Deze tool maakt onderdeel uit van de toolkit van de auditor en dient als hulpmiddel bij het uitvoeren van het onderzoek naar de rode draad conform het onderzoeksmodel uit de beoordelingsrichtlijn. Dit onderzoek wordt vormgegeven aan de hand van 15 onderzoeksonderwerpen, welke zijn opgenomen in het onderzoeksprogramma. Eén daarvan is de begrotingsanalyse (11). Deze tool dient als ondersteuning bij het onderzoek naar dat onderwerp.
1. Tool
Begrotingsanalyse
Deze tool maakt onderdeel uit van de toolkit van de auditor en dient als hulpmiddel bij het uitvoeren
van het onderzoek naar de rode draad conform het onderzoeksmodel uit de beoordelingsrichtlijn. Dit
onderzoek wordt vormgegeven aan de hand van 15 onderzoeksonderwerpen, welke zijn opgenomen in
het onderzoeksprogramma. Eén daarvan is de begrotingsanalyse (11). Deze tool dient als ondersteuning
bij het onderzoek naar dat onderwerp.
Informatie vinden in het Improvement Dashboard.
Informatie over de begroting vindt u in het Improvement Dashboard bij de volgende indicatoren:
Hoofdstuk: 6. Financiën
6.1.1.a. Actuele begroting
6.1.1.a.1. Meerjarenbegroting is aanwezig en actueel
6.1.1.a.2. Jaarbegroting is aanwezig en actueel
6.1.1.a.3. Kengetallen zijn eenduidig vastgesteld en passend binnen de begroting
6.1.1.b. Inhoud begroting
6.1.1.b.1. Begroting is opgesteld volgens de uitgangspunten die binnen de organisatie zijn geformuleerd
6.1.2. a. Risico’s in kaart en beheerst
6.1.2.a.1. Risico’s voor kwaliteit, veiligheid en continuïteit zijn in kaart gebracht
6.1.2.a.2. Risico’s voor kwaliteit, veiligheid en continuïteit zijn zoveel mogelijk beperkt
6.3.1.a. Adequaat verkoopbeleid
6.3.1.a.1. Verkoop komt overeen metde opgestelde begroting
6.3.1.a.2. Er is een geldig contract per financier voor de desbetreffende periode
1Tool | Begrotingsanalyse
2. Op welke manier kunt u de begroting analyseren volgens de
uitgangspunten van het Improvement Model? Hoe kunt u zien of de
begroting is opgebouwd aan de hand van de klant?
Waar komt dit thema terug in de rode draad?
Binnen de rode draad worden de volgende vragen gesteld over de begroting:
Bij thema 1 ‘Positionering klant, positionering organisatie en Good Governance’:
• Is de begroting een afspiegeling principes? (Zijn er duidelijk gescheiden financiële stromen op
basis van publiek en privaat zichtbaar in de begroting?)
Met de principes worden alle hierboven genoemde onderdelen bedoeld. Is in de begroting terug te zien:
• wie de klanten zijn van de organisatie?
• hoeveel klanten de organisatie op het oog heeft?
• welke producten worden ingezet en welke uren en deskundigheden van medewerkers
daarbijhoren?
• welke kosten hierbij horen?
• welke omzet hoort bij de producten?
• welke middelen ingezet moeten worden om de zorg goed uit te kunnen voeren?
• wat de kosten zijn van deze middelen?
In de begroting moet de financiële vertaling zichtbaar zijn van de eerdergenoemde uitgangspunten.
Deze vraag kan dus nader uitgewerkt worden in de volgende deelvragen (u vindt deze deelvragen ook in
de bijlage van thema 4):
• Maakt de organisatie aantoonbaar dat ze voor de benodigde zorg per financieringsstroom ook
de benodigde financiering heeft?
Zijn er voor alle financieringsstromen ook geldige contracten aanwezig?
2 Tool | Voor de analyse van klantenopdrachten
3. Analysevragen en rekenmethode
Vragen vooraf
• Zijn er klanttypen vastgesteld?
• Is er een verwacht aantal klanten in één jaar per klanttype?
• Is er een duidelijke productbeschrijving per klanttype?
• Bevat deze productbeschrijving (uit het productportfolio) een duidelijke termijn (duur) en
omvang van de zorginzet? Met andere woorden: is zichtbaar hoeveel uur
er verwacht wordt in te moeten zetten?
• Bevat het productportfolio duidelijk onderscheid tussen publieke
en private producten?
• Als het portfolio bestaat uit een fasering met een duidelijk verschil
in uren per fase, is dan duidelijk hoeveel klanten er per fase worden
verwacht in één jaar?
• Is zichtbaar van het totaal aantal in te zetten uren hoeveel uur
Analysevragen en rekenmethode
Deel 1 OMZET
Vragen vooraf
• Zijn er klanttypen vastgesteld?
• Is er een verwacht aantal klanten in één jaar per klanttype?
• Is er een duidelijke productbeschrijving per klanttype?
• Bevat deze productbeschrijving (uit het productportfolio) een duidelijke termijn (duur) en
omvang van de zorginzet? Met andere woorden: is zichtbaar hoeveel uur er verwacht wordt in
te moeten zetten?
• Bevat het productportfolio duidelijk onderscheid tussen publieke en private producten?
• Als het portfolio bestaat uit een fasering met een duidelijk verschil in uren per fase, is dan
duidelijk hoeveel klanten er per fase worden verwacht in één jaar?
• Is zichtbaar van het totaal aantal in te zetten uren hoeveel uur er per prestatie moet worden
ingezet?
• Is zichtbaar of er contracten zijn die ten grondslag liggen aan deze inschatting en tegen welk
tarief iedere prestatie geleverd moet worden?
3Tool | Voor de analyse van klantenopdrachten
4. Welke ingrediënten hebben we dan?
• Aantallen klanten per klanttype
• Aantallen uren per prestatie per klanttype per fase
• Aantallen klanten per fase
• Prijzen per prestatie
• Onderscheid bij prijzen per prestatie in publiek en privaat
Rekenmethode
• Reken per klanttype uit:
- Hoeveel uur er gedurende een jaar per klanttype wordt geleverd binnen publieke en private
producten;
- Hoeveel klanten er in één jaar in dat klanttype zullen zitten
- Wanneer er verschillende fasen zijn en er zijn grote verschillen in uren per fase: reken dan uit
hoeveel klanten er per fase zullen zijn.
• Vermenigvuldig het aantal klanten per klanttype met het geschat aantal uur per prestatie
(eventueel per fase)
• Vermenigvuldig het totaal aantal uur per prestatie met bijbehorende tarief
• Tel de uitkomsten per klanttype op
• U heeft nu de totaal ingeschatte omzet onderverdeeld in publiek en privaat
Deel 2 KOSTEN
Vragen vooraf
• Is zichtbaar van het totaal aantal in te zetten uren hoeveel uur er door welk
deskundigheidsniveau moet worden geleverd? Ook hier weer in het onderscheid tussen publieke
en private producten.
• Klopt het onderscheid tussen publiek en privaat bij deze deskundigheden in de lijn van wat er
hierover in het productportfolio is gesteld?
• Is na te zien wat ongeveer de brutolonen in de CAO zijn van dit deskundigheidsniveau?
• Is na te zien wat de hoogte van de werkgeverslasten is? Indien onbekend, hanteren we
doorgaans een factor van 1,35
• Is na te zien welke productiviteitsfactor de organisatie hanteert? Dat wil zeggen: over hoeveel
contracturen moet de organisatie beschikken om de directe zorguren te kunnen leveren?
>Wanneer de organisatie dit zelf niet in beeld heeft, hanteren we doorgaans een factor 0,75. Van
een 100% contract kan 75% worden ingezet aan directe zorguren. De overige 25% wordt gevuld
door verlof, ziekte, indirecte tijd.
• En daarmee: is dan dus zichtbaar te maken hoeveel uur per deskundigheidsniveau er in dienst
moet zijn?
• Is zichtbaar in het productportfolio welke middelen nodig zijn om het product te leveren? Ook
hier weer onderscheid in publieke en private middelen?
4 Tool | Voor de analyse van klantenopdrachten
5. • Klopt het onderscheid tussen publiek en privaat bij deze middelen in de lijn van wat er hierover
in het productportfolio is gesteld?
• Is zichtbaar te maken welke kosten hiermee gemoeid zijn? Dus ook hier weer onderverdeeld in
publiek en privaat.
Welke ingrediënten hebben we dan?
• Bruto uurlonen per deskundigheidsniveau verdeeld in publiek en privaat;
• Productiviteitsfactor
• Benodigde directe uren per deskundigheidsniveau;
• Benodigde middelen vanuit het productportfolio
• Kosten voor middelen;
• Kosten voor overhead, aansturing en ondersteuning.
Rekenmethode
• Reken uit per deskundigheidsniveau hoeveel contracturen er nodig zijn om het benodigde
directe uren te leveren. Deel het aantal directe uren door de productiviteitsfactor en
vermenigvuldig met 1;
• Reken per deskundigheidsniveau uit wat de bruto loonkosten zullen zijn op basis van een
gemiddeld CAO loon;
• Vermenigvuldig dit totale bedrag van alle deskundigheden met de factor van de
werkgeverskosten;
• U heeft nu de totale directe personele kosten, onderverdeeld in publiek en privaat;
• Verzamel de kosten voor de benodigde middelen en tel deze op, ook onderverdeeld in publiek
en privaat.
Deel 3 RESULTAAT
Vragen vooraf
• Welke andere kosten zijn er, niet direct gelieerd aan de klant, het product en de middelen
die nodig zijn om het product te leveren? Welke kosten zijn er dus voor aansturing en
ondersteuning?
Welke ingrediënten hebben we dan?
• Geschatte omzet;
• Daarbij benodigde directe personele kosten inclusief werkgeverslasten voor het publieke deel;
• Daarbij benodigde directe personele kosten inclusief werkgeverslasten voor het private deel;
• Daarbij benodigde directe personele kosten inclusief werkgeverslasten voor het private deel;
• Geschatte overige kosten voor middelen die nodig zijn om het product te leveren voor het
publieke deel;
5Tool | Voor de analyse van klantenopdrachten
6. • Geschatte overige kosten voor middelen die nodig zijn om het product te leveren voor het
private deel;
• Overige kosten voor aansturing en ondersteuning.
Rekenmethode
• Neem de omzet;
• Trek daarvan af de directe personele kosten;
• Trek daarvan af de kosten voor de inzet van de middelen;
• Bekijk wat er onder aan de streep overblijft om aansturing en ondersteuning van te bekostigen;
• Trek de overige kosten voor aansturing en ondersteuning hiervan af.
Analyse en conclusies
Trek nu een conclusie op basis van de volgende vragen:
Bij thema 1 van de rode draad
6.1. Begroting a.: Is de begroting een afspiegeling van de principes?
• Zijn er duidelijk gescheiden financiële stromen op basis van publiek en privaat zichtbaar in de
begroting?
Zo nee, stel dan de indicatoren bij die horen bij dit onderdeel en die vermeld zijn in de bijlage bij dit
thema van de rode draad.
Bij thema 2 van de rode draad
6.1. Begroting c.: Zijn de inkomsten zeker door contracten en de
financiele situatie (businesscase) van de klant?
• Maakt de organisatie aantoonbaar dat ze voor de benodigde zorg per financieringsstroom ook
de benodigde financiering heeft? Door contracten bijvoorbeeld?
Zo nee, stel dan de indicatoren bij die horen bij dit onderdeel en die vermeld zijn in de bijlage bij dit
thema van de rode draad.
6 Tool | Voor de analyse van klantenopdrachten
7. Bij thema 3 van de rode draad
6.1. Begroting d.: Blijkt een gezonde businesscase?
• Is er een positief en gezond resultaat onderaan de streep? Is dit resultaat in verhouding?
• Kloppen de directe personele kosten? Kan worden vastgesteld dat er voldoende personeel
wordt ingezet?
Zo nee, stel dan de indicatoren bij die horen bij dit onderdeel en die vermeld zijn in de bijlage bij dit
thema van de rode draad.
Bij thema 4 van de rode draad
6.1. Begroting a.: Is de begroting een afspiegeling van de principes?
• Maakt de organisatie aantoonbaar dat ze voor de benodigde zorg per financieringsstroom ook
de benodigde financiering heeft? Zijn er voor alle financieringsstromen ook geldige contracten
aanwezig?ingezet?
Zo nee, stel dan de indicatoren bij die horen bij dit onderdeel en die vermeld zijn in de bijlage bij dit
thema van de rode draad.
7Tool | Voor de analyse van klantenopdrachten