2. Wat gaan we doen?
1. IJsbreker
2. Waarom practicum?
3. Practicum dat motiveert en denken
stimuleert: Heleen
4. Practicum als middel tot differentiatie: Bea
5. Practica onder de loep
4. Praktisch werk in de ogen van
docenten
• Natuurwetenschappelijk onderwijs moet
plaatsvinden in een lab; daarover is gelukkig
geen controverse
Joan Solomon, 1980
• Natuurwetenschap is een praktisch onderwerp
… einde verhaal, denk ik
Docent, aangehaald door Jim Donnelly, 1995
• Natuurwetenschap zonder praktisch werk is
als zwemmen zonder water
Head of science , aangehaald in SCORE rapport, 2008
5. Docentenkijk op praktisch werk 2
• Veel praktisch werk is ineffectief en onwetenschappelijk; het schrikt dan
leerlingen af om door te gaan in een bètarichting.
Naar Woolnough, 1995
• Praktisch werk is redelijk effectief wat betreft de uitvoering ervan, maar
slaagt er minder om leerlingen daarbij te laten nadenken.
Naar Abrahams and Millar, 2008
• Wanneer het goed is gepland en effectief wordt uitgevoerd, is praktisch
werk stimulerend en leidt het tot leren. Het daagt leerlingen zowel
mentaal als fysiek uit op een unieke manier, die met andere
werkvormen niet is te realiseren.
Naar SCORE report, 2008
6. Waarom doen we praktisch werk?
Het doel van praktisch werk is om leerlingen te ondersteunen bij
het leggen van verbanden tussen twee kennisdomeinen:
domein van praktisch werk domein van
objecten en
begrippen en
waarneembare
ideeën
verschijnselen
'hands-on, minds-on'
“We moeten de 'minds on' aspecten van praktisch werk meer aandacht
geven, als we praktisch werk effectiever willen maken”
Millar and Abrahams, 2009
7. Reflecteren op praktisch werk
A. Doelen van
de docent
wat de leerlingen ervan Effectiviteit op niveau 1
moeten leren
Deden leerlingen wat de
bedoeling was te doen en
B. Gegeven zagen ze wat de bedoeling
opdracht
was te zien?
wat de bedoeling is dat
leerlingen doen Effectiviteit op niveau 2
effectiviteit Leerden de leerlingen wat ze
C. Uitvoering
moesten leren en kunnen ze
van de opdracht
zich dat later herinneren?
1 wat de leerlingen
werkelijk doen
2 D. Leer-
resultaten
wat de leerlingen er
werkelijk van leren
9. Mijn motivatie:
• Jaar in jaar uit dezelfde fouten in
practicumverslagen
• Leerlingen zien verband tussen boek en
practicum niet
• Leerlingen raffelen practicum af zonder na
te denken bij wat ze doen
• Veel werk voor docent en toa en weinig
voor de leerling
10. Motiveren dus!
• Gebruik van aansprekend materiaal
• Koppeling tussen practicum en theorie
expliciet maken
• Geen kookboek: deels zelf bedenken
• Uitkomst staat niet al vast: er is echt iets te
onderzoeken
• Juiste vragen stellen
11. Voorbeeld: Borrelpraat
• Vroeger: 1 les om te laten zien of
ontdekken hoe indicatoren werken.
• 2e les in een zelf meegebracht
(vergeten..) voedingsmiddel bepalen of er
zetmeel, glucose, eiwit en/of vitamine C in
zit. Gebruik van die indicatoren.
• Verslag schrijven volgens verslagregels.
13. • Eerst etiketten vergelijken
• Rekenen aan energie-inhoud
• Verschil input zonne-energie plantaardig
(Pringles) en dierlijk (Bifi) schatten (boek
en binas bij nodig)
14. • Dan zelf op zoek naar een methode om
bepaalde voedingsstof in beide produkten
aan te tonen (dus geen kookboek)
• Wel hulp van toa en www.bioplek.org
• Als methode niet blijkt te werken op zoek
naar andere methode
15. • En: Op zoek naar een manier om de
energie-inhoud van Pringles en Bifi te
meten…..
19. Opmerkingen van leerlingen:
• Best leerzaam maar de docenten wilden
niet helpen en toen moest ik veel zelf
uitzoeken en dat was best lastig.
• Oeps. Dat je voor 100g chips gewoon een
uur moet fietsen!
• Je gaat door dit soort proefjes wel beter
nadenken over wat je eet
20. En dit zeggen ze geleerd te hebben
• Dat je ook bij simpele proefjes heel goed
moet nadenken omdat je snel iets over het
hoofd ziet.
• Lastig maar leerzaam om zelf een
practicum te bedenken.
• Dat er veel zonne-energie nodig is om
voedsel te produceren.
• Hoe je met indicatoren voedingsstoffen
aantoont.
21. Andere practica:
• Optimale omstandigheden bepalen om
gistdeeg te laten rijzen (temperatuur,
hoeveelheid gist/suiker/zout) en daarna
oliebollen bakken van de resultaten!
22. Om duidelijk te maken dat urine uit bloed
gemaakt wordt, een practicum waarbij
leerlingen waardes
van hun eigen urine
vergelijken met bloed
(van koeien) en de
verschillen moeten
verklaren.
23. Wat heb ik dus gedaan?
• Niet zelf het wiel uitgevonden
• Geknipt en geplakt met bestaande
practica
• Steeds gedacht hoe ik de leerling kan
motiveren en aan het denken kan krijgen.
• …en dat lukt steeds beter!
24. Waarom differentiëren met
planten-practica?
? Differentiëren:
Begaafde leerlingen uitdagen
? Planten:
•Onderbelicht in het schoolvak “Biologie”,
•In Utrecht wetenschappelijk plantenonderzoek
Netwerk USG-UU
25. ? Practica:
Differentiëren
domein van praktisch werk domein van
objecten en
begrippen en
waarneembare
ideeën
verschijnselen
Practicum is leuk!!
26. Differentiatie
• Herhalend: bekende stof maar op andere
manier aangeboden: huidmondjes
• Verdiepend: dieper op bekende stof
ingaan: auxine
1 apicale dominantie
2 wortelvorming
3 gravitropisme
• Verrijkend: nieuwe stof als uitbreiding op
bekende stof; andere plantenhormonen:
gibberelline
28. Werkwijze
• Een lessenserie met als onderwerp “Planten”
plantenhormonen: auxine, gibberelline
plantensensoren: licht, zwaartekracht
anatomie: huidmondjes
• Ieder deelonderwerp voorzien van een
context: maakt een onderwerp levend
bonsai en apicale dominantie
kieming en licht
shade avoidance
stekwortels
domme zaailingziekte
huidmondjes en milieu
29. • Ieder onderwerp voorzien van 2 actuele
wetenschappelijke artikelen: geeft actueel
belang aan
• Ieder deelonderwerp in de vorm van een
practicum aanbieden
Ontwerp een experiment om de relatie
tussen auxine en apicale dominantie te
onderzoeken.
Voor dit experiment heb je de beschikking
over:
• 10 bonenplanten
• Zuiver lanoline
• Lanoline met 10, 100 en 1000 ppm IAA.
30. • Practica uitvoeren
• Enquête houden.
• Practica bijstellen: de opdracht
structureren met leesvragen,
als richtinggever voor het
lezen van de artikelen.
31. Auxine en apicale dominantie
– Lees het artikel „The fall and rise of apical
dominance‟ (bijlage 2)
• Auxine is betrokken bij het verschijnsel apicale
dominantie; wat is apicale dominantie?
• Snow ontdekte in zijn modelplant, een
bonenplant met 2 zijstengels, dat er vanuit de
overheersende zijstengel een remmend signaal
naar de andere zijstengel gaat. Dit signaal daalt
af in de overheersende stengel en stijgt op in de
achterblijvende stengel. Het mechanisme van het
transport in de overheersende stengel lijkt niet
hetzelfde te zijn als in de achterblijvende stengel.
Uit welk experiment van Snow blijkt dit?
• Wat ontdekte men bij gebruik van radioactief
gelabeld auxine?
32. En de leerlingen?
Practicum was leuk
5=helemaal eens
4=eens
3=neutraal
2=oneens
1=helemaal oneens
0 5 10 15
Aantal leerlingenl
“Het elke dag even kijken naar de voortgang,
ik was toch steeds benieuwd.”
33. En de leerlingen?
5
4
3
2
Artikelen te moeilijk
1
0 2 4 6 8 10
“Goed niveau, al waren de artikelen wat te moeilijk.
Maar even googlen naar termen werkte”
35. En vervolgens….
• Differentiëren op het niveau van het
practicum:
Ontwerp een experiment om de relatie tussen
auxine en apicale dominantie te onderzoeken.
Voor dit experiment heb je de beschikking over:
-10 bonenplanten en auxine
of
• 10 bonenplanten
• Zuiver lanoline
• Lanoline met 10,100 en 1000 ppm IAA.
36.
37. En nu jullie:
• Kies een practicumvoorschrift
• Zoek een partner (of 2)
• Vul het schema in
• Klaar?
• Bouw het practicum om volgens methode-
Bea en/of methode-Heleen
• Alweer klaar?
• Kies een ander practicum
38. Aandachtspunten:
• Hoeveel leerdoelen heb je per practicum
aangevinkt?
• Is er een spreiding over A, B en C?
• Moet die spreiding er zijn?
• Mik je altijd op dezelfde leerdoelen bij een
proef of practicum?
39. .
Afsluiting
•Schrijf twee punten op over praktisch
werk die je over deze bijeenkomst aan
collega‟s wilt vertellen.
•Noteer één actiepunt dat je op korte
termijn gaat uitvoeren
40. Improving Practical Work in
Science
"Practical work will always have a key role in
science teaching. The challenge is to find
ways to make it a great deal more effective as
a teaching and learning strategy than it is at
present…
Improvement is not a matter of doing more
practical work, but of doing better practical
work."
Miller and Abrahams, 2009