1. Tijdvak 2
De tijd van Grieken
en Romeinen
Leerstof:
§ 2.1 t/m § 2.5 + verdieping
+ aantekeningen / Universiteit van NL
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
2. Tijdvak 2: De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
12
9
10
11
3. Tijdvak 2: De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
4. Vandaag:
Kenmerkend aspect 4
Politiek en burgerschap in de Griekse stadstaat
Wetenschap en hellenisme
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
5. Kenmerkend aspect
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over
burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
In de oudheid bestond Griekenland uit onafhankelijke stadstaten met
verschillende bestuursvormen, zoals de monarchie en aristocratie. In de
6e eeuw vC ontstond in Athene de eerste democratie, waarin burgers in
een volksvergadering beslisten over het bestuur. Vanaf dezelfde eeuw
ontwikkelden Griekse filosofen een wetenschappelijke manier van
denken, waarbij ze alles met hun verstand probeerden te beredeneren.
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
6. Het ontstaan van de
stadstaten / poleis (vanaf 850 vC)
Staat = gebied met vaste
grenzen en eigen bestuur / regels
Kenmerken: stad + platteland,
klein en weinig inwoners,
autarkisch en autonoom
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
7. Staatsvormen: monarchie, tirannie, aristocratie,
oligarchie & democratie
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
8. Burgerschap
politieke en
maatschappelijke
rechten
Wél: vrije Atheense
mannen
Niet: vrouwen,
slaven, buitenlanders
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
9. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Filosofen proberen de
wereld rationeel te verklaren
Begin van wetenschappelijk
denken (op basis van
experimenten, waarneming en
logica)
Natuur- en scheikunde,
wiskunde, geneeskunde en
politiek
10. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Tot 338 vC: verspreiding Griekse beschaving
11. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
338 – 30 vC: Hellenisme (Alexander de Grote)
12. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Politiek
Polis (eigen bestuur, eigen regels)
5 staatsvormen
Economie
Landbouw, ambachten en handelen
Autarkie
Sociale verhoudingen
In een democratie: burgerrechten voor
mannen, maar niet voor vrouwen, slaven
of buitenlanders
Cultuur
Polytheïsme, wetenschappelijk denken
en hellenisme
13. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
VWO geschiedenis, 2015 – II, vraag 3
In Athene bestond volgens de verhalen de gewoonte om voor het
begin van de volksvergadering slaven met touwen die in rode verf
waren gedrenkt over de markt van Athene te laten lopen, terwijl ze
de burgers richting de vergadering dreven. Een rode vlek op je
kleding werd gezien als een teken van slecht burgerschap.
2p Leg uit waardoor deze gewoonte de Atheense democratie
beschermde.
Welke deelvragen
zijn er?
Verdeling
scorepunten?
Formuleren: herhaal
vraag en concludeer
14. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
VWO geschiedenis, 2015 – II, vraag 3
maximumscore 2
Voorbeeld van een juist antwoord is:
Deze gewoonte droeg ertoe bij dat er voldoende/veel burgers
deelnamen aan de volksvergadering, waardoor besluiten niet
door een kleine groep konden worden genomen (wat de
democratie beschermde).
Welke deelvragen
zijn er?
Verdeling
scorepunten?
Formuleren: herhaal
vraag en concludeer
15. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
HAVO geschiedenis, 2016 – I, vraag 2
In het begin van de vierde eeuw voor Christus werd in
Athene de regel ingevoerd dat de burgers voor het
bijwonen van de volksvergadering presentiegeld kregen.
Dit wordt beschouwd als een belangrijke stap in het
democratiseringsproces in de Atheense stadstaat.
2p Leg dit uit.
Welke deelvragen
zijn er?
Verdeling
scorepunten?
Formuleren: herhaal
vraag en concludeer
16. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
HAVO geschiedenis, 2016 – I, vraag 2
maximumscore 2
Kern van een juist antwoord is:
Door het presentiegeld konden ook arme(re) burgers deelnemen aan de
volksvergadering, waardoor een groter deel van de Atheense burgers
aan (de controle op) het bestuur kon deelnemen.
Opmerking
Als in het antwoord alleen wordt ingegaan op het grotere aantal burgers
dat deelneemt, wordt 1 scorepunt toegekend.
Welke deelvragen
zijn er?
Verdeling
scorepunten?
Formuleren: herhaal
vraag en concludeer
17. Kenmerkend aspect: de klassieke vormentaal van de
Grieks-Romeinse cultuur
In de 5e en 4e eeuw v.C. ontwikkelden de Grieken hun
bouwkunst en beeldhouwkunst tot op hoog niveau. Na de
verovering van Griekenland namen de Romeinen de
Griekse vormentaal over en voegden er eigen elementen
aan toe. Deze Grieks-Romeinse mengcultuur wordt
klassiek genoemd, vanwege de latere navolging.
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.3 De Grieks-Romeinse cultuur
18. Griekse beeldhouwkunst
Aandacht voor anatomie
Naakte lichamen
Perfecte verhoudingen
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.3 De Grieks-Romeinse cultuur
19. Griekse bouwkunst
Dorische, Ionische
en Corinthische
bouworde
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.3 De Grieks-Romeinse cultuur
20. Romeinse beeldhouwkunst
Aandacht voor anatomie
Kleding
Realistische weergave
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.3 De Grieks-Romeinse cultuur
21. Romeinse bouwkunst
Zuilen en bogen
Beton maakt het mogelijk
om groter en ingewikkelder
te bouwen
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.3 De Grieks-Romeinse cultuur
22. De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-
Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
Met een lange reeks oorlogen breidden Romeinen hun stadstaat
uit tot een wereldrijk rondom de Middellandse Zee. Het Romeinse
rijk was strak georganiseerd en stond vanaf de 1e eeuw v.C.
onder leiding van een machtige keizer. In het rijk kwam een
welvarende landbouwstedelijke samenleving tot ontwikkeling. Er
was veel handel, ook met gebieden buiten het rijk. In de
veroverde gebieden verspreidden Romeinen de Grieks-
Romeinse cultuur (romanisering); er was ook invloed van lokale
culturen op de Romeinse cultuur.
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.2 Het Romeinse imperium
23. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.2 Het Romeinse imperium
4 fases:
Koninkrijk (750-509 vC) Republiek (509-27 vC) Keizerrijk (27 vC – 476 nC) Val (395-476)
24. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.2 Het Romeinse imperium
In tweetallen, 10
minuten:
Vul het schema in,
bij welke fase
horen de
gebeurtenissen?
25. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.2 Het Romeinse imperium
26. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.2 Het Romeinse imperium
Van stadstaat tot imperium
Sterk en gedisciplineerd leger
Goed verdedigbare grenzen
(limes)
Goede infrastructuur (veilige
wegen en goede handelscontacten)
Goed bestuur (overwonnen vorsten
behielden macht en kregen burgerschap)
27. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.2 Het Romeinse imperium
Romanisering
Verspreiding Grieks-Romeinse cultuur over het Romeinse rijk
Overwonnen volkeren hadden bewondering voor Rome en
wilden graag Romein worden
Geen bewuste
politiek
28. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Politiek
Koningstijd: monarchie
Republiek: oligarchie, consuls en senaat
Keizerrijk: monarchie, weinig macht voor
consuls en senaat
Economie
Door goede infrastructuur en veilige
grenzen bloeiende handelscontacten
Sociale verhoudingen
Ook burgerrecht voor overwonnen
volkeren. Veel verschillen in rangen en
standen
Cultuur
Romanisering: verspreiding Grieks-
Romeinse cultuur
29. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Check kenmerkende aspecten
Tijdvak 1: Tijd van jagers en boeren (t/m 3.000 v.Chr)
1) …
2) …
3) …
Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen (3.000 v.Chr – 500)
4) …
5) …
6) …
30. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Check kenmerkende aspecten
Tijdvak 1: Tijd van jagers en boeren (t/m 3.000 v.Chr)
1) De levenswijze van jagers-verzamelaars
2) Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
3) Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen (3.000 v.Chr – 500)
4) De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de
Griekse stadstaat
5) De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
6) De groei van het Romeinse Imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa
verspreidde
31. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Goede Keizers, Slechte Keizers
32. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Goede Keizers, Slechte Keizers
33. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Goede Keizers, Slechte Keizers
34. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Goede Keizers, Slechte Keizers
35. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Goede Keizers, Slechte Keizers
36. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Goede Keizers, Slechte Keizers
37. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Goede Keizers, Slechte Keizers
38. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Goede Keizers, Slechte Keizers
39. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Goede Keizers, Slechte Keizers
40. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1 2 3 4 5
Vandaag: Bronnenopdracht De Bello Gallico
41. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
De Bello Gallico
Commentarii Rerum in Gallia Gestarum
(50 of 40 vC)
Julius Caesar
Verovering van Gallië (Gallische oorlog)
Ambtelijk verslag voor de Senaat
Drie doelen:
informatie, propaganda, apologie
42. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
De Bello Gallico
Slag bij Alesia (52 vC)
43. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
De Bello Gallico
Bronnenopdracht:
20 minuten: bespreken bron in
groepsverband
10 minuten: klassikaal uitwisselen van
bevindingen
44. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
De Bello Gallico
'Gallië in zijn geheel is in drie delen verdeeld, waarvan de Belgen
het ene, de Aquitaniër het andere en zij die in hun eigen taal Kelten,
maar in de onze Galliërs heten, het derde bewonen... . Van hen
allen zijn de Belgen het dapperst; eensdeels, omdat zij zich zeer
verre houden van de beschaving en de verfijning der provincie) en
zeer zelden met vreemde kooplieden in aanraking komen, die
weelde-artikelen invoeren, welke er toe bijdragen om het karakter te
verslappen, anderdeels, omdat zij de naaste buren zijn der
Germanen, die aan gene zijde van den Rijn wonen, met wie zij
voortdurend in oorlog zijn. Om die reden overtreffen ook de
Helvetiërs de overige Galliërs in dapperheid, daar zij bijna dagelijks
met de Germanen vechten, doordat zij hen òf van hun grenzen
weren, òf zelf in het gebied der Germanen invallen doen.
45. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
De Bello Gallico
De Helvetiërs hadden met hun troepen het gebied van de Haeduërs al bereikt en zij
plunderden hun akkers. De Haeduërs konden zichzelf en hun bezittingen niet tegen
hen verdedigen en stuurden gezanten naar mij om hulp. Zij waren toch altijd trouw
geweest aan de Romeinen? Dan verdienden ze het toch niet dat hun akkers werden
geplunderd, hun kinderen als slaaf weggevoerd en hun steden ingenomen? En dat
bijna onder de ogen van het Romeinse leger! Tegelijkertijd lieten bondgenoten van
de Haeduërs, de Ambarri, mij weten dat hun akkers waren leeggeroofd en dat ze de
aanvallen op hun steden maar met moeite konden afslaan. Ook de Allobrogen, die
aan de overzijde van de Rhône woonden, vertelden mij dat ze niets anders meer
hadden dan hun lege akkers. Door deze gebeurtenissen besloot ik niet langer toe te
zien hoe de Helvetiërs de Romeinse bondgenoten onder de voet liepen. ]Mijn
plotselinge komst maakte op de Helvetiërs grote indruk, omdat zij zagen dat ik in
één dag de rivier was overgestoken. Zij hadden dat met moeite in twintig dagen
gedaan. Zij stuurden gezanten naar mij toe om te onderhandelen.
46. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
De Bello Gallico
Hoe betrouwbaar is ‘De Bello Gallico’ als
historische bron?
47. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.4 Romeinen en Germanen
Vandaag:
Romeinen en
Germanen
48. • Kenmerkend aspect:
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de
Germaanse cultuur van Noordwest-Europa
Ten oosten van de Rijn stuitten de Romeinse legers op weerstand van
strijdvaardige Germanen. Voor de bewaking van de Rijngrens gebruikten
Romeinen soldaten van bevriende Germaanse stammen. Vanaf de 3e
eeuw viel het westelijk deel van het Romeinse rijk uiteen. Steeds meer
Germanen drongen het rijk binnen en stichtten daar eigen staten, waarvan
sommige duidelijk erfgenaam waren van de Grieks-Romeinse cultuur,
terwijl in andere het Germaanse element dominanter was. In 476 werd de
laatste West-Romeinse keizer door Germanen afgezet. Het Oost-
Romeinse (Byzantijnse) rijk bleef bestaan.
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.4 Romeinen en Germanen
49. • Hoofdvraag: wat waren de gevolgen
van de confrontatie tussen
Romeinen en Germanen?
• Verzwakking van het Romeinse Rijk
Volksverhuizingen
Imperial overstretch
Burgeroorlog en politieke crisis
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.4 Romeinen en Germanen
51. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.4 Romeinen en Germanen
• Imperial overstretch
52. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.4 Romeinen en Germanen
• Burgeroorlog en
politieke crisis
53. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.4 Romeinen en Germanen
54. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.5 Jodendom en christendom
55. • De ontwikkeling van het jodendom en het christendom
als de eerste monotheïstische godsdiensten
• Het jodendom, de oudste monotheïstische godsdienst,
kwam in Israël/Palestina tot ontwikkeling. Nadat de
Romeinen het gebied hadden veroverd ontstond uit het
jodendom in de 1e eeuw het christendom, dat over het
Romeinse rijk werd verspreid. Omdat christenen weigerden
om de Romeinse keizer als god te vereren werden ze van
tijd tot tijd vervolgd. In de 4e eeuw werd het christendom
toegestaan; later werd het de Romeinse staatsgodsdienst.
Andere godsdiensten werden verboden.
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.5 Jodendom en christendom
56. • Polytheïsme en
monotheïsme
• Jodendom en
christendom
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.5 Jodendom en christendom
Jodendom Christendom
Ontstaan: 1750 vC Ontstaan: 30 nC
God: Jahweh God: God
Profeet: Mozes Profeet: Jezus
Heilig boek: Tenach Heilig boek: Bijbel
Regels: Tenach en tien
geboden
Regels: tien geboden
57. • 30 nC: arrestatie Jezus
• 30 – 100: verspreiding christendom in
steden en oosten; strenge vervolgingen
(vooral populair bij armen, vrouwen en
slaven)
• 3e eeuw: ook populair bij rijke burgers,
christenen krijgen schuld van chaos in rijk
• 313: Edict van Milaan (keizer Constantijn)
• 391: Christendom wordt staatsgodsdienst
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.5 Jodendom en christendom
58. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.5 Jodendom en christendom
59. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.5 Jodendom en christendom
60. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.5 Jodendom en christendom
61. • Hoofdvragen:
1. Wat zijn oorzaken voor de Val
van het West-Romeinse rijk?
2. Kunnen we wel spreken over
‘de val van het West-Romeinse
rijk’? Waarom wel of waarom niet?
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
De ondergang van het Romeinse Rijk
62. Stap 1:
Klassieke visies
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
De ondergang van het Romeinse Rijk
Stap 2:
Universiteit van
Nederland
Stap 3:
Position paper
Christendom?
Burgeroorlogen?
Imperial overstretch?
Decadentie?
Corruptie?
Aanvallen buitengrens?
Inflatie?
Zwakke leiders?
± 250 woorden
“Is er sprake van een
‘Val van het West-
Romeinse rijk?”
Zo ja, waardoor dan?
Zo nee, waarom niet?
63. Hoe konden de
Romeinen zo
succes vol
worden?
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Universiteit van Nederland – Fik Meijer over het Romeinse rijk
Hoe schopte je het
in het oude Rome
van slaaf tot
gladiator?
Waarom stierven
Romeinse keizers
vaak een
gruwelijke dood?
Hoe zagen
hooligans eruit in
de tijd van de
Romeinen?
64. Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12