Het meerjarenplan bracht in heel wat gemeenten interne verschuivingen en een andere organisatiestructuur. Hoe verover of herover je een stevige positie als jeugdambtenaar in deze context? Ontdek met Koen Steuperaert van Kwadraet hoe je vanuit je eigen kracht en kunnen jeugdbeleid op de agenda zet.

1. Versterk je strategische positie
als jeugdambtenaar
Koen Steuperaert | Kwadraet

2. • Hoe verover of herover je een
stevige positie als jeugdambtenaar in
deze nieuwe context?
• Hoe kan je jeugdbeleid terug op de
agenda zetten?
• Vanuit de bestaande kracht en
sterkte (individueel, team)

3. Strategische
positie versterken ?

4. meer invloed
meer macht
meer tijd en middelen
meer mogelijkheden
meer impact op
…
Jezelf (jeugdambtenaar)
Dienst (welke vorm ook)
Jeugdbeleid (beleidsinsteek)
Kinderen en jongeren (stakeholders)

5. Geen wondermiddeltjes
• structuur en positie
• inschaling
• besluitvorming
• macht
• …

6. Welke elementen zijn
beïnvloedbaar om
strategische positie te
versterken ?

7. Geloofwaardigheid
Professionaliteit
Autoriteit
Zichtbaarheid
Uitstraling
Betrouwbaarheid
Herkenbaarheid
Gedeelde belangen
Gedeelde kijk
Samen
Succes

8. Wat is jullie
sterkste troef ?

9. Een poging tot
scherpe analyse

10. Wij doen niet zomaar iets,
we willen verschil maken!
• bewegen
• veranderen
• opbouwen
• waardevol
• betekenisvol
• …

11. Wat we doen is goed!
Wat we doen is goed bedoeld?

12. De Gouden Cirkel What
Elke organisatie weet goed wat ze doet. De
producten of diensten die ze aanbieden.
How
Sommige organisaties weten hoe ze dat
doen. Dat zijn de kenmerken die hen
onderscheiden van de concurrentie.
Why
Weinig organisaties weten waarom ze doen
wat ze doen. Hun fundamentele reden om te
bestaan.
De reden van bestaan is niet:
• ‘omdat we zinvol zijn’
• ‘omdat we altijd al bestaan hebben’

13. JEUGDBELEID = PERCEPTIE
investeren jeugdbeleid ?

14. Wij zijn overtuigd!
Anderen?
Welke perceptie hebben anderen?
• Jeugd
• jeugdambtenaar
• Jeugddienst
• Activiteiten van de jeugddienst
• Jeugdbeleid
• …

15. Hoe komt het dat anderen niet overtuigd zijn?
Hoe komt het dat anderen anders kijken?

16. • niet zien?
• niet meer weten?
• verlies empathie?
• functioneel denken?
• andere of eigen belangen?
• niet begrijpen?
• …
ANDERE ZELF
• (te) enge focus?
• eigen belangen primeren?
• onduidelijke bedoeling?
• ongrijpbaar perspectief?
• …

18. IMPACT

19. Output ≠ impact
Output =
direct meetbare, zichtbare
resultaten en effecten
Impact =
inwerking, draagwijdte,
betekenis en waarde
(breed en duurzaam)

21. Impact =
• Verandering in beleving
• Verandering in perceptie
• Verandering in gedrag en praktijken
• Verandering in cultuur
• Verandering in structuur
• Verandering in spelregels
‘Spelregels’ staat voor alle onderliggende structuren, systemen,
waardenopvattingen en machtsbalansen die het samenleven het
handelen en de interacties fundamenteel sturen.

22. Geloofwaard ig h eid
Professionaliteit
A u toriteit
Zic htb aarh eid
Uitstralin g
Betrou wb aarh eid
Herken b aarh eid
Ged eeld e b elan gen
Ged eeld e kijk
S amen
S u c c es
Impact …
• omschrijven en beschrijven
• in beeld en in kaart brengen
• als graadmeter voor kwaliteit
• als evaluatie-instrument
• als sleutel voor planning
Impact verhogen
Strategische positie
versterken

23. Impact omschrijven
De juiste keuzes maken om impact te verhogen
De juiste zaken in beeld krijgen om strategische positie te versterken

24. Hoe?
Impact omschrijven

25. • Vanuit jezelf (jeugdambtenaar)
• Vanuit de dienst
• Vanuit jeugdbeleid
• Vanuit lokaal overheidsbeleid
• Vanuit kinderen en jongeren
1. Perspectief bepalen

26. Welke impact?
• Welke verandering in beleving?
• Welke verandering in perceptie?
• Welke verandering in gedrag of praktijken?
• Welke verandering in cultuur?
• Welke verandering in structuur?
• Welke verandering in spelregels?
Op wie?
Op welke termijn?
Op welke schaal?
2. Omschrijf en beschrijf welke impact je wil.

27. Valkuil !
In deze stap mag je niet wakker
liggen van de meetbaarheid!

28. Welke impact wil je? (Future perfect)
Welke impact heb je? (0 punt)
Wat is de volgende stap?
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
WEINIG VEEL
3. inschalen en de uitdaging (volgende stap) bepalen.

29. 4. Welke criteria kan je destilleren uit impact?
Eigenschappen van goede criteria:
• Fundamenteel
• Voorwaardelijk
• Verandering beogen
• Duidelijk, helder, grijpbaar
• Visie  handen en voeten

30. E i g e n a a r s c h a p
A a n d e e l h o u d e r s c h a p
O n t m o e t i n g
V e r b i n d i n g
S a m e n w e r k i n g
C o c r e a t i e
E n g a g e m e n t
E x p e r i m e n t e r e n
S t r u c t u r e l e s a m e n w e r k i n g
O p e n h e i d
…

31. Aan wat merk je dat er iets beweegt, verschuift?
Hoe detecteer je verandering?
Wat hoor je bij mensen?
Wat zie je gebeuren?
Wat voel je aan?
Waarneming, observatie, beelden verhalen
Signalen en cijfers
Buikgevoel, Aanvoelen
Kennis, onderzoek, bewijs
…
Stap 5: Welke info vertelt iets over het verhogen van impact?

32. Stap 6: Hoe breng
je impact in beeld
en in kaart?
vertel
toon
leg uit
omschrijf
verhaal
≠
bewijs
• Kennis
• deskundigheid
• Waarneming
• Observatie
• Signalen
• Cijfers
• Buikgevoel
• …

33. VOELSPRIETEN

34. Perspectief
veranderen

35. IMPACTVOORZIEN EN OVERZIEN