2. § 2.2
Het leven in een
Griekse stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene
en Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun
buren
3. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
Hoe was het
dagelijks leven
in de Griekse
stadstaat?
5. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
± 1600 – 1100 vC:
Myceense beschaving
6.
7. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
± 750 vC: machtige steden
Stadstaat = poliς (mv: poleiς)
Staat = gebied met vaste
grenzen en eigen bestuur +
regels
Kenmerken: ± 700 poleiς, ±
1000 inwoners (Athene en
Sparta groter), stad +
platteland, zelfstandig
Politieke verdeeldheid,
culturele eenheid
8. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
Weinig vruchtbare landbouwgrond
kolonies en handel
Mannen werkten op het land en
handelden; vrouwen hielden toezicht
op huisslaven en beheerden het geld
Sparta: sober, militair leven
Sprake van ongelijkheid in poleiς: vrije
mensen en slaven
Burgerrecht alleen voor rijke mannen
(niet voor arme mannen, metoiken en
vrouwen)
9.
10. § 2.2
Het leven in een
Griekse stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene
en Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun
buren
11. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
Hoe was het
bestuur
geregeld in
Athene en
Sparta?
12. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
Politiek = alles wat te maken
heeft met het besturen van een
stad of land
Vier staatsvormen:
Monarchie (erfelijke koning)
Aristocratie (bestuur van
weinigen op basis van afkomst)
Oligarchie (bestuur van
weinigen op basis van rijkdom)
Tirannie (alleenheerschappij
van één man)
13. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
508 vC: Kleisthenes
voert de democratie in
Atheense mannen met
burgerrecht ouder dan
18 jaar namen deel
aan volksvergadering
460 vC: hervormingen
door Perikles (dag-
vergoeding)
Ostracisme (scherven-
gericht)
14. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
In Sparta waren mannen
jonger dan 30 jaar bezig met
militaire training en
dienstplicht
Twee erfelijke koningen (ook
bevelhebbers van het leger)
Homoioi (mannen met
politieke rechten, trainden
voor oorlog), perioiken
(onvrije vreemdelingen) en
heloten (lijfeigenen)
15. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
Zowel Athene als Sparta
wilden de machtigste poliς
zijn
Attisch-Delische bond
(Athene, sterke vloot)
Peloponnesische bond
(Sparta, goed landleger)
431 – 404 vC:
Peloponnesische oorlog
Wapenrusting: hoplieten in
een falanx
16.
17.
18. § 2.2
Het leven in een
Griekse stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene
en Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun
buren
19. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
Welke rol
speelden goden
in de Griekse
samenleving?
21. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
Griekse godsdienst:
polytheïstisch
Griekse goden vormden
één grote familie
Goden leken net mensen,
maar waren onsterfelijk
en beslisten over het
leven van mensen
Goden vermoedelijk
overgenomen uit de
Myceense beschaving
22. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
Altaren, tempels, priesters
en processies
Orakels: ‘vertalen’ van
boodschappen van de
Goden
Orakel van Delphi (Apollo)
Raadselachtige
voorspellingen van de
pythia
Godsdienst zorgde voor
eenheid tussen poleiς
23. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
Alle Griekse
godenverhalen bij elkaar
= mythologie
Mythen (godenverhalen)
en epen (epos,
heldenverhalen) werden
eeuwenlang doorverteld
Homeros: Ilias (Trojaanse
oorlog) en Odyssee
(zwerftocht Odysseus na
Trojaanse oorlog)
26. Heeft de Trojaanse oorlog
echt bestaan?
Heinrich Schliemann
Arthur Evans
Knossos, Minoïsche cultuur,
Lineair A en Lineair B
“Donkere tijd”: verdwijnen
schrift en stadstaten
Bronnen: verhalen als
Homerus’ Ilias
Kracht: herkenbaar,
sprookjesachtig en
realistisch
27.
28. Hoofdpersonen realistisch
ὕβρις = hoogmoed ten opzichte
van de goden
Eeuwige roem bracht mensen
dicht bij de onsterfelijkheid van
de goden
Twistappel, mooiste sterfelijke
man op aarde (Paris)
scheidsrechter
Athena, Hera en Afrodite
Paris ontvoert Helena en rooft
de spullen van Menelaos
Agamemnon en Menelaos
ondernemen een wraaktocht
29.
30. Achilles, Odysseus, Nestor
en Ajax
Ilias begint met de wrok
van Achilles
De roof van Chryseïs en
Briseïs
Sterkste man van de
Trojanen was Hector
Duel tussen Menelaos en
Paris: gewonnen door de
Grieken of onbeslist?
31.
32. Hektor doodt Patroklos
Achilles jaagt Hektor
driemaal om de stad
‘Achilleshiel’
De list van Odysseus: het
paard van Troje
33.
34. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
vanaf 776 vC:
Olympische Spelen
(sportwedstrijd ter
ere van de Goden)
35.
36. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
Olympische
Spelen
Pythische
Spelen
Isthmische
Spelen
Nemeïsche
Spelen
Om de vier
jaar
Om de vier
jaar
Om de twee
jaar
Om de twee
jaar
Ter ere van
Zeus
Ter ere van
Apollo
Ter ere van
Poseidon
Ter ere van
Zeus
In Olympia In Delphi Op Korinthe Bij het stadje
Nemea
37. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
Heraia
Om de vier jaar (één
jaar voor de mannen)
Ter ere van Hera
In Olympia
38. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
Onderdelen klassieke
Olympische Spelen:
Hardlopen
o Stadium, diaulos,
dolichos
o Hoplitodromos
Vijfkamp
Discuswerpen
Speerwerpen
Worstelen
Pankration
Wagenrennen
Paardenrennen
39. § 2.2
Het leven in een
Griekse stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene
en Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun
buren
40. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
Waarom is er veel
bewondering
voor de Griekse
kunst en
wetenschap?
41. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
Cultuur = alles wat door een
samenleving wordt bedacht en gemaakt
(gebouwen, kunst, verhalen)
500-400 vC: hoogtepunt Griekse
cultuur
Beeldhouwkunst: volmaakte, perfecte
beelden
Bouwkunst: wiskundige berekeningen
voor tempels
Toneel: tragedie en komedie
49. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
Wetenschap = verzamelen van
kennis door nauwkeurig
bestuderen
Griekse wetenschappers zochten
verklaringen in de natuur
Hippocrates (geneeskunde)
Archimedes & Pythagoras
(wiskunde)
Herodotus (geschiedenis)
Griekse filosofie: Socrates, Plato
en Aristoteles
52. § 2.2
Het leven in een
Griekse stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene
en Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun
buren
53. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
Hoe was de
verhouding
tussen de
Grieken en
hun
buurlanden?
54.
55. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
Weinig vruchtbare
grond in Griekenland
kolonisatie
Grieken behielden
taal, cultuur en goden
Vreemdelingen
waren barbaroi
Perzische oorlogen
(tegen Darius en
Xerxes)
56.
57.
58.
59.
60.
61.
62. § 2.2
Het leven in een Griekse
stadstaat
§ 2.3
Het bestuur: Athene en
Sparta
§ 2.4
De Griekse goden
§ 2.5
De Griekse cultuur
§ 2.6
De Grieken en hun buren
338 vC: Macedonische koning
Philippus verovert
Griekenland
326 en 323 vC: Alexander de
Grote verovert Perzische rijk,
Egypte en India
Wilde volkeren samensmeden
tot één volk: ‘vergrieksing’
Hellenisme: Griekse taal,
theaters, tempels verspreid
over groot gebied