Deze tool maakt onderdeel uit van de toolkit van de auditor en dient als hulpmiddel bij het uitvoeren van het onderzoek naar de rode draad conform het onderzoeksmodel uit de beoordelingsrichtlijn. Dit onderzoek wordt vormgegeven aan de hand van 15 onderzoeksonderwerpen, welke zijn opgenomen in het onderzoeksprogramma. Eén daarvan is het onderdeel ‘risicoscreenings’ (5). Deze tool dient als ondersteuning bij het onderzoek naar dat onderwerp.
1. Tool
Analyse van risicoscreening
Deze tool maakt onderdeel uit van de toolkit van de auditor en dient als hulpmiddel bij het uitvoeren van
het onderzoek naar de rode draad conform het onderzoeksmodel uit de beoordelingsrichtlijn.
Dit onderzoek wordt vormgegeven aan de hand van 15 onderzoeksonderwerpen, welke zijn opgenomen
in het onderzoeksprogramma. Eén daarvan is het onderdeel ‘risicoscreenings’ (5). Deze tool dient als
ondersteuning bij het onderzoek naar dat onderwerp.
Informatie vinden in het Improvement Dashboard.
Informatie over risicoscreenings vindt u in het Improvement Dashboard bij de volgende indicatoren:
Hoofdstuk: 1. Klant
1.2.4.a. Risico-inventarisatie en –analyse
1.2.4.a.1. Risico-inventarisatie is uitgevoerd
1.2.4.a.2. Risico-analyse is uitgevoerd en risico’s zijn in kaart gebracht
1.2.4.a.3. Exclusiecriteria zijn geïnventariseerd
1.3.5.b. Leveren of uitbesteden
1.3.5.b.1. Er is duidelijk welke onderdelen niet door organisatie geboden worden en wie dat wel levert
1.3.5.b.2. Samenwerking met andere zorgleverancier is aantoonbaar voor die onderdelen die niet zelf
geboden worden
1Tool | Analyse van risicoscreening
2. Op welke manier kunt u de risicoscreenings op klantniveau
analyseren volgens de uitgangspunten van het Improvement Model?
Waar komt dit thema terug in de rode draad?
Binnen de rode draad worden de volgende vragen gesteld over de risicoscreenings:
Bij thema 3 ‘Kwaliteit, veiligheid en risico-management’:
• Zijn mogelijke risico’s ten aanzien van de klantvraag in kaart?
Een klant kan veiligheids- en gezondheidsrisico’s lopen. Het is van het grootste belang dat er een
zorgvuldige afweging van de mogelijkheden en de risico’s plaatsvindt voor er een overeenkomst wordt
aangegaan. Zijn alle betrokken partijen op de hoogte van deze risico’s? De risico’s op het gebied van
veiligheid en gezondheid vormen namelijk een integraal onderdeel van de opdrachtformulering van de
klant aan de zorgaanbieder(s).
Deze vragen kunnen dus nader uitgewerkt worden in de volgende deelvragen (u vindt deze deelvragen
ook in de bijlage van thema 3):
1.e.1. Zijn de risico’s op klantniveau uitgevraagd met aantoonbaar als doel om passende maatregelen
te nemen en de risico’s zo terug te brengen?
1.e.2. Kent de organisatie duidelijk de eigen grenzen en schakelt zij tijdig andere expertise in wanneer
zij dit zelf niet in huis heeft?
2 Tool | Analyse van risicoscreening
3. Analysevragen
Weet de organisatie wat de reikwijdte van de zorgvraag is en wat haar eigen mogelijkheden zijn? Een
noodzakelijke vraag rond het thema risicomanagement. Niet om bij de voordeur klanten te weigeren die
‘te ingewikkeld’ zijn, maar om passende maatregelen te kunnen nemen. In veel gevallen zijn zorgvragen
namelijk niet in een hokje te stoppen. De ‘sectormatige insteek’ binnen zorg en welzijn heeft er toegeleid
dat er aanbodgericht gekeken wordt naar klanten. Een klant met een dubbele zorgvraag (denk aan
iemand met zowel een lichamelijke als een psychische beperking, of LVG problematiek in combinatie met
een psychische zorgvraag) kan daardoor maar zeer moeizaam bij één van beide sectoren in zorg komen.
De ene sector of branche is immers gespecialiseerd in één deel van de zorgvraag en de andere sector of
branche in het andere deel, terwijl juist een integrale aanpak noodzakelijk is. Er is op dit vlak nog niet veel
flexibiliteit. Op zich ook wel logisch, want het is immers ondoenlijk om altijd álle expertise zelf in huis te
hebben. Maar bij een goede inventarisatie en een goed bewustzijn van wat een organisatie wel en niet zelf
kan én de mogelijkheid om expertise van buiten in te schakelen, is er veel mogelijk.
Daar moet in dit geval dan ook de oplossing gezocht worden: heeft de organisatie vanaf de basis in kaart
gebracht wat een klant werkelijk nodig heeft en waar risico’s liggen? Heeft zij vervolgens alles in het
werk gesteld om de ontbrekende expertise in te schakelen? Het sec kijken naar exclusiecriteria is dan
ook niet afdoende. De exclusiecriteria dienen ertoe duidelijk te maken dat de organisatie zich bewust is
van de eigen mogelijkheden en beperkingen. Niet om klanten in de kou te laten staan. Zelf een adequate
oplossing vinden of adequaat zorgen voor een andere oplossing (een niet vrijblijvende verwijzing) is
noodzakelijk. Hierbij dient ook goed te worden vastgelegd en afgehecht wie de verantwoordelijkheid
draagt voor welk deel van de zorgvraag.
Wie is de klant algemeen (klanttype)?
Dit deel is mogelijk al duidelijk. Het wordt hier opnieuw uitgevraagd om de vragen hieronder vanuit dit
perspectief van de klant te beantwoorden.
• Heeft de organisatie scherp wie haar klanten zijn en zijn deze klanten ingedeeld in typen waarbij
ook zorgvragen en mogelijke risico’s ongeveer gelijk zijn?
• Heeft de organisatie vastgesteld wat deze risico’s mogelijk kunnen zijn?
• Houdt de organisatie hierbij rekening met alle leefgebieden?
3Tool | Analyse van risicoscreening
4. Vragen over de PRODUCTEN, KWALITEITEN, DESKUNDIGHEDEN,
PROTOCOLLEN EN SAMENWERKINGEN VAN DE ORGANISATIE
• Heeft de organisatie scherp welke producten zij levert?
• Heeft ze dit zichtbaar gemaakt in een productportfolio (zie productportfolio)?
• Komt hieruit naar voren in welke producten en diensten de organisatie ‘thuis’ is? Waar zij goed
in is?
• Komt hieruit naar voren dat zij de juiste deskundigheden in huis heeft om deze producten
hoogwaardig te leveren?
• Komt hieruit naar voren dat zij de juiste methodieken en protocollen inzet om de laatste
maatschappelijke inzichten ten aanzien van de zorgvragen toe te passen?
• Maakt de organisatie ook duidelijk waar de grenzen van haar eigen expertise liggen? Waar zij
minder goed in is?
• Maakt de organisatie duidelijk op welke manier zij met klantvragen
omgaat die niet (alleen) binnen haar eigen kernkwaliteiten passen?
Vragen over de SAMENWERKINGEN OP KLANTNIVEAU
Is dat: A) Samenwerken om expertise aan te vullen?
• Zorgt de organisatie voor een samenwerking met partijen die deze ontbrekende expertise wel in
huis hebben?
• Gebeurt dit structureel voor dit bepaalde klanttype of alleen incidenteel?
• Wanneer het structureel plaatsvindt, wat voor een klanttype in principe wel zou moeten, is dit
bestuurlijk ook afgehecht in een vorm van een structurele samenwerking, waardoor voor de
zorgmedewerkers ook duidelijke kaders worden geschapen waarbinnen de samenwerking moet
plaatsvinden?
Of is dat: B) Deze klanten niet aannemen
• Zorgt de organisatie voor een goede warme doorverwijzing en overdracht?
• Zorgt de organisatie er dan voor dat de klant wel de zorg – op alle leefgebieden – ontvangt die
zij nodig heeft?
4 Tool | Analyse van risicoscreening
5. Vragen over de RISICOSCREENINGS OP KLANTNIVEAU
• Heeft de organisatie deze risico’s ook op individueel klantniveau in kaart gebracht aan de hand
van risicoscreenings of anderszins?
• Stemmen deze risico’s overeen met de risico’s die op het niveau van de klanttypen zijn
vastgesteld?
Vragen over de BEHEERSMAATREGELEN BIJ RISICO’S OP KLANTNIVEAU
• Worden op individueel niveau ook de beheersmaatregelen getroffen die de organisatie
overstijgend heeft vastgesteld?
• Wordt dus daarom of A) samenwerking ingeregeld of B) wordt de klant doorverwezen?
• Indien de klant in zorg blijft, wordt de samenwerking zichtbaar gemaakt in het plan en dossier
van de klant?
• Indien de klant in zorg blijft, worden beheersmaatregelen verwerkt in het plan van de klant?
• Indien de klant in zorg blijft, worden met regelmaat risicoscreenings herhaald en
beheersmaatregelen bijgesteld?
• Indien de klant niet in zorg komt of blijft, wordt zichtbaar gemaakt dat de klant op verantwoorde
wijze is doorverwezen?
• Wordt in algemene zin geëvalueerd op het product van de organisatie nog steeds aansluit op de
vraag van de klanten? Met andere woorden: evalueert de organisatie of zij nog een voldoende
toereikend antwoord kan geven op de vraag van klanten of zou zij maatregelen moeten nemen
om haar product bij te stellen?
Analyse en conclusies
Trek nu een conclusie op basis van de volgende vragen:
Bij thema 3 van de rode draad
1. Klant e.: Zijn de mogelijke risico’s ten aanzien van de klantvraag in
beeld?
• Zijn de risico’s op klantniveau uitgevraagd met aantoonbaar als doel om passende maatregelen
te nemen en de risico’s zo terug te brengen?
• Kent de organisatie duidelijk de eigen grenzen en schakelt zij tijdig andere expertise in wanneer
zij dit zelf niet in huis heeft?
Zo nee, stel dan de indicatoren bij die horen bij dit onderdeel en die vermeld zijn in de bijlage bij dit
thema van de rode draad.
5Tool | Analyse van risicoscreening