SlideShare a Scribd company logo
1 of 20
Download to read offline
7
Ontwikkeling van jonge,
talentvolle professionals
op basis van Action Learning

Hanneke Wouters, Frans Trommelen en Tjeerd Vrij


H    et centrale thema in dit hoofdstuk is Action Learning als geschik-
     te aanpak voor de ontwikkeling, coaching en begeleiding van jon-
ge, ambitieuze professionals aan het begin van hun loopbaan. Binnen
organisaties is er een grote behoefte aan dergelijke professionals, die
ook in steeds wijzigende omstandigheden, bijvoorbeeld door fusies of
koerswijzigingen, de verbinding weten te leggen “Wat wil ik zelf berei-
ken?” en “Wat wil mijn organisatie bereiken?” In groten getale starten
jongeren vol ambities hun loopbaan in omvangrijke en complexe
arbeidsorganisaties. Zij willen het liefst zo snel mogelijk met hun talen-
ten aan de slag. Ze zoeken daarvoor in een organisatie naar mogelijk-
heden en zijn leergierig als het gaat om de wijze hoe je met beperkin-
gen moet omgaan in een organisatie. Uiteraard is de organisatie ook
gebaat bij een effectieve bijdrage van hen aan het bedrijfsresultaat. Een
gouden kans om deze nieuwe generatie professionals te begeleiden en
te coachen tot zelfbewuste medewerkers die niet alleen weten wat ze
willen, maar ook een scherp oog hebben voor de belangen van de orga-
nisatie.
In dit hoofdstuk beschrijven we hoe het HR- en lijnmanagement er
gezamenlijk voor kan zorgen dat de instroom, gewenning én ontwik-
keling voor medewerker en organisatie in de gewenste richting verlo-
pen. Centraal daarbij staat Action Learning als succesvolle aanpak
voor de ontwikkeling, coaching en begeleiding van aanstormend
talent. Naast een beschrijving van concepten, modellen en praktische
152                                  Professionals & Professionele ontwikkeling




  tips geven we twee praktijkvoorbeelden waarbij Action Learning met
  succes is toegepast: de integratie van HR-beleid met prestatiesturing
  bij Origin en het Jong Talent Programma bij Essent. Beide zijn voor-
  beelden van een succesvolle aanpak waarbij jonge professionals zijn
  en worden gestimuleerd om twee universele doelen op persoonlijk
  niveau te adopteren, te integreren en in daden weten om te zetten: “Ik
  sta aan het stuur van mijn eigen loopbaan” en “Ik lever een zichtbare
  bijdrage aan het bedrijfsresultaat”.


q 7.1 Waarom gerichte aandacht voor aankomend
      talent?
  Binnen organisaties is een enorme behoefte aan zelfbewuste, intelli-
  gente, flexibele, ondernemende professionals die bij de zoveelste reor-
  ganisatie, fusie of wat voor koerswijziging dan ook niet uit het lood
  geslagen worden, maar in steeds wijzigende omstandigheden de ver-
  binding kunnen blijven maken tussen “Wat wil ik zelf bereiken?” en
  “Wat wil mijn organisatie bereiken?” De zelfbewuste en flexibele pro-
  fessional baseert zijn handelen op kansen en mogelijkheden, de pro-
  fessional die gauw uit het lood geslagen is op angst en bedreiging. Jon-
  ge professionals zijn bij uitstek een doelgroep die zich kenmerkt door
  gretigheid, leergierigheid en onbevangenheid. Dit zijn kenmerken die
  een organisatie dient te verzilveren. Door jonge professionals bij de
  start van hun loopbaan gericht te coachen en te begeleiden, gaat hun
  ontwikkeling sneller en dragen ze meer en eerder bij aan een positief
  bedrijfsresultaat. Ook profiteren zowel de professional als de organisa-
  tie van de ‘baten’ als de organisatie de ontwikkeling van talenten van
  jonge professionals zo weet aan te wenden, dat zij binnen een afzien-
  bare tijd in staat zijn vanuit hogere of middenkaderfuncties leiding te
  geven aan excellente werkprestaties. Als deze ontwikkeling in een later
  stadium pas in gang wordt gezet, zal dit veel meer investering vragen.


q 7.2 Action Learning: leren in de praktijk

q Action Learning is ‘leren door doen’
  ‘Leren door doen’ houdt natuurlijk niet in dat je leert of handelt als een
  kip zonder kop, maar vanuit een cyclus van experimenteren, reflecte-
  ren en opnieuw toepassen. Het is een proces dat begint met het voor-
Hoofdstuk 7 q Ontwikkeling van jonge, talentvolle professionals ...   153




nemen om specifieke werksituaties op bewust gekozen wijze uit te
voeren. David Kolb heeft dit ‘leren’ treffend beschreven en in dat kader
ook zijn leerstijlonderzoek ontwikkeld, dat de basis vormt voor het
leren in de dagelijkse (werk)praktijk (Kolb 2002). Kolb onderscheidt in
dit kader vier basale manieren van leren, die elkaar afwisselen en aan-
vullen. In een volledig en ideaal leerproces vormen deze vier fasen een
cyclus, waarbij het leerproces overigens in elk van de vier fasen kan
starten.




Figuur 7.1 Het leermodel van David Kolb



De eerste stap is het voorgenomen werkgedrag daadwerkelijk uit te
voeren (Concreet Ervaren) en daarbij te evalueren hoe dat verloopt
(Reflectief Observeren). Voorts is het zaak te analyseren wat goed en wat
minder goed is gegaan. Wat zijn mogelijke verbeterpunten en hoe
kunnen deze in een komende situatie worden ingezet (Abstract Con-
ceptualiseren)? Met het plannen van een volgende actie en het formu-
leren van verbeterpunten is een eerste leercyclus volbracht (Actief
Experimenteren).
In aanvulling op de leercyclus van Kolb zijn in onze definitie van
Action Learning tevens de volgende randvoorwaarden van belang:
154                                 Professionals & Professionele ontwikkeling




  • bewust kiezen om te leren door doen;
  • je kwetsbaar op kunnen en durven stellen;
  • verantwoordelijkheid nemen voor eigen prestaties en leerproces;
  • inzicht ontwikkelen in het eigen leerproces en het vermogen hebben
    dat zelf aan te sturen;
  • visie kunnen ontwikkelen op dat wat je wilt leren en het formuleren
    van werk- en ontwikkeldoelen.


q Action Learning en jonge professionals
  Voor onze doelgroep van jonge professionals is Action Learning een
  passende leerstijl tijdens de eerste contacten met een echte werkom-
  geving, omdat:
  • keer op keer een bewustwording plaatsvindt over de effectiviteit
    van het eigen werkgedrag;
  • gerichte doelen inzake het leren én het werken worden gesteld;
  • en er een inzet en bereidheid is, zowel bij de jonge professionals als
    in hun omgeving, om risico’s te lopen die optreden als er in de eigen
    werkomgeving wordt geoefend.
  Integratie van leren en doen óp de werkplek voldoet aan deze voor-
  waarden. Dit in tegenstelling tot meer klassieke trainingsprogramma’s
  waar het leren veel meer in de schoolbanken of ‘op de hei’ plaatsvindt.
  Jonge medewerkers kunnen zich direct en meer onbevangen concen-
  treren op het aanleren van effectief werkgedrag, wat veelal energie en
  inspiratie geeft. Zij hebben immers nog geen vaste eigen aanpak ont-
  wikkeld zoals collega’s met meer werkervaring en bijbehorende, veel-
  al blokkerende overtuigingen. Ervaren medewerkers durven vaak
  minder risico’s te nemen en hebben hun handen vaak veelal vol aan
  het ‘afleren’ van ineffectief werkgedrag. Jonge professionals leren ook
  versneld op deze wijze. Ze ervaren heel bewust en direct of hun werk-
  wijze wel of niet effectief is.


q Onderscheid tussen werk- en ontwikkelresultaten
  Wij maken bij Action Learning een belangrijk onderscheid tussen het
  formuleren en monitoren van werkresultaten aan de ene kant en ont-
  wikkelresultaten anderzijds. Dit onderscheid is bedoeld om het leve-
  ren van directe toegevoegde waarde in de vorm van concrete werk-
  prestaties te onderscheiden van doelgerichte ontwikkelstappen ten
Hoofdstuk 7 q Ontwikkeling van jonge, talentvolle professionals ...                 155




  aanzien van de persoonlijke en professionele ontwikkeling. Er ligt wel
  een relatie tussen werk- en ontwikkelresultaten. Beide zijn namelijk
  van essentieel belang voor een substantiële en duurzame bijdrage aan
  het bedrijfsresultaat. En nog belangrijker: ontwikkelresultaten moeten
  gerealiseerd kunnen worden om werkresultaten te bereiken. Ontwik-
  keling in ontwikkelresultaten levert dus gelijk effectiever werkgedrag
  op. Zie het volgende voorbeeld van beide type doelen.


    Voorbeeld van een werk- en ontwikkeldoel

    Werkresultaten               Prestatie-indicatoren    Maat             Norm
    Ik zet voor de organisatie   Wordt de informatie      Aantal dagen     < 1 week
    een handleiding voor         up-to-date gehouden?     voordat nieuwe
    beheer en onderhoud op.                               informatie is
                                                          opgenomen
    Ontwikkelresultaten          Prestatie-indicatoren    Maat             Norm
    Ik leer in dit project       Zijn betrokkenen          Aantal         100%
    draagvlak creëren bij        geïnformeerd en kunnen    geïnformeerden
    betrokkenen.                 zij zich vinden in het    Acceptatie     80%
                                 opgeleverde?              door
                                                           betrokkenen




q Een goede begeleiding
  Jezelf waarnemen en daarop reflecteren staat bij Action Learning cen-
  traal. Het is van groot belang deze attitude en vaardigheid in een zo
  vroeg mogelijk stadium van de loopbaan te ontwikkelen. Dit gaat niet
  vanzelf en zeker niet zonder adequate begeleiding.
  Een begeleider faciliteert de jonge professional bij het formuleren van
  leerdoelen en het kiezen van concrete werksituaties waarbinnen het
  (nieuwe) werkgedrag kan worden toegepast. Het is zaak de uitvoering
  daarvan zo concreet en gedetailleerd mogelijk te laten plannen. Bij-
  voorbeeld door het voornemen uit te schrijven, een zogenaamde
  krachtenveldanalyse te maken en de competenties (met bijhorende
  gedragsvoorbeelden) te identificeren die bij deze werksituaties nodig
  zijn. De komende werksituatie kan vervolgens zo concreet mogelijk
  worden verbeeld door deze als het ware te visualiseren. Deze laatste
  aanpak levert veelal aanvullende aandachtspunten op die met een lou-
156                                 Professionals & Professionele ontwikkeling




  ter cognitieve benadering over het hoofd worden gezien. Zo worden
  de ruimte, de faciliteiten of de stemming van medewerkers bij deze
  visualisering betrokken. Het is bijvoorbeeld zaak jonge medewerkers
  te stimuleren en daarbij hun intuïtie in te zetten en actief het eigen
  gevoel te onderzoeken. Na afronding van de activiteit is het belangrijk
  om gedegen te evalueren. Laat de medewerkers uitgebreid reflecteren
  op de werksituatie, bijvoorbeeld door ze daarvan een verslag te laten
  schrijven en in te brengen in een super- of intervisiegroep. Op die
  manier leren ze hun eigen waarnemingen vast te leggen en naar ande-
  ren te verduidelijken. Laat hen daarbij expliciet verwoorden in hoe-
  verre ze erin geslaagd zijn het voorgenomen werkgedrag te vertonen.
  Relevante vragen in dat verband zijn:
  •   Wat was de situatie?
  •   Wat was daarin jouw eigen taakstelling?
  •   Hoe heb je een en ander aangepakt?
  •   Tot welke tussentijdse en eindresultaten heeft dat geleid?
  •   Wat heeft dit mogelijk gemaakt? (bevorderende factoren)
  •   Wat heeft dit lastig gemaakt? (belemmerende factoren)
  •   Waar kon je invloed op uitoefenen? Waarop kon dat niet of nauwe-
      lijks? Wat was jouw verantwoordelijkheid?
  Uiteraard is het bij de evaluatie vanuit het organisatiebelang zaak jon-
  ge medewerkers stil te laten staan bij zowel het proces als het uitein-
  delijke resultaat van hun acties. Zijn de werk- en ontwikkeldoelen
  bereikt? Wat kan in een komende situatie nog verder worden verbe-
  terd?


q De centrale plaats van feedback
  Zoals gezegd is het fundament van Action Learning het ontwikkelen
  van en oefenen in het vermogen tot zelfwaarneming. Feedback geven
  en ontvangen is daarvoor een belangrijk hulpmiddel. Feedback is
  informatie die een persoon van anderen krijgt over hoe het
  (werk)gedrag van betrokkene wordt ervaren. Het betreft ook het inter-
  preteren en het geven van informatie door de persoon zelf op basis van
  het waarnemen van de reactie van anderen op het eigen gedrag.
  Feedback functioneert in interacties zelden helder. Het zegt minstens
  zoveel over degene die de feedback geeft als over de persoon die het
  betreft. De feedback wordt in de praktijk meestal verpakt in meningen
Hoofdstuk 7 q Ontwikkeling van jonge, talentvolle professionals ...                        157




en oordelen, gevoed door waarden en normen, die zowel persoonlijk
van aard als wel gerelateerd kunnen zijn aan de organisatiecultuur. Dit
maakt het vooral bij jonge medewerkers vaak lastig om de ontvangen
feedback in hun eigen leerproces te gebruiken. Ze hebben sterk de nei-
ging de kennis en ervaring van zeer ervaren collega’s tot norm te ver-
heffen en voorbij te gaan aan het feit dat ze zelf aan het begin van hun
eigen loopbaan staan. Daarnaast wordt feedback vaak als vanzelf als
een veroordeling ervaren, zodat op voorhand door de bijbehorende
emoties het leereffect teniet wordt gedaan.


  Instructie voor het geven en ontvangen van feedback
  Feedback geven                                 Feedback ontvangen
  1. Zeg wat u feitelijk opmerkt, zonder oor-    1. Zie feedback als een kans om te leren
     deel, zonder interpretatie: beschrijvend.      en niet als een aanval.
  2. Geef specifieke feedback.                   2. Laat de ander ‘eigenaar’ blijven van de
  3. Richt uw feedback op gedrag of presta-         feedback, verdedig niet en leg niet uit.
     ties, niet op hetgeen de persoon niet       3. Vraag de feedbackgever specifiek te
     kan veranderen.                                zijn, vraag voorbeelden.
  4. Blijf bij het hier-en-nu: geen oude koei-   4. Doe navraag naar de bedoeling van de
     en!                                            feedback om te toetsen of u de feed-
  5. Overvoer de ontvanger niet. Beperk u           back begrepen hebt.
     tot het belangrijkste.                      5. Bedank de feedbackgever voor zijn
  6. Geef het effect aan dat het gedrag van         moeite.
     de ander op u heeft.                        6. Weeg de feedback; vraag uzelf af of u
  7. Vraag of de ander dat herkent of               de feedback terecht of onterecht vindt.
     begrijpt.                                   7. Als u niet kunt instemmen met de wens
  8. Stel voor wat de ander kan doen om het         of het verzoek van de feedbackgever,
     gedrag te verbeteren.                          probeer dan een alternatief of een com-
  9. Begrijp eerst de ontvanger van uw feed-        promis te zoeken.
     back, alvorens zelf met uw feedback
     begrepen te worden.




Het verdient aanbeveling te oefenen in het geven van feedback die vol-
doet aan de hiervoor beschreven helderheid en zonder oordeel naar
anderen. Binnen het principe van Action Learning moet de jonge pro-
fessional ook zelf feedback (leren) geven, zodat hij ervaart hoe dat is
en een beter gevoel krijgt voor de waarde en de wijze waarop het
werkt.
Voorbeeldgedrag van leidinggevenden en begeleiders als rolmodel is
een belangrijke impuls voor de verbetering van de samenwerking en
158                                 Professionals & Professionele ontwikkeling




  voor het creëren van een leerrijke werkomgeving. Belangrijk is ook om
  concrete en heldere communicatie op de agenda van plannings-,
  coachings-, voortgangs- en evaluatiegesprekken te zetten. Het grote
  voordeel voor de lijnmanager met de overvolle agenda is dan boven-
  dien dat hij diverse gesprekken parallel kan laten lopen met het ritme
  van de bedrijfsvoering en de daaraan verbonden plannings- en con-
  trolcycli. Door middel van continue monitoring wordt dan door de
  betrokkene zelf met begeleiding van de lijnmanager gestuurd op con-
  crete werkprestaties, competentie- en loopbaanontwikkeling. Bewust-
  wording en verantwoordelijkheid wordt continu bij de betrokkenen
  gestimuleerd. Leer jonge medewerkers keuzes maken en laat ze ook
  keuzes maken.


q 7.3 De personal Balanced Scorecard bij Origin
  Enkele jaren geleden hebben wij in onze rol van lijnmanager bij een
  business unit van het toenmalige Origin volop geëxperimenteerd met
  de principes van Action Learning, hierbij geïnspireerd door de door
  ons ingezette transformatie van de dienstenportfolio van ‘Opleiding &
  training’ naar ‘Human performance improvement’. Het betrof een unit
  met een snel groeiende dienstenportfolio en orderportefeuille. De unit
  werkte voor klanten voor wie het succesvol implementeren van ERP-
  systemen een kritieke succesfactor betekende in hun business perfor-
  mance improvement. De unit groeide in drie jaar tijd van 17 naar 54
  adviseurs en kreeg de opdracht mee de dienstverlening herhaalbaar
  en overdraagbaar te maken naar andere Origin-business units en lan-
  denorganisaties. Onze, voor een groot deel nog jonge adviseurs, ope-
  reerden veelal zelfstandig en in steeds wisselende omgevingen bij
  klanten waarbij niet één opdracht hetzelfde is. De klant verwacht dat
  ongebaande wegen bewandeld worden. Opdrachten die vaak onder
  tijdsdruk staan en in politiek complexe situaties tot een goed einde
  moeten worden gebracht. Het moge duidelijk zijn dat in deze rijke
  leeromgeving de jonge professional een grote kans loopt zichzelf voor-
  bij te lopen. Coaching en intervisie is in een dergelijke werkomgeving
  van levensbelang.
  Er valt veel te zeggen over het type leiderschap dat bij dit soort orga-
  nisaties past (zie Maister 1994). In dit hoofdstuk concentreren we ons
  echter op de eerder geformuleerde principes van Action Learning. In
  de HRM-cyclus van het Origin Human Performance Competence Cen-
Hoofdstuk 7 q Ontwikkeling van jonge, talentvolle professionals ...                          159




   ter vormde de professionele en persoonlijke ontwikkeling van de jon-
   ge professionals een integraal onderdeel van de prestatiesturing bin-
   nen de unit zelf én binnen de projecten die bij de klanten werden uit-
   gevoerd.


q De Balanced Scorecard als hulpmiddel bij prestatiesturing
   Een zeer belangrijk instrument om tot integratie van leren en doen te
   komen was het adopteren van de Balanced Scorecard als performan-
   ce-managementsysteem op organisatieniveau en individueel niveau.
   De Balanced Scorecard (in 1992 door Robert Kaplan en David Norton
   geïntroduceerd; zie onder andere Kaplan & Norton 1992, 1996) nodigt
   een organisatie niet alleen uit zijn jaarlijkse doelstellingen zeer con-
   creet en meetbaar te operationaliseren, maar dat ook te doen vanuit
   diverse invalshoeken (aandeelhouder, klant, proces, innovatie).
   Inmiddels is er bijna geen zichzelf respecterende organisatie meer in
   Nederland die niet met deze scorecards aan de slag is gegaan. Wij zijn,
   als één van de eersten in Nederland, in 1994 met de Balanced Score-
   card gaan experimenteren, zowel op het niveau van de organisatie als
   het individu. Een grote valkuil bij de implementatie van dit soort ins-
   trumenten is dat het een feestje van de directie of het management is.
   Vanaf het begin zijn we erop uit geweest om dit te voorkomen. Door
   twee ingrepen slaagden we hierin. Ten eerste betrokken we via brain-
   stormsessies alle medewerkers bij het vertalen van de visie op onze
   dienstverlening naar de unit-doelstellingen. Ten tweede verplichtten
   we alle medewerkers een scorecard op persoonlijk niveau te maken.1


q De integratie van loopbaanontwikkeling met prestatiesturing
   De Personal Balanced Scorecard werd gepositioneerd als integraal
   onderdeel van de prestatiesturing en als aspect van de loopbaanzelf-
   sturing op weg naar een gezamenlijk gewenste toekomst. Iedere
   medewerker werd daarbij gefaciliteerd door een stafmanager. Met
   opzet werd de rol van stafmanager niet alleen door directieleden uit-
   gevoerd, maar ook door senior consultants, zelf actief binnen de klant-
   projecten en daardoor dichter bij de belevingswereld van de juniors.
   De stafmanager was ook degene die de medewerker beoordeelde aan
   het einde van het jaar. Er werden per jaar drie stafmanagementge-

     1 Zie voor een uitgebreid verslag van deze experimenten het ISPI Conference Book uit 1997 (Vrij,
     Rijnsburger en Njoo)
160                                           Professionals & Professionele ontwikkeling




  sprekken ingepland. Voor het eerste gesprek, aan het begin van het
  jaar, kreeg de medewerker twee opdrachten:
  • Schrijf een individueel ontwikkelplan waarin je wegdroomt over
    waar je over drie jaar zou willen zijn, als professional en als persoon.
  • Maak een Personal Balanced Scorecard waarin je je persoonlijke lan-
    getermijnvisie vertaalt naar concrete acties en doelstellingen voor
    het lopende jaar. Doe dit op zo’n manier dat je in je Personal Balan-
    ced Scorecard twee vragen beantwoordt: ‘Wat wil ik dit jaar zelf
    bereiken (professioneel en persoonlijk)?’ en ‘Wat is mijn bijdrage
    aan de unit-doelstellingen?’
  Veel liefde en tijd werd besteed aan de kwaliteit van de gesprekken. Er
  werden diverse hulpmiddelen ingezet om de jonge professional te
  prikkelen tot zelfbewustzijn. Zo voerden we, nog zonder formele com-
  petentietaal, 360° feedback in bij de jaarlijkse beoordelingsronde. Aan-
  vankelijk een revolutionair idee, maar al snel niet meer weg te denken
  in de open, op prestatiesturing en competentievergroting gerichte
  bedrijfscultuur. Naast klanten ondervroegen de medewerkers (via een
  formulier) accountmanagers en directe collega’s over hun functione-
  ren in projecten. Deze input was niet alleen in de beoordeling, maar
  ook in het loopbaanplan en de persoonlijke scorecard voor het jaar
  daarop een inspiratiebron voor nieuwe werk- en ontwikkeldoelstel-
  lingen.


q De ‘zone van de naaste ontwikkeling’
  Een jonge professional kan een perfecte scorecard hebben samenge-
  steld, maar als hij niet die projecten krijgt die het bereiken van zijn ont-
  wikkeldoelen mogelijk maakt, is de lol er natuurlijk snel vanaf. Het
  wordt dan een verlangen dat zonder gerichte toepassing op de werk-
  plek, frustratie, onvrede en ongeduld in de hand gaat werken. We heb-
  ben om die reden steeds op basis van de concepten van Vygotski
  bewust rekening gehouden met de zone van de naaste ontwikkeling
  van de betreffende professional (C.F. van Parreren 1983). Met andere
  woorden: kies opdrachten uit waarbij de medewerker min of meer
  gedwongen wordt uit zijn comfortzone te treden en doorgaat met het
  uitbouwen van zijn talenten in steeds iets complexere situaties. Zo ver-
  legt hij telkens zijn grenzen.

    2 Dit zijn grootschalige, complexe en vaak internationale implementaties van zg. “Enterprise
    Resource Planning” softwarepakketten, zoals SAP, Baan, Peoplesoft.
Hoofdstuk 7 q Ontwikkeling van jonge, talentvolle professionals ...   161




  Aan de start van een nieuwe opdracht stimuleerden we de medewer-
  kers hun werk- en ontwikkeldoelen te communiceren met hun tijdelij-
  ke nieuwe (project)omgeving. Dat kan een opdrachtgever zijn, pro-
  jectmanager of collega-projectleden. “Maak duidelijk wat je komt
  brengen, maar geef ook aan wat je graag wilt leren”, was altijd de
  boodschap. Tot hun verrassing merkten de medewerkers dat die
  omgeving vaak positief reageerde op die openheid.
  Stafmanagers schroomden ook niet om onverwachte interventies te
  doen. Vond een medewerker het erg spannend om bijvoorbeeld een
  intakegesprek bij een klant te doen, dan werd van tevoren aan de hand
  van een rollenspel geoefend en het intakegesprek naderhand geëvalu-
  eerd. Liever van tevoren je onzekerheden delen (en er samen iets aan
  doen) dan als een kip zonder kop een intakegesprek verknallen, was
  het devies.


q Openheid
  Het op deze manier integreren van leren en doen, staat of valt natuur-
  lijk met openheid en vertrouwen. Of zoals Steven R. Covey zei: “Trust
  is the highest form of human motivation. It brings out the very best in
  people” (Covey 1989). Als medewerkers het gevoel hebben dat het hun
  kop kost als zij zich kwetsbaar opstellen, is de motivatie om je langs
  deze weg te ontwikkelen snel voorbij. Onder andere door voorbeeld-
  gedrag van het lijnmanagement poogden we een bijdrage te leveren
  aan de juiste sfeer. Zo maakten de managers ook een Personal Balan-
  ced Scorecard. Ook werden alle (business & personal) scorecards aan
  één van de muren in het kantoor tentoongesteld, naast een gezamen-
  lijk vervaardigd schilderij waarop de gemeenschappelijke visie op de
  toekomst van de dienstverlening stond verbeeld. Iedereen kon dus in
  woord en beeld van iedereen lezen waar hij of zij in deze omgeving ‘op
  uit’ was.
  Bijzondere aandacht hebben we besteed aan het taalgebruik, vooral
  om negatieve associaties te voorkomen. Zo werd de Balanced Score-
  card niet als een controle-instrument voor de manager geïntroduceerd,
  maar als een stuurinstrument voor de medewerker. Hiermee gaven we
  aan dat we vanuit een ander paradigma leiding wilden geven: “Beste
  medewerker, stap in de ruimte die je krijgt aangeboden, stuur je eigen
  loopbaan en stuur je eigen manager in plaats van andersom!” Dit ove-
  rigens allemaal binnen de kaders van de unit-doelstellingen.
162                                 Professionals & Professionele ontwikkeling




  Deze aanpak bleek uiterst succesvol. De medewerkertevredenheid
  schoot omhoog, er ontstond een zeer grote betrokkenheid bij het rei-
  len en zeilen van de unit en de jonge professionals ontwikkelden zich
  razendsnel. Misschien is de beste indicatie voor het succes wel dat bin-
  nen drie jaar alleen nog maar voor ‘Fortune 100’-klanten werd gewerkt
  aan inmiddels internationale ERP-implementaties 2 en dat één van de
  consultants een equivalent van het Nederlandse Origin/Human Per-
  formance Competence Center in de Verenigde Staten heeft opgericht.
  Daarnaast stellen we nu, vijf jaar later, vast dat van de ruim 50 con-
  sultants uiteindelijk zo’n 25% zelfstandig ondernemer is geworden.


q 7.4 Het Jong Talent Programma bij Essent

q Inleiding
  Ondertussen zijn we enkele jaren verder en hebben we vanuit onze
  adviespraktijk de principes van prestatiesturing en competentiever-
  groting die we bij Origin voor het eerst toepasten, verder uitgebouwd,
  onder andere door de principes van Action Learning te combineren
  met de ontwikkelingen binnen het competentiedenken en door de
  inzet van meetinstrumenten voor gedrag (90° en 360° feedback) en
  voor persoonskenmerken (IQ, EQ, drijfveren en persoonlijkheid). Wij
  hebben positieve ervaringen met competentieontwikkeling, ondanks
  het feit dat het begrip competentie volgens Overduin en De Jong voor
  veel misverstanden in de praktijk kunnen zorgen door een onduide-
  lijke begripsomschrijving. De implementatie van een eenduidige com-
  petentietaal maakt het mogelijk jonge professionals nog veel gerichter
  en concreter te begeleiden in de ontwikkeling van effectief werkge-
  drag. Zie het volgende voorbeeld.
  Essent is een organisatie die de afgelopen jaren door diverse fusies is
  ontstaan. Vanuit P&O Holding is een aantal MD-programma’s ont-
  wikkeld gericht op prestatiesturing en competentieontwikkeling,
  waaronder het Jong Talent Programma. Dit programma heeft als doel-
  stellingen:
  • Het binden van jonge, talentvolle en ambitieuze professionals, die
    een carrière binnen Essent ambiëren.
Hoofdstuk 7 q Ontwikkeling van jonge, talentvolle professionals ...                           163




  De competentietaal
  Voorbeeld van de competentie Probleemanalyse: signaleren van problemen;
  herkennen van belangrijke informatie; verbanden leggen tussen gegevens.
  Opsporen van mogelijke oorzaken van problemen; zoeken naar ter zake doen-
  de gegevens.
  De vier niveaus in algemene                     De vier niveaus uitgewerkt voor ter-
  men                                             Probleemanalyse
  1. Basaal effectief gedrag vertonen of         1. Vind ter zake doende informatie.
      effectief gedrag vertonen als de omge-     2. Kom tot de kern van een probleem en
      ving daartoe directe aanleiding geeft.         pak de oorzaken aan.
  2. Zelfstandig en op eigen initiatief effec-   3. Ondersteun collega’s bij het in kaart
      tief gedrag vertonen.                          brengen van een probleem, geef bij-
  3. Anderen in de directe werkomgeving tot          voorbeeld tips voor het verzamelen van
      effectief gedrag stimuleren, mede door         achtergrondinformatie.
      het vertonen van voorbeeldgedrag.          4. Zorg ervoor dat mensen die moeite heb-
  4. Anderen binnen de gehele organisatie            ben bij het grondig analyseren van een
      tot effectief gedrag inspireren door het       kwestie hierbij geholpen worden door
      scheppen van randvoorwaarden en het            collega’s die hier sterk in zijn.
      vertonen van voorbeeldgedrag.

  De competenties zijn op vier niveaus in concreet gedrag beschreven. In het Jong
  Talent Programma ligt de norm op niveau 2.




• Via een tweejarig, duaal ontwikkelingsprogramma leren de deelne-
  mers binnen Essent met hun talenten te ondernemen. Na succes-
  volle afronding van het programma is een deelnemer binnen drie à
  vijf jaar in staat in een hogere of middenkaderfunctie sturing te
  geven aan excellente werkprestaties. 50 Procent van de voormalige
  deelnemers aan het Jong Talent Programma zet binnen vijf jaar na
  het Programma twee verticale loopbaanstappen.
• Jonge Talenten vormen een blijvend informeel netwerk van Essent-
  managers en specialisten.
Per jaar worden 20 à 24 deelnemers geselecteerd (twee groepen van 10
tot 12 trainees). Het programma heeft een doorlooptijd van twee jaar
en bestaat uit bedrijfskundige modules en persoonlijke vaardigheids-
trainingen. De persoonlijke vaardigheidstrainingen zijn gericht op het
verwerven van persoonlijk meesterschap ten aanzien van twaalf Jong
Talent-competenties. Deze twaalf competenties zijn hiervoor geselec-
teerd uit de set van 43 Essent-competenties en van concrete gedrags-
voorbeelden voorzien. Gedurende het programma zijn de Jonge Talen-
164                                               Professionals & Professionele ontwikkeling




  ten in dienst bij de Essent Holding en worden ze op projectbasis uit-
  geleend aan de divisies. De functionele aansturing vindt door het lijn-
  management in de divisies plaats.


q Jonge Talenten maken plannen
  Geïnspireerd op de zes logische niveaus van leren en veranderen van
  Bateson (zie figuur 7.2) 3 worden de trainees in Essent Jong Talent Pro-
  gramma van meet af aan gestimuleerd hun verantwoordelijkheid te
  nemen op de korte en (middel)lange termijn. Ze voeren gedurende
  twee jaar gemiddeld drie verschillende functies uit. Voor iedere func-
  tie wordt een rol en een resultaatprofiel opgesteld. Daarnaast wordt bij
  de start van het programma een begin gemaakt met een persoonlijk
  portfolio (inclusief ontwikkelplan) waaraan en waarmee ze geduren-
  de twee jaar actief werken. In de loop van het tweede jaar wordt door
  hen een loopbaanplan opgesteld


    Niveaus van leren en verandering                                      De plannen
    Visie/zingeving
    Waar ben ik in essentie in mijn leven en loopbaan op uit?
    Identiteit
    Hoe zie ik mijzelf en welke functie of rollen vervul ik               Loopbaanplan
    dan binnen Essent?
    Overtuigingen
    Wat zijn mijn drijfveren, waarden en normen? Welke
    overtuigingen stimuleren mij en welke belemmeren mij?
    Capaciteiten
    Hoe ondersteunen mijn persoonlijkheid en mijn persoons-
    kenmerken mijn sterkte-competenties. Wat zijn mijn concrete           Persoonlijk Portfolio
    aandachts- en ontwikkelpunten?                                        en Ontwikkelplan
    Gedrag
    Wat doe ik? Hoe doet ik het? Wat laat ik, leer ik hanteren?
    Omgeving                                                              Rol- en
    Wat, met wie, waar en wanneer?                                        Resultaatprofiel


  Figuur 7.2 De drie plannen gepositioneerd tegen de logische niveaus voor leren
  en veranderen van Bateson


    3 Begin jaren ‘90 introduceerde Robert Dilts deze hiërarchie van logische niveaus (Dilts 1993). Dit
    is een concrete invulling van het abstracte begrip ‘logical levels’ van Gregory Bateson.
Hoofdstuk 7 q Ontwikkeling van jonge, talentvolle professionals ...   165




Vanaf dag één gaan ze werken aan het samenstellen en managen van
hun Persoonlijk Portfolio en Ontwikkelplan, waarin ze op basis van hun
tot nu toe opgedane kennis en ervaring zich bewust worden van sterk-
tes, aandachts- en ontwikkelpunten. Deze aandachts- en ontwikkel-
punten zijn het vertrekpunt voor de Action Learning. Action Learning
in zowel de dagelijkse werksituaties als de formele modules en trai-
ningen waarin bedrijfskundige kennis en inzichten en een professio-
nele attitude en vaardigheden centraal staan. Het uitgangspunt hier-
bij is dat de Jonge Talenten zich richten op de ontwikkeling van hun
sterktes en de hantering van hun zwaktes. De Jonge Talenten leggen
relaties tussen hun eigen cognitieve capaciteiten, persoonlijkheid en
hun vermogen en potentieel ten aanzien van de twaalf competenties.
Input wordt geleverd door een binnen Essent gebruikte geautomati-
seerde cognitieve capaciteiten en persoonlijkheidstest (Big Five).
Vanuit dit Persoonlijk Portfolio en Ontwikkelplan worden functies of
projecten geselecteerd waarvoor een Rol- en Resultaatprofiel wordt
opgesteld. Vergelijkbaar met een Personal Scorecard definiëren deelne-
mers in dit profiel hun werk- en ontwikkelprestaties in termen van
resultaten, prestatie-indicatoren, maten, normen (HET) en competen-
ties (HOE). De ontwikkeldoelstellingen dienen tevens als input voor de
te volgen trainingen. Ter ondersteuning bij het schrijven van het Rol-
en Resultaatprofiel maken de deelnemer en zijn lijnmanager gebruik
van het werkplekmodel (Rummler & Brache 1995) van figuur 7.3.




Figuur 7.3 Het werkplekmodel van Rummler & Brache
166                                 Professionals & Professionele ontwikkeling




  Eén van de voordelen van het Rol- en Resultaatprofiel is de grote com-
  municatiekracht die het heeft. Zo voert een Jong Talent met behulp van
  deze profielen een kennismakingsgesprek met de HR-manager van de
  divisie waarbinnen hij of zij gaat werken. Het Resultaatprofiel vat de
  benodigde duale ontwikkeling overzichtelijk en zeer concreet samen.
  De HR-manager voert dus een gesprek met een Jong Talent die niet
  alleen weet wat hij of zij wil komen brengen, maar ook wat hij of zij
  wil komen halen.
  In het tweede jaar van het programma gaan de deelnemers werken aan
  hun Loopbaanplan, waarin ze vastleggen waar ze in hun loopbaan bin-
  nen de organisatie in essentie op uit zijn, welke functies of rollen ze
  daarbij willen vervullen en vanuit welke waarden, normen en drijfve-
  ren ze invulling willen geven aan hun loopbaan. Stapsgewijs doorlo-
  pen de deelnemers, gestimuleerd via deze drie plannen, de logische
  niveaus van Bateson. Met opzet in de aangegeven volgorde: van bui-
  ten naar binnen. Vertrekkend vanuit vragen die zich richten op de
  omgeving waarin je werkt, tot aan vragen die het diepste van je wezen
  raken.


q Monitoring van ontwikkeling en resultaat
  Het Rol- en Resultaatprofiel vormt de leidraad bij het monitoren van
  de performance en van de ontwikkeling. Medewerker en begeleider
  maken hiertoe samen afspraken over feedbackmomenten. Het is de
  bedoeling dat dit met enige regelmaat gebeurt, in ieder geval tussen-
  tijds en bij een formele eindevaluatie van een functie of project. Voor
  de eindevaluaties geeft de lijnmanager een schriftelijke beoordeling af.
  Voor het objectiveren en concretiseren van de beoordeling op compe-
  tenties vullen zowel de medewerker als de lijnmanager/begeleider
  een 90° -feedbackformulier in. Per competentie geven beiden zo onaf-
  hankelijk mogelijk van elkaar aan welk werkgedrag op de werkplek
  daadwerkelijk is vertoond.
  De werk- en ontwikkelprestaties (het WAT) worden besproken en
  gezamenlijk staat men stil bij de scores op de gedragscompetenties uit
  de 90° feedback (het HOE). Bij een eindgesprek van een project geeft
  de begeleider een schriftelijke beoordeling. Er worden daarin conclu-
  sies getrokken over sterktecompetenties en competenties die in het
  kader van het volgende project en het Persoonlijk Portfolio en Ont-
  wikkelplan nadere aandacht behoeven. Een gedragsgerichte vragen-
Hoofdstuk 7 q Ontwikkeling van jonge, talentvolle professionals ...                   167




lijst maakt het bespreken van de competenties concreter en objectiever.
De resultaten van de eindbeoordeling worden verwerkt in het Per-
soonlijk Portfolio en Ontwikkelplan.


  1. Past standpunt niet aan, blijft                      Past mening bij
                                       ❍ ❍ ❍ ❍ ❍
  kritisch naar argumenten van de                         tegenspel/weerstand aan.
                                            ❏
  ander.

  2. Praat over processen en           ❍ ❍ ❍ ❍ ❍         Praat in termen van output
  procedures, heeft meer aandacht           ❏            bij vrijwel alle activiteiten.
  voor middelen dan voor resultaten.                     Geeft aan: wat, wanneer,
                                                         hoe goed en hoeveel.

Figuur 7.4 Voorbeeld van een gedragsgerichte vragenlijst



Aan het einde van het eerste jaar van het Jong Talent Programma
wordt een 360°-feedbackinstrument gebruikt. Collega’s, klanten, assis-
tenten of zelfs leveranciers zien soms meer van het gedrag van de
betrokkene en, wat nog belangrijker is, in verschillende situaties. Door
stil te staan bij de feedback van anderen, positief of negatief, worden
medewerkers zich bewust van hun gedrag en de effecten daarvan op
anderen. Met behulp van deze omgevingsenquête worden alle twaalf
Jong Talent competenties in kaart gebracht. Een Jong Talent kan in
samenspraak met de projectbegeleider en de manager van het Jong
Talent Programma concrete ontwikkelactiviteiten gaan ondernemen,
om zo in de toekomst effectiever werkgedrag te kunnen toepassen.
Tijdens het feedbackgesprek over de 360°-omgevingsenquête ont-
vangt het Jong Talent adviezen en concrete ontwikkeltips voor het in
eigen beheer uitwerken van het Persoonlijk Portfolio en Ontwikkel-
plan voor het tweede jaar van het Jong Talent Programma. Er wordt in
dit plan ook aandacht besteed aan het ontwikkelen van (vak)inhou-
delijke kennis, gericht op de toekomstige loopbaan.
Na het eerste jaar in het Programma worden de Jonge Talenten beoor-
deeld op hun vakinhoudelijke en persoonlijke ontwikkeling. Hier
worden ook arbeidsvoorwaardelijke consequenties aan verbonden.
Gemiddeld heeft 60 procent zich op beide vlakken goed ontwikkeld,
20 procent heeft zich voldoende ontwikkeld, maar moet nog wel aan
expliciete punten aandacht geven en 20 procent heeft zich op één of
beide sporen onvoldoende ontwikkeld. Met deze laatste groep worden
concrete afspraken over de wijze en momenten waarop verbetering
168                                 Professionals & Professionele ontwikkeling




  gerealiseerd moet worden. Uiteindelijk stroomt na twee jaar gemid-
  deld tussen de 70 en 80 procent de organisatie in na een geslaagd Jong
  Talent Programma.


q De relatie tussen Action Learning en de formele trainingen bij
  Essent
  In het formele tweejarige trainingsprogramma worden vakinhoudelij-
  ke kennis en vaardigheden opgedaan en geoefend om vervolgens
  ingezet te worden in de dagelijkse praktijk. Voorwaarde vanuit het
  principe van Action Learning is wel dat de leermethodes en vormge-
  ving van de trainingsmodules en de didactische aanpak van de docen-
  ten en trainers tot actieve participatie en verwerking van stof stimule-
  ren. De trainingen gaan dan ook uit van een actieve voorbereiding,
  verwerking en het in de praktijk toepassen van het geleerde. Alle
  modules worden ontwikkeld en geëvalueerd op basis van expliciete,
  in termen van kennis en competenties geoperationaliseerde leerdoe-
  len. De transfer van de trainingen wordt gefaciliteerd via super- en
  intervisiebijeenkomsten en krijgt weer een plek in het Persoonlijk Port-
  folio en Ontwikkelplan en in de werksituatie.
  Het aanbieden van (opleidings)faciliteiten en opstellen van een Per-
  soonlijk Portfolio en Ontwikkelplan betekent nog niet dat een jonge
  medewerker zich daadwerkelijk ontwikkelt. Daarom is continue de
  coachings- en begeleidingscyclus voorwaarde om de betrokkene de
  eigen werk- en ontwikkelprestaties te leren monitoren. Alleen door
  middel van het vertalen van ontwikkelvraag naar daadwerkelijke
  praktijksituaties en regelmatige gesprekken kan de eigen ontwikke-
  ling planmatig ter hand worden genomen en vastgesteld worden of
  ontwikkeling daadwerkelijk effectief is.


q 7.5 Wanneer Action Learning succesvol is
  De behoefte aan zelfbewuste, flexibele en ondernemende managers is
  enorm. Managers die de doelen ‘Ik sta aan het stuur van mijn eigen
  loopbaan’ en ‘Ik lever een zichtbare bijdrage aan het bedrijfsresultaat’
  in de gewenste balans met elkaar weten te verbinden, voldoen aan
  deze behoefte. Hoe eerder u uw professionals hierin faciliteert, inspi-
  reert en stimuleert, hoe beter. Action Learning als vorm van leren op
  basis van (werk)ervaring is bij uitstek geschikt voor deze persoonlijke
Hoofdstuk 7 q Ontwikkeling van jonge, talentvolle professionals ...   169




  en professionele ontwikkeling van aanstormend talent. Dit komt voor-
  al omdat jonge professionals over het algemeen een onbevangen en
  gedreven start maken in hun (eerste) werkomgeving. Voorwaarde
  voor succes is wel het periodiek formuleren en monitoren van werk-
  en ontwikkelprestaties. Om op en rondom de werkplek ook echt te
  kunnen leren is het nodig dat jonge medewerkers leren zichzelf te
  kunnen waarnemen en daarop te reflecteren. Het is van belang deze
  attitude en vaardigheid in een zo vroeg mogelijk stadium van de loop-
  baan te ontwikkelen. Essentieel daarbij is het ontwikkelen van en oefe-
  nen in het geven en ontvangen van feedback.
  Aanstormend talent ziet het gedrag van ervaren collega’s vaak als
  voorbeeld en hun feedback wordt al snel als veroordeling ervaren. De
  bijbehorende emoties doen dan op voorhand het leereffect volkomen
  teniet. Via het uitgangspunt ‘richt je op je sterktes en ontwikkel of han-
  teer je zwaktes’ is het zaak vanuit HR- en lijnmanagement continu te
  stimuleren dat talenten op authentieke wijze met al hun vermogens
  binnen de organisatie gaan ondernemen.
  Voor het overige geldt dat ‘aan het stuur van je eigen loopbaan staan’
  niet alleen een vorm van weten of een puur rationeel getinte kwaliteit
  of bekwaamheid is. Het is veel meer een verzameling van doorleefde
  positieve overtuigingen waarmee de jonge professional naar de
  wereld en naar zichzelf kijkt. Action Learning draagt hier aan bij,
  omdat de jonge professionals continu reflecteren en feedback krijgen
  vanuit de praktijk. Het realiteitsgehalte van het beleefde en besproke-
  ne is erg hoog. Dit heeft een groot stimulerend effect op de acceptatie-
  graad en motivatie.


q Literatuur
  Covey, S.R., The seven habits of highly effective people, 1989
  Donnenberg, O. und N. Lazeron, Action Learning, ein handbuch, Klett-
  Cotta. 1999
  Dills, R., Persoonlijke communicatie, 1993
  Geary, A. Rummler & Alan P. Brache, Improving performance, how to
  manage the white space on the organisation chart, 1995
  Kaplan, R.S. & D.P. Norton, The Balanced Scorecard, translating strategy
  into action, Harvard Business School Press, Boston, 1996
170                                  Professionals & Professionele ontwikkeling




Kolb, D.A., Experiential Learning: Experience as the Source of Learning and
Development, 1984
Maister, D., Managing the professional service firm, 1994
Parreren, C.F. van, Leren door handelen. Apeldoorn, 1983
Perspectief, management, training en opleiding. Een voor het IBO bewerk-
te versie van het leerstijlonderzoek van David Kolb. Haarlem, 2002
Sanneke, M., P. Bolhuis en R. Simons, Leren en werken, 1999
Vrij, T., E. Rijnsburger en M. Njoo: ‘How to use the Balanced Scorecard
to drive your performance?’ In: ISPI Conference Book – Selected papers,
1997

More Related Content

What's hot

15 9 2011 White Paper Organic Learning
15 9 2011 White Paper Organic Learning15 9 2011 White Paper Organic Learning
15 9 2011 White Paper Organic Learningrinuswit
 
Whitepaper talentmanagement
Whitepaper talentmanagementWhitepaper talentmanagement
Whitepaper talentmanagementDharam Jethoe
 
Presentatie tekst han nichting
Presentatie  tekst han nichtingPresentatie  tekst han nichting
Presentatie tekst han nichtingAnneke Dekkers
 
AOG School of Management
AOG School of Management AOG School of Management
AOG School of Management Tom Rustebiel
 
SalesManagement 9 2015 Help uw mensen zich ontwikkelen Ingrid Walrabenstein
SalesManagement 9 2015 Help uw mensen zich ontwikkelen Ingrid WalrabensteinSalesManagement 9 2015 Help uw mensen zich ontwikkelen Ingrid Walrabenstein
SalesManagement 9 2015 Help uw mensen zich ontwikkelen Ingrid WalrabensteinIngrid Walrabenstein-Renkens
 
Folder algemeen versie juli 2013
Folder algemeen versie juli 2013Folder algemeen versie juli 2013
Folder algemeen versie juli 2013Richard Walraven
 
O&o 3 2011 talent ontwikkelen
O&o  3 2011 talent ontwikkelenO&o  3 2011 talent ontwikkelen
O&o 3 2011 talent ontwikkelenBrenda Zandsteeg
 
Pdf loopbaancheck
Pdf loopbaancheckPdf loopbaancheck
Pdf loopbaancheckSeeMe
 
Flyer TriamFloat Workshops Ppl
Flyer TriamFloat Workshops PplFlyer TriamFloat Workshops Ppl
Flyer TriamFloat Workshops PplMarieke Megens
 
HR Congres 01-09-2011 Strategisch HR
HR Congres 01-09-2011 Strategisch HRHR Congres 01-09-2011 Strategisch HR
HR Congres 01-09-2011 Strategisch HRimkopleidingenbv
 
Fex is er leven na hofstede en demming - in 5 stappen naar winnende org cul...
Fex   is er leven na hofstede en demming - in 5 stappen naar winnende org cul...Fex   is er leven na hofstede en demming - in 5 stappen naar winnende org cul...
Fex is er leven na hofstede en demming - in 5 stappen naar winnende org cul...Flevum
 
Menzis - workshop 'Vernieuwend HRM - doel door doen! - 12 juni 2014
Menzis - workshop 'Vernieuwend HRM - doel door doen! - 12 juni 2014Menzis - workshop 'Vernieuwend HRM - doel door doen! - 12 juni 2014
Menzis - workshop 'Vernieuwend HRM - doel door doen! - 12 juni 2014UmanID
 
Adaptability: wendbaarheid als succesfactor in onvoorspelbare tijden
Adaptability: wendbaarheid als succesfactor in onvoorspelbare tijden Adaptability: wendbaarheid als succesfactor in onvoorspelbare tijden
Adaptability: wendbaarheid als succesfactor in onvoorspelbare tijden Ido Verhagen
 
Nyenrode masterclass klantgericht management 2013
Nyenrode masterclass klantgericht management 2013Nyenrode masterclass klantgericht management 2013
Nyenrode masterclass klantgericht management 2013onnovanderveen
 
Triam Float Minimagazine 1
Triam Float Minimagazine 1Triam Float Minimagazine 1
Triam Float Minimagazine 1slangerak
 
Lean werken valt of staat met leiderschap
Lean werken valt of staat met leiderschapLean werken valt of staat met leiderschap
Lean werken valt of staat met leiderschapdr. Kjeld H. Aij MBA
 
HR18 04. Thierry Taverna
HR18 04. Thierry TavernaHR18 04. Thierry Taverna
HR18 04. Thierry Tavernavzw Vorm
 

What's hot (20)

Startworkshop lg dlo
Startworkshop lg  dloStartworkshop lg  dlo
Startworkshop lg dlo
 
15 9 2011 White Paper Organic Learning
15 9 2011 White Paper Organic Learning15 9 2011 White Paper Organic Learning
15 9 2011 White Paper Organic Learning
 
Competenties In Beeld 2004
Competenties In Beeld 2004Competenties In Beeld 2004
Competenties In Beeld 2004
 
Whitepaper talentmanagement
Whitepaper talentmanagementWhitepaper talentmanagement
Whitepaper talentmanagement
 
Presentatie tekst han nichting
Presentatie  tekst han nichtingPresentatie  tekst han nichting
Presentatie tekst han nichting
 
AOG School of Management
AOG School of Management AOG School of Management
AOG School of Management
 
SalesManagement 9 2015 Help uw mensen zich ontwikkelen Ingrid Walrabenstein
SalesManagement 9 2015 Help uw mensen zich ontwikkelen Ingrid WalrabensteinSalesManagement 9 2015 Help uw mensen zich ontwikkelen Ingrid Walrabenstein
SalesManagement 9 2015 Help uw mensen zich ontwikkelen Ingrid Walrabenstein
 
Folder algemeen versie juli 2013
Folder algemeen versie juli 2013Folder algemeen versie juli 2013
Folder algemeen versie juli 2013
 
O&o 3 2011 talent ontwikkelen
O&o  3 2011 talent ontwikkelenO&o  3 2011 talent ontwikkelen
O&o 3 2011 talent ontwikkelen
 
Pdf loopbaancheck
Pdf loopbaancheckPdf loopbaancheck
Pdf loopbaancheck
 
Flyer TriamFloat Workshops Ppl
Flyer TriamFloat Workshops PplFlyer TriamFloat Workshops Ppl
Flyer TriamFloat Workshops Ppl
 
HR Congres 01-09-2011 Strategisch HR
HR Congres 01-09-2011 Strategisch HRHR Congres 01-09-2011 Strategisch HR
HR Congres 01-09-2011 Strategisch HR
 
Fex is er leven na hofstede en demming - in 5 stappen naar winnende org cul...
Fex   is er leven na hofstede en demming - in 5 stappen naar winnende org cul...Fex   is er leven na hofstede en demming - in 5 stappen naar winnende org cul...
Fex is er leven na hofstede en demming - in 5 stappen naar winnende org cul...
 
Menzis - workshop 'Vernieuwend HRM - doel door doen! - 12 juni 2014
Menzis - workshop 'Vernieuwend HRM - doel door doen! - 12 juni 2014Menzis - workshop 'Vernieuwend HRM - doel door doen! - 12 juni 2014
Menzis - workshop 'Vernieuwend HRM - doel door doen! - 12 juni 2014
 
Adaptability: wendbaarheid als succesfactor in onvoorspelbare tijden
Adaptability: wendbaarheid als succesfactor in onvoorspelbare tijden Adaptability: wendbaarheid als succesfactor in onvoorspelbare tijden
Adaptability: wendbaarheid als succesfactor in onvoorspelbare tijden
 
Nyenrode masterclass klantgericht management 2013
Nyenrode masterclass klantgericht management 2013Nyenrode masterclass klantgericht management 2013
Nyenrode masterclass klantgericht management 2013
 
Presentatie Patrick Van Der Voorn
Presentatie Patrick Van Der VoornPresentatie Patrick Van Der Voorn
Presentatie Patrick Van Der Voorn
 
Triam Float Minimagazine 1
Triam Float Minimagazine 1Triam Float Minimagazine 1
Triam Float Minimagazine 1
 
Lean werken valt of staat met leiderschap
Lean werken valt of staat met leiderschapLean werken valt of staat met leiderschap
Lean werken valt of staat met leiderschap
 
HR18 04. Thierry Taverna
HR18 04. Thierry TavernaHR18 04. Thierry Taverna
HR18 04. Thierry Taverna
 

Similar to Hoofdstuk 7 Professionele ontwikkeling

Hoe ontwikkel ik mijn personeel? Een stappenplan voor strategische personeels...
Hoe ontwikkel ik mijn personeel? Een stappenplan voor strategische personeels...Hoe ontwikkel ik mijn personeel? Een stappenplan voor strategische personeels...
Hoe ontwikkel ik mijn personeel? Een stappenplan voor strategische personeels...EvaKuijper1
 
Highlights Boek Li O
Highlights Boek Li OHighlights Boek Li O
Highlights Boek Li OKristapeeters
 
Continue Ontwikkeling, Medewerkers Ontwikkelen.
Continue Ontwikkeling, Medewerkers Ontwikkelen.Continue Ontwikkeling, Medewerkers Ontwikkelen.
Continue Ontwikkeling, Medewerkers Ontwikkelen.Willem E.A.J. Scheepers
 
Talentmangement, hoe doe je dat-Digital-single
Talentmangement, hoe doe je dat-Digital-singleTalentmangement, hoe doe je dat-Digital-single
Talentmangement, hoe doe je dat-Digital-singleElise van den End
 
Talentmangement, hoe doe je dat-Digital-single
Talentmangement, hoe doe je dat-Digital-singleTalentmangement, hoe doe je dat-Digital-single
Talentmangement, hoe doe je dat-Digital-singleElise van den End
 
091911_Personeelbeleid_Artikel Jan den Breejen
091911_Personeelbeleid_Artikel Jan den Breejen091911_Personeelbeleid_Artikel Jan den Breejen
091911_Personeelbeleid_Artikel Jan den BreejenJan-Dirk den Breejen ∴
 
ysc_10085_trainingsbrochure-v9-sp
ysc_10085_trainingsbrochure-v9-spysc_10085_trainingsbrochure-v9-sp
ysc_10085_trainingsbrochure-v9-spNanda Bartelse
 
Informatieblad Effectief Opleiden (Bimoa)
Informatieblad Effectief Opleiden (Bimoa)Informatieblad Effectief Opleiden (Bimoa)
Informatieblad Effectief Opleiden (Bimoa)bimoa
 
De opgave voor scholen
De opgave voor scholenDe opgave voor scholen
De opgave voor scholenPol van Tuijl
 
Ser brochure eigen regie-loopbaan september 2020
Ser brochure eigen regie-loopbaan september 2020Ser brochure eigen regie-loopbaan september 2020
Ser brochure eigen regie-loopbaan september 2020Matthijs Akkenaar
 
Flyer verbindend leiderschap versie 2.0
Flyer verbindend leiderschap versie 2.0Flyer verbindend leiderschap versie 2.0
Flyer verbindend leiderschap versie 2.0emaatman
 
RedFoxBlue - mmi drijfveren team
RedFoxBlue - mmi drijfveren teamRedFoxBlue - mmi drijfveren team
RedFoxBlue - mmi drijfveren teamMaurice Neuféglise
 
LR ICT Magazine DECEMBER LOS 16
LR ICT Magazine DECEMBER LOS 16LR ICT Magazine DECEMBER LOS 16
LR ICT Magazine DECEMBER LOS 16Remco Broekmans
 
NL- Module 3 - Een Leerwerkplek Cultuur binnen het MKB creeren
NL- Module 3 - Een Leerwerkplek Cultuur binnen het MKB creerenNL- Module 3 - Een Leerwerkplek Cultuur binnen het MKB creeren
NL- Module 3 - Een Leerwerkplek Cultuur binnen het MKB creerencaniceconsulting
 
Informatieblad ROI bij opleidingen (Bimoa, November 2011)
Informatieblad ROI bij opleidingen (Bimoa, November 2011)Informatieblad ROI bij opleidingen (Bimoa, November 2011)
Informatieblad ROI bij opleidingen (Bimoa, November 2011)bimoa
 
YER-Take-Off-Visie van YER.PDF
YER-Take-Off-Visie van YER.PDFYER-Take-Off-Visie van YER.PDF
YER-Take-Off-Visie van YER.PDFPatrick Luijkx
 
#evalu8 - Leerrendement - V-model
#evalu8 - Leerrendement - V-model#evalu8 - Leerrendement - V-model
#evalu8 - Leerrendement - V-model#evalu8
 

Similar to Hoofdstuk 7 Professionele ontwikkeling (20)

Hoe ontwikkel ik mijn personeel? Een stappenplan voor strategische personeels...
Hoe ontwikkel ik mijn personeel? Een stappenplan voor strategische personeels...Hoe ontwikkel ik mijn personeel? Een stappenplan voor strategische personeels...
Hoe ontwikkel ik mijn personeel? Een stappenplan voor strategische personeels...
 
Highlights Boek Li O
Highlights Boek Li OHighlights Boek Li O
Highlights Boek Li O
 
Continue Ontwikkeling, Medewerkers Ontwikkelen.
Continue Ontwikkeling, Medewerkers Ontwikkelen.Continue Ontwikkeling, Medewerkers Ontwikkelen.
Continue Ontwikkeling, Medewerkers Ontwikkelen.
 
Talentmangement, hoe doe je dat-Digital-single
Talentmangement, hoe doe je dat-Digital-singleTalentmangement, hoe doe je dat-Digital-single
Talentmangement, hoe doe je dat-Digital-single
 
Talentmangement, hoe doe je dat-Digital-single
Talentmangement, hoe doe je dat-Digital-singleTalentmangement, hoe doe je dat-Digital-single
Talentmangement, hoe doe je dat-Digital-single
 
091911_Personeelbeleid_Artikel Jan den Breejen
091911_Personeelbeleid_Artikel Jan den Breejen091911_Personeelbeleid_Artikel Jan den Breejen
091911_Personeelbeleid_Artikel Jan den Breejen
 
ysc_10085_trainingsbrochure-v9-sp
ysc_10085_trainingsbrochure-v9-spysc_10085_trainingsbrochure-v9-sp
ysc_10085_trainingsbrochure-v9-sp
 
Informatieblad Effectief Opleiden (Bimoa)
Informatieblad Effectief Opleiden (Bimoa)Informatieblad Effectief Opleiden (Bimoa)
Informatieblad Effectief Opleiden (Bimoa)
 
Eickmoment brochure
Eickmoment brochureEickmoment brochure
Eickmoment brochure
 
De opgave voor scholen
De opgave voor scholenDe opgave voor scholen
De opgave voor scholen
 
Ser brochure eigen regie-loopbaan september 2020
Ser brochure eigen regie-loopbaan september 2020Ser brochure eigen regie-loopbaan september 2020
Ser brochure eigen regie-loopbaan september 2020
 
Flyer verbindend leiderschap versie 2.0
Flyer verbindend leiderschap versie 2.0Flyer verbindend leiderschap versie 2.0
Flyer verbindend leiderschap versie 2.0
 
Methodiek voor Het Nieuwe Werken
Methodiek voor Het Nieuwe WerkenMethodiek voor Het Nieuwe Werken
Methodiek voor Het Nieuwe Werken
 
RedFoxBlue - mmi drijfveren team
RedFoxBlue - mmi drijfveren teamRedFoxBlue - mmi drijfveren team
RedFoxBlue - mmi drijfveren team
 
LR ICT Magazine DECEMBER LOS 16
LR ICT Magazine DECEMBER LOS 16LR ICT Magazine DECEMBER LOS 16
LR ICT Magazine DECEMBER LOS 16
 
NL- Module 3 - Een Leerwerkplek Cultuur binnen het MKB creeren
NL- Module 3 - Een Leerwerkplek Cultuur binnen het MKB creerenNL- Module 3 - Een Leerwerkplek Cultuur binnen het MKB creeren
NL- Module 3 - Een Leerwerkplek Cultuur binnen het MKB creeren
 
Informatieblad ROI bij opleidingen (Bimoa, November 2011)
Informatieblad ROI bij opleidingen (Bimoa, November 2011)Informatieblad ROI bij opleidingen (Bimoa, November 2011)
Informatieblad ROI bij opleidingen (Bimoa, November 2011)
 
YER-Take-Off-Visie van YER.PDF
YER-Take-Off-Visie van YER.PDFYER-Take-Off-Visie van YER.PDF
YER-Take-Off-Visie van YER.PDF
 
Folder MKB Traineeship
Folder MKB TraineeshipFolder MKB Traineeship
Folder MKB Traineeship
 
#evalu8 - Leerrendement - V-model
#evalu8 - Leerrendement - V-model#evalu8 - Leerrendement - V-model
#evalu8 - Leerrendement - V-model
 

More from Trommelen & Co bv

More from Trommelen & Co bv (20)

Ziggo Customer Relations op weg naar High Performance
Ziggo  Customer Relations op weg naar High PerformanceZiggo  Customer Relations op weg naar High Performance
Ziggo Customer Relations op weg naar High Performance
 
CV Frans Trommelen GROEI-facilitator voor vitale professionals, teams, organi...
CV Frans Trommelen GROEI-facilitator voor vitale professionals, teams, organi...CV Frans Trommelen GROEI-facilitator voor vitale professionals, teams, organi...
CV Frans Trommelen GROEI-facilitator voor vitale professionals, teams, organi...
 
Frans Trommelen, persoonlijk statuut
Frans Trommelen, persoonlijk statuut Frans Trommelen, persoonlijk statuut
Frans Trommelen, persoonlijk statuut
 
Curriculum vitae rens van donselaar ddc2
Curriculum vitae rens van donselaar ddc2Curriculum vitae rens van donselaar ddc2
Curriculum vitae rens van donselaar ddc2
 
DDC group
DDC groupDDC group
DDC group
 
Artikel brabants dagblad over into d'mentia 23okt2012
Artikel brabants dagblad over into d'mentia 23okt2012Artikel brabants dagblad over into d'mentia 23okt2012
Artikel brabants dagblad over into d'mentia 23okt2012
 
Individu, quotes 13 5-2012
Individu, quotes 13 5-2012Individu, quotes 13 5-2012
Individu, quotes 13 5-2012
 
Zo kan het & zo moet het
Zo kan het & zo moet hetZo kan het & zo moet het
Zo kan het & zo moet het
 
Teamqoutes
TeamqoutesTeamqoutes
Teamqoutes
 
Quotes Team
Quotes Team Quotes Team
Quotes Team
 
Netty Versloot
Netty VerslootNetty Versloot
Netty Versloot
 
STAR
STARSTAR
STAR
 
Hans Versnel en Machiel Koppenol
Hans Versnel en Machiel KoppenolHans Versnel en Machiel Koppenol
Hans Versnel en Machiel Koppenol
 
SAY
SAYSAY
SAY
 
RealDrives
RealDrives RealDrives
RealDrives
 
Macrolook
Macrolook Macrolook
Macrolook
 
Ilse Marsman nominatie young professional of the year 2012
Ilse Marsman nominatie young professional of the year 2012Ilse Marsman nominatie young professional of the year 2012
Ilse Marsman nominatie young professional of the year 2012
 
Interview met Marloes van Kats
Interview met Marloes van KatsInterview met Marloes van Kats
Interview met Marloes van Kats
 
Team, quotes
Team, quotes Team, quotes
Team, quotes
 
Individu, quotes
Individu, quotes Individu, quotes
Individu, quotes
 

Hoofdstuk 7 Professionele ontwikkeling

  • 1. 7 Ontwikkeling van jonge, talentvolle professionals op basis van Action Learning Hanneke Wouters, Frans Trommelen en Tjeerd Vrij H et centrale thema in dit hoofdstuk is Action Learning als geschik- te aanpak voor de ontwikkeling, coaching en begeleiding van jon- ge, ambitieuze professionals aan het begin van hun loopbaan. Binnen organisaties is er een grote behoefte aan dergelijke professionals, die ook in steeds wijzigende omstandigheden, bijvoorbeeld door fusies of koerswijzigingen, de verbinding weten te leggen “Wat wil ik zelf berei- ken?” en “Wat wil mijn organisatie bereiken?” In groten getale starten jongeren vol ambities hun loopbaan in omvangrijke en complexe arbeidsorganisaties. Zij willen het liefst zo snel mogelijk met hun talen- ten aan de slag. Ze zoeken daarvoor in een organisatie naar mogelijk- heden en zijn leergierig als het gaat om de wijze hoe je met beperkin- gen moet omgaan in een organisatie. Uiteraard is de organisatie ook gebaat bij een effectieve bijdrage van hen aan het bedrijfsresultaat. Een gouden kans om deze nieuwe generatie professionals te begeleiden en te coachen tot zelfbewuste medewerkers die niet alleen weten wat ze willen, maar ook een scherp oog hebben voor de belangen van de orga- nisatie. In dit hoofdstuk beschrijven we hoe het HR- en lijnmanagement er gezamenlijk voor kan zorgen dat de instroom, gewenning én ontwik- keling voor medewerker en organisatie in de gewenste richting verlo- pen. Centraal daarbij staat Action Learning als succesvolle aanpak voor de ontwikkeling, coaching en begeleiding van aanstormend talent. Naast een beschrijving van concepten, modellen en praktische
  • 2. 152 Professionals & Professionele ontwikkeling tips geven we twee praktijkvoorbeelden waarbij Action Learning met succes is toegepast: de integratie van HR-beleid met prestatiesturing bij Origin en het Jong Talent Programma bij Essent. Beide zijn voor- beelden van een succesvolle aanpak waarbij jonge professionals zijn en worden gestimuleerd om twee universele doelen op persoonlijk niveau te adopteren, te integreren en in daden weten om te zetten: “Ik sta aan het stuur van mijn eigen loopbaan” en “Ik lever een zichtbare bijdrage aan het bedrijfsresultaat”. q 7.1 Waarom gerichte aandacht voor aankomend talent? Binnen organisaties is een enorme behoefte aan zelfbewuste, intelli- gente, flexibele, ondernemende professionals die bij de zoveelste reor- ganisatie, fusie of wat voor koerswijziging dan ook niet uit het lood geslagen worden, maar in steeds wijzigende omstandigheden de ver- binding kunnen blijven maken tussen “Wat wil ik zelf bereiken?” en “Wat wil mijn organisatie bereiken?” De zelfbewuste en flexibele pro- fessional baseert zijn handelen op kansen en mogelijkheden, de pro- fessional die gauw uit het lood geslagen is op angst en bedreiging. Jon- ge professionals zijn bij uitstek een doelgroep die zich kenmerkt door gretigheid, leergierigheid en onbevangenheid. Dit zijn kenmerken die een organisatie dient te verzilveren. Door jonge professionals bij de start van hun loopbaan gericht te coachen en te begeleiden, gaat hun ontwikkeling sneller en dragen ze meer en eerder bij aan een positief bedrijfsresultaat. Ook profiteren zowel de professional als de organisa- tie van de ‘baten’ als de organisatie de ontwikkeling van talenten van jonge professionals zo weet aan te wenden, dat zij binnen een afzien- bare tijd in staat zijn vanuit hogere of middenkaderfuncties leiding te geven aan excellente werkprestaties. Als deze ontwikkeling in een later stadium pas in gang wordt gezet, zal dit veel meer investering vragen. q 7.2 Action Learning: leren in de praktijk q Action Learning is ‘leren door doen’ ‘Leren door doen’ houdt natuurlijk niet in dat je leert of handelt als een kip zonder kop, maar vanuit een cyclus van experimenteren, reflecte- ren en opnieuw toepassen. Het is een proces dat begint met het voor-
  • 3. Hoofdstuk 7 q Ontwikkeling van jonge, talentvolle professionals ... 153 nemen om specifieke werksituaties op bewust gekozen wijze uit te voeren. David Kolb heeft dit ‘leren’ treffend beschreven en in dat kader ook zijn leerstijlonderzoek ontwikkeld, dat de basis vormt voor het leren in de dagelijkse (werk)praktijk (Kolb 2002). Kolb onderscheidt in dit kader vier basale manieren van leren, die elkaar afwisselen en aan- vullen. In een volledig en ideaal leerproces vormen deze vier fasen een cyclus, waarbij het leerproces overigens in elk van de vier fasen kan starten. Figuur 7.1 Het leermodel van David Kolb De eerste stap is het voorgenomen werkgedrag daadwerkelijk uit te voeren (Concreet Ervaren) en daarbij te evalueren hoe dat verloopt (Reflectief Observeren). Voorts is het zaak te analyseren wat goed en wat minder goed is gegaan. Wat zijn mogelijke verbeterpunten en hoe kunnen deze in een komende situatie worden ingezet (Abstract Con- ceptualiseren)? Met het plannen van een volgende actie en het formu- leren van verbeterpunten is een eerste leercyclus volbracht (Actief Experimenteren). In aanvulling op de leercyclus van Kolb zijn in onze definitie van Action Learning tevens de volgende randvoorwaarden van belang:
  • 4. 154 Professionals & Professionele ontwikkeling • bewust kiezen om te leren door doen; • je kwetsbaar op kunnen en durven stellen; • verantwoordelijkheid nemen voor eigen prestaties en leerproces; • inzicht ontwikkelen in het eigen leerproces en het vermogen hebben dat zelf aan te sturen; • visie kunnen ontwikkelen op dat wat je wilt leren en het formuleren van werk- en ontwikkeldoelen. q Action Learning en jonge professionals Voor onze doelgroep van jonge professionals is Action Learning een passende leerstijl tijdens de eerste contacten met een echte werkom- geving, omdat: • keer op keer een bewustwording plaatsvindt over de effectiviteit van het eigen werkgedrag; • gerichte doelen inzake het leren én het werken worden gesteld; • en er een inzet en bereidheid is, zowel bij de jonge professionals als in hun omgeving, om risico’s te lopen die optreden als er in de eigen werkomgeving wordt geoefend. Integratie van leren en doen óp de werkplek voldoet aan deze voor- waarden. Dit in tegenstelling tot meer klassieke trainingsprogramma’s waar het leren veel meer in de schoolbanken of ‘op de hei’ plaatsvindt. Jonge medewerkers kunnen zich direct en meer onbevangen concen- treren op het aanleren van effectief werkgedrag, wat veelal energie en inspiratie geeft. Zij hebben immers nog geen vaste eigen aanpak ont- wikkeld zoals collega’s met meer werkervaring en bijbehorende, veel- al blokkerende overtuigingen. Ervaren medewerkers durven vaak minder risico’s te nemen en hebben hun handen vaak veelal vol aan het ‘afleren’ van ineffectief werkgedrag. Jonge professionals leren ook versneld op deze wijze. Ze ervaren heel bewust en direct of hun werk- wijze wel of niet effectief is. q Onderscheid tussen werk- en ontwikkelresultaten Wij maken bij Action Learning een belangrijk onderscheid tussen het formuleren en monitoren van werkresultaten aan de ene kant en ont- wikkelresultaten anderzijds. Dit onderscheid is bedoeld om het leve- ren van directe toegevoegde waarde in de vorm van concrete werk- prestaties te onderscheiden van doelgerichte ontwikkelstappen ten
  • 5. Hoofdstuk 7 q Ontwikkeling van jonge, talentvolle professionals ... 155 aanzien van de persoonlijke en professionele ontwikkeling. Er ligt wel een relatie tussen werk- en ontwikkelresultaten. Beide zijn namelijk van essentieel belang voor een substantiële en duurzame bijdrage aan het bedrijfsresultaat. En nog belangrijker: ontwikkelresultaten moeten gerealiseerd kunnen worden om werkresultaten te bereiken. Ontwik- keling in ontwikkelresultaten levert dus gelijk effectiever werkgedrag op. Zie het volgende voorbeeld van beide type doelen. Voorbeeld van een werk- en ontwikkeldoel Werkresultaten Prestatie-indicatoren Maat Norm Ik zet voor de organisatie Wordt de informatie Aantal dagen < 1 week een handleiding voor up-to-date gehouden? voordat nieuwe beheer en onderhoud op. informatie is opgenomen Ontwikkelresultaten Prestatie-indicatoren Maat Norm Ik leer in dit project Zijn betrokkenen Aantal 100% draagvlak creëren bij geïnformeerd en kunnen geïnformeerden betrokkenen. zij zich vinden in het Acceptatie 80% opgeleverde? door betrokkenen q Een goede begeleiding Jezelf waarnemen en daarop reflecteren staat bij Action Learning cen- traal. Het is van groot belang deze attitude en vaardigheid in een zo vroeg mogelijk stadium van de loopbaan te ontwikkelen. Dit gaat niet vanzelf en zeker niet zonder adequate begeleiding. Een begeleider faciliteert de jonge professional bij het formuleren van leerdoelen en het kiezen van concrete werksituaties waarbinnen het (nieuwe) werkgedrag kan worden toegepast. Het is zaak de uitvoering daarvan zo concreet en gedetailleerd mogelijk te laten plannen. Bij- voorbeeld door het voornemen uit te schrijven, een zogenaamde krachtenveldanalyse te maken en de competenties (met bijhorende gedragsvoorbeelden) te identificeren die bij deze werksituaties nodig zijn. De komende werksituatie kan vervolgens zo concreet mogelijk worden verbeeld door deze als het ware te visualiseren. Deze laatste aanpak levert veelal aanvullende aandachtspunten op die met een lou-
  • 6. 156 Professionals & Professionele ontwikkeling ter cognitieve benadering over het hoofd worden gezien. Zo worden de ruimte, de faciliteiten of de stemming van medewerkers bij deze visualisering betrokken. Het is bijvoorbeeld zaak jonge medewerkers te stimuleren en daarbij hun intuïtie in te zetten en actief het eigen gevoel te onderzoeken. Na afronding van de activiteit is het belangrijk om gedegen te evalueren. Laat de medewerkers uitgebreid reflecteren op de werksituatie, bijvoorbeeld door ze daarvan een verslag te laten schrijven en in te brengen in een super- of intervisiegroep. Op die manier leren ze hun eigen waarnemingen vast te leggen en naar ande- ren te verduidelijken. Laat hen daarbij expliciet verwoorden in hoe- verre ze erin geslaagd zijn het voorgenomen werkgedrag te vertonen. Relevante vragen in dat verband zijn: • Wat was de situatie? • Wat was daarin jouw eigen taakstelling? • Hoe heb je een en ander aangepakt? • Tot welke tussentijdse en eindresultaten heeft dat geleid? • Wat heeft dit mogelijk gemaakt? (bevorderende factoren) • Wat heeft dit lastig gemaakt? (belemmerende factoren) • Waar kon je invloed op uitoefenen? Waarop kon dat niet of nauwe- lijks? Wat was jouw verantwoordelijkheid? Uiteraard is het bij de evaluatie vanuit het organisatiebelang zaak jon- ge medewerkers stil te laten staan bij zowel het proces als het uitein- delijke resultaat van hun acties. Zijn de werk- en ontwikkeldoelen bereikt? Wat kan in een komende situatie nog verder worden verbe- terd? q De centrale plaats van feedback Zoals gezegd is het fundament van Action Learning het ontwikkelen van en oefenen in het vermogen tot zelfwaarneming. Feedback geven en ontvangen is daarvoor een belangrijk hulpmiddel. Feedback is informatie die een persoon van anderen krijgt over hoe het (werk)gedrag van betrokkene wordt ervaren. Het betreft ook het inter- preteren en het geven van informatie door de persoon zelf op basis van het waarnemen van de reactie van anderen op het eigen gedrag. Feedback functioneert in interacties zelden helder. Het zegt minstens zoveel over degene die de feedback geeft als over de persoon die het betreft. De feedback wordt in de praktijk meestal verpakt in meningen
  • 7. Hoofdstuk 7 q Ontwikkeling van jonge, talentvolle professionals ... 157 en oordelen, gevoed door waarden en normen, die zowel persoonlijk van aard als wel gerelateerd kunnen zijn aan de organisatiecultuur. Dit maakt het vooral bij jonge medewerkers vaak lastig om de ontvangen feedback in hun eigen leerproces te gebruiken. Ze hebben sterk de nei- ging de kennis en ervaring van zeer ervaren collega’s tot norm te ver- heffen en voorbij te gaan aan het feit dat ze zelf aan het begin van hun eigen loopbaan staan. Daarnaast wordt feedback vaak als vanzelf als een veroordeling ervaren, zodat op voorhand door de bijbehorende emoties het leereffect teniet wordt gedaan. Instructie voor het geven en ontvangen van feedback Feedback geven Feedback ontvangen 1. Zeg wat u feitelijk opmerkt, zonder oor- 1. Zie feedback als een kans om te leren deel, zonder interpretatie: beschrijvend. en niet als een aanval. 2. Geef specifieke feedback. 2. Laat de ander ‘eigenaar’ blijven van de 3. Richt uw feedback op gedrag of presta- feedback, verdedig niet en leg niet uit. ties, niet op hetgeen de persoon niet 3. Vraag de feedbackgever specifiek te kan veranderen. zijn, vraag voorbeelden. 4. Blijf bij het hier-en-nu: geen oude koei- 4. Doe navraag naar de bedoeling van de en! feedback om te toetsen of u de feed- 5. Overvoer de ontvanger niet. Beperk u back begrepen hebt. tot het belangrijkste. 5. Bedank de feedbackgever voor zijn 6. Geef het effect aan dat het gedrag van moeite. de ander op u heeft. 6. Weeg de feedback; vraag uzelf af of u 7. Vraag of de ander dat herkent of de feedback terecht of onterecht vindt. begrijpt. 7. Als u niet kunt instemmen met de wens 8. Stel voor wat de ander kan doen om het of het verzoek van de feedbackgever, gedrag te verbeteren. probeer dan een alternatief of een com- 9. Begrijp eerst de ontvanger van uw feed- promis te zoeken. back, alvorens zelf met uw feedback begrepen te worden. Het verdient aanbeveling te oefenen in het geven van feedback die vol- doet aan de hiervoor beschreven helderheid en zonder oordeel naar anderen. Binnen het principe van Action Learning moet de jonge pro- fessional ook zelf feedback (leren) geven, zodat hij ervaart hoe dat is en een beter gevoel krijgt voor de waarde en de wijze waarop het werkt. Voorbeeldgedrag van leidinggevenden en begeleiders als rolmodel is een belangrijke impuls voor de verbetering van de samenwerking en
  • 8. 158 Professionals & Professionele ontwikkeling voor het creëren van een leerrijke werkomgeving. Belangrijk is ook om concrete en heldere communicatie op de agenda van plannings-, coachings-, voortgangs- en evaluatiegesprekken te zetten. Het grote voordeel voor de lijnmanager met de overvolle agenda is dan boven- dien dat hij diverse gesprekken parallel kan laten lopen met het ritme van de bedrijfsvoering en de daaraan verbonden plannings- en con- trolcycli. Door middel van continue monitoring wordt dan door de betrokkene zelf met begeleiding van de lijnmanager gestuurd op con- crete werkprestaties, competentie- en loopbaanontwikkeling. Bewust- wording en verantwoordelijkheid wordt continu bij de betrokkenen gestimuleerd. Leer jonge medewerkers keuzes maken en laat ze ook keuzes maken. q 7.3 De personal Balanced Scorecard bij Origin Enkele jaren geleden hebben wij in onze rol van lijnmanager bij een business unit van het toenmalige Origin volop geëxperimenteerd met de principes van Action Learning, hierbij geïnspireerd door de door ons ingezette transformatie van de dienstenportfolio van ‘Opleiding & training’ naar ‘Human performance improvement’. Het betrof een unit met een snel groeiende dienstenportfolio en orderportefeuille. De unit werkte voor klanten voor wie het succesvol implementeren van ERP- systemen een kritieke succesfactor betekende in hun business perfor- mance improvement. De unit groeide in drie jaar tijd van 17 naar 54 adviseurs en kreeg de opdracht mee de dienstverlening herhaalbaar en overdraagbaar te maken naar andere Origin-business units en lan- denorganisaties. Onze, voor een groot deel nog jonge adviseurs, ope- reerden veelal zelfstandig en in steeds wisselende omgevingen bij klanten waarbij niet één opdracht hetzelfde is. De klant verwacht dat ongebaande wegen bewandeld worden. Opdrachten die vaak onder tijdsdruk staan en in politiek complexe situaties tot een goed einde moeten worden gebracht. Het moge duidelijk zijn dat in deze rijke leeromgeving de jonge professional een grote kans loopt zichzelf voor- bij te lopen. Coaching en intervisie is in een dergelijke werkomgeving van levensbelang. Er valt veel te zeggen over het type leiderschap dat bij dit soort orga- nisaties past (zie Maister 1994). In dit hoofdstuk concentreren we ons echter op de eerder geformuleerde principes van Action Learning. In de HRM-cyclus van het Origin Human Performance Competence Cen-
  • 9. Hoofdstuk 7 q Ontwikkeling van jonge, talentvolle professionals ... 159 ter vormde de professionele en persoonlijke ontwikkeling van de jon- ge professionals een integraal onderdeel van de prestatiesturing bin- nen de unit zelf én binnen de projecten die bij de klanten werden uit- gevoerd. q De Balanced Scorecard als hulpmiddel bij prestatiesturing Een zeer belangrijk instrument om tot integratie van leren en doen te komen was het adopteren van de Balanced Scorecard als performan- ce-managementsysteem op organisatieniveau en individueel niveau. De Balanced Scorecard (in 1992 door Robert Kaplan en David Norton geïntroduceerd; zie onder andere Kaplan & Norton 1992, 1996) nodigt een organisatie niet alleen uit zijn jaarlijkse doelstellingen zeer con- creet en meetbaar te operationaliseren, maar dat ook te doen vanuit diverse invalshoeken (aandeelhouder, klant, proces, innovatie). Inmiddels is er bijna geen zichzelf respecterende organisatie meer in Nederland die niet met deze scorecards aan de slag is gegaan. Wij zijn, als één van de eersten in Nederland, in 1994 met de Balanced Score- card gaan experimenteren, zowel op het niveau van de organisatie als het individu. Een grote valkuil bij de implementatie van dit soort ins- trumenten is dat het een feestje van de directie of het management is. Vanaf het begin zijn we erop uit geweest om dit te voorkomen. Door twee ingrepen slaagden we hierin. Ten eerste betrokken we via brain- stormsessies alle medewerkers bij het vertalen van de visie op onze dienstverlening naar de unit-doelstellingen. Ten tweede verplichtten we alle medewerkers een scorecard op persoonlijk niveau te maken.1 q De integratie van loopbaanontwikkeling met prestatiesturing De Personal Balanced Scorecard werd gepositioneerd als integraal onderdeel van de prestatiesturing en als aspect van de loopbaanzelf- sturing op weg naar een gezamenlijk gewenste toekomst. Iedere medewerker werd daarbij gefaciliteerd door een stafmanager. Met opzet werd de rol van stafmanager niet alleen door directieleden uit- gevoerd, maar ook door senior consultants, zelf actief binnen de klant- projecten en daardoor dichter bij de belevingswereld van de juniors. De stafmanager was ook degene die de medewerker beoordeelde aan het einde van het jaar. Er werden per jaar drie stafmanagementge- 1 Zie voor een uitgebreid verslag van deze experimenten het ISPI Conference Book uit 1997 (Vrij, Rijnsburger en Njoo)
  • 10. 160 Professionals & Professionele ontwikkeling sprekken ingepland. Voor het eerste gesprek, aan het begin van het jaar, kreeg de medewerker twee opdrachten: • Schrijf een individueel ontwikkelplan waarin je wegdroomt over waar je over drie jaar zou willen zijn, als professional en als persoon. • Maak een Personal Balanced Scorecard waarin je je persoonlijke lan- getermijnvisie vertaalt naar concrete acties en doelstellingen voor het lopende jaar. Doe dit op zo’n manier dat je in je Personal Balan- ced Scorecard twee vragen beantwoordt: ‘Wat wil ik dit jaar zelf bereiken (professioneel en persoonlijk)?’ en ‘Wat is mijn bijdrage aan de unit-doelstellingen?’ Veel liefde en tijd werd besteed aan de kwaliteit van de gesprekken. Er werden diverse hulpmiddelen ingezet om de jonge professional te prikkelen tot zelfbewustzijn. Zo voerden we, nog zonder formele com- petentietaal, 360° feedback in bij de jaarlijkse beoordelingsronde. Aan- vankelijk een revolutionair idee, maar al snel niet meer weg te denken in de open, op prestatiesturing en competentievergroting gerichte bedrijfscultuur. Naast klanten ondervroegen de medewerkers (via een formulier) accountmanagers en directe collega’s over hun functione- ren in projecten. Deze input was niet alleen in de beoordeling, maar ook in het loopbaanplan en de persoonlijke scorecard voor het jaar daarop een inspiratiebron voor nieuwe werk- en ontwikkeldoelstel- lingen. q De ‘zone van de naaste ontwikkeling’ Een jonge professional kan een perfecte scorecard hebben samenge- steld, maar als hij niet die projecten krijgt die het bereiken van zijn ont- wikkeldoelen mogelijk maakt, is de lol er natuurlijk snel vanaf. Het wordt dan een verlangen dat zonder gerichte toepassing op de werk- plek, frustratie, onvrede en ongeduld in de hand gaat werken. We heb- ben om die reden steeds op basis van de concepten van Vygotski bewust rekening gehouden met de zone van de naaste ontwikkeling van de betreffende professional (C.F. van Parreren 1983). Met andere woorden: kies opdrachten uit waarbij de medewerker min of meer gedwongen wordt uit zijn comfortzone te treden en doorgaat met het uitbouwen van zijn talenten in steeds iets complexere situaties. Zo ver- legt hij telkens zijn grenzen. 2 Dit zijn grootschalige, complexe en vaak internationale implementaties van zg. “Enterprise Resource Planning” softwarepakketten, zoals SAP, Baan, Peoplesoft.
  • 11. Hoofdstuk 7 q Ontwikkeling van jonge, talentvolle professionals ... 161 Aan de start van een nieuwe opdracht stimuleerden we de medewer- kers hun werk- en ontwikkeldoelen te communiceren met hun tijdelij- ke nieuwe (project)omgeving. Dat kan een opdrachtgever zijn, pro- jectmanager of collega-projectleden. “Maak duidelijk wat je komt brengen, maar geef ook aan wat je graag wilt leren”, was altijd de boodschap. Tot hun verrassing merkten de medewerkers dat die omgeving vaak positief reageerde op die openheid. Stafmanagers schroomden ook niet om onverwachte interventies te doen. Vond een medewerker het erg spannend om bijvoorbeeld een intakegesprek bij een klant te doen, dan werd van tevoren aan de hand van een rollenspel geoefend en het intakegesprek naderhand geëvalu- eerd. Liever van tevoren je onzekerheden delen (en er samen iets aan doen) dan als een kip zonder kop een intakegesprek verknallen, was het devies. q Openheid Het op deze manier integreren van leren en doen, staat of valt natuur- lijk met openheid en vertrouwen. Of zoals Steven R. Covey zei: “Trust is the highest form of human motivation. It brings out the very best in people” (Covey 1989). Als medewerkers het gevoel hebben dat het hun kop kost als zij zich kwetsbaar opstellen, is de motivatie om je langs deze weg te ontwikkelen snel voorbij. Onder andere door voorbeeld- gedrag van het lijnmanagement poogden we een bijdrage te leveren aan de juiste sfeer. Zo maakten de managers ook een Personal Balan- ced Scorecard. Ook werden alle (business & personal) scorecards aan één van de muren in het kantoor tentoongesteld, naast een gezamen- lijk vervaardigd schilderij waarop de gemeenschappelijke visie op de toekomst van de dienstverlening stond verbeeld. Iedereen kon dus in woord en beeld van iedereen lezen waar hij of zij in deze omgeving ‘op uit’ was. Bijzondere aandacht hebben we besteed aan het taalgebruik, vooral om negatieve associaties te voorkomen. Zo werd de Balanced Score- card niet als een controle-instrument voor de manager geïntroduceerd, maar als een stuurinstrument voor de medewerker. Hiermee gaven we aan dat we vanuit een ander paradigma leiding wilden geven: “Beste medewerker, stap in de ruimte die je krijgt aangeboden, stuur je eigen loopbaan en stuur je eigen manager in plaats van andersom!” Dit ove- rigens allemaal binnen de kaders van de unit-doelstellingen.
  • 12. 162 Professionals & Professionele ontwikkeling Deze aanpak bleek uiterst succesvol. De medewerkertevredenheid schoot omhoog, er ontstond een zeer grote betrokkenheid bij het rei- len en zeilen van de unit en de jonge professionals ontwikkelden zich razendsnel. Misschien is de beste indicatie voor het succes wel dat bin- nen drie jaar alleen nog maar voor ‘Fortune 100’-klanten werd gewerkt aan inmiddels internationale ERP-implementaties 2 en dat één van de consultants een equivalent van het Nederlandse Origin/Human Per- formance Competence Center in de Verenigde Staten heeft opgericht. Daarnaast stellen we nu, vijf jaar later, vast dat van de ruim 50 con- sultants uiteindelijk zo’n 25% zelfstandig ondernemer is geworden. q 7.4 Het Jong Talent Programma bij Essent q Inleiding Ondertussen zijn we enkele jaren verder en hebben we vanuit onze adviespraktijk de principes van prestatiesturing en competentiever- groting die we bij Origin voor het eerst toepasten, verder uitgebouwd, onder andere door de principes van Action Learning te combineren met de ontwikkelingen binnen het competentiedenken en door de inzet van meetinstrumenten voor gedrag (90° en 360° feedback) en voor persoonskenmerken (IQ, EQ, drijfveren en persoonlijkheid). Wij hebben positieve ervaringen met competentieontwikkeling, ondanks het feit dat het begrip competentie volgens Overduin en De Jong voor veel misverstanden in de praktijk kunnen zorgen door een onduide- lijke begripsomschrijving. De implementatie van een eenduidige com- petentietaal maakt het mogelijk jonge professionals nog veel gerichter en concreter te begeleiden in de ontwikkeling van effectief werkge- drag. Zie het volgende voorbeeld. Essent is een organisatie die de afgelopen jaren door diverse fusies is ontstaan. Vanuit P&O Holding is een aantal MD-programma’s ont- wikkeld gericht op prestatiesturing en competentieontwikkeling, waaronder het Jong Talent Programma. Dit programma heeft als doel- stellingen: • Het binden van jonge, talentvolle en ambitieuze professionals, die een carrière binnen Essent ambiëren.
  • 13. Hoofdstuk 7 q Ontwikkeling van jonge, talentvolle professionals ... 163 De competentietaal Voorbeeld van de competentie Probleemanalyse: signaleren van problemen; herkennen van belangrijke informatie; verbanden leggen tussen gegevens. Opsporen van mogelijke oorzaken van problemen; zoeken naar ter zake doen- de gegevens. De vier niveaus in algemene De vier niveaus uitgewerkt voor ter- men Probleemanalyse 1. Basaal effectief gedrag vertonen of 1. Vind ter zake doende informatie. effectief gedrag vertonen als de omge- 2. Kom tot de kern van een probleem en ving daartoe directe aanleiding geeft. pak de oorzaken aan. 2. Zelfstandig en op eigen initiatief effec- 3. Ondersteun collega’s bij het in kaart tief gedrag vertonen. brengen van een probleem, geef bij- 3. Anderen in de directe werkomgeving tot voorbeeld tips voor het verzamelen van effectief gedrag stimuleren, mede door achtergrondinformatie. het vertonen van voorbeeldgedrag. 4. Zorg ervoor dat mensen die moeite heb- 4. Anderen binnen de gehele organisatie ben bij het grondig analyseren van een tot effectief gedrag inspireren door het kwestie hierbij geholpen worden door scheppen van randvoorwaarden en het collega’s die hier sterk in zijn. vertonen van voorbeeldgedrag. De competenties zijn op vier niveaus in concreet gedrag beschreven. In het Jong Talent Programma ligt de norm op niveau 2. • Via een tweejarig, duaal ontwikkelingsprogramma leren de deelne- mers binnen Essent met hun talenten te ondernemen. Na succes- volle afronding van het programma is een deelnemer binnen drie à vijf jaar in staat in een hogere of middenkaderfunctie sturing te geven aan excellente werkprestaties. 50 Procent van de voormalige deelnemers aan het Jong Talent Programma zet binnen vijf jaar na het Programma twee verticale loopbaanstappen. • Jonge Talenten vormen een blijvend informeel netwerk van Essent- managers en specialisten. Per jaar worden 20 à 24 deelnemers geselecteerd (twee groepen van 10 tot 12 trainees). Het programma heeft een doorlooptijd van twee jaar en bestaat uit bedrijfskundige modules en persoonlijke vaardigheids- trainingen. De persoonlijke vaardigheidstrainingen zijn gericht op het verwerven van persoonlijk meesterschap ten aanzien van twaalf Jong Talent-competenties. Deze twaalf competenties zijn hiervoor geselec- teerd uit de set van 43 Essent-competenties en van concrete gedrags- voorbeelden voorzien. Gedurende het programma zijn de Jonge Talen-
  • 14. 164 Professionals & Professionele ontwikkeling ten in dienst bij de Essent Holding en worden ze op projectbasis uit- geleend aan de divisies. De functionele aansturing vindt door het lijn- management in de divisies plaats. q Jonge Talenten maken plannen Geïnspireerd op de zes logische niveaus van leren en veranderen van Bateson (zie figuur 7.2) 3 worden de trainees in Essent Jong Talent Pro- gramma van meet af aan gestimuleerd hun verantwoordelijkheid te nemen op de korte en (middel)lange termijn. Ze voeren gedurende twee jaar gemiddeld drie verschillende functies uit. Voor iedere func- tie wordt een rol en een resultaatprofiel opgesteld. Daarnaast wordt bij de start van het programma een begin gemaakt met een persoonlijk portfolio (inclusief ontwikkelplan) waaraan en waarmee ze geduren- de twee jaar actief werken. In de loop van het tweede jaar wordt door hen een loopbaanplan opgesteld Niveaus van leren en verandering De plannen Visie/zingeving Waar ben ik in essentie in mijn leven en loopbaan op uit? Identiteit Hoe zie ik mijzelf en welke functie of rollen vervul ik Loopbaanplan dan binnen Essent? Overtuigingen Wat zijn mijn drijfveren, waarden en normen? Welke overtuigingen stimuleren mij en welke belemmeren mij? Capaciteiten Hoe ondersteunen mijn persoonlijkheid en mijn persoons- kenmerken mijn sterkte-competenties. Wat zijn mijn concrete Persoonlijk Portfolio aandachts- en ontwikkelpunten? en Ontwikkelplan Gedrag Wat doe ik? Hoe doet ik het? Wat laat ik, leer ik hanteren? Omgeving Rol- en Wat, met wie, waar en wanneer? Resultaatprofiel Figuur 7.2 De drie plannen gepositioneerd tegen de logische niveaus voor leren en veranderen van Bateson 3 Begin jaren ‘90 introduceerde Robert Dilts deze hiërarchie van logische niveaus (Dilts 1993). Dit is een concrete invulling van het abstracte begrip ‘logical levels’ van Gregory Bateson.
  • 15. Hoofdstuk 7 q Ontwikkeling van jonge, talentvolle professionals ... 165 Vanaf dag één gaan ze werken aan het samenstellen en managen van hun Persoonlijk Portfolio en Ontwikkelplan, waarin ze op basis van hun tot nu toe opgedane kennis en ervaring zich bewust worden van sterk- tes, aandachts- en ontwikkelpunten. Deze aandachts- en ontwikkel- punten zijn het vertrekpunt voor de Action Learning. Action Learning in zowel de dagelijkse werksituaties als de formele modules en trai- ningen waarin bedrijfskundige kennis en inzichten en een professio- nele attitude en vaardigheden centraal staan. Het uitgangspunt hier- bij is dat de Jonge Talenten zich richten op de ontwikkeling van hun sterktes en de hantering van hun zwaktes. De Jonge Talenten leggen relaties tussen hun eigen cognitieve capaciteiten, persoonlijkheid en hun vermogen en potentieel ten aanzien van de twaalf competenties. Input wordt geleverd door een binnen Essent gebruikte geautomati- seerde cognitieve capaciteiten en persoonlijkheidstest (Big Five). Vanuit dit Persoonlijk Portfolio en Ontwikkelplan worden functies of projecten geselecteerd waarvoor een Rol- en Resultaatprofiel wordt opgesteld. Vergelijkbaar met een Personal Scorecard definiëren deelne- mers in dit profiel hun werk- en ontwikkelprestaties in termen van resultaten, prestatie-indicatoren, maten, normen (HET) en competen- ties (HOE). De ontwikkeldoelstellingen dienen tevens als input voor de te volgen trainingen. Ter ondersteuning bij het schrijven van het Rol- en Resultaatprofiel maken de deelnemer en zijn lijnmanager gebruik van het werkplekmodel (Rummler & Brache 1995) van figuur 7.3. Figuur 7.3 Het werkplekmodel van Rummler & Brache
  • 16. 166 Professionals & Professionele ontwikkeling Eén van de voordelen van het Rol- en Resultaatprofiel is de grote com- municatiekracht die het heeft. Zo voert een Jong Talent met behulp van deze profielen een kennismakingsgesprek met de HR-manager van de divisie waarbinnen hij of zij gaat werken. Het Resultaatprofiel vat de benodigde duale ontwikkeling overzichtelijk en zeer concreet samen. De HR-manager voert dus een gesprek met een Jong Talent die niet alleen weet wat hij of zij wil komen brengen, maar ook wat hij of zij wil komen halen. In het tweede jaar van het programma gaan de deelnemers werken aan hun Loopbaanplan, waarin ze vastleggen waar ze in hun loopbaan bin- nen de organisatie in essentie op uit zijn, welke functies of rollen ze daarbij willen vervullen en vanuit welke waarden, normen en drijfve- ren ze invulling willen geven aan hun loopbaan. Stapsgewijs doorlo- pen de deelnemers, gestimuleerd via deze drie plannen, de logische niveaus van Bateson. Met opzet in de aangegeven volgorde: van bui- ten naar binnen. Vertrekkend vanuit vragen die zich richten op de omgeving waarin je werkt, tot aan vragen die het diepste van je wezen raken. q Monitoring van ontwikkeling en resultaat Het Rol- en Resultaatprofiel vormt de leidraad bij het monitoren van de performance en van de ontwikkeling. Medewerker en begeleider maken hiertoe samen afspraken over feedbackmomenten. Het is de bedoeling dat dit met enige regelmaat gebeurt, in ieder geval tussen- tijds en bij een formele eindevaluatie van een functie of project. Voor de eindevaluaties geeft de lijnmanager een schriftelijke beoordeling af. Voor het objectiveren en concretiseren van de beoordeling op compe- tenties vullen zowel de medewerker als de lijnmanager/begeleider een 90° -feedbackformulier in. Per competentie geven beiden zo onaf- hankelijk mogelijk van elkaar aan welk werkgedrag op de werkplek daadwerkelijk is vertoond. De werk- en ontwikkelprestaties (het WAT) worden besproken en gezamenlijk staat men stil bij de scores op de gedragscompetenties uit de 90° feedback (het HOE). Bij een eindgesprek van een project geeft de begeleider een schriftelijke beoordeling. Er worden daarin conclu- sies getrokken over sterktecompetenties en competenties die in het kader van het volgende project en het Persoonlijk Portfolio en Ont- wikkelplan nadere aandacht behoeven. Een gedragsgerichte vragen-
  • 17. Hoofdstuk 7 q Ontwikkeling van jonge, talentvolle professionals ... 167 lijst maakt het bespreken van de competenties concreter en objectiever. De resultaten van de eindbeoordeling worden verwerkt in het Per- soonlijk Portfolio en Ontwikkelplan. 1. Past standpunt niet aan, blijft Past mening bij ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ kritisch naar argumenten van de tegenspel/weerstand aan. ❏ ander. 2. Praat over processen en ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ Praat in termen van output procedures, heeft meer aandacht ❏ bij vrijwel alle activiteiten. voor middelen dan voor resultaten. Geeft aan: wat, wanneer, hoe goed en hoeveel. Figuur 7.4 Voorbeeld van een gedragsgerichte vragenlijst Aan het einde van het eerste jaar van het Jong Talent Programma wordt een 360°-feedbackinstrument gebruikt. Collega’s, klanten, assis- tenten of zelfs leveranciers zien soms meer van het gedrag van de betrokkene en, wat nog belangrijker is, in verschillende situaties. Door stil te staan bij de feedback van anderen, positief of negatief, worden medewerkers zich bewust van hun gedrag en de effecten daarvan op anderen. Met behulp van deze omgevingsenquête worden alle twaalf Jong Talent competenties in kaart gebracht. Een Jong Talent kan in samenspraak met de projectbegeleider en de manager van het Jong Talent Programma concrete ontwikkelactiviteiten gaan ondernemen, om zo in de toekomst effectiever werkgedrag te kunnen toepassen. Tijdens het feedbackgesprek over de 360°-omgevingsenquête ont- vangt het Jong Talent adviezen en concrete ontwikkeltips voor het in eigen beheer uitwerken van het Persoonlijk Portfolio en Ontwikkel- plan voor het tweede jaar van het Jong Talent Programma. Er wordt in dit plan ook aandacht besteed aan het ontwikkelen van (vak)inhou- delijke kennis, gericht op de toekomstige loopbaan. Na het eerste jaar in het Programma worden de Jonge Talenten beoor- deeld op hun vakinhoudelijke en persoonlijke ontwikkeling. Hier worden ook arbeidsvoorwaardelijke consequenties aan verbonden. Gemiddeld heeft 60 procent zich op beide vlakken goed ontwikkeld, 20 procent heeft zich voldoende ontwikkeld, maar moet nog wel aan expliciete punten aandacht geven en 20 procent heeft zich op één of beide sporen onvoldoende ontwikkeld. Met deze laatste groep worden concrete afspraken over de wijze en momenten waarop verbetering
  • 18. 168 Professionals & Professionele ontwikkeling gerealiseerd moet worden. Uiteindelijk stroomt na twee jaar gemid- deld tussen de 70 en 80 procent de organisatie in na een geslaagd Jong Talent Programma. q De relatie tussen Action Learning en de formele trainingen bij Essent In het formele tweejarige trainingsprogramma worden vakinhoudelij- ke kennis en vaardigheden opgedaan en geoefend om vervolgens ingezet te worden in de dagelijkse praktijk. Voorwaarde vanuit het principe van Action Learning is wel dat de leermethodes en vormge- ving van de trainingsmodules en de didactische aanpak van de docen- ten en trainers tot actieve participatie en verwerking van stof stimule- ren. De trainingen gaan dan ook uit van een actieve voorbereiding, verwerking en het in de praktijk toepassen van het geleerde. Alle modules worden ontwikkeld en geëvalueerd op basis van expliciete, in termen van kennis en competenties geoperationaliseerde leerdoe- len. De transfer van de trainingen wordt gefaciliteerd via super- en intervisiebijeenkomsten en krijgt weer een plek in het Persoonlijk Port- folio en Ontwikkelplan en in de werksituatie. Het aanbieden van (opleidings)faciliteiten en opstellen van een Per- soonlijk Portfolio en Ontwikkelplan betekent nog niet dat een jonge medewerker zich daadwerkelijk ontwikkelt. Daarom is continue de coachings- en begeleidingscyclus voorwaarde om de betrokkene de eigen werk- en ontwikkelprestaties te leren monitoren. Alleen door middel van het vertalen van ontwikkelvraag naar daadwerkelijke praktijksituaties en regelmatige gesprekken kan de eigen ontwikke- ling planmatig ter hand worden genomen en vastgesteld worden of ontwikkeling daadwerkelijk effectief is. q 7.5 Wanneer Action Learning succesvol is De behoefte aan zelfbewuste, flexibele en ondernemende managers is enorm. Managers die de doelen ‘Ik sta aan het stuur van mijn eigen loopbaan’ en ‘Ik lever een zichtbare bijdrage aan het bedrijfsresultaat’ in de gewenste balans met elkaar weten te verbinden, voldoen aan deze behoefte. Hoe eerder u uw professionals hierin faciliteert, inspi- reert en stimuleert, hoe beter. Action Learning als vorm van leren op basis van (werk)ervaring is bij uitstek geschikt voor deze persoonlijke
  • 19. Hoofdstuk 7 q Ontwikkeling van jonge, talentvolle professionals ... 169 en professionele ontwikkeling van aanstormend talent. Dit komt voor- al omdat jonge professionals over het algemeen een onbevangen en gedreven start maken in hun (eerste) werkomgeving. Voorwaarde voor succes is wel het periodiek formuleren en monitoren van werk- en ontwikkelprestaties. Om op en rondom de werkplek ook echt te kunnen leren is het nodig dat jonge medewerkers leren zichzelf te kunnen waarnemen en daarop te reflecteren. Het is van belang deze attitude en vaardigheid in een zo vroeg mogelijk stadium van de loop- baan te ontwikkelen. Essentieel daarbij is het ontwikkelen van en oefe- nen in het geven en ontvangen van feedback. Aanstormend talent ziet het gedrag van ervaren collega’s vaak als voorbeeld en hun feedback wordt al snel als veroordeling ervaren. De bijbehorende emoties doen dan op voorhand het leereffect volkomen teniet. Via het uitgangspunt ‘richt je op je sterktes en ontwikkel of han- teer je zwaktes’ is het zaak vanuit HR- en lijnmanagement continu te stimuleren dat talenten op authentieke wijze met al hun vermogens binnen de organisatie gaan ondernemen. Voor het overige geldt dat ‘aan het stuur van je eigen loopbaan staan’ niet alleen een vorm van weten of een puur rationeel getinte kwaliteit of bekwaamheid is. Het is veel meer een verzameling van doorleefde positieve overtuigingen waarmee de jonge professional naar de wereld en naar zichzelf kijkt. Action Learning draagt hier aan bij, omdat de jonge professionals continu reflecteren en feedback krijgen vanuit de praktijk. Het realiteitsgehalte van het beleefde en besproke- ne is erg hoog. Dit heeft een groot stimulerend effect op de acceptatie- graad en motivatie. q Literatuur Covey, S.R., The seven habits of highly effective people, 1989 Donnenberg, O. und N. Lazeron, Action Learning, ein handbuch, Klett- Cotta. 1999 Dills, R., Persoonlijke communicatie, 1993 Geary, A. Rummler & Alan P. Brache, Improving performance, how to manage the white space on the organisation chart, 1995 Kaplan, R.S. & D.P. Norton, The Balanced Scorecard, translating strategy into action, Harvard Business School Press, Boston, 1996
  • 20. 170 Professionals & Professionele ontwikkeling Kolb, D.A., Experiential Learning: Experience as the Source of Learning and Development, 1984 Maister, D., Managing the professional service firm, 1994 Parreren, C.F. van, Leren door handelen. Apeldoorn, 1983 Perspectief, management, training en opleiding. Een voor het IBO bewerk- te versie van het leerstijlonderzoek van David Kolb. Haarlem, 2002 Sanneke, M., P. Bolhuis en R. Simons, Leren en werken, 1999 Vrij, T., E. Rijnsburger en M. Njoo: ‘How to use the Balanced Scorecard to drive your performance?’ In: ISPI Conference Book – Selected papers, 1997