2. Wat is Bindkracht?
Twee vrouwelijke onderzoekers : Kristel
Driessens en Tine Van Regenmortel doen
onderzoek naar armoede en
hulpverlening aan mensen in armoede ,
aangevuld met praktijkdocenten en
mensen van Recht-op
Project Bind-kracht in armoede: boeken
Training en opleiding en coachen bij
methodische principes
3. Nog even terug
Individueel schuldmodel : eigen schuld,
dikke bult
Deserving en non-deserving poor
Op een disciplinerende manier werken
aan eigen verantwoordelijkheid
Bindkracht: oog voor structurele
processen en kracht van mensen ;
rechten en plichten in wederzijds
engagement
4. Individueel ongevalmodel
Geboren in armoede of er in beland ,
zonder menselijk kapitaal
Corrigerend werken vanuit caritatieve
medemenselijkheid
Bindkracht ziet armoede als een
multidimensionele problematiek, mensen
in armoede als actoren en wil integraal
en participatief werken
5. Maatschappelijk
ongevalmodel
Maatschappij in crisis bv. economisch
Tijdelijke hulp in residuele benadering van
welzijnszorg
Bindkracht erkent de maatschappelijke
processen, die de leefwereld van mensen
in armoede beïnvloeden en eist preventie
en opvang van welzijnsproblemen
6. Maatschappelijk schuldmodel
Armoede zit ingebakken in onze
maatschappelijke structuren
Voortschrijdende dualisering
Armoedebestrijding is een gedeelde
verantwoordelijkheid
Bindkracht heeft interactionistische en
positieve kijk: geen blaming the system,
wel samenspel tussen alle niveaus en
tegen determinisme, oog voor diversiteit
7. …
Structureel werken aan sociaal
rechtvaardige samenleving
Armen en professionelen samen
Signaalfunctie naar beleid
8. Institutioneel ongevalmodel
Voorzieningen voor allen toegankelijk?
Voorzieningen stigmatiserend?
Participatief werken als middel en doel
Bindkracht focust op kracht van
hulpverleningsrelatie ook al hebben beide
partijen een verschillend referentiekader
Oppassen voor eenzijdige korte activering
alleen
9. Institutioneel schuldmodel
Armoedecultuur
Gebrekkige diensten
Recht op een menswaardig bestaan
Bindkracht erkent bestaan van structurele
drempels en soms nefaste gevolgen van
hulpverlening
10. Maatschappelijke
kwetsbaarheid
Overkoepelende verklaring die factoren op
micro-, meso- en macroniveau verbindt
Interactie en cumulatief proces
Krachtgerichte kijk en empowerment
Aanvulling van Vranken (niet kunnen) met
krachten en toegankelijkheid van
hulpbronnen:”De armoedekloof kan enkel
worden overbrugd wanneer de samenleving
ook een appel doet op het psychologisch
11. Van Regenmortel, 2002…
Kapitaal van personen die in armoede
leven en van hun omgeving. De
samenleving maakt daarbij de
economische, sociale en culturele
kapitaalvormen voor hen toegankelijk. Zo
krijgt iedereen gelijke kansen op niet-
kwetsende sociale en maatschappelijke
interacties en op waardevolle bindingen
met zichzelf, de anderen, de
maatschappij en de toekomst.
12. Beheersingsoriëntatie en
gehechtheid
Belangrijk bij veerkracht en
empowerment
Niet beschuldigend
In nauwe interactie met anderen binnen
bepaalde maatschappelijke context
Bewustwording en keuze geen
determinisme
13. gehechtheid
Belangrijk in veerkracht
Wensen voor eigen kinderen een beter
leven
Intergenerationele overdracht
Onveilige gehechtheid als risicofactor
voor latere ontplooiing
gaat om gebrek aan aansluiting
Meer negatieve emoties, meer
miscommunicatie ook in HV
14. Plaatsing en gehechtheid
Earned attachment
Kwaliteit van gehechtheid?
Wegvegen van bestaande banden?
15. Thuislozen en gehechtheid
Ouderlijke opvoedingsstijl
Verlies en scheiding in jeugd
Kwetsbaarheid voor scheiding in
volwassenheid
Sociale relaties
16. Aanbevelingen
Bonding en bridging
Zo vroeg mogelijk hulp geven aan
gezinnen met kinderen
Belang van positieve basishouding en
terug verbinden
Oppassen voor blaming the victim
17. Beheersingsorientatie
Intern en extern; controle over eigen
situatie
Locus of control, meer dan attributie
Extern : toeval of geluk, noodlot of macht
van anderen
Niet aangeboren en niet zwart-wit
Kluwen van problemen
18. Bepalende levenservaringen
Opvoedingsstijl
Weinig kansen op controle in verdere
leven
Veel falen en weinig succes
Gebrek aan positieve gevoelservaringen
Psychologische kost van controle
19. Voordelen van externe
Atypische patronen en onaangepastheid
Fundamentele attributiefout :
culpabiliserend en belemmert structurele
aanpak
20. Hulpverlening
Ervaringen van controle
Kansen op succes
Ondersteunend emotioneel klimaat
Positieve gevoelservaringen
Fundamentele attributiefout
21. Veerkracht
Heel wat auteurs knowledge-bearers
Recent onderzoek bij children at risk
Damage naar challenge-model
Aandacht voor risicofactoren en voor
beschermende factoren
22. Definitie
Vanistendael (1997) :
“Veerkracht is het vermogen van een
mens of een systeem(groep,
gemeenschap)om een goed bestaan te
leiden en zich ondanks moeilijke
levensomstandigheden positief te
ontwikkelen en dit op een sociaal
aanvaardbare wijze.”
24. Evoluties in begrip
Statisch naar dynamisch
Multilevel
Contextgebonden en niet deterministisch
25. Veerkrachthuis
Jan Van Gils
Bouwstenen van het huis :
Gedragenheid ; zingeving; sociale
vaardigheden, eigenwaarde en humor.
26. Opbouw van veerkracht
Geen internalisering van de uitsluiting
Behoud van zelfrespect
Inzicht in en omgaan met tweede klap
Meer constructief perspectief op het
verleden
27. Opbouw van veerkracht
Geen toeschouwer maar actor
Recht op en kracht van het geven
Afstand nemen
adopteerbaarheid
28. Opbouw van veerkracht
Thematiseren en opening
Kritische bewustwording met sociale actie
De innerlijke macht van een gezin
De aanwezigheid van warme plekken in
de maatschappij
29. Valkuilen bij veerkracht
Problemen en tekorten niet negeren
Veerkracht is niet individueel
Sociale en psychologische kost van
veerkracht