2. Hoeveel % van de Vlaamse kinderen groeit op
onder de armoededrempel?
a) 5,2
b) 10,0
c) 14,5
2011, Vlaamse Armoedemonitor
3. Hoeveel % van de kinderen geeft aan gepest
te worden?
a) 24,0
b) 31,6
c) 38,0
2013, Unicef rapport ‘child well-being in rich countries’
4. Hoeveel % van de meisjes heeft op haar 18de
al minstens eenmaal zelfmoord overwogen?
a) 15,2
b) 20,0
c) 27,6
Onderzoek UGent
5. Hoeveel % van de jongeren geeft aan dat de
aanwezigheid van verschillende culturen een
verrijking is voor de samenleving?
a) 48,5
b) 66,3
c) 84,3
2012, JOPmonitor
6. Hoeveel % Belgische k&j geeft aan in
erbarmelijke woningen te wonen
= lekkend dak, geen douche of bad, geen toilet binnen
a) 2,7
b) 6,5
c) 13,4
2013, Unicef
7. Hoeveel % van de leefloners is jonger dan 25?
a) 13,8
b) 19,5
c) 29,5
Rapport POD Maatschappelijke Integratie, armoedebestrijding, sociale
economie en grootstedenbeleid
8. Hoeveel % vroegtijdige schoolverlaters is er in
Vlaanderen?
a) 5,7%
b) 8,7%
c) 13,7%
Statistics Belgium
10. Hoeveel % van de jongeren geeft aan ‘dikwijls’ tot
‘voortdurend’ gevoelens van eenzaamheid te
ervaren?
a) 3,5
b) 7,0
c) 11,0
Onderzoek In Petto en Trendwolves
11. Hoeveel % van de jongeren gelooft dat
hem/haar een schitterende toekomst wacht?
a) 42,8%
b) 56,4%
c) 68,3%
2012, JOP monitor
13. Alle beleid draagt bij aan welzijn. En dus draagt elke
beleidssector, elke dienst bij aan welzijn,
Ook vandaag: brede invulling van welzijn
Waarde in zich dragen VS doelbewust welzijn nastreven
14. Defensieve vs offensieve benadering
Defensief
het bestrijden van
sociale problemen
(curatief)
Offensief
het verbeteren van het
welbevinden, ook als er
zich geen probleem
voordoet
(preventief)
15. Defensieve vs offensieve benadering
Defensief
Handelingsmogelijkheden
van een doelgroep
beperken
Offensief
Handelingsmogelijkheden
van een doelgroep
uitbreiden
16. Defensieve vs offensieve benadering
Defensief
Niet vrijwillig
Offensief
Meer kans op vrijwillige
deelname
17. We oefenen!
Defensief
Oplossen van problemen
Handelingsmogelijkheden
beperken
Niet vrijwillig
Offensief
Verbeteren welbevinden
alle k&j
Handelingsmogelijkheden
verbreden
Meer kans op vrijwillige
deelname
18. Jeugdbeleid: in de eerste plaats offensief welzijn
MAAR jeugdbeleid in de brede zin heeft ook oog
voor het defensieve stuk
19. Jeugd als categoriaal domein
Categoriale jeugdreflex is een interne horizontale
kwaliteitsdynamiek die streeft naar een goed en geïntegreerd
lokaal (jeugd)beleid. De categoriale jeugdreflex brengt
leefwereldperspectief in het beleidsdiscours en richt zich breed
naar alle levenssferen van kinderen en jongeren. De categoriale
jeugdreflex is meer dan een eenzijdige doelgroepenbenadering.
Het plaatst kinderen en jongeren in een bredere
samenlevingscontext.
20. Jeugd als categoriaal domein
Jongeren maken deel uit van de maatschappij via het onderwijs,
verkeer, milieu, hulpverlening,…
Dus: lokaal jeugdbeleid omvat alle beleidsmaatregelen met effect op de
leefomgeving en de leefwereld van kinderen en jongeren
Vs historisch sectorale structuur van steden en gemeenten
Goed jeugdbeleid heeft nood aan het overstijgen van die sectorale
ordening MAAR staat er niet tegenover!
22. Waarom lokaal inzetten op jeugdwelzijn?
• Jeugdbeleid is er voor alle kinderen en jongeren
• Aanbod kan niet los staan van (lokaal) beleid
• Inspelen op lokale verschillen
• BBC en (nu nog…) decreet lokaal jeugdbeleid
• Maatschappelijk debat
• 1 kind op 10 groeit op in armoede
• Aandacht voor psychische problemen groeit
• Plaats van kinderen en jongeren in de openbare ruimte
• Radicaliseringsdebat
23. Uitdagingen
• Individueel vs groepsgericht
• Nutteloze speelsheid vs speelse nuttigheid
• Wat zijn de grenzen van jeugdwelzijn?
24. Rol jeugddienst binnen welzijnsbeleid
Welzijn=
• Fysieke
• Psychische
• Materiële
Situatie
Dus: Welzijn als “te bereiken toestand” statisch
Overheid ‘stelt vast’ en zorgt voor de juiste voorzieningen
om die toestand te bereiken, en zorgt ervoor dat die
voorzieningen toegankelijk zijn.
25. Rol jeugddienst binnen welzijnsbeleid
Of: Welzijn als leerproces evolutief, niet statisch
waarbij de doelgroep zelf wordt betrokken om te bepalen
wat welzijn is…
Sterkte van de jeugddienst in het uittekenen van een
jeugdwelzijnsbeleid:
Bij uitstek ervaringsdeskundige binnen lokale overheid in
samen met kinderen en jongeren te leren en vorm te
geven
26. Rol jeugddienst binnen welzijnsbeleid
Welzijn=
Taak van de jeugddienst?
of
Zaak van de jeugddienst?
27. Rol jeugddienst binnen welzijnsbeleid
Jeugdwelzijn=
Terrein bij uitstek om over de grenzen van beleidsdomeinen heen
te werken
29. Fysieke en structurele aspecten
Bv. woning, gezondheid
welbevinden hangt samen met heel veel verschillende aspecten van
LSB
TO DO: welzijn geïntegreerd en integraal benaderen (bv. via
jeugdwelzijnsoverleg)
…
30. Interpersoonlijke contacten
Eenzaamheid of aanwezigheid van sociale contacten, relatie met
ouders, leerkrachten, vrienden,…
TO DO: Met een divers aanbod veel jongeren bereiken;
Laten genieten van het verenigingsleven;
Oog hebben voor pestgedrag en uitsluiting;
Sociale cohesie stimuleren;
…
31. Persoonlijke component
Zelfwaardegevoel, hoe goed kan je omgaan met problemen, hoe
hoopvol kijk je naar de toekomst,…
TO DO: Signalen oppikken en doorgeven/doorverwijzen
Wanneer een trend vast gesteld wordt: Projecten opzetten
(ism…)
…
32. Oren – ogen – mond
Oren: via welke kanalen vang je signalen op?
Ogen: wat zie je gebeuren of wat verwacht je te zien? Waar let je
op?
Mond: wat doe je er mee? Wat zeg je tegen het kind/de jongere?
Naar wie verwijs je door?
33. Het OCMW als welzijnspartner
Opdracht OCMW:
• Maatschappelijke dienstverlening > Menselijke waardigheid
Voeden, kleden, huisvesten, verzorgen, toegang gezondheidszorg
= individueel
• Instellingen en diensten oprichten met sociaal/curatief/preventief
karakter
Doelgroep: bijv. thuiszorg, woon en zorg-centra
34. Het OCMW als welzijnspartner
• Financiële hulp toekennen (het leefloon en het equivalent leefloon zijn de meest
voorkomende vormen van financiële hulp)
• Financiële voorschotten toekennen (op werkloosheidsuitkeringen bijvoorbeeld)
• Steun in natura toekennen (maaltijd, kleren, etc.)
• Helpen met het zoeken van een opleiding, een job
• Tussenkomen in de medische en farmaceutische kosten
• Een installatiepremie toekennen of u helpen een huurwaarborg te vestigen
• Hulp aan huis bezorgen door middel van familiale hulp of huishoudelijke hulp
• Tussenkomen in de betaling van de gas-, elektriciteit- en stookoliefacturen
• Tussenkomen in de kosten van de deelname aan sportieve en culturele
evenementen
35. Het OCMW als welzijnspartner
Samenwerking: sociaal beleid
• Verleden:
• Ervaringen lokaal sociaal beleid
• Tussenkomsten sociale/culturele participatie
• BBC/meerjarenplan: doelstellingen gespreid
• Toekomst:
• Oormerking middelen verdwijnt
• Inkanteling OCMW in gemeente
Opent mogelijkheden dienst welzijn
36. Het OCMW als welzijnspartner
Goede samenwerking tussen gemeente en OCMW hangt niet af van
structuren en procedures, maar van mensen die elkaar vinden. Mensen
die respect tonen voor elkaars opdracht, die niet redeneren in “wij en
zij”, maar in ons.
Met als centrale vraag: hoe komen we tot een sterker sociaal beleid?
37. Het OCMW als welzijnspartner
“ Niet elk kind moet naar een jeugdbeweging, niet iedereen moet naar
het cultuurcentrum of de sportclub. Maar het recht om niet te
participeren klinkt wel hol als je je gading niet kan vinden in het ruime
sport-, cultuur- of jeugdaanbod. Dat is vaak het geval bij
kansengroepen. Dat ze zich absoluut niet herkennen in het aanbod. En
dat is een probleem”
(Buitenbenen - Demos)
38. Het OCMW als welzijnspartner
• Toeleiding: ja, maar niet alleen
Deelt iedereen dezelfde interesses?
Hoe kunnen we aanbod beter laten aansluiten op de vragen van juist
die burgers die niet participeren?
• een vrijetijdsbeleid dat aansluit op de leefwereld van armoede,
beperking, interculturele achtergrond heeft een veel groter draagvlak.
• Vertrekken vanuit ervaringskennis, menselijk contact, maatwerk,
outreachend werken, adaptiviteit, creativiteit, inclusief werken
39. Het OCMW als welzijnspartner
Sociaal vrijetijdsbeleid impliceert een doorgedreven
samenwerking tussen gemeente en OCMW:
Intersectorale en integrale aanpak
Betrokkenheid onderwijs, welzijn, integratie, wijk-en gebiedswerking
Gedeelde verantwoordelijkheid
Netwerk als draaischijf voor sociaal vrijetijdsbeleid
Binnen een breder armoedebeleid
40. Het OCMW als welzijnspartner
In die samenwerking: OCMW als deskundige ovv
• Bereiken een deel van de doelgroep
• Vanop eerste lijn zicht op noden en effecten
• Zicht op de complexiteit van armoede
Editor's Notes
Verleden:
LSB: vaak eerder taakverdeling/afstemming dan samenwerking. Maar wel goede voorbeelden van samenwerking, en persoonlijke afstemming/samenwerking over diensten heen
Sociale/culturele participatie: verhoudingen door focus kloppen niet helemaal maar wel aanzet samenwerking
Toekomst
Oormerking verdwijnt en inkanteling OCMW in gemeente: terecht ongerustheid,
Maar opent mogelijkheden: dienst welzijn.
Waar ik totnogtoe: moest besluiten: kader biedt slechts enkele aanknopingspunten, goede voorbeelden vaak die waar mensen elkaar vinden en erin slagen een goede samenwerking uit te bouwen lonkt in de toekomst misschien wel een mogelijkheid om binnen een ruimere structuur, dienst welzijn, te gaan samenwerken.
Toeleiding en drempels verlagen, bijvoorbeeld financieel: Kansenpassen, uitpas die uitgerold wordt zet vooral hierop in
Tweede invalshoek:
Deze principes vindt men ook terug in de afsprakennota’s lokale netwerken vrijetijdsparticipatie
Niet redeneren vanuit beleidsvoering of sectorlogica of stadsstructuren,
Mondvol grote woorden, maar bij het lezen merken jullie wel wat ermee bedoeld wordt: loskomen van structuren, inspelen op mogelijkheden, de creativiteit gebruiken die zowel bij dienst jeugd als OCMW aanwezig is.
Wanneer kwetsbare groepen centraal staan is integrale aanpak vereist, zoniet doekje voor bloeden