Het jongste Cijferboek Lokaal Jeugdbeleid bundelt traditiegetrouw heel wat kwantitatieve gegevens over het lokale jeugdbeleid: over de schepen van jeugd, de ‘jeugddienst’ zelf, de lokale jeugdwerkinitiatieven en meer. Britt Dehertogh, Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, blikt ook terug op twintig jaar decreet lokaal jeugdbeleid met tendensen uit acht cijferboeken tussen 1993 en nu.
2. Het decreet houdende de subsidiëring van
gemeentebesturen en de Vlaamse
Gemeenschapscommissie inzake het voeren van een
jeugdwerkbeleid van 9 juni 1993.
1993 was het jaar van …
3. • Deel 1 De oorsprong van de gegevens en de onderzoeksaanpak
• Deel 2 Cijfers, cijfers en nog eens cijfers
• Deel 3 Een terugblik op 20 jaar lokaal jeugdbeleid
• Deel 4 Hoe werk je een evidence based voorstel uit?
Overzicht
4. Deel 1: de bronnen
“de fond”
8 cijferboeken
“Situering”
Desk research van
Kronieken; Handboek lokaal
jeugdbeleid; Beleidsnota’s /
decretale kader;
Wetenschappelijke en vak-
literatuur over jeugdbeleid;
documenten van VVJ
“de kers”
Interviews met:
jeugddienstmedewerkers
jeugd(beleids)experts
Evolutie in 20 jaar lokaal jeugdbeleid
5. Wat zeggen experts?
Ervaringen en visie van een selectie van
10 jeugd(beleids)experten:
Johan Van Gaens, Guy Redig, Kaï Van Nieuwenhove,
Els Van Effelterre, Ben Verstreyden, Jan Deduytsche,
Tom Willox, Andy Demeulenaere, An Van Damme, Bie
VanCraeynest
We kijken door de bril van…
Wat zeggen individuele
medewerkers?
Ervaringen en visie van selectie
van 12 jeugddienstmedewerkers
Ervaren oude rotten in het vak & enkele prille
geesten
Wat zeggen gemeenten?
Enquête bij gemeenten
Via de eerste 5 edities in de boeken
Via de elektronische edities van 2007 en 2010
(vernieuwde vragenlijst)
Via de laatste nieuwe bevraging voor het 8ste
cijferboek
Wat zeggen
wetenschap, beleid,
koepels &
adviserende
instanties?
Zo veel mogelijk documenten van
20 jaar doorgenomen, geen
steekproef
6. • Lange traditie van hoge respons
• Vlaams gewest: 91% vulde in
• Brussels Hoofdstedelijk gewest: 68% vulde in (is sterke stijging!)
• Totaal: 294 gemeenten vulden in, 283 vulden (bijna) volledig in =
89,9% vulde in
Respons cijferboek 2014
4,7%
9,2%
4,3%
15,4%
11,4%
31,6%
Overzicht non-respons per provincie & Brussels Hoofdstedelijk Gewest
7. Het lokaal jeugdbeleid becijferd
Interactief
bestuur
Jeugdwerk-
beleid
Jeugdruimte
Informatie en
communicatie
Samenwerking
met andere
domeinen
Bestuurlijke
organisatie
8. Het lokaal jeugdbeleid becijferd
Interactief
bestuur
Jeugdwerk-
beleid
Jeugdruimte
Informatie en
communicatie
Samenwerking
met andere
domeinen
Bestuurlijke
organisatie
9. Interactief bestuur
De jeugdraad = de kern van het interactief bestuur
Iedereen* heeft een jeugdraad maar …
Jeugdraad
+
Geen andere
initiatieven 60%
Wel andere
initiatieven 40%
Kinder-
gemeenteraad
53%
Ad hoc
initiatieven 60%
*in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dit nooit
verbonden geweest aan subsidies en zijn er weinig
(VGC heeft er wel een!)
T.O.V. 2007
West-Vlaanderen stijgt
(34% naar 50%)
Limburg was koploper
en daalt sterk (60%
naar 46%)
en Vlaams-Brabant
daalt ook (45 naar
34%)
10. Interactief bestuur
De jeugdraad is kleiner, gelijker in
geslachtsverhouding én iets actiever
92,6% organiseert zelf activiteiten, het dagelijks bestuur komt
gemiddeld 9 keer samen (beide lichte stijging)
0 5 10 15 20 25 30
2004
2007
2010
2014
mannen
vrouwen
Grafiek: gemiddeld aantal stemgerechtigde leden jeugdraad Vlaams Gewest 2004-2014 naar geslacht
12. Jeugdwerkbeleid
Particuliere en gemeentelijke initiatieven verschuiven
* Daling van aandeel particuliere jongeren- en jeugdbewegingen én jeugdhuizen in
stedelijke kernen (ook Brussels Hoofdstedelijk gewest) = TREND
* Kleuters worden een nieuwe doelgroep
* Gemeenten organiseren zelf zeer vaak speelpleinwerking
en buitenspeeldagen (is vooral ook ‘haalbaar’ in kleine gemeenten)
* SWAP en Grabbelpas raken ‘out’
En de centen en ondersteuning …
* Meerdere subsidievormen dalen sinds 2007 (o.m. subsidies om toegankelijkheid te
verhogen en projectmatige subsidies), forfaitaire werkingssubsidies dalen het
sterkst (56% naar 31%)
* Materiële ondersteuning neemt af sinds 1998 (minder kampmateriaal, vervoer,
audiovisueel, drukwerk, didactisch materiaal); wel meer ‘feest- en
evenementenondersteuning’
13. Informatie en communicatie
Gemeenten informeren digitaal én niet-digitaal
Kleinere gemeenten maken inhaalbeweging
* 84% van de gemeenten heeft een website voor jeugd
* De websites voor jeugd als onderdeel van de gemeentelijke website
stijgt sinds 2010 (einde beleidsprioriteit): van 60% naar 90%
* Facebook kent een sterke stijging sinds 2010
(54% naar 77%)
En niet digitaal: 77% heeft een gedrukt tijdschrift/nieuwsbrief, steeg bij
kleinere gemeentes, grote dalen
14. Samenwerking met andere domeinen
Samenwerkingen nemen toe
Jeugddiensten werken nu samen met …
83
76
62
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
cultuurbeleid sportbeleid sociaal beleid en welzijn
En geven in grote
mate aan meer te
zullen
samenwerken
vanaf de BBC
Grafiek: % jeugddiensten dat samenwerkt met andere beleidsdomeinen in 2014
17. 1. Lokale autonomie
2. Dubbele focus op jeugdwerk en jeugdbeleid
3. Rol van de jeugddienst(medewerker)
4. Inspraak van kinderen en jongeren
5. Jeugdruimte
6. Jeugdbeleid t.a.v. maatschappelijk kwetsbare
kinderen en jongeren
7. Jeugdinformatie
Thematisch
19. Meer lokale autonomie om beter in te spelen
op noden en behoeften van kinderen en
jongeren.
20. Jeugdwerkbeleidsplan
‘Er is ook wel stap voor stap een beetje een kentering gekomen. In het
begin werd het [jeugdwerkbeleidsplan] enkel als een last gezien, maar
we hebben de voordelen kunnen zien. Je werkt planmatiger,
doelgerichter, wat toch wel voor de jeugddiensten zelf ook een stuk
houvast heeft kunnen brengen in de manier van werken. Ook ter
verantwoording naar andere diensten en de hogere regionen in de
stad.’
(jeugdambtenaar 1, meer dan 20 jaar ervaring, centrumstad)
24. Lokaal jeugdbeleid ondersteunt een veel
diverser jeugdwerk.
‘25 à 30 jaar geleden waren het aantal traditionele jeugdverenigingen
met 30 in onze stad. Ik denk dat we nu nog ternauwernood aan 20
komen, maar het aantal jeugdwerkinitiatieven blijft wel constant.
Alleen zie je daar vernieuwing in. Jeugdwerkvormen die vroeger geen
erkenning zouden krijgen, ik denk aan skaters, aan mannen die met
kunst of cultuur bezig zijn, war gamers, … Daar zit veel meer diversiteit
op en op zich is dat leuk. We hebben dat ook altijd proberen te
herkennen en te subsidiëren binnen jeugdwerk.’
(jeugdambtenaar 4, meer dan 20 jaar ervaring, centrumstad)
25. Rol van de jeugddienstmedewerker
‘Die evolutie van jeugdwerkbeleid naar jeugdbeleid, waarbij we
proberen een belangenbehartiging, een vertegenwoordiging van
jongeren in alle andere beleidssectoren vanuit de vrijetijdssector te
zijn, maar ook vanuit welzijn, ruimtelijke ordening, dat maakt dat mijn
job helemaal gewijzigd is en dat ik meer en meer daarop inzet.’
(jeugdambtenaar 3, meer dan 20 jaar ervaring, stad)
27. …naar een waaier aan formele en informele
inspraak van een diverse groep.
‘Vroeger ging de inspraak via een enquête. Nu gaat het meer om
informatie die we informeel binnenkrijgen vanop ‘straat’. Via de
contacten met de jongeren vang je zaken op en kan je op termijn
informatie verzamelen. Dat is wat nu inspraak betekent. Dat is een
continue proces nu.’
(jeugdambtenaar 10, tussen 10 en 20 jaar ervaring, gemeente)
‘Die evolutie binnen participatie vind ik heel fijn om te zien. Vroeger
was het de luidst sprekende, de hoogopgeleide en diegene die al veel
wist over het jeugdwerkbeleid, die het voor het zeggen had. Nu merk
je wel dat je door verschillende initiatieven ook heel veel andere
jongeren een stem kunt laten geven. Dat vind ik heel belangrijk.’
(jeugdambtenaar 11, minder dan 10 jaar ervaring)
29. De stad als een spinnenweb!
‘(…) wat zijn de plekken binnen de publieke ruimte die belangrijk zijn
voor kinderen en jongeren? Het gaat niet alleen over die formele
speel- en ontmoetingsplekken. Het gaat ook bijvoorbeeld over een bib
en de directe omgeving van die bib. Het gaat ook over scholen en de
directe omgeving daarvan. Het gaat over een plekje waar enkel een
bankje staat en de verbinding tussen al die plekken waarbij letterlijk
bruggen gebouwd werden die de mogelijkheid bieden om op een
leuke, aangename en veilige manier van de ene naar de andere plek te
gaan.’
(jeugdambtenaar 1, meer dan 20 jaar ervaring, centrumstad)
Speel- en verbindingsweefsel
30. Veiligheidsdenken
‘Ik vind zelf het veiligheidsdenken nog wel een moeilijke vanuit de
jeugddienst. Heel het GAS-verhaal kan ik daar ook nog ergens aan
koppelen. Die slinger slaat naar mijn gevoel wat ver door op dit
moment. Je merkt dat ook in je lokaal bestuur, je kan voor niets nog
centen krijgen maar als je een argument kan vinden dat het voor de
veiligheid plots nuttig zou zijn, dan is uw eitje gebakken, dan heb je de
volgende dag geld, of toch volk om het uit te voeren. Dan gaat het
vanzelf. Ik vind dat een ongezonde situatie. Maar die slinger zal ook
wel eens terugkomen zeker?’
(jeugdambtenaar 5, tussen 10 en 20 jaar ervaring, gemeente)
34. Jongereninformatiepunten (JIP’s)
‘Er is wel een evolutie hoe we er hier lokaal mee omgingen.
Vroeger hadden we het idee dat we samen met het ganse
jeugdcentrum jongeren naar het JIP moesten halen, fysiek.
Maar dat hebben we losgelaten. Omdat we merkten dat
jongeren meer en meer op andere manieren aan informatie
komen. Vooral via internet.’
(jeugdambtenaar 3, meer dan 20 jaar ervaring, stad)
36. Wat is volgens jou de belangrijkste
verwezenlijking van het jeugdbeleid de
afgelopen 20 jaar?
37. Wat is volgens jou de belangrijkste
uitdaging dat het jeugdbeleid te wachten
staat in de toekomst?
38. 1. Lokale autonomie
2. Dubbele focus op jeugdwerk en jeugdbeleid
3. Rol van de jeugddienst(medewerker)
4. Inspraak van kinderen en jongeren
5. Jeugdruimte
6. Jeugdbeleid t.a.v. maatschappelijk kwetsbare
kinderen en jongeren
7. Jeugdinformatie
Thematisch
40. Waar begin ik? Waar vind ik tijd?
Hoe doe ik dat?
Hoe moet ik dat interpreteren? Heb
ik wel de nodige expertise?
Evidence based
jeugdbeleid
41. Een op kennis gebaseerd beleid
• Finaliteit: zo goed mogelijk beleid
voeren
• Kennis: geheel van data, onderzoek,
praktijken en ervaring
• Leerproces
42. Met heel wat mogelijke voordelen
o Tijd en geld: efficiëntie
o Kwaliteitsverhoging
o Lange termijnperspectief
o Helpt prioriteiten stellen
o Leerdimensie
o Agenda setting
o Innovatie
43. Maar ook heel wat risico’s
o Tijd en geld – ten koste van wat?
o Moeilijk te verstaan – te
communiceren
o Link met realiteit?
o Data-driven beleid - enkel
meetbare fenomenen krijgen
aandacht
o Democratische gehalte?
o Policy by numbers - cijfers halen
enige wat telt – ‘cherry picking’
o Mee met de tijd?
o Innovatie onmogelijk
44. CONCLUSIE
Kennis kan je ondersteunen
om goede en doordachte beleidskeuzes te maken,
het maakt zelf geen beleidskeuzes
45. Aan de slag
OPDRACHT
Als jeugdconsulent
de behoeften of het belang om in bepaalde
zaken te blijven investeren
aankaarten bij het gemeentebestuur
door een evidence based voorstel uit te
werken
Tip: neem een concreet voorbeeld en ga na
hoe je dit kan onderbouwen met cijfers
(via het cijferboek of andere
cijfergegevens) en via resultaten uit de
onderzoeken.
46. Aan de slag
o Interpreteer
o Wat zegt het materiaal ons en wat niet? Hoe
betrouwbaar is de bron? Wat valt op? Wat ligt in de
lijn van de verwachtingen?
o Contextualiseer
o Ben ik het gemiddelde? Hoe lezen mensen uit de
praktijk dit? Zijn er andere bronnen die ons hetzelfde
of iets anders kiezen
o Actie
o Wat wil ik bereiken? Wil je het gemiddelde zijn? Hoe
wil je de actie opvolgen?