SlideShare a Scribd company logo
1 of 20
Nationale Poëzieweek 2017 – thema Humor
Het Dichterscollectief Nuenen organiseert tijdens de Nationale Poëzieweek een gedichtenmiddag op
donderdag 26 januari in het souterrain van Auberge Vincent.
Dichters uit Nuenen, Eindhoven en Son zullen voorlezen uit eigen werk.
Blok 1
1. Catharina Boer
2. Willem Berkers
3. Luuk den Hartog
4. Angela Polderman
5. Ruud van Neerven
6. Pauline Jansen
7. Pierre Maréchal
Schilderijen: Marianne Schellekens
Terpsichore
Samenstelling powerpointshow: Marianne Schellekens
Blok 2
1. Hans Marijnissen
2. Annemieke Soethout
3. Stan Mooij
4. Helma Michielsen
5. Fred Lambert
6. Ingo Adenauer x
7. Klaas de Graaff
Blok 3
1. Catherine Witvliet
2. Joke van Overbruggen x
3. Jacob Bisschops
4. Willem Adelaar x
5. Anne Dijkstra
6. Theo Smit
7. Bernadette Winter-Houben
VOOROUDERS
Zat ik eens bepaald in hen, huizen zij nu
in mij. Schrijvend verblijven zij fier
in mijn geheime kamers met kruidige
geuren uit hun rollen perkamentpapier.
Ik zie hen met poederpruik of boerenpet
achterstevoren of met schippersmuts
boven vissersboten en te paard met
hun banier, liever nog met schildersbaret.
Maar hun outfit is nu overbodig: hun gewrichten
knikken in mijn vingers, hun gebit knarst voor hen
mijn vreemde taal en in mijn armen hun ellebogen.
De fronslijn die ons voorhoofd splijt,
ligt bij ons gelijk. Vragen: wie ben jij, ben ik…
blijven zo eeuwig hangen in mijn ogen.
Catharina Boer
Marianne Schellekens
Verloren verhalen
Soms op verdwaalde dagen
weet ik nog vaak onze
glazen verhalen met geheimen
uit de haarvaten van onze harten
zulke vurig naakte woorden
wild flikkerend en vonkend
in gloeiende zinnen als
sintels in vlammen van vuur
door zure zeden en nauwer normen
zijn ze in de tijd gedoofd en
als bedorven dromen argeloos
vermalen tot fijnstof, verwaaid,
verloren in een achteloze nacht
en al wat men ooit nog eens van ons hoorde
waren onze namen op de wind
Willem Berkers
Marianne Schellekens
ik heb je
ik heb je uit mijn hoofd geleerd
tot in detail achter de komma
klaar voor elke overhoring
op alle vragen voorbereid
ik heb je in een formule
ik heb je op briefjes geschreven
op deuren ramen spiegels
ik overhoorde je gezicht
herhaalde je zo moet het lukken
we waren uren samen
maar nu je hier bent zo dichtbij
ik heb je op de afstand van een arm
in de geur van je gouden haren
stuur ik mijn beladen woorden
schoorvoetend keer op keer op weg
onvoldoende cijferen je ogen
ik heb je niet genoeg gekend
dit huiswerk komt nooit af
Luuk den HartogMarianne Schellekens
Eeuwigheid
Wanneer het licht moet wijken
voor het donker
staan wij even stil
en kijken naar de schaduwen van gisteren
de morgen komt
met donker groeten
het verleden een schim
weggevaagd
door de tijd
die onherroepelijk verder tikt
wijzend op het korte van dit leven
memento mori
is een kreet
waaraan wij weinig ontlenen
men snelt maar voort
maar belandt toch
onherroepelijk
in de eeuwigheid
Angela Polderman
Marianne Schellekens
Twee dikke vrienden, Job en Jelle
Waren gewoon elkaar vaak te bellen
Soms belde Job dan Jelle op
Dan weer belde Jelle Job
Maar meestal belde Job naar Jelle
De vrouw van Jelle; zij heet Belle
En soms belt Job ook haar wel op
Eveneens belt Belle Job
En wil Jelle haar iets vertellen
Dan moet Jelle Belle bellen.
Ruud van Neerven
Marianne Schellekens
KOOPAVOND IN AMSTERDAM
tramrails ritsen straten
en pleinen open
mensen met rugzakken
mensen met mutsen
de kleur van kopen
in snelle stappen gevat
van meisjes met spillepoten
vrouwen met kleine tasjes
een goeroe
met een grijze baard
loopt wacht
bij een halte
alsof hij mediteert
bewaakt de beelden
van de Nachtwacht
op het Rembrandtplein
mannen in groepjes
brullen en brallen
de geur van bier en wiet
vermengt met zoete wafels
en kebab
goedkope seks
wil infiltreren
een gure wind blaast me
de aanlegsteiger op
de rondvaartboot glijdt
kunstig langs
wat lichtobjekten
en op de kade
herenhuizen
die schaamteloos
toeristenblikken lokken
met pracht en praal
gekrulde ornamenten
een rijke sterveling
achter een laptop
toont mij plots
een andere werkelijkheid
één Amsterdam
bestaat niet
al wat er rest is
een vergaarbak
van hectiek en gekkigheid
Annemieke Soethout
Marianne Schellekens
Zittend in mijn achtertuin –
eindelijk zonnig weer-
Plots steekt een wind op
Welke nijdig met hoge snelheid
door mijn boek
bladert.
Slaat zo nu en dan enkele
pagina’s terug –
Alsof het verifiëren wil of
het klopt-
Om daarna razendsnel
door de bladzijden te lopen
en vervoorts nóg eens te checken…
Ik verwacht zijn oordeel,
zijn reactie over de moeizaam
tot stand gekomen tekst.
Echter, hij valt stil.
Alsof mijn gedachten lezend
raast hij nog een
keer nijdig door de bladzijden
en zwijgt…
Laat mij zijn antwoord gissen
Pierre Maréchal ©
Marianne SchellekensMarianne Schellekens
Mogelijke ochtend
Ik ontwaak
onder water
zonder geboorte,
een vondeling.
Wat ik doe
zal de dag vormen.
Het venster sluit
niet het licht buiten.
De ochtendzon
keert onderling
om en om.
Wat ik denk en ben
kan nu eindigen.
De dag denkbaar,
nog niet uitvoerbaar,
maakbaar.
Het uitzicht
smeekt om herziening.
Ik hervat de wandeling,
onterfde zonderling,
voeg afstand toe.
Ik zoek iets
dat rijmt.
Hans Marijnissen
Marianne Schellekens
Sneeuw op de Acropolis
Met de onwetendheid van een student
op zak, vertrok ik naar Athene.
Een laag sneeuw bedekte de tempels
en grauw geworden beton van de stad.
Marmeren plavuizen gleden glad.
Wij plozen de Griekse hoofdstad uit,
studerend in bibliotheken,
historie op straat gevonden.
Kennis en vriendschap verdiepten,
zoals een archeologische site
laag voor laag opgegraven wordt.
Wandelend in Athena’s heuvels
kwam ik mezelf
in alle nationaliteiten tegen.
Lentezon smolt de sneeuw
en ik vond richting
op eigen kracht.
Pauline Jansen
Marianne Schellekens
NOL
in de ochtend ruist de adem
van de stad die op mij wacht,
ik monster mij, de evangelist,
mijn grijze baard
waaruit mijn tanden steken,
mijn door zweet beslagen bril,
mijn arm zwaaiend naar het kwaad
als een bezwerend zwaard
ik hang de tassen
met zijn boodschap
aan mijn scootmobiel
en hijs mij op mijn rijdend kruis
dat over plassen gaat
zoals hij die over water liep
bij de betonnen wanden
van mijn stad
schijten duiven
op mijn uitgestoken handen
verbeeld ik mij
hoe hij gestenigd werd
de judaskus van hen die lachend
mij voorbijgaan
maar waarin ik niet berusten mag,
steeds luider prijs ik hem
ik krijs het uit,
eens zal mijn stad mij volgen
als zijn lichtende apostel,
schreeuw jezus Nol
Stan MooijMarianne Schellekens
Ode aan Oleg Popov, clown
1930-2016
Er is maar één gezicht
een rode dop als neus
zwart-wit geblokte pet
zo op het gele haar gezet.
Dansend op een koord
verdwaasde grondacrobatiek.
In stappen van verwondering
verbindt hij klein met groot.
Soms met appel en een tas,
vogel in een kooi, een hond,
wandelstok of marionet.
Glimlach ogen doen de rest.
Is hij Pierrot, is hij August?
Is hij de nieuwe Chaplin?
Of is hij zelf zo groot maar
tegelijk een kind gebleven?
Geen masker, streepjes
schmink. Ziel en zijn
vervlochten. Verstild gebaar
van roepen uit de verte.
Je bijnaam ‘zonneschijn’. Een
woordeloze dialoog. Voor mij
ben jij poëet die als een vogel
vliegt en zingt en vliegt.
Ik hou van je tragiek die soms
een dolkstoot, dan een traan.
Het laatste lachen trekt voorbij
nu jij jouw deur hebt dicht gedaan.
Het was een glimlach die je gaf.
Mooie grote kleine man. Jij bent
ontroerde stilte, weemoed ben je,
man en eenvoud, mijn komiek.
Helma Michielsen
Marianne Schellekens
Maar dan de nar! Hij is de intrigant
in ’t grauw kasteel, het rauwe vorstendom,
is hij een helder licht dat altijd brandt.
Hij waarschuwt voor gevaar, geeft goede raad
Toe, luister vorst, want straks ontploft die bom.
Toe, hoor me aan, want straks is het te laat.
De koning ziet de ernst er niet van in
Zo’n nar is immers slechts voor zijn vertier,
maakt dolle grappen en verschaft plezier.
De koning krijgt daarvan zo’n goede zin.
O, Sire, heus, mijn woorden zijn geen grap.
Er broeit iets in de kelders van ’t kasteel.
Iets zeer onaangenaams wordt straks uw deel
Er komt een einde aan uw koningschap!
O, nar, jij weet, mijn kerkers zitten vol.
Mijn weg leidt onomkeerbaar naar de hel.
Toe, debiteer je allerlaatste grol.
Het mene tekel staat al op de wand:
Weldra verliest gij uw vermetel spel.
want gij regeerde nimmer met verstand.
Fred Lambert
Nar
De koning zit onmachtig op zijn troon.
Al wie zich uit met de geringste spot
of tegenspraak, belandt op het schavot,
verkrijgt de doodstraf als verdiende loon.
Boodschappers van slecht nieuws maakt hij kapot.
Hij weet het beter, daar hij koning is.
Hij werpt zijn prooi in de gevangenis.
Zo menig mens stierf reeds in het cachot.
Maar dan de nar! Hij is de adviseur
en zegt de waarheid, rinkelt met een bel.
Zijn narrenpak is rood en groen van kleur.
Hij is de enige, een grap, een grol
en dán de waarheid, já, nú kan het wel,
al is het strijdig met het protocol.
De martelkamer is weer druk beklant.
De beul maakt overuren, menig lijk
hangt bung’lend aan de galg, als huldeblijk
aan de gestrenge koning van het land.
De vleiers schurken zich tegen hem aan,
en praten hem voortdurend naar de mond
maar in de kelder sist een korte lont.
Nog even, en het is voorgoed voorbij.
Marianne Schellekens
Gevleugelde Syrinx (Gedanste solo voor dwarsfluit van C. Debussy)
Dansend op dwarse tonen
omhuld door het ruisen
van de fluisterende fladder
nauwgezet ontworpen
om dit vluchtend
vluchtig wezen
met textiele magie
mythisch gestalte te geven.
Toen het bandje brak voor
het klassiek geschoold publiek,
belicht door blauw en lila
en de glijdende zijde
volgens de zwaartekracht
zwalkend mijn nimfensprong
gevangen nam ben ik
even doodgegaan.
Een seconde wachtend
een eeuwigheid dus op
die hoge des heb ik
als choreografische ingreep
mijn glansje van de
vloer vegend in schamel
onderkleedje de Syrinx
vleugels gegeven.
Volgens de recensent en
het hooggeëerd publiek
het impressionistisch
hoogtepunt daar zij de
bevrijding van de Syrinx
in ons op mythische wijze
in het nu zagen verbeeld.
Stevig met dubbel garen
heb ik het bandje weer
vastgenaaid
Catherine Witvliet
Marianne Schellekens
Letterweverij
Teken met letters van je initialen
een veelzijdig leefpatroon, span op
een leefgetouw sterke levensdraden.
Weef, van broddellap tot kunst,
een leven vol vlammende verhalen,
weef met blijde inslag, je leven in elkaar
zonder langdradigheid met al of niet
een steekje
los.
Pak dan de draad weer op
en…
je hebt een leven lang stof tot praten.
Jacob Bisschops, Eindhoven. Marianne Schellekens
Claire Morgan, Noord Brabants museum.
The Sound of Silence
Het trillen van de stilte
en het zachte
dat de wangen streelt
een relatie
tussen transparant en pluisjes
een diertje
en dunne lijnen
een insect en vogelpapiertjes
stromende glinsteringen
en trillingen
haar stem
als muziek, langs het
licht en donker
scherpe vogelnagels
het papier kraakt
en de dood
het kauwtje…..
de erotiek van teder
de papegaaien kijken toe
licht is de muziek
ook de vogel en zij
haar stem, de vingers, handen
het materiaal
en de kraai achter het raam
graspluimen
in de wind op de huid
meeuwen krijsen
het water deint en
groen, groeit uit steen
dode diertjes in dozen en
vliegen aan draden
tedere gevangenschap en dood
bewegen lichtelijk
verandert ieder moment
de pluisjes en poten, nagels als hoornen
gelaagd
de vos eet
een raaf pikt in zacht roze
met een heel klein penseeltje
schildert zij
de tijd
Een zwarte vogel
met gespreide vleugels
gevangen
in muren van pluisjes
haas snuift over de bodem
een eend vol plastic
dan weer tederheid van
de kleine vleugels
een witte uil spreidt
zijn kracht.
Anne-Karine Dijkstra
Marianne Schellekens
Theo SmitTheo Smits
Grafisch ontwerp Theo Smits
Poes en kind
In de kamer
Zit een kind
Aait de poes
Die hij zo lief vindt
De poes aait tevens, andersom
Met staart en snor
Kronkelend tegen wang en kin
Duwt zijn kopje in de kom
van diens oksel, lekker warm.
Zoekend naar geur
En loopt dan naar de deur
Wil naar buiten
Het kind zit voor de ruiten
Wrijft zijn hoofd tegen het glas
Wou dat hij ook buiten was
Daar doet de poes nu fijn zijn plas
Poëzie, poes
Plas en glas
Aaien, zwaaien
Om elkaar heen draaien
Wat is einde, wat begin?
Zie de humor ervan in
Alles niets
Heeft het ooit zin?
Moet dat dan?
Is het niet voldoende
Dat het kan?
Geniet ervan.
Bernadette Winters-Houben
Marianne Schellekens
Totaal slideshow

More Related Content

Similar to Totaal slideshow

E E N M U U R M E T B R I E V E N
E E N  M U U R  M E T  B R I E V E NE E N  M U U R  M E T  B R I E V E N
E E N M U U R M E T B R I E V E Nguest3f5eaf
 
Een Muur Met Brieven
Een Muur Met BrievenEen Muur Met Brieven
Een Muur Met Brievenguest3f5eaf
 
Een Muur Met Brieven
Een Muur Met BrievenEen Muur Met Brieven
Een Muur Met Brievenguest3f5eaf
 
Erfgoed in Wieze (Rik Vermeir)
Erfgoed in Wieze (Rik Vermeir)Erfgoed in Wieze (Rik Vermeir)
Erfgoed in Wieze (Rik Vermeir)ArcheoNet
 
EL ARTE DE LA FOTOGRAFIA
EL ARTE DE LA FOTOGRAFIAEL ARTE DE LA FOTOGRAFIA
EL ARTE DE LA FOTOGRAFIAJorge Llosa
 
32 tekstgeschiedenissen en frames
32 tekstgeschiedenissen en frames32 tekstgeschiedenissen en frames
32 tekstgeschiedenissen en framesThomas Vaessens
 
Kunst G Fotografie
Kunst G FotografieKunst G Fotografie
Kunst G Fotografieguest03d4d7
 
Fotos maravillosas
Fotos maravillosasFotos maravillosas
Fotos maravillosasDouce Nieto
 
DeStormHansGelukvoorMagazineKortVerhaal
DeStormHansGelukvoorMagazineKortVerhaalDeStormHansGelukvoorMagazineKortVerhaal
DeStormHansGelukvoorMagazineKortVerhaalHans Geluk
 
Interview Iris Pinson - Donkertest
Interview Iris Pinson - DonkertestInterview Iris Pinson - Donkertest
Interview Iris Pinson - DonkertestIris Pinson
 

Similar to Totaal slideshow (13)

E E N M U U R M E T B R I E V E N
E E N  M U U R  M E T  B R I E V E NE E N  M U U R  M E T  B R I E V E N
E E N M U U R M E T B R I E V E N
 
Een Muur Met Brieven
Een Muur Met BrievenEen Muur Met Brieven
Een Muur Met Brieven
 
Een Muur Met Brieven
Een Muur Met BrievenEen Muur Met Brieven
Een Muur Met Brieven
 
Een Muur Met Brieven
Een Muur Met BrievenEen Muur Met Brieven
Een Muur Met Brieven
 
Erfgoed in Wieze (Rik Vermeir)
Erfgoed in Wieze (Rik Vermeir)Erfgoed in Wieze (Rik Vermeir)
Erfgoed in Wieze (Rik Vermeir)
 
EL ARTE DE LA FOTOGRAFIA
EL ARTE DE LA FOTOGRAFIAEL ARTE DE LA FOTOGRAFIA
EL ARTE DE LA FOTOGRAFIA
 
Definitieve magazine
Definitieve magazineDefinitieve magazine
Definitieve magazine
 
32 tekstgeschiedenissen en frames
32 tekstgeschiedenissen en frames32 tekstgeschiedenissen en frames
32 tekstgeschiedenissen en frames
 
Kunst G Fotografie
Kunst G FotografieKunst G Fotografie
Kunst G Fotografie
 
Kunstfotografie
KunstfotografieKunstfotografie
Kunstfotografie
 
Fotos maravillosas
Fotos maravillosasFotos maravillosas
Fotos maravillosas
 
DeStormHansGelukvoorMagazineKortVerhaal
DeStormHansGelukvoorMagazineKortVerhaalDeStormHansGelukvoorMagazineKortVerhaal
DeStormHansGelukvoorMagazineKortVerhaal
 
Interview Iris Pinson - Donkertest
Interview Iris Pinson - DonkertestInterview Iris Pinson - Donkertest
Interview Iris Pinson - Donkertest
 

Totaal slideshow

  • 1. Nationale Poëzieweek 2017 – thema Humor Het Dichterscollectief Nuenen organiseert tijdens de Nationale Poëzieweek een gedichtenmiddag op donderdag 26 januari in het souterrain van Auberge Vincent. Dichters uit Nuenen, Eindhoven en Son zullen voorlezen uit eigen werk. Blok 1 1. Catharina Boer 2. Willem Berkers 3. Luuk den Hartog 4. Angela Polderman 5. Ruud van Neerven 6. Pauline Jansen 7. Pierre Maréchal Schilderijen: Marianne Schellekens Terpsichore Samenstelling powerpointshow: Marianne Schellekens Blok 2 1. Hans Marijnissen 2. Annemieke Soethout 3. Stan Mooij 4. Helma Michielsen 5. Fred Lambert 6. Ingo Adenauer x 7. Klaas de Graaff Blok 3 1. Catherine Witvliet 2. Joke van Overbruggen x 3. Jacob Bisschops 4. Willem Adelaar x 5. Anne Dijkstra 6. Theo Smit 7. Bernadette Winter-Houben
  • 2. VOOROUDERS Zat ik eens bepaald in hen, huizen zij nu in mij. Schrijvend verblijven zij fier in mijn geheime kamers met kruidige geuren uit hun rollen perkamentpapier. Ik zie hen met poederpruik of boerenpet achterstevoren of met schippersmuts boven vissersboten en te paard met hun banier, liever nog met schildersbaret. Maar hun outfit is nu overbodig: hun gewrichten knikken in mijn vingers, hun gebit knarst voor hen mijn vreemde taal en in mijn armen hun ellebogen. De fronslijn die ons voorhoofd splijt, ligt bij ons gelijk. Vragen: wie ben jij, ben ik… blijven zo eeuwig hangen in mijn ogen. Catharina Boer Marianne Schellekens
  • 3. Verloren verhalen Soms op verdwaalde dagen weet ik nog vaak onze glazen verhalen met geheimen uit de haarvaten van onze harten zulke vurig naakte woorden wild flikkerend en vonkend in gloeiende zinnen als sintels in vlammen van vuur door zure zeden en nauwer normen zijn ze in de tijd gedoofd en als bedorven dromen argeloos vermalen tot fijnstof, verwaaid, verloren in een achteloze nacht en al wat men ooit nog eens van ons hoorde waren onze namen op de wind Willem Berkers Marianne Schellekens
  • 4. ik heb je ik heb je uit mijn hoofd geleerd tot in detail achter de komma klaar voor elke overhoring op alle vragen voorbereid ik heb je in een formule ik heb je op briefjes geschreven op deuren ramen spiegels ik overhoorde je gezicht herhaalde je zo moet het lukken we waren uren samen maar nu je hier bent zo dichtbij ik heb je op de afstand van een arm in de geur van je gouden haren stuur ik mijn beladen woorden schoorvoetend keer op keer op weg onvoldoende cijferen je ogen ik heb je niet genoeg gekend dit huiswerk komt nooit af Luuk den HartogMarianne Schellekens
  • 5. Eeuwigheid Wanneer het licht moet wijken voor het donker staan wij even stil en kijken naar de schaduwen van gisteren de morgen komt met donker groeten het verleden een schim weggevaagd door de tijd die onherroepelijk verder tikt wijzend op het korte van dit leven memento mori is een kreet waaraan wij weinig ontlenen men snelt maar voort maar belandt toch onherroepelijk in de eeuwigheid Angela Polderman Marianne Schellekens
  • 6. Twee dikke vrienden, Job en Jelle Waren gewoon elkaar vaak te bellen Soms belde Job dan Jelle op Dan weer belde Jelle Job Maar meestal belde Job naar Jelle De vrouw van Jelle; zij heet Belle En soms belt Job ook haar wel op Eveneens belt Belle Job En wil Jelle haar iets vertellen Dan moet Jelle Belle bellen. Ruud van Neerven Marianne Schellekens
  • 7. KOOPAVOND IN AMSTERDAM tramrails ritsen straten en pleinen open mensen met rugzakken mensen met mutsen de kleur van kopen in snelle stappen gevat van meisjes met spillepoten vrouwen met kleine tasjes een goeroe met een grijze baard loopt wacht bij een halte alsof hij mediteert bewaakt de beelden van de Nachtwacht op het Rembrandtplein mannen in groepjes brullen en brallen de geur van bier en wiet vermengt met zoete wafels en kebab goedkope seks wil infiltreren een gure wind blaast me de aanlegsteiger op de rondvaartboot glijdt kunstig langs wat lichtobjekten en op de kade herenhuizen die schaamteloos toeristenblikken lokken met pracht en praal gekrulde ornamenten een rijke sterveling achter een laptop toont mij plots een andere werkelijkheid één Amsterdam bestaat niet al wat er rest is een vergaarbak van hectiek en gekkigheid Annemieke Soethout Marianne Schellekens
  • 8. Zittend in mijn achtertuin – eindelijk zonnig weer- Plots steekt een wind op Welke nijdig met hoge snelheid door mijn boek bladert. Slaat zo nu en dan enkele pagina’s terug – Alsof het verifiëren wil of het klopt- Om daarna razendsnel door de bladzijden te lopen en vervoorts nóg eens te checken… Ik verwacht zijn oordeel, zijn reactie over de moeizaam tot stand gekomen tekst. Echter, hij valt stil. Alsof mijn gedachten lezend raast hij nog een keer nijdig door de bladzijden en zwijgt… Laat mij zijn antwoord gissen Pierre Maréchal © Marianne SchellekensMarianne Schellekens
  • 9. Mogelijke ochtend Ik ontwaak onder water zonder geboorte, een vondeling. Wat ik doe zal de dag vormen. Het venster sluit niet het licht buiten. De ochtendzon keert onderling om en om. Wat ik denk en ben kan nu eindigen. De dag denkbaar, nog niet uitvoerbaar, maakbaar. Het uitzicht smeekt om herziening. Ik hervat de wandeling, onterfde zonderling, voeg afstand toe. Ik zoek iets dat rijmt. Hans Marijnissen Marianne Schellekens
  • 10. Sneeuw op de Acropolis Met de onwetendheid van een student op zak, vertrok ik naar Athene. Een laag sneeuw bedekte de tempels en grauw geworden beton van de stad. Marmeren plavuizen gleden glad. Wij plozen de Griekse hoofdstad uit, studerend in bibliotheken, historie op straat gevonden. Kennis en vriendschap verdiepten, zoals een archeologische site laag voor laag opgegraven wordt. Wandelend in Athena’s heuvels kwam ik mezelf in alle nationaliteiten tegen. Lentezon smolt de sneeuw en ik vond richting op eigen kracht. Pauline Jansen Marianne Schellekens
  • 11. NOL in de ochtend ruist de adem van de stad die op mij wacht, ik monster mij, de evangelist, mijn grijze baard waaruit mijn tanden steken, mijn door zweet beslagen bril, mijn arm zwaaiend naar het kwaad als een bezwerend zwaard ik hang de tassen met zijn boodschap aan mijn scootmobiel en hijs mij op mijn rijdend kruis dat over plassen gaat zoals hij die over water liep bij de betonnen wanden van mijn stad schijten duiven op mijn uitgestoken handen verbeeld ik mij hoe hij gestenigd werd de judaskus van hen die lachend mij voorbijgaan maar waarin ik niet berusten mag, steeds luider prijs ik hem ik krijs het uit, eens zal mijn stad mij volgen als zijn lichtende apostel, schreeuw jezus Nol Stan MooijMarianne Schellekens
  • 12. Ode aan Oleg Popov, clown 1930-2016 Er is maar één gezicht een rode dop als neus zwart-wit geblokte pet zo op het gele haar gezet. Dansend op een koord verdwaasde grondacrobatiek. In stappen van verwondering verbindt hij klein met groot. Soms met appel en een tas, vogel in een kooi, een hond, wandelstok of marionet. Glimlach ogen doen de rest. Is hij Pierrot, is hij August? Is hij de nieuwe Chaplin? Of is hij zelf zo groot maar tegelijk een kind gebleven? Geen masker, streepjes schmink. Ziel en zijn vervlochten. Verstild gebaar van roepen uit de verte. Je bijnaam ‘zonneschijn’. Een woordeloze dialoog. Voor mij ben jij poëet die als een vogel vliegt en zingt en vliegt. Ik hou van je tragiek die soms een dolkstoot, dan een traan. Het laatste lachen trekt voorbij nu jij jouw deur hebt dicht gedaan. Het was een glimlach die je gaf. Mooie grote kleine man. Jij bent ontroerde stilte, weemoed ben je, man en eenvoud, mijn komiek. Helma Michielsen Marianne Schellekens
  • 13. Maar dan de nar! Hij is de intrigant in ’t grauw kasteel, het rauwe vorstendom, is hij een helder licht dat altijd brandt. Hij waarschuwt voor gevaar, geeft goede raad Toe, luister vorst, want straks ontploft die bom. Toe, hoor me aan, want straks is het te laat. De koning ziet de ernst er niet van in Zo’n nar is immers slechts voor zijn vertier, maakt dolle grappen en verschaft plezier. De koning krijgt daarvan zo’n goede zin. O, Sire, heus, mijn woorden zijn geen grap. Er broeit iets in de kelders van ’t kasteel. Iets zeer onaangenaams wordt straks uw deel Er komt een einde aan uw koningschap! O, nar, jij weet, mijn kerkers zitten vol. Mijn weg leidt onomkeerbaar naar de hel. Toe, debiteer je allerlaatste grol. Het mene tekel staat al op de wand: Weldra verliest gij uw vermetel spel. want gij regeerde nimmer met verstand. Fred Lambert Nar De koning zit onmachtig op zijn troon. Al wie zich uit met de geringste spot of tegenspraak, belandt op het schavot, verkrijgt de doodstraf als verdiende loon. Boodschappers van slecht nieuws maakt hij kapot. Hij weet het beter, daar hij koning is. Hij werpt zijn prooi in de gevangenis. Zo menig mens stierf reeds in het cachot. Maar dan de nar! Hij is de adviseur en zegt de waarheid, rinkelt met een bel. Zijn narrenpak is rood en groen van kleur. Hij is de enige, een grap, een grol en dán de waarheid, já, nú kan het wel, al is het strijdig met het protocol. De martelkamer is weer druk beklant. De beul maakt overuren, menig lijk hangt bung’lend aan de galg, als huldeblijk aan de gestrenge koning van het land. De vleiers schurken zich tegen hem aan, en praten hem voortdurend naar de mond maar in de kelder sist een korte lont. Nog even, en het is voorgoed voorbij. Marianne Schellekens
  • 14.
  • 15. Gevleugelde Syrinx (Gedanste solo voor dwarsfluit van C. Debussy) Dansend op dwarse tonen omhuld door het ruisen van de fluisterende fladder nauwgezet ontworpen om dit vluchtend vluchtig wezen met textiele magie mythisch gestalte te geven. Toen het bandje brak voor het klassiek geschoold publiek, belicht door blauw en lila en de glijdende zijde volgens de zwaartekracht zwalkend mijn nimfensprong gevangen nam ben ik even doodgegaan. Een seconde wachtend een eeuwigheid dus op die hoge des heb ik als choreografische ingreep mijn glansje van de vloer vegend in schamel onderkleedje de Syrinx vleugels gegeven. Volgens de recensent en het hooggeëerd publiek het impressionistisch hoogtepunt daar zij de bevrijding van de Syrinx in ons op mythische wijze in het nu zagen verbeeld. Stevig met dubbel garen heb ik het bandje weer vastgenaaid Catherine Witvliet Marianne Schellekens
  • 16. Letterweverij Teken met letters van je initialen een veelzijdig leefpatroon, span op een leefgetouw sterke levensdraden. Weef, van broddellap tot kunst, een leven vol vlammende verhalen, weef met blijde inslag, je leven in elkaar zonder langdradigheid met al of niet een steekje los. Pak dan de draad weer op en… je hebt een leven lang stof tot praten. Jacob Bisschops, Eindhoven. Marianne Schellekens
  • 17. Claire Morgan, Noord Brabants museum. The Sound of Silence Het trillen van de stilte en het zachte dat de wangen streelt een relatie tussen transparant en pluisjes een diertje en dunne lijnen een insect en vogelpapiertjes stromende glinsteringen en trillingen haar stem als muziek, langs het licht en donker scherpe vogelnagels het papier kraakt en de dood het kauwtje….. de erotiek van teder de papegaaien kijken toe licht is de muziek ook de vogel en zij haar stem, de vingers, handen het materiaal en de kraai achter het raam graspluimen in de wind op de huid meeuwen krijsen het water deint en groen, groeit uit steen dode diertjes in dozen en vliegen aan draden tedere gevangenschap en dood bewegen lichtelijk verandert ieder moment de pluisjes en poten, nagels als hoornen gelaagd de vos eet een raaf pikt in zacht roze met een heel klein penseeltje schildert zij de tijd Een zwarte vogel met gespreide vleugels gevangen in muren van pluisjes haas snuift over de bodem een eend vol plastic dan weer tederheid van de kleine vleugels een witte uil spreidt zijn kracht. Anne-Karine Dijkstra Marianne Schellekens
  • 18. Theo SmitTheo Smits Grafisch ontwerp Theo Smits
  • 19. Poes en kind In de kamer Zit een kind Aait de poes Die hij zo lief vindt De poes aait tevens, andersom Met staart en snor Kronkelend tegen wang en kin Duwt zijn kopje in de kom van diens oksel, lekker warm. Zoekend naar geur En loopt dan naar de deur Wil naar buiten Het kind zit voor de ruiten Wrijft zijn hoofd tegen het glas Wou dat hij ook buiten was Daar doet de poes nu fijn zijn plas Poëzie, poes Plas en glas Aaien, zwaaien Om elkaar heen draaien Wat is einde, wat begin? Zie de humor ervan in Alles niets Heeft het ooit zin? Moet dat dan? Is het niet voldoende Dat het kan? Geniet ervan. Bernadette Winters-Houben Marianne Schellekens