SlideShare a Scribd company logo
1 of 64
Tijdvak 2
De tijd van Grieken
en Romeinen
Leerstof:
§ 2.1 t/m § 2.5 + verdieping
+ aantekeningen / Universiteit van NL
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Tijdvak 2: De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
12
9
10
11
Tijdvak 2: De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Vandaag:
 Kenmerkend aspect 4
 Politiek en burgerschap in de Griekse stadstaat
 Wetenschap en hellenisme
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
 Kenmerkend aspect
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over
burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
In de oudheid bestond Griekenland uit onafhankelijke stadstaten met
verschillende bestuursvormen, zoals de monarchie en aristocratie. In de
6e eeuw vC ontstond in Athene de eerste democratie, waarin burgers in
een volksvergadering beslisten over het bestuur. Vanaf dezelfde eeuw
ontwikkelden Griekse filosofen een wetenschappelijke manier van
denken, waarbij ze alles met hun verstand probeerden te beredeneren.
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
 Het ontstaan van de
stadstaten / poleis (vanaf 850 vC)
 Staat = gebied met vaste
grenzen en eigen bestuur / regels
 Kenmerken: stad + platteland,
klein en weinig inwoners,
autarkisch en autonoom
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
 Staatsvormen: monarchie, tirannie, aristocratie,
oligarchie & democratie
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
 Burgerschap 
politieke en
maatschappelijke
rechten
 Wél: vrije Atheense
mannen
 Niet: vrouwen,
slaven, buitenlanders
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Filosofen proberen de
wereld rationeel te verklaren
Begin van wetenschappelijk
denken (op basis van
experimenten, waarneming en
logica)
Natuur- en scheikunde,
wiskunde, geneeskunde en
politiek
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Tot 338 vC: verspreiding Griekse beschaving
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
338 – 30 vC: Hellenisme (Alexander de Grote)
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Politiek
Polis (eigen bestuur, eigen regels)
5 staatsvormen
Economie
Landbouw, ambachten en handelen
Autarkie
Sociale verhoudingen
In een democratie: burgerrechten voor
mannen, maar niet voor vrouwen, slaven
of buitenlanders
Cultuur
Polytheïsme, wetenschappelijk denken
en hellenisme
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
VWO geschiedenis, 2015 – II, vraag 3
In Athene bestond volgens de verhalen de gewoonte om voor het
begin van de volksvergadering slaven met touwen die in rode verf
waren gedrenkt over de markt van Athene te laten lopen, terwijl ze
de burgers richting de vergadering dreven. Een rode vlek op je
kleding werd gezien als een teken van slecht burgerschap.
2p Leg uit waardoor deze gewoonte de Atheense democratie
beschermde.
Welke deelvragen
zijn er?
Verdeling
scorepunten?
Formuleren: herhaal
vraag en concludeer
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
VWO geschiedenis, 2015 – II, vraag 3
maximumscore 2
Voorbeeld van een juist antwoord is:
Deze gewoonte droeg ertoe bij dat er voldoende/veel burgers
deelnamen aan de volksvergadering, waardoor besluiten niet
door een kleine groep konden worden genomen (wat de
democratie beschermde).
Welke deelvragen
zijn er?
Verdeling
scorepunten?
Formuleren: herhaal
vraag en concludeer
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
HAVO geschiedenis, 2016 – I, vraag 2
In het begin van de vierde eeuw voor Christus werd in
Athene de regel ingevoerd dat de burgers voor het
bijwonen van de volksvergadering presentiegeld kregen.
Dit wordt beschouwd als een belangrijke stap in het
democratiseringsproces in de Atheense stadstaat.
2p Leg dit uit.
Welke deelvragen
zijn er?
Verdeling
scorepunten?
Formuleren: herhaal
vraag en concludeer
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
HAVO geschiedenis, 2016 – I, vraag 2
maximumscore 2
Kern van een juist antwoord is:
Door het presentiegeld konden ook arme(re) burgers deelnemen aan de
volksvergadering, waardoor een groter deel van de Atheense burgers
aan (de controle op) het bestuur kon deelnemen.
Opmerking
Als in het antwoord alleen wordt ingegaan op het grotere aantal burgers
dat deelneemt, wordt 1 scorepunt toegekend.
Welke deelvragen
zijn er?
Verdeling
scorepunten?
Formuleren: herhaal
vraag en concludeer
 Kenmerkend aspect: de klassieke vormentaal van de
Grieks-Romeinse cultuur
In de 5e en 4e eeuw v.C. ontwikkelden de Grieken hun
bouwkunst en beeldhouwkunst tot op hoog niveau. Na de
verovering van Griekenland namen de Romeinen de
Griekse vormentaal over en voegden er eigen elementen
aan toe. Deze Grieks-Romeinse mengcultuur wordt
klassiek genoemd, vanwege de latere navolging.
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.3 De Grieks-Romeinse cultuur
Griekse beeldhouwkunst
 Aandacht voor anatomie
 Naakte lichamen
 Perfecte verhoudingen
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.3 De Grieks-Romeinse cultuur
Griekse bouwkunst
 Dorische, Ionische
en Corinthische
bouworde
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.3 De Grieks-Romeinse cultuur
Romeinse beeldhouwkunst
 Aandacht voor anatomie
 Kleding
 Realistische weergave
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.3 De Grieks-Romeinse cultuur
Romeinse bouwkunst
 Zuilen en bogen
 Beton maakt het mogelijk
om groter en ingewikkelder
te bouwen
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.3 De Grieks-Romeinse cultuur
De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-
Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
Met een lange reeks oorlogen breidden Romeinen hun stadstaat
uit tot een wereldrijk rondom de Middellandse Zee. Het Romeinse
rijk was strak georganiseerd en stond vanaf de 1e eeuw v.C.
onder leiding van een machtige keizer. In het rijk kwam een
welvarende landbouwstedelijke samenleving tot ontwikkeling. Er
was veel handel, ook met gebieden buiten het rijk. In de
veroverde gebieden verspreidden Romeinen de Grieks-
Romeinse cultuur (romanisering); er was ook invloed van lokale
culturen op de Romeinse cultuur.
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.2 Het Romeinse imperium
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.2 Het Romeinse imperium
4 fases:
Koninkrijk (750-509 vC) Republiek (509-27 vC) Keizerrijk (27 vC – 476 nC) Val (395-476)
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.2 Het Romeinse imperium
In tweetallen, 10
minuten:
Vul het schema in,
bij welke fase
horen de
gebeurtenissen?
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.2 Het Romeinse imperium
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.2 Het Romeinse imperium
Van stadstaat tot imperium
 Sterk en gedisciplineerd leger
 Goed verdedigbare grenzen
(limes)
 Goede infrastructuur (veilige
wegen en goede handelscontacten)
 Goed bestuur (overwonnen vorsten
behielden macht en kregen burgerschap)
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.2 Het Romeinse imperium
Romanisering
 Verspreiding Grieks-Romeinse cultuur over het Romeinse rijk
 Overwonnen volkeren hadden bewondering voor Rome en
wilden graag Romein worden
 Geen bewuste
politiek
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Politiek
Koningstijd: monarchie
Republiek: oligarchie, consuls en senaat
Keizerrijk: monarchie, weinig macht voor
consuls en senaat
Economie
Door goede infrastructuur en veilige
grenzen bloeiende handelscontacten
Sociale verhoudingen
Ook burgerrecht voor overwonnen
volkeren. Veel verschillen in rangen en
standen
Cultuur
Romanisering: verspreiding Grieks-
Romeinse cultuur
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Check kenmerkende aspecten
Tijdvak 1: Tijd van jagers en boeren (t/m 3.000 v.Chr)
1) …
2) …
3) …
Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen (3.000 v.Chr – 500)
4) …
5) …
6) …
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Check kenmerkende aspecten
Tijdvak 1: Tijd van jagers en boeren (t/m 3.000 v.Chr)
1) De levenswijze van jagers-verzamelaars
2) Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
3) Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen (3.000 v.Chr – 500)
4) De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de
Griekse stadstaat
5) De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
6) De groei van het Romeinse Imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa
verspreidde
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Goede Keizers, Slechte Keizers
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Goede Keizers, Slechte Keizers
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Goede Keizers, Slechte Keizers
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Goede Keizers, Slechte Keizers
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Goede Keizers, Slechte Keizers
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Goede Keizers, Slechte Keizers
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Goede Keizers, Slechte Keizers
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Goede Keizers, Slechte Keizers
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Goede Keizers, Slechte Keizers
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1 2 3 4 5
Vandaag: Bronnenopdracht De Bello Gallico
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
De Bello Gallico
 Commentarii Rerum in Gallia Gestarum
(50 of 40 vC)
 Julius Caesar
 Verovering van Gallië (Gallische oorlog)
 Ambtelijk verslag voor de Senaat
 Drie doelen:
informatie, propaganda, apologie
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
De Bello Gallico
Slag bij Alesia (52 vC)
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
De Bello Gallico
Bronnenopdracht:
 20 minuten: bespreken bron in
groepsverband
 10 minuten: klassikaal uitwisselen van
bevindingen
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
De Bello Gallico
'Gallië in zijn geheel is in drie delen verdeeld, waarvan de Belgen
het ene, de Aquitaniër het andere en zij die in hun eigen taal Kelten,
maar in de onze Galliërs heten, het derde bewonen... . Van hen
allen zijn de Belgen het dapperst; eensdeels, omdat zij zich zeer
verre houden van de beschaving en de verfijning der provincie) en
zeer zelden met vreemde kooplieden in aanraking komen, die
weelde-artikelen invoeren, welke er toe bijdragen om het karakter te
verslappen, anderdeels, omdat zij de naaste buren zijn der
Germanen, die aan gene zijde van den Rijn wonen, met wie zij
voortdurend in oorlog zijn. Om die reden overtreffen ook de
Helvetiërs de overige Galliërs in dapperheid, daar zij bijna dagelijks
met de Germanen vechten, doordat zij hen òf van hun grenzen
weren, òf zelf in het gebied der Germanen invallen doen.
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
De Bello Gallico
De Helvetiërs hadden met hun troepen het gebied van de Haeduërs al bereikt en zij
plunderden hun akkers. De Haeduërs konden zichzelf en hun bezittingen niet tegen
hen verdedigen en stuurden gezanten naar mij om hulp. Zij waren toch altijd trouw
geweest aan de Romeinen? Dan verdienden ze het toch niet dat hun akkers werden
geplunderd, hun kinderen als slaaf weggevoerd en hun steden ingenomen? En dat
bijna onder de ogen van het Romeinse leger! Tegelijkertijd lieten bondgenoten van
de Haeduërs, de Ambarri, mij weten dat hun akkers waren leeggeroofd en dat ze de
aanvallen op hun steden maar met moeite konden afslaan. Ook de Allobrogen, die
aan de overzijde van de Rhône woonden, vertelden mij dat ze niets anders meer
hadden dan hun lege akkers. Door deze gebeurtenissen besloot ik niet langer toe te
zien hoe de Helvetiërs de Romeinse bondgenoten onder de voet liepen. ]Mijn
plotselinge komst maakte op de Helvetiërs grote indruk, omdat zij zagen dat ik in
één dag de rivier was overgestoken. Zij hadden dat met moeite in twintig dagen
gedaan. Zij stuurden gezanten naar mij toe om te onderhandelen.
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
De Bello Gallico
Hoe betrouwbaar is ‘De Bello Gallico’ als
historische bron?
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.4 Romeinen en Germanen
Vandaag:
Romeinen en
Germanen
• Kenmerkend aspect:
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de
Germaanse cultuur van Noordwest-Europa
Ten oosten van de Rijn stuitten de Romeinse legers op weerstand van
strijdvaardige Germanen. Voor de bewaking van de Rijngrens gebruikten
Romeinen soldaten van bevriende Germaanse stammen. Vanaf de 3e
eeuw viel het westelijk deel van het Romeinse rijk uiteen. Steeds meer
Germanen drongen het rijk binnen en stichtten daar eigen staten, waarvan
sommige duidelijk erfgenaam waren van de Grieks-Romeinse cultuur,
terwijl in andere het Germaanse element dominanter was. In 476 werd de
laatste West-Romeinse keizer door Germanen afgezet. Het Oost-
Romeinse (Byzantijnse) rijk bleef bestaan.
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.4 Romeinen en Germanen
• Hoofdvraag: wat waren de gevolgen
van de confrontatie tussen
Romeinen en Germanen?
• Verzwakking van het Romeinse Rijk
 Volksverhuizingen
 Imperial overstretch
 Burgeroorlog en politieke crisis
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.4 Romeinen en Germanen
• Volksverhuizingen
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.4 Romeinen en Germanen
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.4 Romeinen en Germanen
• Imperial overstretch
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.4 Romeinen en Germanen
• Burgeroorlog en
politieke crisis
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.4 Romeinen en Germanen
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.5 Jodendom en christendom
• De ontwikkeling van het jodendom en het christendom
als de eerste monotheïstische godsdiensten
• Het jodendom, de oudste monotheïstische godsdienst,
kwam in Israël/Palestina tot ontwikkeling. Nadat de
Romeinen het gebied hadden veroverd ontstond uit het
jodendom in de 1e eeuw het christendom, dat over het
Romeinse rijk werd verspreid. Omdat christenen weigerden
om de Romeinse keizer als god te vereren werden ze van
tijd tot tijd vervolgd. In de 4e eeuw werd het christendom
toegestaan; later werd het de Romeinse staatsgodsdienst.
Andere godsdiensten werden verboden.
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.5 Jodendom en christendom
• Polytheïsme en
monotheïsme
• Jodendom en
christendom
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.5 Jodendom en christendom
Jodendom Christendom
Ontstaan: 1750 vC Ontstaan: 30 nC
God: Jahweh God: God
Profeet: Mozes Profeet: Jezus
Heilig boek: Tenach Heilig boek: Bijbel
Regels: Tenach en tien
geboden
Regels: tien geboden
• 30 nC: arrestatie Jezus
• 30 – 100: verspreiding christendom in
steden en oosten; strenge vervolgingen
(vooral populair bij armen, vrouwen en
slaven)
• 3e eeuw: ook populair bij rijke burgers,
christenen krijgen schuld van chaos in rijk
• 313: Edict van Milaan (keizer Constantijn)
• 391: Christendom wordt staatsgodsdienst
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.5 Jodendom en christendom
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.5 Jodendom en christendom
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.5 Jodendom en christendom
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
§ 2.5 Jodendom en christendom
• Hoofdvragen:
1. Wat zijn oorzaken voor de Val
van het West-Romeinse rijk?
2. Kunnen we wel spreken over
‘de val van het West-Romeinse
rijk’? Waarom wel of waarom niet?
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
De ondergang van het Romeinse Rijk
Stap 1:
Klassieke visies
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
De ondergang van het Romeinse Rijk
Stap 2:
Universiteit van
Nederland
Stap 3:
Position paper
Christendom?
Burgeroorlogen?
Imperial overstretch?
Decadentie?
Corruptie?
Aanvallen buitengrens?
Inflatie?
Zwakke leiders?
± 250 woorden
“Is er sprake van een
‘Val van het West-
Romeinse rijk?”
Zo ja, waardoor dan?
Zo nee, waarom niet?
Hoe konden de
Romeinen zo
succes vol
worden?
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Universiteit van Nederland – Fik Meijer over het Romeinse rijk
Hoe schopte je het
in het oude Rome
van slaaf tot
gladiator?
Waarom stierven
Romeinse keizers
vaak een
gruwelijke dood?
Hoe zagen
hooligans eruit in
de tijd van de
Romeinen?
Tijdvak 2
De tijd van Grieken en Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12

More Related Content

More from RemyBalistreri

1 gs memo h1 jagers en boeren
1 gs memo h1 jagers en boeren1 gs memo h1 jagers en boeren
1 gs memo h1 jagers en boeren
RemyBalistreri
 
4 ml dilemma h4 pluriforme samenleving
4 ml dilemma h4 pluriforme samenleving4 ml dilemma h4 pluriforme samenleving
4 ml dilemma h4 pluriforme samenleving
RemyBalistreri
 
4 ml dilemma h3 verzorgingsstaat
4 ml dilemma h3 verzorgingsstaat4 ml dilemma h3 verzorgingsstaat
4 ml dilemma h3 verzorgingsstaat
RemyBalistreri
 
4 ml dilemma h1 parlementaire democratie
4 ml dilemma h1 parlementaire democratie4 ml dilemma h1 parlementaire democratie
4 ml dilemma h1 parlementaire democratie
RemyBalistreri
 

More from RemyBalistreri (20)

2020 04 uitslag 2 april Merz Pubquiz
2020 04 uitslag 2 april Merz Pubquiz2020 04 uitslag 2 april Merz Pubquiz
2020 04 uitslag 2 april Merz Pubquiz
 
Hoe nieuw is het coronavirus?
Hoe nieuw is het coronavirus?Hoe nieuw is het coronavirus?
Hoe nieuw is het coronavirus?
 
Hoe nieuw is het coronavirus
Hoe nieuw is het coronavirusHoe nieuw is het coronavirus
Hoe nieuw is het coronavirus
 
Hoe nieuw is het coronavirus?
Hoe nieuw is het coronavirus?Hoe nieuw is het coronavirus?
Hoe nieuw is het coronavirus?
 
Lesbrief coronavirus in historisch perspectief
Lesbrief coronavirus in historisch perspectiefLesbrief coronavirus in historisch perspectief
Lesbrief coronavirus in historisch perspectief
 
1 gs memo h3 romeinen
1 gs memo h3 romeinen1 gs memo h3 romeinen
1 gs memo h3 romeinen
 
1 gs memo h1 jagers en boeren
1 gs memo h1 jagers en boeren1 gs memo h1 jagers en boeren
1 gs memo h1 jagers en boeren
 
5 gs gwp tijdvak 9 en 10
5 gs gwp tijdvak 9 en 105 gs gwp tijdvak 9 en 10
5 gs gwp tijdvak 9 en 10
 
5 gs gwp tijdvak 8
5 gs gwp tijdvak 85 gs gwp tijdvak 8
5 gs gwp tijdvak 8
 
5 gs gwp tijdvak 7
5 gs gwp tijdvak 75 gs gwp tijdvak 7
5 gs gwp tijdvak 7
 
5 gs gwp tijdvak 6
5 gs gwp tijdvak 65 gs gwp tijdvak 6
5 gs gwp tijdvak 6
 
5 gs gwp tijdvak 5
5 gs gwp tijdvak 55 gs gwp tijdvak 5
5 gs gwp tijdvak 5
 
5 gs gwp thema democratie
5 gs gwp thema democratie5 gs gwp thema democratie
5 gs gwp thema democratie
 
4 ml dilemma h4 pluriforme samenleving
4 ml dilemma h4 pluriforme samenleving4 ml dilemma h4 pluriforme samenleving
4 ml dilemma h4 pluriforme samenleving
 
4 ml dilemma h3 verzorgingsstaat
4 ml dilemma h3 verzorgingsstaat4 ml dilemma h3 verzorgingsstaat
4 ml dilemma h3 verzorgingsstaat
 
4 ml dilemma h2 rechtsstaat
4 ml dilemma h2 rechtsstaat4 ml dilemma h2 rechtsstaat
4 ml dilemma h2 rechtsstaat
 
4 ml dilemma h1 parlementaire democratie
4 ml dilemma h1 parlementaire democratie4 ml dilemma h1 parlementaire democratie
4 ml dilemma h1 parlementaire democratie
 
4 gs gwp tijdvak 4
4 gs gwp tijdvak 44 gs gwp tijdvak 4
4 gs gwp tijdvak 4
 
4 gs gwp tijdvak 3
4 gs gwp tijdvak 34 gs gwp tijdvak 3
4 gs gwp tijdvak 3
 
4 gs gwp tijdvak 1
4 gs gwp tijdvak 14 gs gwp tijdvak 1
4 gs gwp tijdvak 1
 

4 gs gwp tijdvak 2

  • 1. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen Leerstof: § 2.1 t/m § 2.5 + verdieping + aantekeningen / Universiteit van NL 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
  • 2. Tijdvak 2: De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 12 9 10 11
  • 3. Tijdvak 2: De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
  • 4. Vandaag:  Kenmerkend aspect 4  Politiek en burgerschap in de Griekse stadstaat  Wetenschap en hellenisme Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
  • 5.  Kenmerkend aspect De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat In de oudheid bestond Griekenland uit onafhankelijke stadstaten met verschillende bestuursvormen, zoals de monarchie en aristocratie. In de 6e eeuw vC ontstond in Athene de eerste democratie, waarin burgers in een volksvergadering beslisten over het bestuur. Vanaf dezelfde eeuw ontwikkelden Griekse filosofen een wetenschappelijke manier van denken, waarbij ze alles met hun verstand probeerden te beredeneren. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
  • 6.  Het ontstaan van de stadstaten / poleis (vanaf 850 vC)  Staat = gebied met vaste grenzen en eigen bestuur / regels  Kenmerken: stad + platteland, klein en weinig inwoners, autarkisch en autonoom Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
  • 7.  Staatsvormen: monarchie, tirannie, aristocratie, oligarchie & democratie Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
  • 8.  Burgerschap  politieke en maatschappelijke rechten  Wél: vrije Atheense mannen  Niet: vrouwen, slaven, buitenlanders Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
  • 9. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat Filosofen proberen de wereld rationeel te verklaren Begin van wetenschappelijk denken (op basis van experimenten, waarneming en logica) Natuur- en scheikunde, wiskunde, geneeskunde en politiek
  • 10. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat Tot 338 vC: verspreiding Griekse beschaving
  • 11. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat 338 – 30 vC: Hellenisme (Alexander de Grote)
  • 12. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat Politiek Polis (eigen bestuur, eigen regels) 5 staatsvormen Economie Landbouw, ambachten en handelen Autarkie Sociale verhoudingen In een democratie: burgerrechten voor mannen, maar niet voor vrouwen, slaven of buitenlanders Cultuur Polytheïsme, wetenschappelijk denken en hellenisme
  • 13. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 VWO geschiedenis, 2015 – II, vraag 3 In Athene bestond volgens de verhalen de gewoonte om voor het begin van de volksvergadering slaven met touwen die in rode verf waren gedrenkt over de markt van Athene te laten lopen, terwijl ze de burgers richting de vergadering dreven. Een rode vlek op je kleding werd gezien als een teken van slecht burgerschap. 2p Leg uit waardoor deze gewoonte de Atheense democratie beschermde. Welke deelvragen zijn er? Verdeling scorepunten? Formuleren: herhaal vraag en concludeer
  • 14. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 VWO geschiedenis, 2015 – II, vraag 3 maximumscore 2 Voorbeeld van een juist antwoord is: Deze gewoonte droeg ertoe bij dat er voldoende/veel burgers deelnamen aan de volksvergadering, waardoor besluiten niet door een kleine groep konden worden genomen (wat de democratie beschermde). Welke deelvragen zijn er? Verdeling scorepunten? Formuleren: herhaal vraag en concludeer
  • 15. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 HAVO geschiedenis, 2016 – I, vraag 2 In het begin van de vierde eeuw voor Christus werd in Athene de regel ingevoerd dat de burgers voor het bijwonen van de volksvergadering presentiegeld kregen. Dit wordt beschouwd als een belangrijke stap in het democratiseringsproces in de Atheense stadstaat. 2p Leg dit uit. Welke deelvragen zijn er? Verdeling scorepunten? Formuleren: herhaal vraag en concludeer
  • 16. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 HAVO geschiedenis, 2016 – I, vraag 2 maximumscore 2 Kern van een juist antwoord is: Door het presentiegeld konden ook arme(re) burgers deelnemen aan de volksvergadering, waardoor een groter deel van de Atheense burgers aan (de controle op) het bestuur kon deelnemen. Opmerking Als in het antwoord alleen wordt ingegaan op het grotere aantal burgers dat deelneemt, wordt 1 scorepunt toegekend. Welke deelvragen zijn er? Verdeling scorepunten? Formuleren: herhaal vraag en concludeer
  • 17.  Kenmerkend aspect: de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur In de 5e en 4e eeuw v.C. ontwikkelden de Grieken hun bouwkunst en beeldhouwkunst tot op hoog niveau. Na de verovering van Griekenland namen de Romeinen de Griekse vormentaal over en voegden er eigen elementen aan toe. Deze Grieks-Romeinse mengcultuur wordt klassiek genoemd, vanwege de latere navolging. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.3 De Grieks-Romeinse cultuur
  • 18. Griekse beeldhouwkunst  Aandacht voor anatomie  Naakte lichamen  Perfecte verhoudingen Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.3 De Grieks-Romeinse cultuur
  • 19. Griekse bouwkunst  Dorische, Ionische en Corinthische bouworde Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.3 De Grieks-Romeinse cultuur
  • 20. Romeinse beeldhouwkunst  Aandacht voor anatomie  Kleding  Realistische weergave Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.3 De Grieks-Romeinse cultuur
  • 21. Romeinse bouwkunst  Zuilen en bogen  Beton maakt het mogelijk om groter en ingewikkelder te bouwen Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.3 De Grieks-Romeinse cultuur
  • 22. De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks- Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Met een lange reeks oorlogen breidden Romeinen hun stadstaat uit tot een wereldrijk rondom de Middellandse Zee. Het Romeinse rijk was strak georganiseerd en stond vanaf de 1e eeuw v.C. onder leiding van een machtige keizer. In het rijk kwam een welvarende landbouwstedelijke samenleving tot ontwikkeling. Er was veel handel, ook met gebieden buiten het rijk. In de veroverde gebieden verspreidden Romeinen de Grieks- Romeinse cultuur (romanisering); er was ook invloed van lokale culturen op de Romeinse cultuur. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.2 Het Romeinse imperium
  • 23. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.2 Het Romeinse imperium 4 fases: Koninkrijk (750-509 vC) Republiek (509-27 vC) Keizerrijk (27 vC – 476 nC) Val (395-476)
  • 24. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.2 Het Romeinse imperium In tweetallen, 10 minuten: Vul het schema in, bij welke fase horen de gebeurtenissen?
  • 25. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.2 Het Romeinse imperium
  • 26. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.2 Het Romeinse imperium Van stadstaat tot imperium  Sterk en gedisciplineerd leger  Goed verdedigbare grenzen (limes)  Goede infrastructuur (veilige wegen en goede handelscontacten)  Goed bestuur (overwonnen vorsten behielden macht en kregen burgerschap)
  • 27. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.2 Het Romeinse imperium Romanisering  Verspreiding Grieks-Romeinse cultuur over het Romeinse rijk  Overwonnen volkeren hadden bewondering voor Rome en wilden graag Romein worden  Geen bewuste politiek
  • 28. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat Politiek Koningstijd: monarchie Republiek: oligarchie, consuls en senaat Keizerrijk: monarchie, weinig macht voor consuls en senaat Economie Door goede infrastructuur en veilige grenzen bloeiende handelscontacten Sociale verhoudingen Ook burgerrecht voor overwonnen volkeren. Veel verschillen in rangen en standen Cultuur Romanisering: verspreiding Grieks- Romeinse cultuur
  • 29. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Check kenmerkende aspecten Tijdvak 1: Tijd van jagers en boeren (t/m 3.000 v.Chr) 1) … 2) … 3) … Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen (3.000 v.Chr – 500) 4) … 5) … 6) …
  • 30. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Check kenmerkende aspecten Tijdvak 1: Tijd van jagers en boeren (t/m 3.000 v.Chr) 1) De levenswijze van jagers-verzamelaars 2) Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen 3) Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen (3.000 v.Chr – 500) 4) De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat 5) De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur 6) De groei van het Romeinse Imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
  • 31. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Goede Keizers, Slechte Keizers
  • 32. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Goede Keizers, Slechte Keizers
  • 33. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Goede Keizers, Slechte Keizers
  • 34. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Goede Keizers, Slechte Keizers
  • 35. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Goede Keizers, Slechte Keizers
  • 36. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Goede Keizers, Slechte Keizers
  • 37. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Goede Keizers, Slechte Keizers
  • 38. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Goede Keizers, Slechte Keizers
  • 39. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Goede Keizers, Slechte Keizers
  • 40. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 Vandaag: Bronnenopdracht De Bello Gallico
  • 41. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 De Bello Gallico  Commentarii Rerum in Gallia Gestarum (50 of 40 vC)  Julius Caesar  Verovering van Gallië (Gallische oorlog)  Ambtelijk verslag voor de Senaat  Drie doelen: informatie, propaganda, apologie
  • 42. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 De Bello Gallico Slag bij Alesia (52 vC)
  • 43. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 De Bello Gallico Bronnenopdracht:  20 minuten: bespreken bron in groepsverband  10 minuten: klassikaal uitwisselen van bevindingen
  • 44. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 De Bello Gallico 'Gallië in zijn geheel is in drie delen verdeeld, waarvan de Belgen het ene, de Aquitaniër het andere en zij die in hun eigen taal Kelten, maar in de onze Galliërs heten, het derde bewonen... . Van hen allen zijn de Belgen het dapperst; eensdeels, omdat zij zich zeer verre houden van de beschaving en de verfijning der provincie) en zeer zelden met vreemde kooplieden in aanraking komen, die weelde-artikelen invoeren, welke er toe bijdragen om het karakter te verslappen, anderdeels, omdat zij de naaste buren zijn der Germanen, die aan gene zijde van den Rijn wonen, met wie zij voortdurend in oorlog zijn. Om die reden overtreffen ook de Helvetiërs de overige Galliërs in dapperheid, daar zij bijna dagelijks met de Germanen vechten, doordat zij hen òf van hun grenzen weren, òf zelf in het gebied der Germanen invallen doen.
  • 45. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 De Bello Gallico De Helvetiërs hadden met hun troepen het gebied van de Haeduërs al bereikt en zij plunderden hun akkers. De Haeduërs konden zichzelf en hun bezittingen niet tegen hen verdedigen en stuurden gezanten naar mij om hulp. Zij waren toch altijd trouw geweest aan de Romeinen? Dan verdienden ze het toch niet dat hun akkers werden geplunderd, hun kinderen als slaaf weggevoerd en hun steden ingenomen? En dat bijna onder de ogen van het Romeinse leger! Tegelijkertijd lieten bondgenoten van de Haeduërs, de Ambarri, mij weten dat hun akkers waren leeggeroofd en dat ze de aanvallen op hun steden maar met moeite konden afslaan. Ook de Allobrogen, die aan de overzijde van de Rhône woonden, vertelden mij dat ze niets anders meer hadden dan hun lege akkers. Door deze gebeurtenissen besloot ik niet langer toe te zien hoe de Helvetiërs de Romeinse bondgenoten onder de voet liepen. ]Mijn plotselinge komst maakte op de Helvetiërs grote indruk, omdat zij zagen dat ik in één dag de rivier was overgestoken. Zij hadden dat met moeite in twintig dagen gedaan. Zij stuurden gezanten naar mij toe om te onderhandelen.
  • 46. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 De Bello Gallico Hoe betrouwbaar is ‘De Bello Gallico’ als historische bron?
  • 47. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.4 Romeinen en Germanen Vandaag: Romeinen en Germanen
  • 48. • Kenmerkend aspect: De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Ten oosten van de Rijn stuitten de Romeinse legers op weerstand van strijdvaardige Germanen. Voor de bewaking van de Rijngrens gebruikten Romeinen soldaten van bevriende Germaanse stammen. Vanaf de 3e eeuw viel het westelijk deel van het Romeinse rijk uiteen. Steeds meer Germanen drongen het rijk binnen en stichtten daar eigen staten, waarvan sommige duidelijk erfgenaam waren van de Grieks-Romeinse cultuur, terwijl in andere het Germaanse element dominanter was. In 476 werd de laatste West-Romeinse keizer door Germanen afgezet. Het Oost- Romeinse (Byzantijnse) rijk bleef bestaan. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.4 Romeinen en Germanen
  • 49. • Hoofdvraag: wat waren de gevolgen van de confrontatie tussen Romeinen en Germanen? • Verzwakking van het Romeinse Rijk  Volksverhuizingen  Imperial overstretch  Burgeroorlog en politieke crisis Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.4 Romeinen en Germanen
  • 50. • Volksverhuizingen Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.4 Romeinen en Germanen
  • 51. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.4 Romeinen en Germanen • Imperial overstretch
  • 52. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.4 Romeinen en Germanen • Burgeroorlog en politieke crisis
  • 53. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.4 Romeinen en Germanen
  • 54. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.5 Jodendom en christendom
  • 55. • De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten • Het jodendom, de oudste monotheïstische godsdienst, kwam in Israël/Palestina tot ontwikkeling. Nadat de Romeinen het gebied hadden veroverd ontstond uit het jodendom in de 1e eeuw het christendom, dat over het Romeinse rijk werd verspreid. Omdat christenen weigerden om de Romeinse keizer als god te vereren werden ze van tijd tot tijd vervolgd. In de 4e eeuw werd het christendom toegestaan; later werd het de Romeinse staatsgodsdienst. Andere godsdiensten werden verboden. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.5 Jodendom en christendom
  • 56. • Polytheïsme en monotheïsme • Jodendom en christendom Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.5 Jodendom en christendom Jodendom Christendom Ontstaan: 1750 vC Ontstaan: 30 nC God: Jahweh God: God Profeet: Mozes Profeet: Jezus Heilig boek: Tenach Heilig boek: Bijbel Regels: Tenach en tien geboden Regels: tien geboden
  • 57. • 30 nC: arrestatie Jezus • 30 – 100: verspreiding christendom in steden en oosten; strenge vervolgingen (vooral populair bij armen, vrouwen en slaven) • 3e eeuw: ook populair bij rijke burgers, christenen krijgen schuld van chaos in rijk • 313: Edict van Milaan (keizer Constantijn) • 391: Christendom wordt staatsgodsdienst Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.5 Jodendom en christendom
  • 58. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.5 Jodendom en christendom
  • 59. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.5 Jodendom en christendom
  • 60. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 § 2.5 Jodendom en christendom
  • 61. • Hoofdvragen: 1. Wat zijn oorzaken voor de Val van het West-Romeinse rijk? 2. Kunnen we wel spreken over ‘de val van het West-Romeinse rijk’? Waarom wel of waarom niet? Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 De ondergang van het Romeinse Rijk
  • 62. Stap 1: Klassieke visies Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 De ondergang van het Romeinse Rijk Stap 2: Universiteit van Nederland Stap 3: Position paper Christendom? Burgeroorlogen? Imperial overstretch? Decadentie? Corruptie? Aanvallen buitengrens? Inflatie? Zwakke leiders? ± 250 woorden “Is er sprake van een ‘Val van het West- Romeinse rijk?” Zo ja, waardoor dan? Zo nee, waarom niet?
  • 63. Hoe konden de Romeinen zo succes vol worden? Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Universiteit van Nederland – Fik Meijer over het Romeinse rijk Hoe schopte je het in het oude Rome van slaaf tot gladiator? Waarom stierven Romeinse keizers vaak een gruwelijke dood? Hoe zagen hooligans eruit in de tijd van de Romeinen?
  • 64. Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12