Deze presentatie gaf ik op 6 oktober aan het Alfa-College in Groningen. In de presentatie ga ik in op enkele wortels van (onderwijs)-overtuigingen en bespreek ik verschillende tegenstellingen die in onderwijsdiscussies bestaan. Deels is dit gebaseerd op het boek 'When to trust the experts' van Daniel Willingham (vertaald als 'Wat kunnen we kinderen echt leren' en het artikel dat ik schreef voor Pedagogische Studiën over Rousseau versus Arendt in de iPad-klas.
5. Vertaald:
DANIELT.WILLINGHAMWATWEKINDERENECHTKUNNENLEREN
ISBN 978 94 014 3542 0
www.lannoocampus.be
Daniel T. Willingham doceert als
professor psychologie aan de
University of Virginia. Zijn onderzoek
is gericht op de toepassing van
cognitieve psychologie bij educatie.
Hij is columnist voor American
Educator en schreef de bestsellers Why
don’t students like school?
en Raising kids who read. Zijn werk is
vertaald in veertien talen.
Pedro De Bruyckere is
pedagoog en onderzoeker aan de
Arteveldehogeschool in Gent en
bestrijdt mythes over onderwijs en
leren. Hij is de auteur van
De jeugd is tegenwoordig, Jongens zijn
slimmer dan meisjes en
Ik was 10 in 2015.
WANNEER KUN JE
‘EXPERTEN’
VERTROUWEN?
GOEDE WETENSCHAP
VOOR GOED ONDERWIJS
Devoortdurendeevolutievanpedagogische
en onderwijskundige wetenschappen zorgt
voor een over-aanbod aan nieuwe inzichten
en mogelijke toepassingen. Dat maakt
het voor ouders, onderwijsprofessionals
en beleidsmensen moeilijk te bepalen
welke conclusies ze moeten trekken en
welk advies te volgen. Alle adviezen
lijken ‘gebaseerd op onderzoek’, maar de
resultaten spreken elkaar vaak tegen.
In dit boek toont bestsellerauteur Daniel
T. Willingham hoe je feit van fictie kunt
onderscheiden. Hij beschrijft wat goede
wetenschap is, hoe je die kunt herkennen
en waarom we vaak zo goedgelovig zijn
voor slecht onderbouwde en foute claims.
Wat we kinderen echt kunnen leren biedt
een praktische methode om bewust te
leren omgaan met onderwijsonderzoek
en -voorschriften. Zo kun je als ouder of
onderwijsprofessional door de bomen het
bos weer zien.
DANIEL T. WILLINGHAMVERTAALD EN BEWERKT DOOR
PEDRO DE BRUYCKERE
wat we
kinderen
echt kunnen
leren
OVER FEITEN EN FICTIE
IN ONDERWIJS
29. John Adams (1910)
Order of concreteness:
(1) the real object, for which anything else is a more or less inefficient
substitute;
(2) a model of the real object;
(3) a diagram dealing with some of the aspects of the object; and
(4) a mere verbal description of the object”