3. § 6.4
De wetenschap-
pelijke revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien
régime
§ 7.3
De
democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en
slavernij
5. Kenmerkend aspect:
De wetenschappelijke
revolutie
In de 17e eeuw leidde een
nieuwe onderzoekende
houding tot de
wetenschappelijke revolutie.
In de exacte wetenschappen
kwamen theorieën en
wetten tot stand op grond
van redeneren, waarnemen
en experimenteren. Bij de
Europese expansie en in
oorlogvoering werden veel
nieuwe ontdekkingen en
uitvindingen toegepast.
6.
7. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
De reformatie
§ 5.3
De reformatie
§ 5.3
De reformatie
§ 5.4
De Nederlandse Opstand
Leg uit dat er in
de wetenschap-
pelijke revolutie
zowel sprake is
van verandering
als van
continuïteit
8. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
13. § 6.4
De wetenschap-
pelijke revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien
régime
§ 7.3
De
democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en
slavernij
14.
15. Kenmerkend aspect:
Rationeel optimisme en
‘verlicht denken’ dat werd
toegepast op alle terreinen
van de samenleving:
godsdienst, politiek,
economie en sociale
verhoudingen
De wetenschappelijke
revolutie in westerse landen
leidde in de 18e eeuw tot
groot optimisme over de
mogelijkheid om met behulp
van het verstand alles te
begrijpen en te verbeteren.
Verlichte denkers
ontwikkelden nieuwe, vaak
revolutionaire ideeën op het
terrein van godsdienst,
politiek, economie en
samenleving.
16.
17.
18.
19. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
De Verlichting
Geestelijke stroming uit late
17de eeuw
Kernidee: mens kan door
rationeel denken (gebruik van
de rede) zichzelf en de
samenleving begrijpen en
verbeteren
Definitie: Immanuel Kant in
“Was ist Aufklärung?”(1784)
Motto: sapere aude!
20. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
Oorsprong: renaissance
(wetenschappelijke
belangstelling, kritisch denken)
en wetenschappelijke
revolutie (‘rationeel’ optimisme
door wetenschappelijke
ontdekkingen)
Term stamt uit 18de eeuw:
mens bevrijdt zich uit de
duisternis van onwetendheid
door te vertrouwen op eigen
verstand
21. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
Voltaire (François-Marie Arouet, 1694-
1778)
Franse schrijver, bestrijder godsdienstig
fanatisme en intolerantie
Bewonderde godsdienstige tolerantie in
Engeland
Deïsme: heelal gemaakt door opperwezen
als een ‘horlogemaker’, sinds het af is
verloopt alles volgens vaste wetten
(mechanisch wereldbeeld)
Inzicht door onderzoek en gebruik van het
verstand
22. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
Grote massa was te dom voor
‘natuurlijke religie’
Voltaire keek neer op het volk en
moest niets van democratie
hebben; hij was voorstander van
een absolute vorst (die vrijheid van
denken garandeerde, de macht van
de kerk beperkte en de vooruitgang
bevorderde)
Voorbeeld: Frederik II van Pruisen
23. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
John Locke (1632-1704)
Schreef in 1690 dat regeringen de
‘natuurlijke rechten’ van burgers moesten
garanderen (recht op leven, vrijheid en bezit)
Regeringen zijn gebaseerd op contract met
burgers; houden regeringen zich niet aan
contract, dan mogen burgers in opstand
komen
Dus: vorst staat niet boven de wet
Vorst heeft taak volk te beschermen en voor
welzijn te zorgen
‘Volkssoevereiniteit’
24. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
Charles de Montesquieu (1689-1755)
Edelman die het Franse despotisme
verafschuwde
Macht bij één persoon leidt tot
machtsmisbruik en onderdrukking
De l’esprit de lois (1748): trias politica;
machtenscheiding tussen wetgevende,
uitvoerende en rechterlijke macht (garantie
dat iedereen gelijk werd behandeld)
Voltaire, Locke en Montesquieu beperkten
burgerschap (politieke rechten) tot burgerij
25. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
Jean-Jacques Rousseau (1712-1778)
Volk is soeverein; regeringen moeten de
‘algemene wil’ uitvoeren
Maar: wie weet wat die ‘algemene wil’
inhoudt?
Mensen sluiten een sociaal contract en dragen
soevereiniteit over aan volksvergadering.
Volksvergadering is uitdrukking van de
algemene wil
Ook: sociale verschillen werken slechte
eigenschappen in de hand ’(‘goede wilden’)
Onderwijs en opvoeding zijn van belang om
maatschappij beter te kunnen maken
26. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
Adam Smith (1723-1790)
Mensen willen van nature hun economische
situatie verbeteren
Regeringen moesten zich zo min mogelijk
bemoeien met de economie
Kritiek op mercantilisme (beschermen eigen
markt)
Voorstander van economische vrijheid
Vrijhandel was noodzakelijk
Eigenbelang is drijfveer bij economisch
handelen; als iedereen dit nastreeft zorgt een
‘onzichtbare hand’ voor het algemeen belang
27. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
Verlichting groeit in 18de eeuw uit tot culturele
beweging
Geletterde burgers lieten zich inspireren door
verlichte denkbeelden
Verlichters waren tegen standenmaatschappij en
slavernij / kolonialisme
Denkbeelden werden uitgedragen in brieven,
pamfletten, kranten, tijdschriften, koffiehuizen en
soirees
Vanaf 1751: Encylopédie van Diderot en
D’Alembert
De verlichting zou wegbereider worden voor
democratische revoluties
28. § 6.4
De wetenschap-
pelijke revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien
régime
§ 7.3
De
democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en
slavernij
29. Kenmerkend aspect:
Het voortbestaan van het
ancien régime met
pogingen om het vorstelijk
bestuur op eigentijdse
verlichte wijze vorm te
geven
De uit de middeleeuwen
stammende
standenmaatschappij bleef
in Europese landen bestaan
tot het einde van de 18e
eeuw. In een aantal landen
hielden koningen vast aan
het absoluut koningschap.
Onder invloed van de
verlichting voerden vorsten
in andere landen
hervormingen door.
30.
31.
32. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
33. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
34. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
35. § 6.4
De wetenschap-
pelijke revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien
régime
§ 7.3
De
democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en
slavernij
36. Kenmerkend aspect:
De democratische
revoluties in westerse
landen met als gevolg
discussies over
grondwetten,
grondrechten en
staatsburgerschap
Onder invloed van de verlichting vonden aan
het eind van de 18e eeuw democratische
revoluties plaats in westerse landen, waarbij
de oude privileges werden afgeschaft. De
Amerikaanse Revolutie begon toen de dertien
Engels kolonies in Noord-Amerika zich in 1776
losmaakten van Engeland en een
democratische republiek stichtten: de
Verenigde Staten van Amerika. De Franse
Revolutie begon in 1789 toen het Franse volk
in opstand kwam. Frankrijk werd een
constitutionele monarchie en later een
republiek. Na het mislukken van de
democratie vestigde Napoleon in 1799 de
alleen-heerschappij. In Nederland begon in
1786 een opstand van democratische
patriotten, maar deze werd na een jaar
neergeslagen. In 1795 begon de Bataafse
Revolutie, waardoor Nederland een
eenheidsstaat werd met een democratische
grondwet.
41. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
Zelfstandig of in een
tweetal:
In 10 minuten tijd
bereid je een korte
presentatie (van
ongeveer 1 minuut)
voor, waarin je één
gebeurtenis uit de
chronologie van de
Franse revolutie uitlegt
58. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
Een revolutie is: een ingrijpende verandering in
een samenleving, die in korte tijd plaatsvindt en
vaak met geweld gepaard gaat
In de democratische revoluties krijgt het
volk meer macht ten koste van de vorst
Het volk krijgt grondrecht (geschreven in een
grondwet)
Een democratische revolutie legt het
fundament voor een democratische
samenleving
Gaat om meer dan vrijheid (anders dan bv. De
Nederlandse Opstand)
59. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
“No taxation
without
representation”
Boston Tea Party,
protest tegen
Britse regering
(16 december
1773)
60. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
Amerikaanse Revolutie (1775 –
1783):
1776
Onafhankelijkheidsverklaring >
afscheiding van Engeland werd
gerechtvaardigd door universele
mensenrechten
Invloed Verlichting (natuurlijke
rechten)
Dertien koloniën vormden
statenbond (federatie)
1787 Amerikaanse grondwet
61. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
De grondwet van 1787 maakt
van de VS de eerste moderne
democratie in de
geschiedenis:
Indirecte democratie
(censuskiesrecht)
Republiek, bestuurders
gekozen door burgers
Scheiding der machten /
checks and balances
Grondrechten van burgers
geschreven in ‘Bill of Rights’
62. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
Oorzaken Franse revolutie:
Falend bestuur absolute vorst
(hoge belastingdruk door
staatsschuld)
Standenmaatschappij (veel
ongelijkheid door ‘tienden’,
hoge prijzen voedsel door
accijnzen en openbare ambten
uitsluitend voor adel en
geestelijkheid)
Aanleiding: bijeenroepen Staten-
Generaal (mei 1789)
63. Verlichtingsidee Maatregelen Nationale Vergadering
Alle mensen hebben van
nature dezelfde rechten
(Locke, Rousseau)
Afschaffing standensamenleving:
- alle Fransen zijn gelijk voor de wet: opgenomen
in
Verklaring Rechten van de Mens en de Burger (26
aug 1789)
- in plaats van lid van een stand zijn Fransen nu
staatsburger
De koning staat niet boven
de wet, hij regeert alleen
met toestemming van het
volk
- Macht koning beperkt door een grondwet
(aangenomen in 1791). Frankrijk werd een
constitutionele monarchie
- In de grondwet staan de grondrechten die de
burgers beschermen tegen de overheid
Volkssoevereiniteit
(Locke, Rousseau)
In 1789 - 1791 kwam er nog geen algemeen
kiesrecht maar censuskiesrecht
Trias Politica (Montesquieu) De koning behield alleen nog de uitvoerende macht.
De Nationale Vergadering kreeg de wetgevende
macht.
64. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
Vanaf 1799 regeert Napoleon als
‘verlicht despoot’
Voert een aantal verworvenheden van
de Franse revolutie door:
Afschaffing van de standen
Alle burgers zijn gelijk voor de wet
Eenheid in de rechtspraak (Code
Napoléon)
Standaardmaten en –gewichten
(metrieke stelsel)
Invoering van een burgerlijke stand
Invoering nationale dienstplicht
https://npofocus.nl/artikel/7615/wat-
hebben-we-te-danken-aan-napoleon
65. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
Republiek der Zeven Verenigde
Nederlanden (1588 – 1795): geen
democratie, maar oligarchie –
stadhouder ging zich vanaf de 18de eeuw
meer als vorst gedragen
1795: patriotten vestigen samen met
Frans leger de Bataafse republiek
Mensenrechtenverklaring, nationale
vergadering, grondwet > Nederland
werd rechtsstaat en eenheidsstaat
Koninkrijk Holland Lodewijk
Napoleon (1806 – 1810)
66. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
1815: definitieve nederlaag
Napoleon in Slag bij Waterloo
Congres van Wenen (1814-
1815): gericht op herstel macht
oude vorstenhuizen (restauratie
ancien régime)
Restauratie had ook kenmerken
van de verlichting: macht vorst
werd in grondwet vastgelegd en er
kwam een volks-
vertegenwoordiging (weinig macht
en weinig representatief)
67.
68. § 6.4
De wetenschap-
pelijke revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien
régime
§ 7.3
De
democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en
slavernij
69. Opdracht (in tweetallen,
maximaal 20 minuten)
Ieder duo krijgt een spotprent
over Napoleon toegewezen.
1. Analyseer de spotprent
volgens de richtlijnen uit het
document ‘Het analyseren
van spotprenten’
2. Bereid een korte presentatie
voor, waarin je in ieder geval
ingaat op de boodschap van
de prent. Wat is er
afgebeeld? Welke historische
verwijzingen zie je?
88. 5.ges2 5.ges3
wk 5 les 1 7.4 200 jaar
slavernij
7.4 200 jaar
slavernij
wk 5 les 2 7.4 K.A. 7.4 K.A.
wk 5 les 3 7.4
slavernijdebat
7.4
slavernijdebat
wk 6 les 1 Oefenles Oefenles
wk 6 les 2 Oefenles Oefenles
wk 6 les 3 valt uit Oefenles
wk 7 les 1 Oefenles Oefenles
§ 6.4
De wetenschap-
pelijke revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien
régime
§ 7.3
De
democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en
slavernij
Mogelijkheid tot
bespreken P.O.
Politieke
geschiedenis
Toets D3 in
week 7
89. § 6.4
De wetenschap-
pelijke revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien
régime
§ 7.3
De
democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en
slavernij
98. Kenmerkend aspect:
Uitbouw van de Europese
overheersing, met name in
de vorm van
plantagekolonies en de
daarmee verbonden trans-
Atlantische slavenhandel,
en de opkomst van het
abolitionisme
Vanaf de 16e eeuw vergrootten
Europeanen hun kolonies in Amerika
en legden ze er plantages aan die
produceerden voor de Europese
markt. Voor het zware plantagewerk
haalden ze miljoenen zwarte slaven
uit Afrika. Door de verlichting
ontstond in westerse landen
discussie hierover. Eind 18e eeuw
ontstond een beweging tegen
slavernij die ervoor zorgde dat
westerse landen de slavenhandel en
slavernij in de 19e eeuw stap voor
stap afschaften.
99. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
16de eeuw: Portugal en Spanje
koloniseren grote delen Amerika
Startpunt handel tussen
Amerika en Europa: goud, zilver,
tabak, koffie, suiker, katoen
Producten verbouwd op
plantages
Arbeidskrachten geleverd door
slavenhandelaren (via West-
Afrika)
Plantagekoloniën
Driehoekshandel
100.
101. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
Transatlantische slavenhandel
Tussen 1500 en 1800: Europeanen
verscheepten zo’n 12 miljoen
Afrikaanse slaven naar Amerika
(Nederland: ± half miljoen)
West-Indische Compagnie
(1621)
Slavenhandel voor Republiek
niet winstgevend, winst kwam
vooral van de plantageproducties
(en daarvoor waren de slaven nu
eenmaal nodig)
102.
103. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
Slavenhandel leidde in de Republiek niet
tot grote verontwaardiging
Dubbele moraal: zwart werd gezien als een
mindere mensensoort
Argument voor slavenhandel: Europeanen
bewezen Afrikaanse slaven een dienst: als
slaaf op plantage hadden ze een beter leven
dan onder Afrikaanse vorst
Einde 18de eeuw: protest nam toe
(gevoed door Verlichting)
Montesquieu: Ongelijkheid tussen slaaf
en meester leidt tot machtsmisbruik
104. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
Abolitionisten = aanhangers van de
anti-slavernijbeweging
Eind 18de eeuw in Engeland
(moderne actiegroep)
Engeland schaft in 1807
slavenhandel; in 1834 slavernij af
Nederland laat (1863)
Verenigde Staten na burgeroorlog
(1861-1865)
Niet erkend door blanken in
zuiden > apartheid/segregatie in
Amerikaanse samenleving
105. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
De Las Casas Mentor, Present &
Cojo
Adam Smith Society for the
Abolition of Slave
Trade
(Wedgwood)
106. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
107. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
108. § 6.4
De wetenschappelijke
revolutie
§ 7.1
De Verlichting
§ 7.2
Het ancien régime
§ 7.3
De democratische
revoluties
Extra:
Napoleon
§ 7.4
Kolonialisme en slavernij
110. Gebruik bron 5.
In 1682 kocht de WIC
Suriname van de Staten van
Zeeland, omdat Suriname
paste in de driehoekshandel
van de WIC.
Leg uit:
• (zonder bron) wat die
driehoekshandel inhield en
• (met bron) waardoor
Suriname goed paste in de
driehoekshandel.
111. Gebruik bron 5.
In 1682 kocht de WIC Suriname van de Staten van Zeeland,
omdat Suriname paste in de driehoekshandel van de WIC.
Leg uit:
• (zonder bron) wat die driehoekshandel inhield en
• (met bron) waardoor Suriname goed paste in de
driehoekshandel.