • 30. De zeilles | Flip Kolet Kralingse Plas, zondag 10 mei 2009 11.34 uur Als ik aan kom rijden zie ik dat het terras van De Tuin al vol zit en dat het fietspad al wemelt van de joggers, rollerskaters en wandelaars. Het wordt lastig om een rustig plekje te vinden waar ik op mijn gemak kan gaan tekenen. Alle stoelen en bankjes zijn bezet, zo ver ik kan kijken. Gelukkig vind ik iets naast een van de Plasmolens, weliswaar tussen de wilgen en het onkruid, maar dat is geen probleem. Terwijl ik me aan het installeren ben, word ik nadrukkelijk gegroet door een heer die contact zoekt, maar duidelijk niet over mijn tekeningen. Ik troost mij met de gedachte dat ik blijkbaar nog in trek ben. Als ik ga tekenen zie ik de bootjes van Van Gent aan de steiger midden op de plas. Het ene zeiltje na het andere gaat omhoog. Rank gekromde mastjes. Het zijn niet meer dan fors uitgevallen surfplanken met een sierlijke romp van geel polyes- ter. Midden op de steiger staat een volwassen man met een zwemvest. Ik hoor af en toe een aanwijzing over het water schallen: ‘Tegen de wind in aanleggen… Ja, die kant op is tegen de wind in…’ Zodra de bootjes weer los zijn van de steiger neemt een andere instructeur in een rubberboot het over. Ik kan niet horen wat zijn instructies zijn, maar wel zien aan het gedrag van de bootjes: ze gaan een voor een overstag als de rubberboot langskomt. De bootjes reageren als een veertje op de wind en de aanwijzingen van de instructeur. Het lijkt wel een dans op het water. De schoonheid van een zeilklas. beeld Flip Kolet58 | 59
  • 31. De wachters | Flip Kolet Als de wind weg is, wachten ze in stilte. Op een molenaar of op een stuurman. De ebbenhouten molen met het geduld van eeuwen. Daarnaast twee ivoren jachtjes, rank en roerloos op het water. De lijnen krommen sierlijk om wat ik teken, handge- maakte vormen. De wereld van de strakke dozen is ver weg. In de verte vaag een torenflat. Klein lustoord aan de oevers van een plas. Verwachtingsvol. beeld Flip Kolet60 | 61
  • 32. Het Libanon | Flip Kolet De poort van het gebouw is afgesloten met een stalen hek. Het gebouw oogt als een sombere wachter. Verderop spelen wat kinderen in het parkje. Voor het overige zijn er geen leerlingen te zien, want het is zondag. Half Kralingen is uitgelopen naar de Kralingse Plas, met het mooie weer. In 2009 bestaat het Libanonlyceum 100 jaar. Het gebouw waar we nu tegenaan kijken is nog niet zo oud. Het is gebouwd in 1921, als meisjes-hbs. Het gebouw van de jongens-hbs aan de Ramlehweg is nog ouder, van 1913. Beide schoolgebouwen zijn ontworpen door de architect Granpré Molière en hebben Jugendstilelementen. Het Libanonlyceum heeft een lange geschiedenis. De twee meisjes die naast de ingang zijn afgebeeld, zullen daar wel mee te maken hebben. Een van die meisjes die de school in 1929 voor het eerst bezochten, was mijn moeder. Erg vooruitstre- vend voor die tijd. Mijn vader bezocht het andere gebouw, aan de Ramlehweg. Zo is het gekomen. De vriendschappen van de schooljeugd. Voor mijn familie een gunstige samenloop van omstandigheden. Veel later bezochten mijn beide doch- ters dezelfde school. De ingang van de school ziet eruit als een opengesperde mond die leerlingen lijkt te verzwelgen. Er moeten tienduizenden leerlingen door die poort gegaan zijn. Het gebouw oogt strenger dan zijn leerprogramma van tegenwoordig, dat volgens de website erg aardig voor leerlingen is. beeld Flip Kolet62 | 63
  • 33.
  • 34. De Jericholaan | Flip Kolet De statige platanen leunen licht naar elkaar. Ze vormen een mooi venster op de Kralingse Plas. De schaduwplekken op het gras omlijsten het beeld. In tegenstel- ling tot de rustige laan verkeert de Kralingse Plas op een zonnige dag als deze in opperste staat van bedrijvigheid. Alles wat varen kan, komt voorbij, van statige kajuitzeiljachten tot ranke piraatjes. De plaats Jericho, de oude bijbelse stad, ligt dicht bij de Dode Zee en staat onder Palestijns bestuur. Ze is talloze malen verwoest en weer opgebouwd. Gelukkig is de Jericholaan dit lot bespaard gebleven. Hier heerst een en al rust. beeld Flip Kolet66 | 67
  • 35. De watertoren | Willem van Hest Jaren geleden schilderde ik overdag in mijn atelier aan de Feijenoordkade in Rotter- dam-Zuid. Af en toe schreef ik wat, vaak over wat ik schilderde, in mijn schilders- dagboek. Als ik uit het raam keek, zag ik het water van de Maas, met Kralingen aan de overkant. Daar, helemaal in het oostelijke deel, dat nu De Esch heet maar toen nog ‘dwl-terrein’, drinkwaterleidingterrein, stond de watertoren. Daar zit nu, sinds de watertoren geen watertoren meer is, een restaurant. In de tijd dat ik tekende en schilderde in Feijenoord, werkte ik daar een paar avonden als gastheer. Het verhaal gaat dat het niet veel gescheeld heeft of alle oude bebouwing was gesloopt. Het was in Rotterdam lange tijd de gewoonte om alles wat het Duitse bombardement overleefd had en wat geen duidelijke functie meer had maar af te breken. Triest dieptepunt was de Koninginnekerk waar de Rot- terdamse bevolking destijds één miljoen gulden voor bij elkaar bracht en die toch tegen de vlakte ging. Er schijnen zelfs plannen te zijn geweest om na de oorlog alleen de toren van de Laurenskerk te laten staan. Rotterdam is altijd erg gericht geweest op de toekomst. Terug naar het gebied dat toen dus dwl-terrein heette. De watertoren en de meeste omringende gebouwen zijn gebouwd in een tijd dat het zogenaamde oriëntalisme ook in de architectuur opgang maakte. Islamitische bouwelementen als de hoefijzerboog zijn daar bijvoorbeeld veelvuldig in de ramen en deuren terug te vinden. Het is te danken aan een groep krakers, die het gebied een tijd lang Utopia noem- den, dat de waterbassins met de kleine en een aantal grotere gebouwen de kern zijn gaan vormen van een Kralingse wijk met de watertoren als trots middelpunt. beeld Willem van Hest68 | 69
  • 36. Oostzeedijk Beneden | Arjan Doorgeest Op deze plek werden op 3 april 1945 20 mensen gefusilleerd onder wie een jongen van 17 jaar. God hebbe zijn ziel, maar het was meer de duivel die hem daar bracht als toevallige passant op die middag, zijn land op iets meer dan 30 dagen na bevrijd. ’k Zag jarenlang, vanaf mijn kindertijd een wit kruis zonder plaquette en wist niet wat hier was geschied. ‘Voor hen die vielen’ maar ’t was mij onbekend wie hier viel. Totdat ik de grootvader van mijn vrouw in de keuken van zijn voormalige huis hoorde zeggen: ‘Na afloop moest je gaan kijken, je werd gedwongen er langs te lopen, die neergeschoten mensen te aanschouwen, hele drommen mensen werden er verplicht langs geleid.’ Toen de oude man deze woorden had gesproken is het gaan spreken voor mij. Nu houd ik mijn pas in bij het betreden van dit stuk Kralingen, of minder ik soms vaart op de fiets. Voor mijn ogen verschijnt een zwart-grijs-witte foto, enigszins uitgebleekt, van mensen half over elkaar liggend in de holte van dit stuk dijk. In gedachten zie ik hen soms voor me pal naast het huis van God – de Lambertuskerk. Onvoldoende getroost door half verlepte kransen in de eerste dagen na de vierde dag in mei. beeld Arie van der Waal70 | 71
  • 37. De lanen van Kralingen | Arjan Doorgeest De lanen met hun voorname huizen gebouwd in een tijd dat een huis nog een half kasteeltje was. Ik verbaas me over hun gemetselde en ten dele met wit stucwerk afgezette gevels, het uitbundig gebruik van hout dat toen nog voor een habbekrats verkrijgbaar was. Waan me in een ver verleden deze plekken hebben iets eeuwigs, de tijd waarin het leven nog majestueus en diep in zichzelf in orde was. De lanen van oud Kralingen voorname schoonheid. De bomen – kastanjes en platanen – van iedere vorm van ongeduld compleet wars. Statige schoonheid – brede straten. De fotograaf in 1920 drukte nauwelijks een ander plaatje dan zijn collega van vandaag de dag af. Voorname schoonheid. Ik wou – vanmiddag opnieuw – dat heel de wereld als de lanen van Kralingen was. Alles in orde, roerloos, statig. Het verval heeft deze buurt nooit aangeraakt. Alles van waarde staat hier mooi te wezen – wijkt niet. Schoonheid die genoeg heeft aan haar eigen pracht. De vijver bij de Slotlaan, het geboomte langs de lanen. De huizen iets verderop gelegen die uitkijken als bruidjes over de plas. beeld Arie van der Waal72 | 73
  • 38. Rudolf Mees Instituut – Witte Hertstraat | Arjan Doorgeest Op het schoolplein lopen de kinderen te gebaren, ze versnijden met hun armen en handen de lucht. Ik zie verweesde vogels, kwartels die op willen stijgen, maar ze komen niet los van de grond en op deze manier wordt het met hun leventjes niets. De kinderen van de gebaren voor wie er geen communicatie – geen hoop meer is. De jonkies op het plein van Amman. Mijn dochter is één van hen haar lot is lastig en triest. Van achter het hek hoor ik klankijlende kinderstemmen en volg de gebarende kleuters voor wie er geen geluid – slechts stilte is. De kinderen op het plein van Amman. Ik wil dit niet – aanvaard dit niet. Niet hier en niet dit, raast het door mijn bovenkamer. Ik wou dat zij horend en ergens anders was. Het schoolplein met de gebaren. Ergens ging het met hen, met haar afschuwelijk mis. En het ergste: ik weet dat het irreparabel is. beeld Arie van der Waal74 | 75
  • 39. Heemtuin – Kralingse Bos | Arjan Doorgeest In de heemtuin mijn verloren paradijs hervonden: pril voorjaarsgebladerte, stilte, het doorzichtige water van het kreekje dat uitmondt in de plas. Wat ik hier zie, waande ik verloren doet me denken aan de dag dat ik nog goed, geheel in orde was. Het leven is een teloorgang van gezondheid, onschuld en idealen. Alles wat je dierbaar was, ligt bij de vuile was. Aan de horizon leeft de zonde de mega-stad voor wie zuiverheid en onbezoedeldheid slechts een grap, een bizarre woordspeling was. ’k Hoor de vogels tjilpen en wou dat er een weg terug het verleden in was. Maar die weg bestaat niet. Wat kapot is, ligt aan scherven. De opgesoupeerde tijd is moordend hard. ’k Wou dat er spontane heling genezing van het meest elementaire was. Die moet er zijn en ’t liefst zonder die ellendige draaideur te betreden waar ik nu geestelijk nog niet doorheen wil, voor geen kilo in pas. beeld Arie van der Waal76 | 77
  • 40. Ik denk aan de man uit Nazareth en hoop hem in de verte te zien, op het water van de plas. Maar hij is er niet en ik denk aan mijn kindertijd toen alles nog goed en ik in orde was. Een heemtuin op dinsdagmiddag. Ik wou dat er ergens voor mij voor iedereen een oplossing was. Maar die is er niet en ik zoek tevergeefs naar de beeltenis van de jonge man uit Nazareth wandelend over de plas. De man die kon genezen. Maar hij komt niet op mijn pad. Joop van den Bos (1928) – dichter. Groeide op in Kralingen, bokste in Crooswijk. Beïnvloed door filosoof en vrijdenker Jan Börger en Anton Constandse. Rotterdam is altijd het decor van zijn gedichten. Arjan Doorgeest (1961) – dichter, beeldend kunstenaar (tekeningen, schilderijen, fotografie). Zoekt als dichter maximale zeggingskracht met minimale woorden. Willem van Hest (1953) – beeldend kunstenaar (schilderijen, tekeningen, zeefdruk- ken ). Hij schrijft dagboeken, brieven, interviews, portretten en artikelen. Hij ge- bruikt fotografie, teksten en film in exposities en manifestaties. Zijn onderwerpen: de mens, Rotterdam. Manuel Kneepkens (1942) – dichter , schrijver, oud-politicus en beeldend kunste- naar. Schrijft aan een sleutelroman over de recente geschiedenis van Rotterdam. Flip Kolet (1948) – stedenbouwkundige en beeldend kunstenaar. Tekent het liefst direct naar de natuur tijdens zijn omzwervingen door de stad. Arie van der Waal (1951) – fotograaf. Werkt ook met video, taal en geluid en mag graag dingen vereenvoudigen of weglaten.
  • 41. Deze uitgave kwam mede tot stand dankzij bijdragen van: Deelgemeente Kralingen-Crooswijk Stichting Bevordering van Volkskracht © 2009 uitgeverij Douane Het copyright op de teksten en afbeeldingen berust bij de schrijvers en kunstenaars redactie Arie van der Ent eindredactie Astrid Koelemeijer ontwerp omslag Gereon Bargeman ontwerp binnenwerk de rotterdamse schrijffabriek illustraties omslag en pagina 2 Flip Kolet foto’s pagina’s 66-67 en 78 Arie van der Waal druk Opolgraf, Polen isbn 978-90-72247-23-0 nur 306, 521, 646 www.uitgeverijdouane.nl