SlideShare a Scribd company logo
1 of 53
Caire!
Drs. R. Balistreri
r.balistreri@jdw.nl
@geschiedenisles
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de
overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je
nodig?
§ 3.4
Sociale gelijkheid: waarom moet
je naar school?
§ 3.1 + § 3.2
De
verzorgingsstaat
en de overheid
§ 4.2
Waarom doe je
wat je doet?
§ 4.3
Krijgen of pakken
nieuwkomers
geen kansen?
§ 4.4
Mag iedereen
leven volgens zijn
eigen cultuur?
§ 4.5
Hoe gastvrij moet
Nederland zijn?
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
Nederland is een
verzorgingsstaat: overheid heeft
zorg voor welvaart en welzijn voor
alle burgers
 Welvaart = mate waarin mensen
in hun behoeften kunnen voorzien
 Welzijn = lichamelijk, geestelijk
en sociaal welbevinden van
mensen
 Discussie: eigen
verantwoordelijkheid van burgers
versus de positie van de overheid
(“Vangnet of hangmat?”)
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
In Nederland
mengvorm van:
 sociaal-democratie
(gelijkheid,
rechtvaardigheid,
solidariteit)
 en liberalisme
(vrijheid,
verantwoordelijkheid,
marktwerking)
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
Het ontstaan van de
Nederlandse
verzorgingsstaat:
 t/m 19de eeuw:
nachtwakersstaat,
liefdadigheid
 na 1870: door industriële
revolutie ontstond sociale
kwestie (slechte woon-,
werk- en
leefomstandigheden
arbeiders)  sociale
wetgeving, eerste
vakbonden
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
Het ontstaan van de
Nederlandse
verzorgingsstaat:
 Tussen 1900 en 1945
werd de
verzorgingsstaat
uitgebouwd (leerplicht,
overheid financierde
ziekenhuizen en
scholen)
 Na 1945 voltooiing o.l.v.
Willem Drees: AOW,
bijstandswet, sociale
rechten in grondwet
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
Oudste voorbeeld van sociale wetgeving
in Nederland: Kinderwetje van Van Houten
(1874)
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
Discussie: moet de
overheid hulp organiseren
of zijn burgers zelf
verantwoordelijk?
 Voordeel van hulp door
de overheid: gelijkheid;
iedereen in dezelfde situatie
wordt hetzelfde behandeld
 Nadeel van hulp door de
overheid: geen
keuzevrijheid, andere
burgers moeten verplicht
meebetalen
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
Discussie: moet de overheid hulp
organiseren of zijn burgers zelf
verantwoordelijk?
 Als burgers zelf verantwoordelijk
zijn, wordt de zorg overgelaten aan
‘de markt’
 Voordeel van hulp door de markt:
maatwerk en keuzevrijheid
 Nadeel van hulp door de markt: (te?)
kostbaar
 Marktwerking: aanbieders van zorg
sluiten contracten met zorgvragers op
basis van vrijheid en wederkerigheid
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 Particulier initiatief: niet de
overheid of de markt helpt, maar
mensen helpen elkaar (voorbeeld:
mantelzorg)  naastenliefde en
solidariteit
 Voordeel van particulier
initiatief: het versterkt de banden
tussen mensen in de samenleving en
het kost de samenleving geen geld
 Nadeel van particulier initiatief:
als mensen geen sterk sociaal
netwerk hebben, is geen goede zorg
mogelijk
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 Overheid, markt en
particulier initiatief
worden de drie
‘regulerings-
mechanismen’
genoemd, waarmee
goederen en diensten
in de samenleving
worden verdeeld
 Keuze tussen één van
de drie kan of-of &
en-en zijn
Van welk
reguleringsmechanisme is
hier sprake?
Voorbeeld 1:
Veel sportverenigingen
draaien op vrijwilligers
Van welk
reguleringsmechanisme is
hier sprake?
Voorbeeld 2:
Er komt een nieuw medicijn
tegen migraine op de markt
Van welk
reguleringsmechanisme is
hier sprake?
Voorbeeld 3:
De Onderwijsinspectie
controleert om de vier jaar de
kwaliteit van het onderwijs op
het Johan de Witt-gymnasium
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 Sociaal-democraten
(PvdA, SP, GL): de
overheid is het beste
mechanisme (want die
biedt burgers de meeste
gelijkheid)
 Argument: zwakkeren in
de samenleving krijgen zo
de beste zorg
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 Liberalen (VVD, D66):
voorkeur voor de markt
(want die biedt burgers
de meeste vrijheid)
 Argument: als er
concurrentie is, hebben
burgers vrije keuze.
Alleen de best
presterende aanbieders
overleven
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 Christen-
democraten (CDA,
CU): voorkeur voor
particulier initiatief
 Argument: gezin is
hoeksteen van de
samenleving,
naastenliefde en
solidariteit
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
Waarom is er zoveel
overheidsbemoeienis?
 4 verklaringen
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
Verklaring 1 - sociologisch:
 Er is overheidsbemoeienis ten behoeve van het
algemeen maatschappelijk belang
 Externe effecten = gevolgen van tegenslag of
problemen voor anderen dan de direct getroffene(n)
 Toegenomen interdependentie = onderlinge
afhankelijkheid tussen mensen neemt toe (zeker na de
industriële revolutie)
 Dilemma van collectieve actie = individuele keuzes
kunnen leiden tot ongewenste gevolgen voor de hele
samenleving; overheidsingrijpen kan er d.m.v.
wetgeving voor zorgen dat dit dilemma wordt
doorbroken
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
Verklaring 2 - historisch:
 Er is overheidsbemoeienis als gevolg van de
opkomst van arbeidersbewegingen
 Door de industriële revolutie ontstond er een
nieuwe klasse in de samenleving: de arbeiders
 Het verzet tegen de slechte omstandigheden
van arbeiders (kinderarbeid, lange werkdagen,
lage lonen, gevaarlijke omstandigheden, kleine
huizen, slechte hygiëne) leidde tot de oprichting
van vakbonden en socialistische politieke
partijen
 Vakbonden en socialisten wilden rechten van
arbeiders in de wet vastleggen
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
Verklaring 3 – sociologisch-historisch:
 Overheidsbemoeienis is gevolg van
initiatieven van de gegoede burgerij 
‘beschavingsoffensief’ aan het einde van
negentiende eeuw
 Veel sociale verschillen (materieel, maar ook
v.w.b. waarden, normen en gebruiken)
 “Onbeschaafde” arbeiders konden niet lezen of
schrijven, dronken veel en gebruikten grove taal
 Burgers wilden arbeiders ‘verheffen’ d.m.v.
onderwijs, zorg en volksontwikkeling (cultureel
opvoeden)
 Beschavingsoffensief leidde tot sociale wetgeving
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
Verklaring 4 - economisch:
 Overheidsbemoeienis groeide na 1945 als
gevolg van de ideeën van de Engelse econoom
John Keynes
 Tot de Tweede Wereldoorlog: economen vonden
dat overheid zich niet moest bemoeien met de
economie, zij vertrouwden op de werking van de
markt
 Keynes vond dat de overheid een belangrijke rol
had in het bestrijden van economische crises
 Keynes: tijdens crisis moet overheid de economie
stimuleren, oorzaak van crisis is namelijk tekort aan
vraag  uitgebreid stelsel van sociale zekerheid
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
De verzorgingsstaat heeft 4 functies:
 1. Verzorgingsfunctie  hulp aan mensen die niet
(meer) voor zichzelf kunnen zorgen, kan financieel zijn,
maar ook troost, begeleiding of medische zorg
 2. Verzekeringsfunctie  iedereen is verzekerd van een
(minimum)inkomen bij ziekte, ouderdom of werkloosheid
 3. Verheffingsfunctie  mensen krijgen de kans zich te
ontwikkelen (zowel op de arbeidsmarkt als in culturele
zin)
 4. Verbindingsfunctie  creëren van sociale cohesie
(onderlinge verbondenheid), overbruggen van sociale
afstand tussen groepen in de samenleving
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
Het is onmiskenbaar dat mensen in onze
huidige netwerk- en informatiesamenleving
mondiger en zelfstandiger zijn dan vroeger.
Gecombineerd met de noodzaak om het
tekort van de overheid terug te dringen, leidt
dit ertoe dat de klassieke verzorgingsstaat
langzaam maar zeker verandert in een
participatiesamenleving. Van iedereen die dat
kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te
nemen voor zijn of haar eigen leven en
omgeving.
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
https://nos.nl/artikel/2193442-de-
participatiesamenleving-is-vooral-iets-voor-
hogeropgeleiden.html
https://nos.nl/artikel/219344
2-de-participatiesamenleving-
is-vooral-iets-voor-
hogeropgeleiden.html
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
Uitdagingen van de
verzorgingsstaat:
 Betaalbaarheid in de
toekomst
 Vergrijzing
 Politiek en
maatschappelijk
draagvlak voor solidariteit
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de
overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je
nodig?
§ 3.4
Sociale gelijkheid: waarom moet
je naar school?
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 Sociaal minimum = het bedrag
dat mensen minimaal nodig
hebben om in hun
levensonderhoud te voorzien
 Het vaststellen van het
sociaal minimum is lastig
 Het sociaal minimum mag
niet te hoog zijn, mensen
moeten erop vooruit gaan als
ze gaan werken
 Als de minimumuitkering te
hoog is, komen draagvlak en
solidariteit onder druk te
staan
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 Een bijstandsuitkering heeft
een minimumbehoefte-
functie: de ontvanger heeft in
elk geval een inkomen op het
niveau van het sociaal minimum
 Een uitkering kan ook een
loondervingsfunctie hebben
(bv als inkomen wegvalt door
ziekte)
 Er is sprake van het
equivalentiebeginsel
(evenredigheid tussen vorig loon
en de uitkering)
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 Uitkeringen met een
minimumbehoeftefunctie
zijn nooit opgezet vanuit
het equivalentiebeginsel,
maar vanuit het
solidariteitsbeginsel
 Individuele rechten en
plichten (uitkering is een
individuele zaak) of
draagkracht van de
leefeenheid (uitkering
hangt af van samenstelling
van het huishouden)
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 Het Nederlandse stelsel van
sociale zekerheid kent zowel
de
minimumbehoeftefunctie,
als de loondervingsfunctie;
als het
equivalentiebeginsel, als
het solidariteitsbeginsel en
gaat soms uit van individuele
rechten en plichten en soms
van de draagkracht van de
leefeenheid
 Basisbehoeftencriterium
 Niet-veel-maar-
toereikendcriterium
https://digitaal.scp.nl/armoedeinkaart2018/
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 19de eeuw: eerste uitkeringen niet door de
overheid, maar door onderlinge regelingen
van arbeiders (voorloper huidige
werknemersverzekeringen)
 alleen werknemers met dienstverband
 loondervingsfunctie
 Na 1945: het denken over sociale zekerheid
verandert: er moest sociale zekerheid voor
alle burgers komen (leidde tot de invoering
van volksverzekeringen)
 voor alle burgers
 minimumbehoeftefunctie
 Sociale verzekeringen =
werknemers- én
volksverzekeringen
 Sociale voorzieningen =
maatregelen om ervoor te
zorgen dat niemand onder
het sociaal minimum zakt
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 Participatieladder
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 Zorgkosten worden deels
geregeld via de AWBZ
(Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten): een
volksverzekering die de kosten
van bv een verzorgingstehuis
betaalt
 De Zorgverzekeringswet
(Zvw) verplicht iedereen in
Nederland een zorgverzekering
af te sluiten (bv voor de kosten
van huisarts en het ziekenhuis)
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 Het basispakket
wordt de overheid
vastgesteld (discussie:
welke zorg is
noodzakelijk?)
 Verplicht eigen risico
(bedoeld om mensen
kritisch te maken over
het gebruik van zorg)
en aanvullende
verzekeringen (via de
markt, niet via de
overheid)
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
Het stelsel van sociale zekerheid en de
kosten voor de gezondheidszorg worden
betaald door belastingen en premies die
mensen betalen
 Betalen kan op twee manier worden
geregeld:
 Het omslagstelsel: de werkenden van nu
betalen de uitkeringsgerechtigden van nu
 Stijging uitkeringen  verhoging
premies
 Een kapitaaldekkingsstelsel: de premies die
mensen nu betalen worden gespaard voor
de toekomst (werkenden van nu betalen de
toekomstige uitkeringen van zichzelf)
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de
overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je
nodig?
§ 3.4
Sociale gelijkheid: waarom moet
je naar school?
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 1901: Leerplichtwet
 Nu: kinderen vanaf 5 tot en
met 16 jaar zijn leerplichtig
 Sinds 2007:
kwalificatieplicht (zonder
startkwalificatie moeten
jongeren tot hun 18de
verjaardag onderwijs volgen)
 Een startkwalificatie is
een diploma havo, vwo of
mbo (ten minste op
niveau 2): meer kans op
vaste, goed betaalde baan
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 Voorbereiden op de
arbeidsmarkt is een
belangrijke functie van
het onderwijs
 Door industriële
revolutie steeds meer
behoefte aan geschoold
personeel
 Als de arbeidsmarkt
hogere eisen stelt, moet
het onderwijs daarin
mee
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 1806: Lager Onderwijswet 
‘opvoeden tot maatschappelijke en
christelijke deugden’
 Onderwijs heeft een
maatschappelijk vormende functie
 Conservatieve opvatting:
socialiseren (kinderen opvoeden tot
verantwoordelijke burgers in de
samenleving) d.m.v. canons, vaste
doelstellingen en eindtermen.
Docent is deskundige leraar die
leerlingen vertelt wat ze moeten
weten
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 Progressieve
opvatting:
individualisering
(kinderen kans
geven zich te
ontwikkelen tot
individu) d.m.v.
kritisch leren
denken. Docent is
coach die leerlingen
begeleidt in flexibel
curriculum
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 Het is niet
vanzelfsprekend dat
iedereen dezelfde kans
heeft op een goede
opleiding (lagere en hogere
sociale milieus / jongens en
meisjes / autochtonen en
niet-westerse allochtonen)
 Sociale ongelijkheid = de
ongelijke verdeling van
levenskansen (macht, kennis
en inkomen) tussen mensen
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 Doel ‘verbindingsfunctie’
is niet om sociale
verschillen op te heffen,
maar verschillen moeten
wel legitiem
(rechtvaardig) zijn
 Te grote sociale
verschillen zijn slecht
voor de sociale cohesie
 Drie grote
tegenstellingen: arm / rijk,
jong / oud, migrant /
autochtoon
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 De overheid houdt zich op twee
manieren bezig met
inkomensongelijkheid (verschil
tussen arm en rijk):
 1. Het stelsel van sociale
zekerheid zorgt ervoor dat mensen
niet zonder inkomen komen te
zitten
 2. Het (progressieve)
belastingstelsel (tarief wordt
hoger als iemand meer verdient;
leidt tot verkleining van
inkomensverschillen)
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 Nivelleren = het verkleinen
van inkomensverschillen
 Sociaal-democratie: voor
nivelleren (gelijkheid)
 Christen-democratie: voor
een beetje nivelleren
(overheid is schild voor
zwakkeren in de
samenleving)
 Liberalisme: tegen
nivelleren (marktwerking is
goed en hard werken moet
beloond worden)
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 In Nederland is er sprake
van vergrijzing: het aandeel
ouderen in de samenleving
t.o.v. jongere generaties
groeit
 Vergrijzing wordt pas een
probleem als er
onenigheid ontstaat
tussen generaties over wie
het meest profiteert van
de verzorgingsstaat en wie
daarvoor de rekening
betaalt
§ 3.1 + § 3.2
De verzorgingsstaat en de overheid
§ 3.3
Sociale zekerheid: wat heb je nodig?
§ 3.3
Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
 Jongere generaties: zijn
bang belastingen en
premies te betalen voor
ouderen, terwijl zij later
die voorzieningen
misschien niet meer zullen
hebben
 Oudere generaties:
bezorgd of zij nog van
oude dag kunnen genieten
of dat ze zelf moeten
opdraaien voor hun
pensioen- en zorgkosten

More Related Content

Similar to 4 ml dilemma h3 verzorgingsstaat

Welzijn In De Verzorgingsstaat 08 09, Deel 1 Studenten
Welzijn In De Verzorgingsstaat 08 09, Deel 1 StudentenWelzijn In De Verzorgingsstaat 08 09, Deel 1 Studenten
Welzijn In De Verzorgingsstaat 08 09, Deel 1 StudentenBram_DG
 
Inleiding denkdag gr verkiezingen - marc berghman
Inleiding denkdag   gr verkiezingen - marc berghmanInleiding denkdag   gr verkiezingen - marc berghman
Inleiding denkdag gr verkiezingen - marc berghmanbeweging.net
 
Een inclusieve arbeidsmarkt voor iedereen
Een inclusieve arbeidsmarkt voor iedereenEen inclusieve arbeidsmarkt voor iedereen
Een inclusieve arbeidsmarkt voor iedereenRein Poels
 
Gelukspolitiek (Conclusies en aanbevelingen)
Gelukspolitiek (Conclusies en aanbevelingen)Gelukspolitiek (Conclusies en aanbevelingen)
Gelukspolitiek (Conclusies en aanbevelingen)Mark van de Velde
 
Keuzearchitectuur van het pensioenstelsel - definitieve versie
Keuzearchitectuur van het pensioenstelsel - definitieve versieKeuzearchitectuur van het pensioenstelsel - definitieve versie
Keuzearchitectuur van het pensioenstelsel - definitieve versieGuido Montulet
 
Jeugdgezondheidszorg zijn we op de goede weg
Jeugdgezondheidszorg zijn we op de goede wegJeugdgezondheidszorg zijn we op de goede weg
Jeugdgezondheidszorg zijn we op de goede wegInvoering CJG
 
Cross care 21032013
Cross care 21032013Cross care 21032013
Cross care 21032013iZovator
 
Is er in Nederland een rechtsvorm nodig voor social enterprise - Onderzoek - ...
Is er in Nederland een rechtsvorm nodig voor social enterprise - Onderzoek - ...Is er in Nederland een rechtsvorm nodig voor social enterprise - Onderzoek - ...
Is er in Nederland een rechtsvorm nodig voor social enterprise - Onderzoek - ...Stijn van Zon
 
Geheugen van een stad
Geheugen van een stadGeheugen van een stad
Geheugen van een stadFARO
 
De burger in de stad. Keynote Filip De Rynck
De burger in de stad. Keynote Filip De RynckDe burger in de stad. Keynote Filip De Rynck
De burger in de stad. Keynote Filip De RynckStedenbeleid Vlaanderen
 
Handreiking Ketensamenwerking in de Wmo. Maatschappelijke ondersteuning in sa...
Handreiking Ketensamenwerking in de Wmo. Maatschappelijke ondersteuning in sa...Handreiking Ketensamenwerking in de Wmo. Maatschappelijke ondersteuning in sa...
Handreiking Ketensamenwerking in de Wmo. Maatschappelijke ondersteuning in sa...Daanheineke
 
Noodzaak sociale inclusie merel schreurs - karuna-dcdd
Noodzaak sociale inclusie  merel schreurs - karuna-dcddNoodzaak sociale inclusie  merel schreurs - karuna-dcdd
Noodzaak sociale inclusie merel schreurs - karuna-dcddannepartos
 
Presentatie foro salud actieplatform gezondheid en solidariteit
Presentatie foro salud actieplatform gezondheid en solidariteitPresentatie foro salud actieplatform gezondheid en solidariteit
Presentatie foro salud actieplatform gezondheid en solidariteitintal
 
Openbaar College ‘Transitie van de arbeidsmarkt’, perspectieven aan de onde...
  Openbaar College ‘Transitie van de arbeidsmarkt’, perspectieven aan de onde...  Openbaar College ‘Transitie van de arbeidsmarkt’, perspectieven aan de onde...
Openbaar College ‘Transitie van de arbeidsmarkt’, perspectieven aan de onde...Sahar Mokamel
 

Similar to 4 ml dilemma h3 verzorgingsstaat (20)

Welzijn In De Verzorgingsstaat 08 09, Deel 1 Studenten
Welzijn In De Verzorgingsstaat 08 09, Deel 1 StudentenWelzijn In De Verzorgingsstaat 08 09, Deel 1 Studenten
Welzijn In De Verzorgingsstaat 08 09, Deel 1 Studenten
 
Inleiding denkdag gr verkiezingen - marc berghman
Inleiding denkdag   gr verkiezingen - marc berghmanInleiding denkdag   gr verkiezingen - marc berghman
Inleiding denkdag gr verkiezingen - marc berghman
 
Inleiding marc berghman gr verkiezingen volledig
Inleiding marc berghman gr verkiezingen volledigInleiding marc berghman gr verkiezingen volledig
Inleiding marc berghman gr verkiezingen volledig
 
Filantropie in zorg en welzijn - prof. dr. Lucas C.P.M. Meijs
Filantropie in zorg en welzijn - prof. dr. Lucas C.P.M. MeijsFilantropie in zorg en welzijn - prof. dr. Lucas C.P.M. Meijs
Filantropie in zorg en welzijn - prof. dr. Lucas C.P.M. Meijs
 
Een inclusieve arbeidsmarkt voor iedereen
Een inclusieve arbeidsmarkt voor iedereenEen inclusieve arbeidsmarkt voor iedereen
Een inclusieve arbeidsmarkt voor iedereen
 
Gelukspolitiek (Conclusies en aanbevelingen)
Gelukspolitiek (Conclusies en aanbevelingen)Gelukspolitiek (Conclusies en aanbevelingen)
Gelukspolitiek (Conclusies en aanbevelingen)
 
Keuzearchitectuur van het pensioenstelsel - definitieve versie
Keuzearchitectuur van het pensioenstelsel - definitieve versieKeuzearchitectuur van het pensioenstelsel - definitieve versie
Keuzearchitectuur van het pensioenstelsel - definitieve versie
 
Jeugdgezondheidszorg zijn we op de goede weg
Jeugdgezondheidszorg zijn we op de goede wegJeugdgezondheidszorg zijn we op de goede weg
Jeugdgezondheidszorg zijn we op de goede weg
 
Over hedendaagse vrijwillige_inzet oa lucas cpm meijs
Over hedendaagse vrijwillige_inzet oa lucas cpm meijsOver hedendaagse vrijwillige_inzet oa lucas cpm meijs
Over hedendaagse vrijwillige_inzet oa lucas cpm meijs
 
Cross care 21032013
Cross care 21032013Cross care 21032013
Cross care 21032013
 
Is er in Nederland een rechtsvorm nodig voor social enterprise - Onderzoek - ...
Is er in Nederland een rechtsvorm nodig voor social enterprise - Onderzoek - ...Is er in Nederland een rechtsvorm nodig voor social enterprise - Onderzoek - ...
Is er in Nederland een rechtsvorm nodig voor social enterprise - Onderzoek - ...
 
Geheugen van een stad
Geheugen van een stadGeheugen van een stad
Geheugen van een stad
 
De burger in de stad. Keynote Filip De Rynck
De burger in de stad. Keynote Filip De RynckDe burger in de stad. Keynote Filip De Rynck
De burger in de stad. Keynote Filip De Rynck
 
Handreiking Ketensamenwerking in de Wmo. Maatschappelijke ondersteuning in sa...
Handreiking Ketensamenwerking in de Wmo. Maatschappelijke ondersteuning in sa...Handreiking Ketensamenwerking in de Wmo. Maatschappelijke ondersteuning in sa...
Handreiking Ketensamenwerking in de Wmo. Maatschappelijke ondersteuning in sa...
 
ISP Presentatie Zorgruil
ISP Presentatie ZorgruilISP Presentatie Zorgruil
ISP Presentatie Zorgruil
 
Noodzaak sociale inclusie merel schreurs - karuna-dcdd
Noodzaak sociale inclusie  merel schreurs - karuna-dcddNoodzaak sociale inclusie  merel schreurs - karuna-dcdd
Noodzaak sociale inclusie merel schreurs - karuna-dcdd
 
Essay studiereis new york 2011 .
Essay studiereis new york 2011 .Essay studiereis new york 2011 .
Essay studiereis new york 2011 .
 
Het sociale domein
Het sociale domeinHet sociale domein
Het sociale domein
 
Presentatie foro salud actieplatform gezondheid en solidariteit
Presentatie foro salud actieplatform gezondheid en solidariteitPresentatie foro salud actieplatform gezondheid en solidariteit
Presentatie foro salud actieplatform gezondheid en solidariteit
 
Openbaar College ‘Transitie van de arbeidsmarkt’, perspectieven aan de onde...
  Openbaar College ‘Transitie van de arbeidsmarkt’, perspectieven aan de onde...  Openbaar College ‘Transitie van de arbeidsmarkt’, perspectieven aan de onde...
Openbaar College ‘Transitie van de arbeidsmarkt’, perspectieven aan de onde...
 

More from RemyBalistreri

2020 04 uitslag 2 april Merz Pubquiz
2020 04 uitslag 2 april Merz Pubquiz2020 04 uitslag 2 april Merz Pubquiz
2020 04 uitslag 2 april Merz PubquizRemyBalistreri
 
Hoe nieuw is het coronavirus?
Hoe nieuw is het coronavirus?Hoe nieuw is het coronavirus?
Hoe nieuw is het coronavirus?RemyBalistreri
 
Hoe nieuw is het coronavirus
Hoe nieuw is het coronavirusHoe nieuw is het coronavirus
Hoe nieuw is het coronavirusRemyBalistreri
 
Hoe nieuw is het coronavirus?
Hoe nieuw is het coronavirus?Hoe nieuw is het coronavirus?
Hoe nieuw is het coronavirus?RemyBalistreri
 
Lesbrief coronavirus in historisch perspectief
Lesbrief coronavirus in historisch perspectiefLesbrief coronavirus in historisch perspectief
Lesbrief coronavirus in historisch perspectiefRemyBalistreri
 
1 gs memo h1 jagers en boeren
1 gs memo h1 jagers en boeren1 gs memo h1 jagers en boeren
1 gs memo h1 jagers en boerenRemyBalistreri
 
5 gs gwp tijdvak 9 en 10
5 gs gwp tijdvak 9 en 105 gs gwp tijdvak 9 en 10
5 gs gwp tijdvak 9 en 10RemyBalistreri
 
5 gs gwp thema democratie
5 gs gwp thema democratie5 gs gwp thema democratie
5 gs gwp thema democratieRemyBalistreri
 
4 ml dilemma h4 pluriforme samenleving
4 ml dilemma h4 pluriforme samenleving4 ml dilemma h4 pluriforme samenleving
4 ml dilemma h4 pluriforme samenlevingRemyBalistreri
 
4 ml dilemma h2 rechtsstaat
4 ml dilemma h2 rechtsstaat4 ml dilemma h2 rechtsstaat
4 ml dilemma h2 rechtsstaatRemyBalistreri
 
4 ml dilemma h1 parlementaire democratie
4 ml dilemma h1 parlementaire democratie4 ml dilemma h1 parlementaire democratie
4 ml dilemma h1 parlementaire democratieRemyBalistreri
 

More from RemyBalistreri (20)

2020 04 uitslag 2 april Merz Pubquiz
2020 04 uitslag 2 april Merz Pubquiz2020 04 uitslag 2 april Merz Pubquiz
2020 04 uitslag 2 april Merz Pubquiz
 
Hoe nieuw is het coronavirus?
Hoe nieuw is het coronavirus?Hoe nieuw is het coronavirus?
Hoe nieuw is het coronavirus?
 
Hoe nieuw is het coronavirus
Hoe nieuw is het coronavirusHoe nieuw is het coronavirus
Hoe nieuw is het coronavirus
 
Hoe nieuw is het coronavirus?
Hoe nieuw is het coronavirus?Hoe nieuw is het coronavirus?
Hoe nieuw is het coronavirus?
 
Lesbrief coronavirus in historisch perspectief
Lesbrief coronavirus in historisch perspectiefLesbrief coronavirus in historisch perspectief
Lesbrief coronavirus in historisch perspectief
 
1 gs memo h3 romeinen
1 gs memo h3 romeinen1 gs memo h3 romeinen
1 gs memo h3 romeinen
 
1 gs memo h2 grieken
1 gs memo h2 grieken1 gs memo h2 grieken
1 gs memo h2 grieken
 
1 gs memo h1 jagers en boeren
1 gs memo h1 jagers en boeren1 gs memo h1 jagers en boeren
1 gs memo h1 jagers en boeren
 
5 gs gwp tijdvak 9 en 10
5 gs gwp tijdvak 9 en 105 gs gwp tijdvak 9 en 10
5 gs gwp tijdvak 9 en 10
 
5 gs gwp tijdvak 8
5 gs gwp tijdvak 85 gs gwp tijdvak 8
5 gs gwp tijdvak 8
 
5 gs gwp tijdvak 7
5 gs gwp tijdvak 75 gs gwp tijdvak 7
5 gs gwp tijdvak 7
 
5 gs gwp tijdvak 6
5 gs gwp tijdvak 65 gs gwp tijdvak 6
5 gs gwp tijdvak 6
 
5 gs gwp tijdvak 5
5 gs gwp tijdvak 55 gs gwp tijdvak 5
5 gs gwp tijdvak 5
 
5 gs gwp thema democratie
5 gs gwp thema democratie5 gs gwp thema democratie
5 gs gwp thema democratie
 
4 ml dilemma h4 pluriforme samenleving
4 ml dilemma h4 pluriforme samenleving4 ml dilemma h4 pluriforme samenleving
4 ml dilemma h4 pluriforme samenleving
 
4 ml dilemma h2 rechtsstaat
4 ml dilemma h2 rechtsstaat4 ml dilemma h2 rechtsstaat
4 ml dilemma h2 rechtsstaat
 
4 ml dilemma h1 parlementaire democratie
4 ml dilemma h1 parlementaire democratie4 ml dilemma h1 parlementaire democratie
4 ml dilemma h1 parlementaire democratie
 
4 gs gwp tijdvak 4
4 gs gwp tijdvak 44 gs gwp tijdvak 4
4 gs gwp tijdvak 4
 
4 gs gwp tijdvak 3
4 gs gwp tijdvak 34 gs gwp tijdvak 3
4 gs gwp tijdvak 3
 
4 gs gwp tijdvak 2
4 gs gwp tijdvak 24 gs gwp tijdvak 2
4 gs gwp tijdvak 2
 

4 ml dilemma h3 verzorgingsstaat

  • 2. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.4 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
  • 3. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 4.2 Waarom doe je wat je doet? § 4.3 Krijgen of pakken nieuwkomers geen kansen? § 4.4 Mag iedereen leven volgens zijn eigen cultuur? § 4.5 Hoe gastvrij moet Nederland zijn?
  • 4. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school? Nederland is een verzorgingsstaat: overheid heeft zorg voor welvaart en welzijn voor alle burgers  Welvaart = mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien  Welzijn = lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden van mensen  Discussie: eigen verantwoordelijkheid van burgers versus de positie van de overheid (“Vangnet of hangmat?”)
  • 5. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school? In Nederland mengvorm van:  sociaal-democratie (gelijkheid, rechtvaardigheid, solidariteit)  en liberalisme (vrijheid, verantwoordelijkheid, marktwerking)
  • 6. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school? Het ontstaan van de Nederlandse verzorgingsstaat:  t/m 19de eeuw: nachtwakersstaat, liefdadigheid  na 1870: door industriële revolutie ontstond sociale kwestie (slechte woon-, werk- en leefomstandigheden arbeiders)  sociale wetgeving, eerste vakbonden
  • 7. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school? Het ontstaan van de Nederlandse verzorgingsstaat:  Tussen 1900 en 1945 werd de verzorgingsstaat uitgebouwd (leerplicht, overheid financierde ziekenhuizen en scholen)  Na 1945 voltooiing o.l.v. Willem Drees: AOW, bijstandswet, sociale rechten in grondwet
  • 8. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school? Oudste voorbeeld van sociale wetgeving in Nederland: Kinderwetje van Van Houten (1874)
  • 9. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school? Discussie: moet de overheid hulp organiseren of zijn burgers zelf verantwoordelijk?  Voordeel van hulp door de overheid: gelijkheid; iedereen in dezelfde situatie wordt hetzelfde behandeld  Nadeel van hulp door de overheid: geen keuzevrijheid, andere burgers moeten verplicht meebetalen
  • 10. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school? Discussie: moet de overheid hulp organiseren of zijn burgers zelf verantwoordelijk?  Als burgers zelf verantwoordelijk zijn, wordt de zorg overgelaten aan ‘de markt’  Voordeel van hulp door de markt: maatwerk en keuzevrijheid  Nadeel van hulp door de markt: (te?) kostbaar  Marktwerking: aanbieders van zorg sluiten contracten met zorgvragers op basis van vrijheid en wederkerigheid
  • 11. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  Particulier initiatief: niet de overheid of de markt helpt, maar mensen helpen elkaar (voorbeeld: mantelzorg)  naastenliefde en solidariteit  Voordeel van particulier initiatief: het versterkt de banden tussen mensen in de samenleving en het kost de samenleving geen geld  Nadeel van particulier initiatief: als mensen geen sterk sociaal netwerk hebben, is geen goede zorg mogelijk
  • 12. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  Overheid, markt en particulier initiatief worden de drie ‘regulerings- mechanismen’ genoemd, waarmee goederen en diensten in de samenleving worden verdeeld  Keuze tussen één van de drie kan of-of & en-en zijn
  • 13. Van welk reguleringsmechanisme is hier sprake? Voorbeeld 1: Veel sportverenigingen draaien op vrijwilligers
  • 14. Van welk reguleringsmechanisme is hier sprake? Voorbeeld 2: Er komt een nieuw medicijn tegen migraine op de markt
  • 15. Van welk reguleringsmechanisme is hier sprake? Voorbeeld 3: De Onderwijsinspectie controleert om de vier jaar de kwaliteit van het onderwijs op het Johan de Witt-gymnasium
  • 16. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  Sociaal-democraten (PvdA, SP, GL): de overheid is het beste mechanisme (want die biedt burgers de meeste gelijkheid)  Argument: zwakkeren in de samenleving krijgen zo de beste zorg
  • 17. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  Liberalen (VVD, D66): voorkeur voor de markt (want die biedt burgers de meeste vrijheid)  Argument: als er concurrentie is, hebben burgers vrije keuze. Alleen de best presterende aanbieders overleven
  • 18. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  Christen- democraten (CDA, CU): voorkeur voor particulier initiatief  Argument: gezin is hoeksteen van de samenleving, naastenliefde en solidariteit
  • 19. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school? Waarom is er zoveel overheidsbemoeienis?  4 verklaringen
  • 20. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school? Verklaring 1 - sociologisch:  Er is overheidsbemoeienis ten behoeve van het algemeen maatschappelijk belang  Externe effecten = gevolgen van tegenslag of problemen voor anderen dan de direct getroffene(n)  Toegenomen interdependentie = onderlinge afhankelijkheid tussen mensen neemt toe (zeker na de industriële revolutie)  Dilemma van collectieve actie = individuele keuzes kunnen leiden tot ongewenste gevolgen voor de hele samenleving; overheidsingrijpen kan er d.m.v. wetgeving voor zorgen dat dit dilemma wordt doorbroken
  • 21. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school? Verklaring 2 - historisch:  Er is overheidsbemoeienis als gevolg van de opkomst van arbeidersbewegingen  Door de industriële revolutie ontstond er een nieuwe klasse in de samenleving: de arbeiders  Het verzet tegen de slechte omstandigheden van arbeiders (kinderarbeid, lange werkdagen, lage lonen, gevaarlijke omstandigheden, kleine huizen, slechte hygiëne) leidde tot de oprichting van vakbonden en socialistische politieke partijen  Vakbonden en socialisten wilden rechten van arbeiders in de wet vastleggen
  • 22. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school? Verklaring 3 – sociologisch-historisch:  Overheidsbemoeienis is gevolg van initiatieven van de gegoede burgerij  ‘beschavingsoffensief’ aan het einde van negentiende eeuw  Veel sociale verschillen (materieel, maar ook v.w.b. waarden, normen en gebruiken)  “Onbeschaafde” arbeiders konden niet lezen of schrijven, dronken veel en gebruikten grove taal  Burgers wilden arbeiders ‘verheffen’ d.m.v. onderwijs, zorg en volksontwikkeling (cultureel opvoeden)  Beschavingsoffensief leidde tot sociale wetgeving
  • 23. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school? Verklaring 4 - economisch:  Overheidsbemoeienis groeide na 1945 als gevolg van de ideeën van de Engelse econoom John Keynes  Tot de Tweede Wereldoorlog: economen vonden dat overheid zich niet moest bemoeien met de economie, zij vertrouwden op de werking van de markt  Keynes vond dat de overheid een belangrijke rol had in het bestrijden van economische crises  Keynes: tijdens crisis moet overheid de economie stimuleren, oorzaak van crisis is namelijk tekort aan vraag  uitgebreid stelsel van sociale zekerheid
  • 24. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school? De verzorgingsstaat heeft 4 functies:  1. Verzorgingsfunctie  hulp aan mensen die niet (meer) voor zichzelf kunnen zorgen, kan financieel zijn, maar ook troost, begeleiding of medische zorg  2. Verzekeringsfunctie  iedereen is verzekerd van een (minimum)inkomen bij ziekte, ouderdom of werkloosheid  3. Verheffingsfunctie  mensen krijgen de kans zich te ontwikkelen (zowel op de arbeidsmarkt als in culturele zin)  4. Verbindingsfunctie  creëren van sociale cohesie (onderlinge verbondenheid), overbruggen van sociale afstand tussen groepen in de samenleving
  • 25. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school? Het is onmiskenbaar dat mensen in onze huidige netwerk- en informatiesamenleving mondiger en zelfstandiger zijn dan vroeger. Gecombineerd met de noodzaak om het tekort van de overheid terug te dringen, leidt dit ertoe dat de klassieke verzorgingsstaat langzaam maar zeker verandert in een participatiesamenleving. Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving.
  • 26. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school? https://nos.nl/artikel/2193442-de- participatiesamenleving-is-vooral-iets-voor- hogeropgeleiden.html
  • 28. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school? Uitdagingen van de verzorgingsstaat:  Betaalbaarheid in de toekomst  Vergrijzing  Politiek en maatschappelijk draagvlak voor solidariteit
  • 29. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.4 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
  • 30. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  Sociaal minimum = het bedrag dat mensen minimaal nodig hebben om in hun levensonderhoud te voorzien  Het vaststellen van het sociaal minimum is lastig  Het sociaal minimum mag niet te hoog zijn, mensen moeten erop vooruit gaan als ze gaan werken  Als de minimumuitkering te hoog is, komen draagvlak en solidariteit onder druk te staan
  • 31. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  Een bijstandsuitkering heeft een minimumbehoefte- functie: de ontvanger heeft in elk geval een inkomen op het niveau van het sociaal minimum  Een uitkering kan ook een loondervingsfunctie hebben (bv als inkomen wegvalt door ziekte)  Er is sprake van het equivalentiebeginsel (evenredigheid tussen vorig loon en de uitkering)
  • 32. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  Uitkeringen met een minimumbehoeftefunctie zijn nooit opgezet vanuit het equivalentiebeginsel, maar vanuit het solidariteitsbeginsel  Individuele rechten en plichten (uitkering is een individuele zaak) of draagkracht van de leefeenheid (uitkering hangt af van samenstelling van het huishouden)
  • 33. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  Het Nederlandse stelsel van sociale zekerheid kent zowel de minimumbehoeftefunctie, als de loondervingsfunctie; als het equivalentiebeginsel, als het solidariteitsbeginsel en gaat soms uit van individuele rechten en plichten en soms van de draagkracht van de leefeenheid
  • 35. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  19de eeuw: eerste uitkeringen niet door de overheid, maar door onderlinge regelingen van arbeiders (voorloper huidige werknemersverzekeringen)  alleen werknemers met dienstverband  loondervingsfunctie  Na 1945: het denken over sociale zekerheid verandert: er moest sociale zekerheid voor alle burgers komen (leidde tot de invoering van volksverzekeringen)  voor alle burgers  minimumbehoeftefunctie
  • 36.  Sociale verzekeringen = werknemers- én volksverzekeringen  Sociale voorzieningen = maatregelen om ervoor te zorgen dat niemand onder het sociaal minimum zakt
  • 37. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  Participatieladder
  • 38. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  Zorgkosten worden deels geregeld via de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten): een volksverzekering die de kosten van bv een verzorgingstehuis betaalt  De Zorgverzekeringswet (Zvw) verplicht iedereen in Nederland een zorgverzekering af te sluiten (bv voor de kosten van huisarts en het ziekenhuis)
  • 39. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  Het basispakket wordt de overheid vastgesteld (discussie: welke zorg is noodzakelijk?)  Verplicht eigen risico (bedoeld om mensen kritisch te maken over het gebruik van zorg) en aanvullende verzekeringen (via de markt, niet via de overheid)
  • 40. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school? Het stelsel van sociale zekerheid en de kosten voor de gezondheidszorg worden betaald door belastingen en premies die mensen betalen  Betalen kan op twee manier worden geregeld:  Het omslagstelsel: de werkenden van nu betalen de uitkeringsgerechtigden van nu  Stijging uitkeringen  verhoging premies  Een kapitaaldekkingsstelsel: de premies die mensen nu betalen worden gespaard voor de toekomst (werkenden van nu betalen de toekomstige uitkeringen van zichzelf)
  • 41. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
  • 42. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.4 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
  • 43. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?
  • 44. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  1901: Leerplichtwet  Nu: kinderen vanaf 5 tot en met 16 jaar zijn leerplichtig  Sinds 2007: kwalificatieplicht (zonder startkwalificatie moeten jongeren tot hun 18de verjaardag onderwijs volgen)  Een startkwalificatie is een diploma havo, vwo of mbo (ten minste op niveau 2): meer kans op vaste, goed betaalde baan
  • 45. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  Voorbereiden op de arbeidsmarkt is een belangrijke functie van het onderwijs  Door industriële revolutie steeds meer behoefte aan geschoold personeel  Als de arbeidsmarkt hogere eisen stelt, moet het onderwijs daarin mee
  • 46. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  1806: Lager Onderwijswet  ‘opvoeden tot maatschappelijke en christelijke deugden’  Onderwijs heeft een maatschappelijk vormende functie  Conservatieve opvatting: socialiseren (kinderen opvoeden tot verantwoordelijke burgers in de samenleving) d.m.v. canons, vaste doelstellingen en eindtermen. Docent is deskundige leraar die leerlingen vertelt wat ze moeten weten
  • 47. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  Progressieve opvatting: individualisering (kinderen kans geven zich te ontwikkelen tot individu) d.m.v. kritisch leren denken. Docent is coach die leerlingen begeleidt in flexibel curriculum
  • 48. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  Het is niet vanzelfsprekend dat iedereen dezelfde kans heeft op een goede opleiding (lagere en hogere sociale milieus / jongens en meisjes / autochtonen en niet-westerse allochtonen)  Sociale ongelijkheid = de ongelijke verdeling van levenskansen (macht, kennis en inkomen) tussen mensen
  • 49. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  Doel ‘verbindingsfunctie’ is niet om sociale verschillen op te heffen, maar verschillen moeten wel legitiem (rechtvaardig) zijn  Te grote sociale verschillen zijn slecht voor de sociale cohesie  Drie grote tegenstellingen: arm / rijk, jong / oud, migrant / autochtoon
  • 50. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  De overheid houdt zich op twee manieren bezig met inkomensongelijkheid (verschil tussen arm en rijk):  1. Het stelsel van sociale zekerheid zorgt ervoor dat mensen niet zonder inkomen komen te zitten  2. Het (progressieve) belastingstelsel (tarief wordt hoger als iemand meer verdient; leidt tot verkleining van inkomensverschillen)
  • 51. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  Nivelleren = het verkleinen van inkomensverschillen  Sociaal-democratie: voor nivelleren (gelijkheid)  Christen-democratie: voor een beetje nivelleren (overheid is schild voor zwakkeren in de samenleving)  Liberalisme: tegen nivelleren (marktwerking is goed en hard werken moet beloond worden)
  • 52. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  In Nederland is er sprake van vergrijzing: het aandeel ouderen in de samenleving t.o.v. jongere generaties groeit  Vergrijzing wordt pas een probleem als er onenigheid ontstaat tussen generaties over wie het meest profiteert van de verzorgingsstaat en wie daarvoor de rekening betaalt
  • 53. § 3.1 + § 3.2 De verzorgingsstaat en de overheid § 3.3 Sociale zekerheid: wat heb je nodig? § 3.3 Sociale gelijkheid: waarom moet je naar school?  Jongere generaties: zijn bang belastingen en premies te betalen voor ouderen, terwijl zij later die voorzieningen misschien niet meer zullen hebben  Oudere generaties: bezorgd of zij nog van oude dag kunnen genieten of dat ze zelf moeten opdraaien voor hun pensioen- en zorgkosten