1. Bijlage
Toetsing overige eisen
Deze bijlage dient als hulpmiddel voor de auditor bij het beoordelen
van de overige eisen.
Bijlage VII Visie en beoordelingsrichtlijn Improvement ModelVII
De auditor kan op basis van zijn onderzoek naar de
rode draad, de kwaliteit van de dossiervoering en de
voorwaardelijke eisen vaststellen dat de uitkomst reeds
bepaald is en dat toetsing van de overige eisen onnodig
is. Uit de score van het Improvement Dashboard kan
bijvoorbeeld blijken dat certificering niet meer behaald
kan worden, ongeacht de uitkomst van de reflectie
van het bestuur. Aan de andere kant kan de score ook
zo goed zijn, dat nader onderzoek (vooralsnog) niet
noodzakelijk lijkt. De auditor onderbouwt dit in de
auditrapportage.
Wanneer de auditor wel noodzaak ziet de overige eisen
te toetsen, selecteert hij het vereiste aantal dossiers
voor onderzoek ad random. De auditor constateert
zelf of hij de betrouwbaarheid en/of juistheid van de
ingevoerde data voldoende kan vaststellen op een
bepaald onderdeel (indicator). Wanneer de auditor al
tijdens het uitvoeren van het onderzoek vaststelt dat
de betrouwbaarheid op dit onderdeel onvoldoende
is – omdat hij bijvoorbeeld al te veel fouten is
tegengekomen, dan is de auditor gerechtigd om de
scores op het totaal van deze indicator naar 0 punten
bij te stellen. Hij zet het onderzoek binnen die indicator
niet verder voort. De ervaren kwaliteit van de dossiers
op dit onderdeel is dan immers reeds vastgesteld en
vervolgonderzoek voegt hierin niets meer toe. Hij gaat
door naar de volgende indicator.
Bijstelling van scores
Wanneer het nodig is de score bij te stellen,
dan onderbouwt de auditor de bijstelling in het
Improvement Dashboard, zodat deze toelichting aan
het einde van de audit in de rapportage opgenomen
is. De auditor legt dit vast op het niveau waar de
bijstelling plaatsvindt.
Opvallende bevindingen en bijstellingen ten aanzien
van een bepaald onderwerp of thema neemt de
auditor apart op in de auditrapportage van de
Certificerende Instelling.
Klant, Product en Medewerker
Voor een eventuele bijstelling van scores op de
hoofdstukken Klant, Product en Medewerker geldt
dit: wanneer op basis van een steekproef binnen de
dossiers door de auditor wordt vastgesteld dat de
gegevens niet volledig betrouwbaar of juist zijn, dan
stelt de auditor de score op het totale onderdeel – op
subindicatorniveau – bij naar 0. Hij doet dit in één keer
voor alle dossiers.
Middelen, Financiën en Organisatie
In geval van de hoofdstukken Middelen, Financiën en
Organisatie geldt dit: wanneer door de auditor wordt
vastgesteld dat de gegevens niet volledig betrouwbaar
of juist zijn, dan stelt de auditor de score op het totale
onderdeel – op subindicatorniveau – bij naar 0.
2. Stichting Beheer Improvement Model, Bijlage 7 Visie en beoordelingsrichtlijn, versie 2 - april 2016 2
1. Klant 1.a.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens ten aanzien van het tijdig
registreren van de klantgegevens,
is dat dan ook aantoonbaar zo? Is
het onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
a. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat
basisgegevens over de klant compleet zijn, maar dit niet betrouwbaar of
juist blijkt, dan worden alle scores op de genoemde subindicator naar 0
bijgesteld.
1.2.1.a. Tijdige klantvraag
1.2.1.a.1. Klantvraag is vastgelegd
maximaal 2 werkdagen na eerste
contact. Bij spoed is dit op dezelfde
dag vastgelegd
Hoofdstuk
Improvement Model
DeelvragenVraag Toelichting op de deelvragen, eventuele bijstelling
van scores en de onderbouwing daarvan
Bijbehorende indicatoren
b. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
1.3.4.b. Benodigde middelen in
kaart
1.3.4.b.1. Beschrijving van benodigde
middelen is aanwezig bij de klant
1.3.4.b.2. Benodigde middelen
voor deze klant sluiten aan
op benodigde middelen in
productportfolio
1.3.4.b.3. De eisen waaraan de
middelen moeten voldoen zijn
vastgesteld bij de klant
1.3.4.b.4. De eisen aan de middelen
voor deze klant sluiten aan op
de geformuleerde eisen aan de
middelen in productportfolio
1.b.1. Waar de organisatie in
het self-assessment aangeeft
dat de gegevens ten aanzien
van benodigde middelen op
klantniveau tijdig, volledig en
juist zijn geregistreerd, is dat
dan ook aantoonbaar zo? Is het
onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over middelen op klantniveau zijn geregistreerd, maar dit niet betrouwbaar
of juist blijkt, dan worden alle scores op de genoemde subindicator naar 0
bijgesteld.
3. Stichting Beheer Improvement Model, Bijlage 7 Visie en beoordelingsrichtlijn, versie 2 - april 2016 3
3. Product 3.a.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat
de gegevens ten aanzien van de
benodigde in te zetten middelen
per klanttypering tijdig, volledig
en juist zijn geregistreerd, is dat
dan ook aantoonbaar zo? Is het
onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
a. Is de verwerking van het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat de
gegevens over de in te zetten middelen bij de klanttyperingen in het
productportfolio aanwezig zijn, maar dit niet betrouwbaar of juist blijkt,
dan worden alle scores op de genoemde subindicatoren naar 0 bijgesteld.
3.1.4.d. Benodigde in te zetten
middelen
3.1.4.d.1. Bevat per typering
informatie over wat de eventueel
benodigde middelen zijn
3.1.4.d.2. Bevat per typering
informatie over wat de eisen zijn
die aan deze middelen gesteld
worden
Hoofdstuk
Improvement Model
DeelvragenVraag Toelichting op de deelvragen, eventuele bijstelling
van scores en de onderbouwing daarvan
Bijbehorende indicatoren
b. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
c. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
d. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
3.2.1.a. Tijdige en volledige inzet
product
3.2.1.a.1. Startdatum eerste
product >= startdatum
dienstverleningsovereenkomst
3.2.1.a.2. Einddatum laatste
product <= einddatum
dienstverleningsovereenkomst
3.2.1.b. Product volgens
productportfolio
3.2.1.b.1. Product op maat is
gelijk aan een product uit
productportfolio
3.2.1.b.2. Eventuele afwijkingen zijn
onderbouwd en geaccordeerd
door de organisatie en klant
3.2.1.c. Product
volgens doelen uit
dienstverleningsovereenkomst
3.2.1.c.1. Doelstellingen binnen
het product sluiten aan op
de einddoelen binnen de
dienstverleningsovereenkomst
3.2.1.c.2. Er is aantoonbare inspraak
van de klant bij de samenstelling
van het product
3.b.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat
de gegevens ten aanzien van de
tijdig en volledige inzet van het
product tijdig, volledig en juist
zijn geregistreerd, is dat dan ook
onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
3.c.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens rondom de inzet van het
product bij de klant conform het
productportfolio tijdig, volledig en
juist zijn geregistreerd, is dat dan
ook onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
3.d.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens ten aanzien van doelen
aansluiten op de doelen in de
overeenkomst en de gegevens
hieromtrent tijdig, volledig en
juist zijn geregistreerd, is dat dan
ook onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat de data
rondom de inzet van het product goed zijn geregistreerd, maar dit in de
steekproef niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de
genoemde subindicatoren voor alle dossiers naar 0 bijgesteld.
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat
de gegevens over de inzet van producten bij de klant conform het
productportfolio zijn, maar dit in de steekproef niet betrouwbaar of juist
blijkt, dan worden alle scores op de genoemde subindicatoren voor alle
dossiers naar 0 bijgesteld.
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
ten aanzien van doelen in het plan aansluiten op de doelen in de
overeenkomst, maar dit in de steekproef niet betrouwbaar of juist blijkt,
dan worden alle scores op de genoemde subindicatoren voor alle dossiers
naar 0 bijgesteld.
4. Stichting Beheer Improvement Model, Bijlage 7 Visie en beoordelingsrichtlijn, versie 2 - april 2016 4
3.e.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
doelen voor de komende periode
in het plan tijdig, volledig en juist
zijn geregistreerd, is dat dan ook
onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
e. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat de doelen
voor de komende periode in het plan conform de subindicatoren zijn
geregistreerd, maar dit in de steekproef niet betrouwbaar of juist blijkt,
dan worden alle scores op de genoemde subindicatoren voor alle dossiers
naar 0 bijgesteld.
3.2.2.b. Doelen voor de komende
periode
3.2.2.b.1. Doelen voor de komende
periode zijn in het plan opgenomen
3.2.2.b.2. Komen overeen met de
doelen voor deze fase uit het
productportfolio
3.2.2.b.3. Termijnen van de doelen
komen overeen met de termijnen
van de fasen in de desbetreffende
klanttypering
3.2.2.b.4. Doelen zijn gebaseerd
op wensen, mogelijkheden en
beperkingen van de klant
Hoofdstuk
Improvement Model
DeelvragenVraag Toelichting op de deelvragen, eventuele bijstelling
van scores en de onderbouwing daarvan
Bijbehorende indicatoren
f. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
g. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
3.2.2.c. Acties en
verantwoordelijken
3.2.2.c.1. Doelen bevatten acties,
waaruit blijkt op welke concrete
wijze de doelen gerealiseerd zullen
worden
3.2.2.c.2. Acties zijn toegedeeld aan
verantwoordelijken
3.2.2.c.3. Alle door (of namens)
klant benoemde relevante
belanghebbenden rondom de klant
hebben een rol in het plan
3.2.2.c.4. Medewerker betrekt
zoveel mogelijk inzet vanuit het
netwerk van de klant
3.2.2.c.5. Vastgelegd is de manier
van evaluatie, met welke frequentie
die plaatsvindt en hoe het plan
geactualiseerd wordt
3.2.3.a. Tijdigheid planning
3.2.3.a.1. Startdatum eerste
planning =< startdatum
dienstverleningsovereenkomst
3.2.3.a.2. Einddatum laatste
planning =< einddatum
dienstverleningsovereenkomst
3.f.1. Waar de organisatie in het self-
assessment aangeeft dat de acties
en verantwoordelijkheden tijdig,
volledig en juist zijn geregistreerd,
is dat dan ook onderbouwd
en aantoonbaar gemaakt met
bewijslast?
3.g.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over de tijdigheid van
de planning tijdig, volledig en juist
zijn geregistreerd, is dat dan ook
onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat de
acties en verantwoordelijkheden in het plan conform subindicatoren zijn
geregistreerd, maar dit in de steekproef niet betrouwbaar of juist blijkt,
dan worden alle scores op de genoemde subindicatoren voor alle dossiers
naar 0 bijgesteld.
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over de tijdigheid van de planning conform subindicatoren aanwezig zijn,
maar dit in de steekproef niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden
alle scores op de genoemde subindicatoren voor alle dossiers naar 0
bijgesteld.
5. Stichting Beheer Improvement Model, Bijlage 7 Visie en beoordelingsrichtlijn, versie 2 - april 2016 5
3.h.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over de volledigheid van
de planning op klantniveau tijdig,
volledig en juist zijn, is dat dan
ook onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
h. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over de volledigheid van de planning op klantniveau aanwezig zijn, maar dit
in de steekproef niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op
de genoemde subindicatoren voor alle dossiers naar 0 bijgesteld.
3.2.3.b. Volledigheid planning
klantniveau
3.2.3.b.1. Uitgangspunt van
de planning zijn de gewenste
zorgmomenten van de klant
3.2.3.b.2. De ingeplande uren komen
overeen met het product uit het
productportfolio
3.2.3.b.3. De ingeplande
deskundigheden komen overeen
met de deskundigheden in
het ingezette product uit het
productportfolio
3.2.3.b.4. Eventuele afwijkingen zijn
vooraf besproken en doorgegeven
en leiden tot aantoonbare evaluatie
van het productportfolio
Hoofdstuk
Improvement Model
DeelvragenVraag Toelichting op de deelvragen, eventuele bijstelling
van scores en de onderbouwing daarvan
Bijbehorende indicatoren
i. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
j. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
3.2.4.a. Gehanteerde
methodieken
3.2.4.a.1. Gehanteerde methodiek
in individueel plan is volgens
methodiek zoals weergegeven in
productportfolio
3.2.4.a.2. Protocollen en richtlijnen
zijn aanwezig voor ieder onderdeel
uit het plan waarvoor dat
noodzakelijk is
3.3.1.a. Afwijking levering ten
opzichte van de planning
3.3.1.a.1. Afwijking van de levering
ten opzichte van de planning in
uren is niet substantieel zonder
onderbouwing
3.3.1.a.2. Reden van afwijking
is geregistreerd om die in de
evaluatie te kunnen meenemen
3.3.1.a.3. Registraties van klachten
over planning en levering zijn
vastgelegd om die te kunnen
meenemen in de evaluatie
3.i.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over de gehanteerde
methodieken tijdig, volledig en
juist zijn geregistreerd, is dat dan
ook onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
3.j.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat
de gegevens over de eventuele
afwijking van de levering ten
opzichte van de planning tijdig,
volledig en juist zijn geregistreerd,
is dat dan ook onderbouwd
en aantoonbaar gemaakt met
bewijslast?
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over de gehanteerde methodieken aanwezig zijn, maar dit in de steekproef
niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de genoemde
subindicatoren voor alle dossiers naar 0 bijgesteld.
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over de eventuele afwijking van de levering ten opzichte van de planning
zijn vastgelegd, maar in de steekproef de vastgelegde gegevens niet
betrouwbaar of juist blijken, dan worden alle scores op de genoemde
subindicatoren voor alle dossiers naar 0 bijgesteld.
6. Stichting Beheer Improvement Model, Bijlage 7 Visie en beoordelingsrichtlijn, versie 2 - april 2016 6
4.a.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over de persoonlijke
AGB code tijdig, volledig en juist
zijn geregistreerd, is dat dan ook
onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
a. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
4. Medewerker Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over de persoonlijke AGB code aanwezig zijn, maar dit in de steekproef
niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de genoemde
subindicatoren voor alle dossiers naar 0 bijgesteld.
4.2.1.c.3. Indien van toepassing is
persoonlijke AGB-code aanwezig
Hoofdstuk
Improvement Model
DeelvragenVraag Toelichting op de deelvragen, eventuele bijstelling
van scores en de onderbouwing daarvan
Bijbehorende indicatoren
b. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
c. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
d. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
4.2.1.d. Lidmaatschap
beroepsvereniging
4.2.1.d.1. Inschrijving in lidmaatschap
beroepsvereniging is actueel en
aantoonbaar
4.2.2.a. Waarden van
medewerker
4.2.2.a.1. Waarden van de
medewerker zijn vastgelegd
4.2.2.a.2. Waarden van de
medewerker komen overeen
met de door de organisatie
gedefinieerde waarden
4.2.4.a. Planning beschikbaar
4.2.4.a.1. Medewerker heeft eigen
planning beschikbaar
4.2.4.a.2. Klantplanning van de
medewerker komt overeen met
opdracht van de klant
4.2.4.a.3. Planning komt overeen
met eigen contract en doelstelling
productiviteit
4.b.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over het lidmaatschap
van een beroepsvereniging tijdig,
volledig en juist zijn geregistreerd,
is dat dan ook onderbouwd
en aantoonbaar gemaakt met
bewijslast?
4.c.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over de waarden van
een medewerker tijdig, volledig en
juist zijn geregistreerd, is dat dan
ook onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
4.d.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over de planning van
de medewerker tijdig, volledig en
juist zijn geregistreerd, is dat dan
ook onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over het lidmaatschap van een beroepsvereniging aanwezig zijn, maar dit
in de steekproef niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op
de genoemde subindicatoren voor alle dossiers naar 0 bijgesteld.
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over de waarden van een medewerker zijn geregistreerd, maar dit in de
steekproef niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de
genoemde subindicatoren voor alle dossiers naar 0 bijgesteld.
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over de planning van de medewerker aanwezig zijn, maar dit in de
steekproef niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de
genoemde subindicatoren voor alle dossiers naar 0 bijgesteld.
7. Stichting Beheer Improvement Model, Bijlage 7 Visie en beoordelingsrichtlijn, versie 2 - april 2016 7
Hoofdstuk
Improvement Model
DeelvragenVraag Toelichting op de deelvragen, eventuele bijstelling
van scores en de onderbouwing daarvan
Bijbehorende indicatoren
f. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
g. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
h. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
4.3.1.a. Match klantwaarden en
medewerkerwaarden
4.3.1.a.1. Er is een aantoonbare
match tussen waarden klant en
medewerker aanwezig
4.3.2.c. Gehanteerde
methodieken
4.3.2.c.1. Gehanteerde methodiek,
zoals beschreven in het plan,
is volgens methodiek zoals
weergegeven in productportfolio
4.3.2.c.2. Protocollen en richtlijnen
zijn gehanteerd waar van
toepassing
4.3.2.e.2. Er is een aantoonbare
opvolging van afwijkingen
4.f.1. Waar de organisatie in
het self-assessment aangeeft
dat de gegevens over de
match tussen klantwaarden
en medewerkerwaarden tijdig,
volledig en juist zijn geregistreerd,
is dat dan ook onderbouwd
en aantoonbaar gemaakt met
bewijslast?
4.g.1. Waar de organisatie in
het self-assessment aangeeft
dat de gegevens over de door
de medewerker gehanteerde
methodieken tijdig, volledig en
juist zijn geregistreerd, is dat dan
ook onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
4.h.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over de opvolging van
afwijkingen door de medewerker
tijdig, volledig en juist zijn
geregistreerd, is dat dan ook
onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over de match tussen klantwaarden en medewerkerwaarden aanwezig zijn,
maar dit in de steekproef niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle
scores op de genoemde subindicatoren voor alle dossiers naar
0 bijgesteld.
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over de door de medewerker gehanteerde methodieken aanwezig zijn,
maar dit in de steekproef niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden
alle scores op de genoemde subindicatoren voor alle dossiers naar 0
bijgesteld.
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over de opvolging van afwijkingen door de medewerker aanwezig zijn,
maar dit in de steekproef niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden
alle scores op de genoemde subindicatoren voor alle dossiers naar 0
bijgesteld.
e. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
4.2.5.a. Gedragscode
ondertekend
4.2.5.a.1. Gedragscode vanuit de
organisatie is aantoonbaar bekend
4.2.5.a.2. Door de medewerker
ondertekende gedragscode
komt overeen met de door
de organisatie vastgestelde
gedragscode
4.e.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat
de gegevens over de getekende
gedragscode tijdig, volledig en
juist zijn geregistreerd, is dat dan
ook onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over de gedragscode aanwezig zijn, maar dit in de steekproef niet
betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de genoemde
subindicatoren voor alle dossiers naar 0 bijgesteld.
8. Stichting Beheer Improvement Model, Bijlage 7 Visie en beoordelingsrichtlijn, versie 2 - april 2016 8
Hoofdstuk
Improvement Model
DeelvragenVraag Toelichting op de deelvragen, eventuele bijstelling
van scores en de onderbouwing daarvan
Bijbehorende indicatoren
j. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
k. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
4.4.1.a. Tijdige uitvoering
evaluatiegesprek
4.4.1.a.1. Datum uitvoering evaluatie
<= de in het plan vastgelegde
evaluatiedatum
4.4.1.b. Frequentie en inhoud
uitvoering evaluatie
4.4.1.b.1. Evaluatie vindt minimaal
eenmaal per jaar plaats
4.4.1.b.2. Bij de evaluatie van het
klantproces zijn de uitkomsten van
het proces van de medewerker
besproken
4.4.1.b.3. Verdere input voor het
gesprek zijn de ontwikkeling
van het productportfolio
en de daarvoor benodigde
deskundigheden
4.j.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over de tijdige uitvoering
van een evaluatiegesprek met de
medewerker tijdig, volledig en
juist zijn geregistreerd, is dat dan
ook onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
4.k.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over de frequentie en
inhoud van de evaluatie tijdig,
volledig en juist zijn geregistreerd,
is dat dan ook onderbouwd
en aantoonbaar gemaakt met
bewijslast?
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over de tijdige uitvoering van een evaluatiegesprek met de medewerker
aanwezig zijn, maar dit in de steekproef niet betrouwbaar of juist blijkt, dan
worden alle scores op de genoemde subindicatoren voor alle dossiers naar
0 bijgesteld.
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over de frequentie en inhoud van de evaluatie aanwezig zijn, maar dit in de
steekproef niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de
genoemde subindicatoren voor alle dossiers naar 0 bijgesteld.
i. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
4.3.2.f. Registratie en signalering
4.3.2.f.1. Signalen zijn zorgvuldig en
adequaat opgepakt en afgehandeld,
volgens het daarvoor vastgelegde
beleid
4.3.2.f.2. Signalen, incidenten of
afwijkingen zijn tijdig geregistreerd
4.3.2.f.3. Bij afwijkingen is tijdig
gesignaleerd dat aanpassing in
de overeenkomst, het plan of de
planning noodzakelijk is
4.3.2.f.4. Bij afwijkingen is tijdig
in de keten van betrokken
hulpverleners gerapporteerd en
overlegd
4.3.2.f.5. Over afwijkingen is tijdig
in het netwerk van de klant
gerapporteerd, met toestemming
van de klant
4.3.2.f.6. De medewerker
rapporteert over al het voorgaande
aan het bestuur middels de
daarvoor aangewezen kanalen
4.i.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over de registratie en
signalering door de medewerker
tijdig, volledig en juist zijn
geregistreerd, is dat dan ook
onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over de registratie en signalering door de medewerker aanwezig zijn, maar
dit in de steekproef niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores
op de genoemde subindicatoren voor alle dossiers naar 0 bijgesteld.
9. Stichting Beheer Improvement Model, Bijlage 7 Visie en beoordelingsrichtlijn, versie 2 - april 2016 9
Hoofdstuk
Improvement Model
DeelvragenVraag Toelichting op de deelvragen, eventuele bijstelling
van scores en de onderbouwing daarvan
Bijbehorende indicatoren
l. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
m. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
4.4.2.a. Medewerkerwaarden en
gedrag
4.4.2.a.1. Waarden en gedrag van
de medewerker is door klanten als
positief beoordeeld
4.4.3.a. Plan voor
persoonlijke ontwikkeling en
deskundigheidsbevordering
4.4.3.a.1. Persoonlijk ontwikkelplan
is niet ouder dan één jaar
4.4.3.a.2. Inhoud van het plan sluit
aan op uitkomsten van laatste
evaluatie
4.4.3.a.3. Plan bevat
activiteiten rondom
deskundigheidsbevordering
4.l.1. Waar de organisatie in
het self-assessment aangeeft
dat de gegevens over de
medewerkerwaarden en gedrag
tijdig, volledig en juist zijn
geregistreerd, is dat dan ook
onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
4.m.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat
de gegevens over het plan voor
persoonlijke ontwikkeling van de
medewerker tijdig, volledig en
juist zijn geregistreerd, is dat dan
ook onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over de medewerkerwaarden en gedrag aanwezig zijn, maar dit in de
steekproef niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de
genoemde subindicatoren voor alle dossiers naar 0 bijgesteld.
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over het plan voor persoonlijke ontwikkeling aanwezig zijn, maar dit in de
steekproef niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de
genoemde subindicatoren voor alle dossiers naar 0 bijgesteld.
4.4.1.b.4. Uit de evaluatie blijkt dat
de medewerker bekwaam is ten
aanzien van het handelen in geval
van een calamiteit door kennis en
oefening in de praktijk
4.4.1.b.5. Uitkomsten van de
medewerkerwaardering zijn
betrokken bij de evaluatie
4.4.1.b.6. Inhoud en uitkomsten
van het gesprek zijn vastgelegd en
gearchiveerd
4.4.1.b.7. Inhoud en uitkomsten
van het gesprek zijn input voor
persoonlijke ontwikkeling van de
medewerker
10. Stichting Beheer Improvement Model, Bijlage 7 Visie en beoordelingsrichtlijn, versie 2 - april 2016 10
Hoofdstuk
Improvement Model
DeelvragenVraag Toelichting op de deelvragen, eventuele bijstelling
van scores en de onderbouwing daarvan
Bijbehorende indicatoren
o. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
4.4.4.a. Tijdigheid
waarderingsmeting
4.4.4.a.1. Minimaal één maal
per twee jaar is een anonieme
medewerkerswaarderingsmeting
uitgevoerd
4.4.4.a.2. Bij evaluatie van het plan
is een niet geanonimiseerde waard-
eringsmeting uitgevoerd
4.o.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat
de gegevens over de tijdigheid
van de waarderingsmeting tijdig,
volledig en juist zijn geregistreerd,
is dat dan ook onderbouwd
en aantoonbaar gemaakt met
bewijslast?
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over de tijdigheid van de waarderingsmeting aanwezig zijn, maar dit in de
steekproef niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de
genoemde subindicatoren voor alle dossiers naar 0 bijgesteld.
n. Is de verwerking van de dossiers
binnen het self-assessment
betrouwbaar of juist ?
4.n.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over de uitvoering van
het plan tijdig, volledig en juist
zijn geregistreerd, is dat dan ook
onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
4.4.3.b. Uitvoering plan
4.4.3.b.1. Er is aantoonbaar aan de
uitvoering van het plan gewerkt
4.4.3.b.2.
Deskundigheidsbevordering
is uitgevoerd door erkende
opleidingsinstituten
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over de uitvoering van het plan aanwezig zijn, maar dit in de steekproef
niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de genoemde
subindicatoren voor alle dossiers naar 0 bijgesteld.
11. Stichting Beheer Improvement Model, Bijlage 7 Visie en beoordelingsrichtlijn, versie 2 - april 2016 11
Hoofdstuk
Improvement Model
DeelvragenVraag Toelichting op de deelvragen, eventuele bijstelling
van scores en de onderbouwing daarvan
Bijbehorende indicatoren
b. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
c. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
5.1.1.b. Beleid voor de in te zetten
middelen
5.1.1.b.1. Per in te zetten middel is
beleid aanwezig voor:
- Bewustzijn omtrent het middel;
waarom is het er?
- Gebruiksvoorschriften
- Doelmatig gebruik
- Voorlichting medewerkers
- Voorlichting klanten
- Toezicht
- Evaluatie en ontwikkeling
5.2.2.b. Zorgvuldige selectie en
inkoop
5.2.2.b.1. Er is aantoonbaar een
vaste inkoop- en selectieprocedure
toegepast
5.2.2.b.2. Gedragscode bij aanschaf
(medische) hulpmiddelen is toege-
past (indien van toepassing)
5.b.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over het beleid voor
de in te zetten middelen tijdig,
volledig en juist zijn geregistreerd
(antwoord in self-assessment),
is dat dan ook onderbouwd
en aantoonbaar gemaakt met
bewijslast?
5.c.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over een zorgvuldige
selectie en inkoop tijdig, volledig en
juist zijn geregistreerd (antwoord
in self-assessment), is dat dan
ook onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
Voor een eventuele bijstelling van scores geldt dit:
Wanneer door de auditor wordt vastgesteld dat de gegevens niet volledig
betrouwbaar of juist zijn, dan stelt de auditor de score op het totale
onderdeel – op subindicatorniveau - bij naar 0. Wanneer de organisatie wel
aangeeft in het self-assessment dat gegevens over het beleid voor de in
te zetten middelen aanwezig zijn, maar dit niet betrouwbaar of juist blijkt,
dan worden alle scores op de genoemde subindicatoren naar 0 bijgesteld.
Voor een eventuele bijstelling van scores geldt dit:
Wanneer door de auditor wordt vastgesteld dat de gegevens niet volledig
betrouwbaar of juist zijn, dan stelt de auditor de score op het totale
onderdeel – op subindicatorniveau - bij naar 0. Wanneer de organisatie wel
aangeeft in het self-assessment dat gegevens over de zorgvuldige selectie
en inkoop aanwezig zijn, maar dit niet betrouwbaar of juist blijkt, dan
worden alle scores op de genoemde subindicatoren naar 0 bijgesteld.
a. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
5. Middelen 5.a.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over de inventarisatie
van de benodigde middelen tijdig,
volledig en juist zijn geregistreerd,
is dat dan ook onderbouwd
en aantoonbaar gemaakt met
bewijslast?
5.1.1.a. Inventarisatie benodigde
middelen
5.1.1.a.1. Inventarisatie van
benodigde middelen is uitgevoerd
5.1.1.a.2. Geïnventariseerde
middelen zijn gekoppeld aan de
klanttyperingen
5.1.1.a.3. Eisen zijn gesteld aan de
benodigde middelen
5.1.1.a.4. Minimaal zijn in de
inventarisatie opgenomen:
brandveiligheid, medicatie,
medische hulpmiddelen (voor
zover van toepassing)
5.1.1.a.5. Bij medicatie: er is een
type medicatiebewakingssysteem
vastgesteld
5.1.1.a.6. Er is per middel een
overzicht van (mogelijke)
leveranciers aanwezig
Wanneer de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens
over de inventarisatie van de benodigde middelen aanwezig zijn, maar dit
niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de genoemde
subindicatoren naar 0 bijgesteld.
12. Stichting Beheer Improvement Model, Bijlage 7 Visie en beoordelingsrichtlijn, versie 2 - april 2016 12
Hoofdstuk
Improvement Model
DeelvragenVraag Toelichting op de deelvragen, eventuele bijstelling
van scores en de onderbouwing daarvan
Bijbehorende indicatoren
e. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
f. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
5.4.1.b. Uitkomsten evaluatie
5.4.1.b.1. Evaluatie laat zien dat
het middel passend is voor de
klantvraag
5.4.1.b.2. Evaluatie laat zien wat
er kan worden verbeterd aan de
middelen
5.4.2.a. Actie naar aanleiding van
evaluatie
5.4.2.a.1. Geïnventariseerde verbe-
terpunten hebben aantoonbaar
tot actie geleid om de middelen te
verbeteren
5.4.2.a.2. Er is onderzoek uitgevoerd
naar het verbeteren van middelen
om doelmatigheid te vergroten
5.e.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over een beschrijving
van de administratieve organisatie
tijdig, volledig en juist zijn
geregistreerd (antwoord in
self-assessment), is dat dan ook
onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
5.f.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over eventuele actie naar
aanleiding van de evaluatie tijdig,
volledig en juist zijn geregistreerd
(antwoord in self-assessment),
is dat dan ook onderbouwd
en aantoonbaar gemaakt met
bewijslast?
Voor een eventuele bijstelling van scores geldt dit:
Wanneer door de auditor wordt vastgesteld dat de gegevens niet volledig
betrouwbaar of juist zijn, dan stelt de auditor de score op het totale
onderdeel – op subindicatorniveau - bij naar 0. Wanneer de organisatie
wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens over de beschrijving van
de administratieve organisatie aanwezig zijn, maar dit niet betrouwbaar of
juist blijkt, dan worden alle scores op de genoemde subindicatoren naar
0 bijgesteld.
Voor een eventuele bijstelling van scores geldt dit:
Wanneer door de auditor wordt vastgesteld dat de gegevens niet volledig
betrouwbaar of juist zijn, dan stelt de auditor de score op het totale
onderdeel – op subindicatorniveau - bij naar 0. Wanneer de organisatie
wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens over eventuele actie naar
aanleiding van de evaluatie aanwezig zijn, maar dit niet betrouwbaar of
juist blijkt, dan worden alle scores op de genoemde subindicatoren naar
0 bijgesteld.
d. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
5.d.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over de tijdigheid van de
evaluatie over een doelmatigheid
inzet middelen tijdig, volledig en
juist zijn geregistreerd (antwoord
in self-assessment), is dat dan
ook onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
5.4.1.a. Tijdigheid evaluatie
doelmatigheid inzet middelen
5.4.1.a.1. Er is minimaal een jaarlijkse
evaluatie van de middelen door de
organisatie
5.4.1.a.2. Evaluatie van de middelen
door de klanten zijn gekoppeld aan
de evaluaties van de plannen
Voor een eventuele bijstelling van scores geldt dit:
Wanneer door de auditor wordt vastgesteld dat de gegevens niet volledig
betrouwbaar of juist zijn, dan stelt de auditor de score op het totale
onderdeel – op subindicatorniveau - bij naar 0. Wanneer de organisatie
wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens over de tijdigheid van de
evaluatie over een doelmatigheid inzet middelen aanwezig zijn, maar dit
niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de genoemde
subindicatoren naar 0 bijgesteld.
13. Stichting Beheer Improvement Model, Bijlage 7 Visie en beoordelingsrichtlijn, versie 2 - april 2016 13
Hoofdstuk
Improvement Model
DeelvragenVraag Toelichting op de deelvragen, eventuele bijstelling
van scores en de onderbouwing daarvan
Bijbehorende indicatoren
g. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
6.2.1.b. Kengetallen
6.2.1.b.1. Waarden van de vastgestel-
de kengetallen zijn in lijn met de
uitgangswaarden in de begroting
6.2.1.b.2. Eventuele afwijkingen zijn
verklaard
6.a.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over kengetallen tijdig,
volledig en juist zijn geregistreerd
(antwoord in self-assessment),
is dat dan ook onderbouwd
en aantoonbaar gemaakt met
bewijslast?
Voor een eventuele bijstelling van scores geldt dit:
Wanneer door de auditor wordt vastgesteld dat de gegevens niet volledig
betrouwbaar of juist zijn, dan stelt de auditor de score op het totale
onderdeel – op subindicatorniveau - bij naar 0. Wanneer de organisatie wel
aangeeft in het self-assessment dat gegevens over de kengetallen aanwezig
zijn, maar dit niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de
genoemde subindicatoren naar 0 bijgesteld.
6. Financien
h. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
6.b.1. Waar de organisatie in
het self-assessment aangeeft
dat de gegevens over adequaat
inkoopbeleid tijdig, volledig en
juist zijn geregistreerd (antwoord
in self-assessment), is dat dan
ook onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
6.3.2.a. Adequaat inkoopbeleid
6.3.2.a.1. Er is een bestelprocedure
met waarborgen voor een
zorgvuldig inkoopproces,
waarbinnen zorgvuldige selectie
en betaling na levering zijn
opgenomen
6.3.2.a.2. De bestelprocedure is
aantoonbaar gehanteerd
6.3.2.a.3. Indien van toepassing zijn
aanbestedingsregels gehanteerd
Voor een eventuele bijstelling van scores geldt dit:
Wanneer door de auditor wordt vastgesteld dat de gegevens niet volledig
betrouwbaar of juist zijn, dan stelt de auditor de score op het totale
onderdeel – op subindicatorniveau - bij naar 0. Wanneer de organisatie wel
aangeeft in het self-assessment dat gegevens over adequaat inkoopbeleid
betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de genoemde
subindicatoren naar 0 bijgesteld.
14. Stichting Beheer Improvement Model, Bijlage 7 Visie en beoordelingsrichtlijn, versie 2 - april 2016 14
Hoofdstuk
Improvement Model
DeelvragenVraag Toelichting op de deelvragen, eventuele bijstelling
van scores en de onderbouwing daarvan
Bijbehorende indicatoren
a. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
7.1.1.a. Inventarisatie klant-
waarden
7.1.1.a.1. Inventarisatie naar de
klantwaarden en klanteisen is
uitgevoerd
7.a.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over de inventarisatie van
de klantwaarden tijdig, volledig en
juist zijn geregistreerd (antwoord
in self-assessment), is dat dan
ook onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
Voor een eventuele bijstelling van scores geldt dit:
Wanneer door de auditor wordt vastgesteld dat de gegevens niet
volledig betrouwbaar of juist zijn, dan stelt de auditor de score op de
desbetreffende subindicator bij naar 0. Wanneer de organisatie wel
aangeeft in het self-assessment dat de inventarisatie van de klantwaarden
op organisatieniveau aanwezig is, maar niet betrouwbaar of juist blijkt, dan
worden de score op de desbetreffende subindicator naar 0 bijgesteld.
7. Organisatie
b. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
c. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
d. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
7.b.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
visie in de genoemde thema’s
concreet gemaakt is tijdig,
volledig en juist zijn geregistreerd
(antwoord in self-assessment),
is dat dan ook onderbouwd
en aantoonbaar gemaakt met
bewijslast?
7.c.1. Waar de organisatie in
het self-assessment aangeeft
dat de gegevens over SMART
beleidsdoelen tijdig, volledig en
juist zijn geregistreerd (antwoord
in self-assessment), is dat dan
ook onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
7.d.1. Waar de organisatie in
het self-assessment aangeeft
dat de gegevens over kritische
succesfactoren en prestatie-
indicatoren tijdig, volledig en juist
zijn geregistreerd (antwoord in
self-assessment), is dat dan ook
onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
7.1.2.a.2. Visie is concreet gemaakt
in de volgende thema’s:
- meerwaarde voor de klant
- voortbrengingsproces van de
organisatie
- werkers in het
voortbrengingsproces
- organisatievorm
- externe omgeving waarbinnen
de activiteiten worden
uitgevoerd
7.1.3.b.2. Beleidsdoelen zijn SMART
geformuleerd
7.1.3.d. Kritische succesfactoren
en prestatie-indicatoren
7.1.3.d.1. Kritische succesfactoren
en prestatie-indicatoren zijn
benoemd
7.1.3.d.2. Ze zijn in
overeenstemming met de
uitgangspunten die hiervoor zijn
gekozen
Voor een eventuele bijstelling van scores geldt dit:
Wanneer door de auditor wordt vastgesteld dat de gegevens niet volledig
betrouwbaar of juist zijn, dan stelt de auditor de score op het totale
onderdeel – op subindicatorniveau - bij naar 0. Wanneer de organisatie wel
aangeeft in het self-assessment dat gegevens over de visie in de genoemde
thema’s concreet gemaakt is, maar dit niet betrouwbaar of juist blijkt, dan
worden alle scores op de genoemde subindicatoren naar 0 bijgesteld.
Voor een eventuele bijstelling van scores geldt dit:
Wanneer door de auditor wordt vastgesteld dat de gegevens niet volledig
betrouwbaar of juist zijn, dan stelt de auditor de score op het totale
onderdeel – op subindicatorniveau - bij naar 0. Wanneer de organisatie wel
aangeeft in het self-assessment dat gegevens over SMART beleidsdoelen
aanwezig zijn, maar dit niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle
scores op de genoemde subindicatoren naar 0 bijgesteld.
Voor een eventuele bijstelling van scores geldt dit:
Wanneer door de auditor wordt vastgesteld dat de gegevens niet volledig
betrouwbaar of juist zijn, dan stelt de auditor de score op het totale
onderdeel – op subindicatorniveau - bij naar 0. Wanneer de organisatie wel
aangeeft in het self-assessment dat gegevens over kritische succesfactoren
en prestatie-indicatoren conform subindicatoren zijn, maar dit niet
betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de genoemde
subindicatoren naar 0 bijgesteld.
15. Stichting Beheer Improvement Model, Bijlage 7 Visie en beoordelingsrichtlijn, versie 2 - april 2016 15
Hoofdstuk
Improvement Model
DeelvragenVraag Toelichting op de deelvragen, eventuele bijstelling
van scores en de onderbouwing daarvan
Bijbehorende indicatoren
e. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
7.1.4.a. Aansluitende organisa-
tiewaarden
7.1.4.a.1. Er zijn organisatiewaarden
gedefinieerd
7.1.4.a.2. Organisatiewaarden sluiten
aan op missie en visie
7.1.4.a.3. Organisatiewaarden sluiten
aan op de klantwaarden zoals
deze gedefinieerd zijn en bij de
individuele klant in kaart worden
gebracht
7.1.4.a.4. Organisatiewaarden
sluiten aan op de waarden van
de medewerker, zoals deze
gedefinieerd zijn en bij de
individuele medewerker in kaart
worden gebracht
7.e.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat
de gegevens over aansluitende
organisatiewaarden tijdig,
volledig en juist zijn geregistreerd
(antwoord in self-assessment),
is dat dan ook onderbouwd
en aantoonbaar gemaakt met
bewijslast?
Voor een eventuele bijstelling van scores geldt dit:
Wanneer door de auditor wordt vastgesteld dat de gegevens niet
volledig betrouwbaar of juist zijn, dan stelt de auditor de score op
het totale onderdeel – op subindicatorniveau - bij naar 0. Wanneer
de organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens over
aansluitende organisatiewaarden conform subindicatoren zijn, maar dit
niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de genoemde
subindicatoren naar 0 bijgesteld.
f. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
g. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
7.f.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over de specifieke inhoud
van de organisatiewaarden tijdig,
volledig en juist zijn geregistreerd
(antwoord in self-assessment),
is dat dan ook onderbouwd
en aantoonbaar gemaakt met
bewijslast?
7.g.1. Waar de organisatie in
het self-assessment aangeeft
dat de gegevens over de
besturingsfilosofie tijdig, volledig en
juist zijn geregistreerd (antwoord
in self-assessment), is dat dan
ook onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
7.1.4.b. Specifieke inhoud
7.1.4.b.1. In de organisatiewaarden
komen de thema’s vanuit de missie
terug
7.1.5.a. Besturingsfilosofie
7.1.5.a.1. Er is een besturingsfilosofie
die aansluit bij de strategie en
organisatiewaarden.
Voor een eventuele bijstelling van scores geldt dit:
Wanneer door de auditor wordt vastgesteld dat de gegevens niet volledig
betrouwbaar of juist zijn, dan stelt de auditor de score op het totale
onderdeel – op subindicatorniveau - bij naar 0. Wanneer de organisatie
wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens over de specifieke
inhoud van de organisatiewaarden conform subindicatoren zijn, maar dit
niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de genoemde
subindicatoren naar 0 bijgesteld.
Voor een eventuele bijstelling van scores geldt dit:
Wanneer door de auditor wordt vastgesteld dat de gegevens niet volledig
betrouwbaar of juist zijn, dan stelt de auditor de score op het totale
onderdeel – op subindicatorniveau - bij naar 0. Wanneer de organisatie wel
aangeeft in het self-assessment dat gegevens over de besturingsfilosofie
conform subindicatoren zijn, maar dit niet betrouwbaar of juist blijkt, dan
worden alle scores op de genoemde subindicatoren naar 0 bijgesteld.
16. Stichting Beheer Improvement Model, Bijlage 7 Visie en beoordelingsrichtlijn, versie 2 - april 2016 16
Hoofdstuk
Improvement Model
DeelvragenVraag Toelichting op de deelvragen, eventuele bijstelling
van scores en de onderbouwing daarvan
Bijbehorende indicatoren
h. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
7.1.6.a. Organisatiestructuur
7.1.6.a.1. Er is een actuele
organisatiestructuur die aansluit bij
de huidige besturingsfilosofie
7.1.7.c.2. Klachtenregeling is onder
de aandacht van klanten gebracht
7.1.7.c.3. Klachtenregeling is effectief
in de organisatie ingevoerd
7.2.3.a. Facilitering door
medewerkers
7.2.3.a.1. De medewerker
krijgt ondersteuning om de
productiviteitsnorm te kunnen
realiseren
7.2.3.a.2. Dit gebeurt, wanneer van
toepassing, door ondersteunende
medewerkers. Voor hen gelden de
volgende eisen:
- Persoonsgegevens zijn volledig
- Tijdigheid registratie
persoonsgegevens
7.h.1. Waar de organisatie in
het self-assessment aangeeft
dat de gegevens over de
organisatiestructuur tijdig,
volledig en juist zijn geregistreerd
(antwoord in self-assessment),
is dat dan ook onderbouwd
en aantoonbaar gemaakt met
bewijslast?
Voor een eventuele bijstelling van scores geldt dit:
Wanneer door de auditor wordt vastgesteld dat de gegevens niet volledig
betrouwbaar of juist zijn, dan stelt de auditor de score op het totale
onderdeel – op subindicatorniveau - bij naar 0. Wanneer de organisatie wel
aangeeft in het self-assessment dat gegevens over de organisatiestructuur
conform subindicatoren zijn, maar dit niet betrouwbaar of juist blijkt, dan
worden alle scores op de genoemde subindicatoren naar 0 bijgesteld.
i. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
j. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
k. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
7.h.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over de klachtenregeling
die onder de aandacht van klanten
gebracht is tijdig, volledig en juist
zijn geregistreerd (antwoord in
self-assessment), is dat dan ook
onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
7.h.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over de klachtenregeling
die effectief ingevoerd is tijdig,
volledig en juist zijn geregistreerd
(antwoord in self-assessment),
is dat dan ook onderbouwd
en aantoonbaar gemaakt met
bewijslast?
7.h.1. Waar de organisatie in het
self-assessment aangeeft dat de
gegevens over de medewerkers
die het primaire proces faciliteren
tijdig, volledig en juist zijn
geregistreerd (antwoord in
self-assessment), is dat dan ook
onderbouwd en aantoonbaar
gemaakt met bewijslast?
Voor een eventuele bijstelling van scores geldt dit:
Wanneer door de auditor wordt vastgesteld dat de gegevens niet volledig
betrouwbaar of juist zijn, dan stelt de auditor de score op het totale
onderdeel – op subindicatorniveau - bij naar 0. Wanneer de organisatie
wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens over de klachtenregeling
die onder de aandacht van klanten gebracht is conform subindicator zijn,
maar dit niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de
genoemde subindicatoren naar 0 bijgesteld.
Voor een eventuele bijstelling van scores geldt dit:
Wanneer door de auditor wordt vastgesteld dat de gegevens niet volledig
betrouwbaar of juist zijn, dan stelt de auditor de score op het totale
onderdeel – op subindicatorniveau - bij naar 0. Wanneer de organisatie
wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens over de over de
klachtenregeling die effectief ingevoerd is conform subindicator zijn,
maar dit niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de
genoemde subindicatoren naar 0 bijgesteld.
Voor een eventuele bijstelling van scores geldt dit:
Wanneer door de auditor wordt vastgesteld dat de gegevens niet volledig
betrouwbaar of juist zijn, dan stelt de auditor de score op het totale
onderdeel – op subindicatorniveau - bij naar 0. Wanneer de organisatie
wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens over de medewerkers
die het primaire proces faciliteren conform subindicatoren zijn, maar dit
niet betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de genoemde
subindicatoren naar 0 bijgesteld. Indien het nadrukkelijk één of enkele
subindicatoren zijn die niet betrouwbaar zijn, dan worden alleen die
desbetreffende subindicatoren naar 0 bijgesteld.
17. Stichting Beheer Improvement Model, Bijlage 7 Visie en beoordelingsrichtlijn, versie 2 - april 2016 17
- Tijdigheid overeenkomst
- Juiste overeenkomst en
voorwaarden zijn aanwezig
- Registraties van opleidingen en
ervaring zijn aanwezig
- Relevante opleiding
aantoonbaar aanwezig
- Taakomschrijving is aanwezig
- Planning is beschikbaar met als
uitgangspunt de ondersteuning
van de medewerker
- Planning is volgens de
arbeidsomstandighedenwet
- Gedragscode is ondertekend
- Registratie en signalering
- Gewenste bejegening wordt
toegepast
- Evaluatiegesprek wordt tijdig
uitgevoerd
- Frequentie en inhoud uitvoering
evaluatie minimaal jaarlijks
- Plan voor persoonlijke
ontwikkeling en
deskundigheidsbevordering is
aanwezig
- Plan voor persoonlijke
ontwikkeling wordt uitgevoerd
- Tijdigheid waarderingsmeting,
minimaal éénmaal per twee jaar
- Uitkomsten van
waarderingsmeting worden
betrokken in verbeteracties
- Communicatie vindt plaats
volgens beleid
7.2.3.a.3. Ondersteunende
medewerkers zorgen waar nodig
voor onderhoud van de middelen
die in gebruik zijn
Hoofdstuk
Improvement Model
DeelvragenVraag Toelichting op de deelvragen, eventuele bijstelling
van scores en de onderbouwing daarvan
Bijbehorende indicatoren
18. Stichting Beheer Improvement Model, Bijlage 7 Visie en beoordelingsrichtlijn, versie 2 - april 2016 18
7.2.3.b.
Deskundigheidsbevordering
7.2.3.b.1. Er is een opleidingsplan
dat is afgeleid van de analyse van
de benodigde deskundigheden (op
basis van huidige en verwachte
klantvraag) en de aanwezige
deskundigheden
7.2.3.b.2. Opleidingsplan wordt
aantoonbaar uitgevoerd
l. Is de verwerking binnen het self-
assessment betrouwbaar of juist ?
7.h.1. Waar de organisatie in
het self-assessment aangeeft
dat de gegevens over
deskundigheidsbevordering tijdig,
volledig en juist zijn geregistreerd
(antwoord in self-assessment),
is dat dan ook onderbouwd
en aantoonbaar gemaakt met
bewijslast?
Voor een eventuele bijstelling van scores geldt dit:
Wanneer door de auditor wordt vastgesteld dat de gegevens niet
volledig betrouwbaar of juist zijn, dan stelt de auditor de score op
het totale onderdeel – op subindicatorniveau - bij naar 0. Wanneer de
organisatie wel aangeeft in het self-assessment dat gegevens over de
deskundigheidsbevordering conform subindicatoren zijn, maar dit niet
betrouwbaar of juist blijkt, dan worden alle scores op de genoemde
subindicatoren naar 0 bijgesteld.
Hoofdstuk
Improvement Model
DeelvragenVraag Toelichting op de deelvragen, eventuele bijstelling
van scores en de onderbouwing daarvan
Bijbehorende indicatoren