inleiding armoede

1. Gezinnen en
kansen
kansarmoede

2. Gezinnen en kansen
 7 HC
 7 WS
 1 beroepsprodukt : zie cursus
 Keuze tussen mondeling en schriftelijk
examen

3. Van start, eerst afspreken


4. Van start, eerst even afspreken

5. Deel 1 : wat is welzijn en wat is
armoede?
 1. Wat is armoede, kansarmoede en sociale
uitsluiting?

6. 1.1 De verzorgingsstaat
 Voorzieningen en diensten
 Minder afhankelijk van de vrije markt
 Doel: grotere gelijkheid en menswaardig
bestaan voor allen
 Sociale rechten: recht op gezondheidszorg en
onderwijs

7.  Alternatief voor verzorgingsstaat : activerende
welvaartstaat : deel 2

8.  Mensonwaardig bestaan in staat die juist
menswaardig bestaan wil garanderen
 Sociaal probleem :sociale oorsprong en
voldoende mensen zien het als probleem
 Bril en kijk op sociaal probleem bepaalt
aanpak ervan
1.2 Sociaal probleem

9. 1.3 Definities van armoede
 Steeds te begrijpen in maatschappelijke context
en historische context
 Niet alleen materieel
 Welzijn en kansen spelen een rol
 Participatie ,schending van mensenrechten en
perspectief van armen zelf

10. Jaarboek kansarmoede 2005
 Armoede : netwerk van sociale uitsluitingen
dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van
het individueel en collectief bestaan. Het
scheidt de armen van de algemeen
aanvaarde leefpatronen van de samenleving.
Deze kloof kunnen ze niet op eigen kracht
overbruggen.

11. kansarmoede
 Verruimt begrip armoede
 Naar onderwijs, arbeid, gezondheid,
huisvesting en gebruik van sociale
voorzieningen
 Sociaal kapitaal: geheel van netwerken,
inzicht en vertrouwdheid met maatschappij
als resultaat

12. 1.4 Is armoede meetbaar?
 Individuele grenzen
 Institutionele grenzen
 Consensuele grenzen
 Gedragsmatige grenzen
 Wetenschappelijke grenzen
 Absoluut en relatief en armoede indicatoren

13. 1.5 Armoede in cijfers
 Aantal leefloners
 Collectieve schuldenregelingen
 Voedselbank
 Sommige groepen zwaarder getroffen
 Probleem bij minimumuitkeringen
 15,3%

14. Cijfers
 Crossectionele cijfers
 Longitudinale cijfers
 Langdurige armoede
 Kinderen in armoede
 Criteria van Kind en Gezin

15. Cijfers
 Armoederisicodrempel
 welke gezinnen?
 Europese armoede-indicator: minimale
 Levensstandaard: 9 items
 Financiële deprivatie

16. Cijfers (slot)
 Geldof : leefloontrekkers
 Subjectieve armoedebeleving
 Kansengroepen of risicogroepen

17. kansengroepen
 =risicogroepen
 Inzetten op groepen die meer risico lopen op
armoede : allochtonen, 1oudergezinnen, niet-
werkenden

18. Het gaat over mensen

19. 1.6 Gekleurde armoede
 1.6.1 Bijkomende factoren bij gekleurde
 armoede
 extra processen
 migratiepijn
 accultureren
 discriminatie en racisme


20. 1.6.2. Geen onschuldige
verschillen
 Ongelijke groepen in maatschappij
 Meervoudige identiteit
 Echte machtsverschillen
 Driehoek Vlamingen en allochtonen
 Er zijn ook overeenkomsten !!

21. 1.6.3 Goede hulpverlening
 Drie vormen van verschil voor de
hulpverleners
 Vermijd culturalisering !
 Integratie = wederzijdse aanpassing
 Lleshi : culturalisering en culturele hegemonie

23. Verzorgingsstaat
 Een maatschappijvorm die gekenmerkt wordt
door een op democratische leest geschoeid
systeem van overheidszorg, dat zich-bij
handhaving van een kapitalistisch
productiesysteem-garant stelt voor het
collectieve sociale welzijn van haar
onderdanen.

24. Twee modellen van
rechtvaardigheid
 Rechtvaardigheid als wederzijds voordeel:
gedwongen, do ut des
 Rechtvaardigheid als onpartijdigheid: los van
eigenbelang
 Rawls:A theory of justice
 Nussbaum: Grensgebieden van het recht.
Over sociale rechtvaardigheid:

25. Sociale rechtvaardigheid
 Nussbaum en Amartya Sen
 Essentiele menselijke vermogens

26. Actieve welvaartstaat
 Vaak wordt gewerkt met contracten tussen
overheid(ambtenaar) en rechthebbende
 Burger en overheid moeten actief zijn
 Arbeidsparticipatie; verantwoord burgerschap
en preventief beleid