SlideShare a Scribd company logo
1 of 12
Download to read offline
Stand van zaken
integrale kindcentra
Februari 2013

Kennis centrum kindcentra
Frank Studulski

Discussiepunten voor de IKC Club van 7 februari
De klankbordgroep IKC heeft de volgende werkdefinitie voor een integraal kindcentrum
voorgesteld.
       Een integraal kindcentrum is een voorziening voor kinderen van tenminste 0-12 jaar, waar
       zij gedurende de dag komen om te leren, spelen, ontwikkelen en ontmoeten. Alle
       ontwikkelingsterreinen van kinderen komen aan bod. De omgeving biedt een totaalpakket
       op het gebied van educatie, opvang en ontwikkeling, waarbij wel functionele specialismen
       zijn (inclusief taakverdeling), maar geen institutionele en organisatorische verdeling. Het
       centrum biedt kinderen een dagprogramma voor zolang als zij willen deelnemen, met
       minimale en maximale uren, (maar met een ruim openingsregime).

Dat betekent dat we uitgaan van de volgende kenmerken:
      één directeur of leidinggevende voor de gehele locatie
      De instellingen zijn zo veel mogelijk geclusterd op één plek (school, psz, opvang)
      De instellingen zijn zo veel mogelijk onder één bestuur ondergebracht
      Er wordt gewerkt vanuit één financieel kader
      Er wordt gewerkt vanuit één personeelsbeleid
      Ruime dagarrangementen en dagroosters (8.00-18.00 uur)
      Eén pedagogisch plan

Met deze organisatorische uitgangspunten wil men ook een stap verder komen dan men nu kan
komen met het op samenwerking gebaseerde brede school model. Het integraal kindcentrum, of
steeds vaker: het kindcentrum, is bij veel mensen in goede aarde gevallen. Er is een kopgroep van
20 wethouders (en de VNG) die zich inzetten voor het kindcentrum. Het project Andere tijden heeft
voorbeelden en portretten gemaakt van kindcentra, die in de afsluitende conferentie in 2012 zijn
verspreid. Er ontstaan her en der nieuwe initiatieven.
De ontwikkeling van de kindcentra heeft wel last van de bezuinigingen in de kinderopvang. Maar
toch zag ook de SER, in het advies over dagarrangementen, het kindcentrum als een beloftevolle
ontwikkeling. In die zin zijn brede scholen en kindcentra ook genoemd in het nieuwe regeerakkoord
(2012), onder de kop arbeidsmarkt. Een uitgebreider overzicht van de ontwikkelingen staat in het
tweede deel van de tekst.

Er spelen verschillende vraagstukken in het veld, die betrekking hebben op de ontwikkeling van de
kindcentra.

Eerste vraagstuk: omlabeling
In het land zien we nu verschillende gemeenten en instellingen die hun brede school omlabelen
naar een kindcentrum, zonder dat er wezenlijk wat verandert aan de organisatie van de brede
school. Het wordt pas een ikc als er minstens aan twee randvoorwaarden is voldaan, namelijk één
directeur en één bestuur. Soms gaat het om hele gemeenten, waar via het beleid wordt besloten
om brede scholen nu kindcentra te noemen.
Op zich zijn hier verschillende (op zich legitieme) redenen voor. De term brede school begint een
beetje afgesleten te raken en men is op zoek naar een nieuw woord dat niet het imago van
moeizame samenwerking met zich meesleept. Het begrip kindcentrum waar kinderen van 0-12 jaar
worden opgevangen is aansprekend en men kijkt daarbij minder naar de organisatorische
randvoorwaarden.

Discussievragen:
1) Is dit een probleem?
2) Zijn het kindcentrum en de brede school geholpen als we weer verdwalen in een puriteinse
    definitiediscussie?



                                                                                                     1
3) Kun je ook een kindcentrum zijn als je bijvoorbeeld één personeelsbeleid hebt en één
   pedagogisch plan, maar wel meerdere directeuren?
4) Met andere woorden: is de structuur voorwaardelijk voor de cultuur, of is de cultuur
   belangrijker dan de structuur?

Tweede vraagstuk: samenwerkingsinstrumenten
Als de school, de peuterspeelzaal, de kinderopvang en bijvoorbeeld de culturele instelling
samenwerken in een kindcentrum, hoe geef je dan vorm aan de samenwerking. Welke
instrumenten zijn er om samenwerking om te vormen tot een eenduidige organisatie in
afstemmingsstructuur en cultuur?
Wij denken dan in eerste instantie aan:
       Een integraal kindvolgsysteem
       Personeelsbeleid met gezamenlijke trainingen / scholing
       Één pedagogisch plan
       Een gemeenschappelijke aanpak voor sociaal-emotionele ontwikkeling
       Integrale portfolio’s voor leerlingen

Discussievragen:
    1) Zijn dit goede instrumenten?
    2) Welke instrumenten zijn een basisniveau (minimaal) en welke zijn een plus?
    3) Zijn er wellicht andere instrumenten die de samenwerking en afstemming nog verder
        kunnen versterken?

Derde vraagstuk: buiten het IKC
De samenwerking en organisatie binnen een IKC op orde en gang krijgen is één ding, maar een
kindcentrum heeft ook te maken met een omgeving. Een schoolbestuur kan autonoom besluiten
nemen over een voorzieningenaanbod, maar heeft toch altijd te maken met huisvestingsbeleid van
de gemeente. Wat doet een IKC met het CJG, de bibliotheek of de sportvereniging / het
sportbeleid? Wat hebben kindcentra eigenlijk nodig van de omgeving om een goed kindcentrum te
zijn?

Discussievragen:
    1) Hoe is de rolverdeling tussen gemeenten en andere partijen en de partners van het
        kindcentrum.
    2) Wat zijn actieve en passieve rollen van de gemeente?
    3) Op wat voor manier hebben de partijen en elkaar nodig?
    4) Welk andere partijen kunnen een rol spelen bij een kindcentrum?

Vierde vraagstuk: de regelgeving
Een belangrijke belemmering voor de kindcentra is de strijdige regelgeving. Hieraan zijn
verschillende aspecten te benoemen.
   Er is strijdige regelgeving, binnen sectoren. Binnen de wet primair onderwijs, bijvoorbeeld als
    het gaat om inwoning van een BSO in de school.
   Er is spanning tussen regelgeving tussen de sectoren. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om regels
    omtrent leidster-kindratio bij het buitenspelen bij onderwijs en bij kinderopvang.
   Er zijn ook wijze lessen te leren over de vraag hoe je als ondernemend schoolleider met die
    regelgeving - en de betrokken personen – kunt omgaan. Dan hebben we het in feite over
    hantering van de regels.
In de IKC club van 2012 is al gesuggereerd dat we strijdige regelgeving zouden verzamelen en die
aanbieden aan ….. aan wie eigenlijk?

De reactie van de departementen is vaak dat de beleving van de regelgeving anders is dan de
werkelijke regelgeving, met andere woorden, veel regelgeving en beelden over wat wel en niet
mag zitten in de hoofden van betrokkenen (zie het onderzoek van Regioplan, 2005). Een ander
argument is dat men vindt dat de sector kinderopvang die regels zelf heeft ingesteld, en daarom de
hand in eigen boezem zou moeten steken; we willen immers alle risico’s uitsluiten.

Discussievragen
    1) Welke regels zijn nu werkelijk een belemmering om een kindcentrum te worden?
    2) Wie is daar verantwoordelijk voor en wie kan er wat aan doen?
    3) Wat zou er veranderd moeten worden.

In de discussie verzamelen we 3 tot 5 knellende regels en melden die bij de verantwoordelijken,
bijvoorbeeld met een brief.

                                                                                                  2
Wat is de stand van zaken van de integrale kindcentra?

De twee rapporten die de wenselijkheid van de kindcentra markeerden zijn al weer drie jaar oud
(Dutch design en Op weg naar een integraal kindcentrum van de klankbordgroep integraal
kindcentrum, 2010).

Het project Andere tijden heeft op 23 mei 2012 de 8e landelijke brede school conferentie
aangegrepen om enerzijds hun project af te sluiten, maar ook het kindcentrum te promoten. Er zijn
verschillende brochures gemaakt.
        Wij maken werk van kindcentra, portretten van pioniers
        Opgroeien doe je maar één keer, door Jeanette Doornenbal
Voor de teksten zie: www.anderetijdeninonderwijsenopvang.nl

Op 23 mei verscheen ook een bundel van Sardes
        Studulski, F., en Peterink, S., (reds) (2012). Nieuwe trends in brede scholen en kindcentra,
         Amsterdam: SWP
Hierin zijn ook een paar portretten van IKCs opgenomen zoals Accrete (een schoolbestuur in
Overijssel) en Et Buut (een school in Zaandam).

In het regeerakkoord zijn brede scholen en integrale kindcentra genoemd, onder de kop
Arbeidsmarkt. Het feit dat IKC worden genoemd is al heel wat.

Tekst uit het regeerakkoord (2012):
        Bijna 800.000 kinderen maken gebruik van kinderopvang. Het gaat om kinderen in een
        kwetsbare leeftijd. Daarom moeten de opvangvoorzieningen een gezonde en veilige
        omgeving bieden, die bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen. Kinderopvang biedt
        ouders de mogelijkheid om deel te nemen aan het arbeidsproces. Al met al voldoende
        redenen om betaalbaarheid en kwaliteit van kinderopvang te blijven borgen.
        Onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzalen en voor- en vroegschoolse educatie moeten op
        elkaar afgestemd zijn. In de voorschoolse periode is dat van belang om
        ontwikkelingsachterstanden te voorkomen, te signaleren en tijdig aan te pakken. Het leren
        van de Nederlandse taal door jonge kinderen verdient daarbij bijzondere aandacht. Dit stelt
        ook eisen aan de vaardigheden van de beroepskrachten in de sector. Bij buitenschoolse
        opvang is afstemming noodzakelijk om waar mogelijk een sluitend dagarrangement te
        realiseren, bijvoorbeeld in het kader van de brede school of integrale kindcentra. Ouders
        kiezen de voorziening die het beste bij hun kind past. Klachten moeten makkelijk kunnen
        worden ingediend, verdienen serieuze en snelle behandeling en worden betrokken bij het
        toezicht. Het risicogestuurde toezicht verbetert verder: streng waar nodig, zelf
        verantwoordelijk waar dat kan.
               Om de onderlinge afstemming van onderwijs, peuterspeelzaalwerk en kinderopvang
                te optimaliseren wordt de financiering van het peuterspeelzaalwerk onder de Wet
                Kinderopvang gebracht. Daarbij zal bestaande gemeentelijke financiering worden
                betrokken. Belemmeringen voor samenwerking zullen op basis van de ervaringen in
                de nu lopende pilots worden weggenomen. De bestaande minimumeisen aan voor-
                en vroegschoolse educatie worden onderdeel van de afspraken.
                Financieringsstromen stemmen we op elkaar af.
               Door extra investeringen in voor- en vroegschoolse educatie verbeteren we de
                kwaliteit en de taalvaardigheid van het personeel.
               De veiligheid van kinderen in de kinderopvang heeft de hoogste prioriteit.
                Screening van het personeel zal voortdurend plaatsvinden.
               De positie van ouders wordt versterkt. De verschillende klachten- en
                geschillenregelingen worden gestroomlijnd, zodat ouders bij elke voorziening een
                beroep kunnen doen op een klachtenfunctionaris/vertrouwenspersoon en een
                laagdrempelige geschillenregeling.
               Het aanbod van voorzieningen dient aan te sluiten bij de wensen van ouders. Met
                de sector worden afspraken gemaakt over een grotere flexibiliteit in het aanbieden
                van contracten. Doel is een verbeterde aansluiting tussen gebruikte en betaalde
                uren. Indien nodig wordt dit wettelijk vastgelegd.




                                                                                                    3
In de afgelopen periode hebben de ministeries van OCW en SZW een paar experimenten ingezet.

       Ontwikkelingen schooltijden basisonderwijs
       Basisscholen bepalen zelf hoe een schooldag eruit ziet. Sinds schooljaar 2011-2012 doen
       10 basisscholen mee aan een proef om de onderwijstijd flexibel te verdelen over het
       schooljaar.
       Hiervoor wordt een proef flexibele schooltijden basisonderwijs uitgevoerd
       In schooljaar 2011-2012 zijn 7 basisscholen gestart met een proef om lesuren flexibeler te
       verdelen over het schooljaar. Deze scholen kunnen dan bijvoorbeeld ook les blijven geven
       tijdens de zomervakantie. De scholen delen de lesuren in overleg met de ouders in. Sinds 1
       augustus 2012 doen nog 3 andere scholen aan het experiment mee. De proef duurt 3 jaar.
       De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) gebruikt de ervaringen om te
       kijken of regels voor onderwijstijd flexibeler kunnen.

       De minister wil scholen en ouders zo de mogelijkheid geven het onderwijs aan te passen op
       de wensen van deze tijd. Bijvoorbeeld door de lessen beter aan te laten sluiten op de
       naschoolse opvang en op de werktijden van de ouders.
       Voorwaarde is wel dat de scholen de leerlingen minimaal 7520 uren onderwijs in 8 jaar
       blijven geven. Daarbij moet de onderwijstijd evenwichtig over de dag en het jaar zijn
       verdeeld. Ook moet het onderwijs aan de kwaliteitseisen voldoen en moeten de resultaten
       van de leerlingen voldoende blijven.

       Monitor continurooster op basisscholen
       Steeds meer scholen voeren een continurooster in: 5 schooldagen met 5 uren onderwijs en
       een korte middagpauze. Hiermee kunnen zij de schooltijden beter aanpassen aan de
       wensen van de ouders. Ouders hoeven hun kinderen bijvoorbeeld niet op te halen tussen
       de middag.
       Het ministerie van OCW brengt met de monitor continurooster de gevolgen van dit rooster
       in kaart. Zo meet de monitor de prestaties van de leerlingen en de kwaliteit van het
       onderwijs. De monitor is gestart in het schooljaar 2011-2012 en loopt 3 jaar.
       (www.minocw.nl)

Inmiddels zijn de eerste monitorrapporten verschenen:
      Weerd, M. de en Krooneman, P.J. (2012). De monitor experiment flexibilisering
       onderwijstijd, 1e meting, 2011-2012, Amsterdam: Regioplan
      Tillaard, J.C.M. van den, en Weerd, M. de (2012). Vijf gelijke dagen monitor, 2011-2012,
       Amsterdam: Regioplan
(De management samenvattingen worden uitgedeeld)

Aan deze experimenten doen mee: Laterna Magica in Amsterdam, De Sterrenschool te Apeldoorn,
De Parapluschool in Ede, Bikube te Hoofddorp, De Casaschool te Pijnacker, De School te
Zandvoort, De Sterrenschool te Zevenaar.

Daarnaast is er een experiment dagarrangementen van het ministerie van SZW. Op de landelijke
conferentie brede school (23 mei 2012) werd bekend gemaakt dat Zaandam, Wijchen en Nijmegen
hier aan deelnemen.

        Experiment Integraal Dagarrangement (Nieuwsbericht 24-09-2012)
        Vanaf 1 januari 2013 tot 1 juli 2016 krijgen maximaal vijftien samenwerkingsverbanden
        van basisscholen en kinderopvangorganisaties de mogelijkheid om onderwijs en
        kinderopvang gedurende de dag af te wisselen. Zij mogen daarbij, in overleg met de GGD,
        afwijken van de kwaliteitsregels bijvoorbeeld ten aanzien van de grootte van de groep (zie
        voor de exacte voorwaarden het Besluit). De begeleiding daarvan wordt geboden door het
        landelijk steunpunt brede school.
http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2012/09/24/experiment-integraal-dagarrangement.html

Ook voor dit experiment is een monitor ingesteld.

Onderzoek CAOP
Het CAOP heeft onlangs een onderzoek uitgezet naar knelpunten in de personele sfeer bij scholen
die innoveren met organisatie en dagindeling. De titel was: personele knelpunten en
ontwikkelingen van innovatieve scholen, kindcentra en brede scholen. Het idee is dat bij
geselecteerde scholen wordt onderzocht wat de knelpunten zijn en wat de oplossingen zijn die de
scholen daarbij hebben gekozen.


                                                                                                     4
Het doel van het onderzoek is:
•      Zicht krijgen op de nieuwe personeelsaanpak (taken en functies, cao’s) op basis de nieuwe
       organisatiewensen en de problemen die de scholen belemmeren in hun plannen
•      Oplossingen verzamelen en in beeld brengen die scholen hebben gevonden in de sfeer van
       personeel (maar ook ruimte, tijdsindelingen, administratie/beheer, functies en rollen).
•      een voorstel voor een goede heldere presentatie, zodat deze direct toepasbaar en
       toegankelijk wordt voor belangstellende scholen.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Oberon.

Kopgroep
Landelijk is er nog steeds een Kopgroep van wethouders actief.
Deze kopgroep van wethouders uit de grote en middelgrote gemeenten en kleine kernen wil het
debat over kindcentra stimuleren. Een samenwerkingsproject van het project Andere Tijden,
Taskforce Kinderopvang Onderwijs en de VNG.

Het integraal kindcentrum is een verkenning naar een nieuwe organisatie voor kinderen van 0 tot
12 jaar. Steeds meer peuterspeelzalen, kinderopvangorganisaties en scholen werken samen op één
locatie. Soms gaat dat goed, soms kan het beter.

Niet alleen schoolbesturen en kinderopvangorganisaties zijn op zoek naar manieren om de
organisatie van voorzieningen voor kinderen van 0 tot 12 jaar beter te laten functioneren. Ook een
groep gemeenten werkt aan samenhang in de voorzieningen. Deze zogenaamde 'kopgroep
kindcentra' bestaat uit een twintigtal gemeenten verspreid over het hele land.

De aftrap voor het project Kopgroep kindcentra werd gegeven tijdens de startbijeenkomst op 11
februari 2011 in Utrecht. Een enerverende bijeenkomst waar de kopgroepgemeenten onder meer
hun ambities, ervaringen en verwachtingen deelden. (www.vng.nl)
De Kopgroep heeft in mei 2012 een lobbybrief verstuurd aan de Tweede Kamer (zie bijlage)

Wethouder Janneke Oude Alink van Hengelo hield op de Vversterk conferentie van 20 november
2012 een vurig pleidooi voor de kindcentra. Zij verscheen ook met een filmpje op youtube.

Ruimte OK
Nog ander nieuws is dat in 2012 Ruimte OK is ingesteld. Dit is een kenniscentrum voor huisvesting
op het gebied van Onderwijs en kinderopvang. Het is ingesteld door PO-Raad, VO-Raad, VNG en
Waarborgfondskinderopvang. De verwachting is dat zij zich meer integraal zullen richten op
huisvestingsvraagstukken, zoals voor een deel ook al is gedaan met de Scholenbouwwaaier.
Zie www.ruimte-ok.nl

Medezeggenschap
Het Landelijk Steunpunt Brede Scholen organiseerde onlangs een bijeenkomst om te praten over
medezeggenschap op IKC’s. Op CBS de Schakel in Utrecht spraken adviseurs van het Steunpunt
met afgevaardigden van ouderorganisaties, waaronder BOINK, Ouders&Coo en Stichting Kleurrijke
Scholen.

Hoe kun je medezeggenschap op een IKC het beste regelen? Op die vraag was tot voor kort geen
sluitend antwoord. Medezeggenschap op scholen is altijd in de vorm van een mr. En bij
kinderopvangorganisaties kunnen papa’s en mama’s via een oudercommissie meepraten. Maar hoe
moet dat nou als de school en de kinderopvang één instelling als één fungeren? Rond dit
onderwerp organiseerde het Steunpunt een bijeenkomst. Daarbij stonden het reglement en het
ontwerp Kindcentrum Raad (KCR) centraal. Deze documenten zijn door het Amsterdamse IKC,
Laterna Magica, en Margot Koekkoek ontwikkeld. (tekst wordt uitgedeeld)


De middag begon met een inspirerende inleiding van Margot Reukers, directeur van de Schakel,
een brede school in Utrecht. Margot vertelde hoe zij met haar team vorm geeft aan
ouderbetrokkenheid. “Dat ouderbetrokkenheid echt een effect heeft op de leerprestaties van de
kinderen, staat buiten kijf. We organiseren bijvoorbeeld aan het begin van een schooljaar KOM-
gesprekken. Dat staat voor Kind Ouder Medewerker. Ouders en kinderen zijn aan het woord en de
leerkracht luistert.”

Vervolgens bespraken de adviseurs van het Steunpunt en de afgevaardigden van de
ouderorganisaties het reglement en het ontwerp Kindcentrum Raad (KCR). Zij maakten meteen de



                                                                                                 5
afspraak om dat in maart 2013 nog eens te doen, waarna ze een advies uitbrengen over hoe je
ouderbetrokkenheid in een IKC het beste kunt regelen.




                                                                                              6
BIJLAGE Na de brede scholen, nu de kindcentra
Auteur: Leo Mudde - 23/11/2012

We zijn nog maar net gewend aan de brede scholen die in alle gemeenten tot stand zijn
gekomen of de volgende ontwikkeling staat al voor de deur. En opnieuw zijn het
wethouders die het initiatief nemen. De nieuwe trend: integrale kindcentra, waar
onderwijs, kinderopvang en peuterspeelzaal echt samengaan. Onder één leiding en met
een heldere pedagogische visie.
‘Het is onbegrijpelijk dat Nederland, een land dat het moet hebben van zijn kenniseconomie,
geen samenhangende infrastructuur heeft voor de opvang en ontwikkeling van kinderen
tussen de 0 en 12 jaar. Met de Wet Kinderopvang (2005) lijkt politiek Den Haag gestopt te
zijn met het nadenken over het belang van hoogwaardige voorzieningen voor kinderen.
Maatregelen richten zich uitsluitend op wel of niet bezuinigen.’
Dit stelt de Bernard van Leer Foundation, het fonds dat zich inzet voor kinderen die opgroeien
in moeilijke sociale of economische omstandigheden. Samen met het Kinderopvangfonds
staat deze organisatie aan de basis van het programma Kies nu voor Kinderen dat zich richt op
betere en meer samenhangende voorzieningen voor kinderen en hun ouders, en op een grotere
toegankelijkheid van kinderopvang en een betere aansluiting tussen opvang en onderwijs.
Deze zomer lieten de twee instellingen onderzoeken wat hun programma de samenleving zou
kosten. Voor de overheid: niets, was de uitkomst. En voor de maatschappij zou het per saldo
248 miljoen euro per jaar opleveren. Dat mooie resultaat wordt veroorzaakt door een
verlaging van de leid(st)er/kind-ratio in de buitenschoolse opvang (van één leid(st)er op tien
kinderen naar één op vijftien kinderen) en door het integreren van de peuterspeelzalen in de
kinderdagverblijven. De baten kunnen vervolgens worden doorgegeven aan de ouders in de
vorm van een verlaging van de ouderbijdrage en het toegankelijk maken van kinderopvang
voor niet-werkende ouders.
Het versnipperde veld was de belangrijkste aanleiding voor het onderzoek. Voor kinderen zijn
er nu verschillende voorzieningen en verschillende financiële stromen.
Binnen de kinderopvang zijn er de dagopvang voor 0-3-jarigen, de peuterspeelzalen voor
kinderen van 2 en 3 jaar, en de buitenschoolse opvang (bso) voor kinderen van 4 tot 12 jaar.
Dagopvang en bso kunnen worden aangeboden in een centrum, maar ook door gastouders.
Beide vormen vallen onder de Wet kinderopvang, maar peuterspeelzalen vallen onder
gemeentelijke regelgeving. En dan is er nog de Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE) die
in peuterspeelzalen en dagopvang wordt aangeboden. Deze voorzieningen staan vaak allemaal
los van het basisonderwijs.
Dat kan beter, vindt Kies nu voor Kinderen. Er moet meer samenhang komen in het systeem
van kinderopvang. Verschillen in toegankelijkheid tussen dagopvang, bso en gastouderopvang
enerzijds en de peuterspeelzaal anderzijds moeten worden opgeheven en de samenwerking
tussen opvang en onderwijs kan beter.

Kopgroep
Kies nu voor Kinderen staat hierin niet alleen. Gemeenten startten in 2011 al het debat over de
vorming van integrale kindcentra, waarin peuterspeelzalen, kinderopvangorganisaties en
scholen samenwerken op één locatie, onder één leiding en met één pedagogische aanpak voor
kinderen van 0 tot 12 jaar. Een kopgroep van twintig wethouders wil de ontwikkeling van die
kindcentra in hun gemeenten stimuleren zolang ` de wet- en regelgeving hier nog geen kader
voor biedt.
Een van die wethouders die hun nek uitsteken is René Peeters van Almere. Hij kreeg voor
elkaar dat de kindcentra zijn opgenomen in het verkiezingsprogramma van zijn partij, D66. Er
zijn weliswaar meer partijen die voorstander zijn van een verdere integratie van onderwijs en
kinderopvang, maar D66 zegt nu expliciet dat een kindcentrum onder één leiding moet staan –
dus geen competentiestrijd meer tussen onderwijs en kinderopvang – en dat kinderopvang
beleidsmatig wordt ondergebracht bij het ministerie van OCW.
Een goede zaak, zegt Peeters. Hij weet waarover hij het heeft. Hij was leerkracht,
schooldirecteur en algemeen directeur van het openbaar onderwijs in Amsterdam-West en
voltooide een masteropleiding bovenschools leiderschap. Dat kinderopvang verhuist van het
departement van sociale zaken en werkgelegenheid (waar het nu onder valt) naar onderwijs
vindt hij vanzelfsprekend. ‘Kinderopvang wordt nu benaderd als
werkgelegenheidsinstrument: het geeft ouders de mogelijkheid werk en gezin te combineren.
Maar de benadering zou een pedagogische moeten zijn: het gaat om het kind.’

Spelen is leren
Zo staat het ook in de brief die de Kopgroep Wethouders voor Kindcentra dit voorjaar naar de
politieke partijen stuurde: ‘Wij willen onze jonge burgers in staat stellen hun talenten

                                                                                                  7
optimaal te ontwikkelen. (…) In een integraal kindcentrum kunnen kinderen de hele dag
terecht om te spelen, te leren, te ontdekken en te ontspannen.’
Peeters, wiens handtekening ook onder die brief staat, is het daar uiteraard van harte mee
eens. ‘Vaak reageren mensen, als ze horen dat ik voorstander ben van het integreren van
kinderopvang en onderwijs, bezorgd. De kinderopvang mag geen school worden, zeggen ze
dan. Natuurlijk mag dat niet en dat zal ook niet gebeuren. Maar ik vind wel dat je heel jonge
kinderen moet voorzien van een rijke speel-omgeving, want spelen ís leren.’
Het is goed dat de wethouders opstaan om de kindcentra van de grond te krijgen, zoals ze dat
ook deden met de brede scholen, zegt Peeters. Die zijn ook ontstaan als lokale initiatieven,
met de mond – maar niet met de portemonnee – gesteund door het ministerie van OCW.
De wethouder ziet de kindcentra als de logische vervolgstap. Hij vraagt niet om geld van het
Rijk, maar wel om een beleidskader dat het gemeenten mogelijk maakt aan de slag te gaan.
Dat gemeenten het voortouw nemen kan ook bijna niet anders. Ze moeten nu al een integraal
jeugdbeleid hebben, ze zijn wettelijk verantwoordelijk voor het organiseren van de
‘doorgaande ontwikkelingslijn’ voor kinderen met een risico op een onderwijsachterstand,
straks komt daar de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg nog bij. En uiteindelijk moet de
gemeente zich ervoor inspannen dat alle jongeren een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt
verwerven; de komende nieuwe sociale wetgeving maakt dat extra urgent.
Peeters: ‘Op dit moment hebben verschillende partijen verschillende verantwoordelijkheden.
De kinderopvang werkt tegenwoordig commercieel, het peuterspeelzaalwerk valt vaak onder
de afdeling Welzijn van de gemeente en de VVE is versnipperd over peuterspeelzaal,
kinderopvang en basisonderwijs. Ze hebben allemaal een eigen geldstroom en eigen
verantwoordingskaders. Zeker, ze willen vaak wel samenwerken, maar de regelgeving
belemmert dat. Dat moet veranderen.’

Spanningen
Hij constateert ook dat er in de huidige situatie vaak spanningen zijn tussen school en
voorschool. ‘Er is niet altijd een automatische doorgaande lijn, er is niet één pedagogische
visie op het kind. Daarom is één leiding ook zo nodig, het zou allemaal in één hand moeten
komen.’ Het laatste wat Peeters wil is een blauwdruk voor de kindcentra. ‘Net als de brede
scholen moeten ze in de wijk staan en aansluiten op de omgeving.’
Is dit wel het moment om de discussie over een heel nieuwe leeromgeving aan te zwengelen?
Scholen hebben moeite het hoofd boven water te houden, kinderopvanginstellingen moeten
sluiten doordat ouders het niet meer kunnen betalen en het grijze circuit weer opzoeken. Wat
de laatste jaren aan kinderopvang is opgebouwd, wordt nu in rap tempo weer afgebroken.
Bovendien, in die gevallen waar onderwijs en kinderopvang met elkaar in gesprek gaan over
samenwerking trekt de kinderopvang vaak aan het kortste eind, omdat het onderwijs de
kinderopvang niet als gelijkwaardige partner ziet.
Peeters: ‘Dit is bij uitstek het moment om de discussie aan te gaan. Er gaat veel gebeuren met
het lokale jeugdbeleid. In onze kopgroep van 25 gemeenten wordt geworsteld en
geëxperimenteerd en wij merken dat het aanslaat. We zien ook dat de kinderopvang
buitenspel staat door de belastingmaatregelen van het kabinet. Dat kan anders met die 248
miljoen uit het onderzoek van Kies nu voor Kinderen.’

Noodzaak
Fel: ‘Het is een feit dat de achterstandsproblematiek ons economisch geld kost. Maar er is ook
een inhoudelijke kant. Er is een enorme pedagogisch-didactische noodzaak om te voorkomen
dat kinderen achterstand oplopen. Als kinderen drie jaar oud zijn, is hun taalgevoeligheid
gigantisch. Dan moeten ze geprikkeld worden, in hele zinnen worden aangesproken,
voorgelezen. Kinderopvang kan kinderen de aandacht geven die ze nodig hebben. Doe je dat
goed, dan voorkóm je dat te veel kinderen later een beroep op de jeugdzorg doen.’
In zijn eigen Almere is in ieder geval draagvlak voor de kindercentra. ‘Alle partners –
schoolbesturen, kinderopvang, welzijnspartner – zijn blij dat de gemeente de regie heeft
genomen. Misschien zijn nog niet alle scholen en instellingen zo ver dat ze ook daadwerkelijk
de stap maken, maar het is in ieder geval onderwerp van gesprek. We hebben een gezamenlijk
belang: ook voor mijn stad is het belangrijk dat de jeugd zich goed ontwikkelt. Echt, het
initiatief van de gemeente wordt met applaus ontvangen.’

       Regeerakkoord
       Het Regeerakkoord van VVD en PvdA onderschrijft de noodzaak om onderwijs,
       kinderopvang, peuterspeelzalen en VVE op elkaar af te stemmen. De regeringspartijen
       willen
       met het oog daarop de financiering van het peuterspeelzaalwerk onderbrengen bij de Wet
       kinderopvang, waarbij ook de bestaande gemeentelijke financiering wordt betrokken.

                                                                                                 8
Belemmeringen voor samenwerking zullen worden weggenomen, zo staat in het
       Regeerakkoord, dat ook belooft met extra investeringen in VVE de kwaliteit en
       taalvaardigheid van het personeel te verbeteren.

      Flexibele vakanties
      Aan het begin van dit schooljaar opende in Almere de eerste ‘Sterrenschool’, De Ruimte,
      zijn deuren. Het is een kindcentrum zoals wethouder René Peeters voor ogen staat:
      onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzaal en buurtactiviteiten gaan er hand in hand.
      De Sterrenschool is vijftig weken per jaar, elke werkdag van zeven tot zeven open. De
      vakantieperiodes zijn flexibel, de leerlingen en hun ouders bepalen zelf wanneer ze op
      vakantie gaan. Dat kunnen losse weken zijn, maar ook acht of negen aaneengesloten
      weken.
      De ouders bepalen vooraf samen met de leerkrachten wanneer de kinderen naar school
      komen. Ieder kind krijgt minimaal 25 uur per week onderwijs, verdeeld over vijf dagen.
      Naast het normale lesprogramma is er ruimte voor sport- en cultuuractiviteiten.
      De Ruimte is een van de twaalf scholen in Nederland die de komende jaren mag
      experimenteren met de flexibele onderwijstijden. De proef is ingesteld door het ministerie
      van OCW om beter in te kunnen spelen op de wensen van ouders, leerlingen en scholen.
      De flexibele lestijden moeten ertoe bijdragen dat leerlingen het beste uit zichzelf kunnen
      halen en dat ouders zorg en werk beter kunnen combineren.
VNG magazine, 23-11-2012




                                                                                                   9
BIJLAGE Lobbybrief VNG / Andere tijden / Kopgroep wethouders voor kindcentra / mei 2012

Aan de Tweede Kamer woordvoerders Onderwijs en Kinderopvang de programmacommissies van de
landelijke politieke partijen.

Betreft: doorontwikkeling kindcentra 0 - 12

Geachte dames en heren,

De Kopgroep Wethouders voor Kindcentra roept de politiek op om het beleid rondom Integrale
Kindcentra (IKC) zoals die in de afgelopen jaren zich in Nederland heeft ontwikkeld verder te bevorderen
en te borgen. Het lange termijnperspectief is een ongedeelde basisvoorziening voor alle kinderen van 0 –
12 jaar, waarin naast de kernactiviteiten opvang en onderwijs de zorg voor een doorgaande
ontwikkelingslijn is geïntegreerd.

Wethouders voor Kindcentra vragen de landelijke politieke partijen de ontwikkeling van kindcentra als
basisvoorziening voor kinderen van 0 – 12 jaar op te nemen in het programma voor de komende Tweede
Kamerverkiezingen. Hoewel de kindcentra zich in het huidige stelsel vanuit lokale initiatieven ontwikkelen
is het voor een duurzame ontwikkeling van groot belang dat er de komende jaren aan een landelijk kader
wordt gewerkt. In dat kader moeten obstakels worden weggenomen die in het huidige versnipperde
voorzieningenstelsel de soepele doorgaande ontwikkeling voor kinderen teveel onderbreken.

Kopgroep Wethouders voor kindcentra

De Kopgroep is een initiatief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het project Andere Tijden
in Opvang en Onderwijs. Aan de basis van het initiatief liggen het rapport van de Taskforce Kinderopvang
Onderwijs en de petitie van de VNG van januari 2010 aan de Tweede Kamer waarin gepleit wordt voor
een ongedeelde voorziening voor alle kinderen van 0 – 4, respectievelijk 12 jaar. Een groeiende groep
wethouders sluit zich bij het initiatief aan en wil de lokale regie op zich nemen om vaart te maken met het
integreren van peuterspeelzalen, kinderopvang en basisonderwijs. De op handen zijnde decentralisatie
van de jeugdzorg zien deze wethouders als kans om het huidige versnipperde zorgstelsel te transformeren
naar zorg op maat voor elk kind die het nodig heeft en in de voorziening waar het kind dagelijks komt.

Wethouders voor Kindcentra willen hun jonge burgers in staat stellen hun talenten optimaal te
ontwikkelen. Binnen Integraal Kindcentra is dat mogelijk waar doorlopende ontwikkelingslijn van kinderen
tussen 0 en 12 jaar en kwalitatief goede begeleiding vanuit één pedagogische en educatieve visie het
uitgangspunt is. Wij sluiten aan bij de binnenkort te publiceren 10 Adviezen van de Werkgroep Onderwijs
Kinderopvang (WOK) en het project Andere Tijden in Opvang en Onderwijs.

In een integraal kindcentrum kunnen kinderen de hele dag terecht om te spelen, te leren, te ontdekken
en te ontspannen. Het kindcentrum gaat verder dan de brede school. Met als grootste en belangrijke
verschil dat het hier niet gaat om een samenwerking tussen verschillende organisaties, maar dat er
gewerkt wordt vanuit één gezamenlijke pedagogische en educatieve visie. Er is sprake van één organisatie
met één aansturing, één team en één aanspreekpunt voor de ouders. In de bijlage bij deze brief schetsen
wij een overzicht van de ingrediënten van het integrale kindcentrum

Huidige stelsel voorzieningen jeugd

Het huidige stelsel van voorzieningen voor kinderen is suboptimaal en biedt geen stabiliteit voor jonge
kinderen en hun ouders. We hebben in Nederland te maken met een versnippering van voorzieningen,
gestuurd vanuit een grote diversiteit aan wetten en regelingen. Deze versnippering zorgt voor een
verdeling van verantwoordelijkheden en taken. Door de versnipperde dagindeling ondervinden ouders bij
de combinatie van arbeid en zorg hinder en wordt de rust van kinderen verstoord. En kinderen die
(tijdelijk) extra zorg en aandacht nodig hebben kunnen vaak niet binnen de opvang of
onderwijsvoorziening geholpen worden maar worden doorverwezen naar min of meer gespecialiseerde
voorzieningen. Ook de doorgaande ontwikkelingslijn zoals in de onderwijswetgeving wordt beoogd wordt


                                                                                                        10
sterk bemoeilijkt door de verdeelde verantwoordelijkheden. Dat kan ook anders. In het buitenland zijn
daar vele goede voorbeelden van te zien.
De trend naar meer integratie van voorzieningen voor kinderen is in Nederland al ingezet. De laatste jaren
is, mede door de invoering van de zgn OKE wet in veel gemeenten al een koers ingezet naar integratie van
kinderopvang en peuterspeelzalen. Voor gemeenten een belangrijke stap om segregatie in de opvang van
jonge kinderen te voorkomen en een doorgaande lijn voor alle kinderen te garanderen. Ook is sprake van
een groeiend aantal brede scholen in Nederland waarbij de noodzaak wordt gevoeld voor een verdere
doorontwikkeling van brede school naar ongedeelde voorziening vanuit een pedagogisch perspectief.
Echter door de versnippering van het stelsel, en dus de verantwoordelijkheden, gaat veel tijd verloren in
afstemmingsoverleg.

De kopgroep maakt zich ook grote zorgen over de consequenties van de forse bezuinigingen op de
kinderopvang. Een toenemend aantal kinderopvangcentra hebben moeite het aanbod in stand te houden
hetgeen een stevige wissel trekt op de pedagogische infrastructuur in gemeenten. Voor een grote groep
ouders is het opvang weer onbetaalbaar geworden. De basis voor de voorzieningen voor jonge kinderen is
hierdoor instabiel geworden.

Verantwoordelijkheid lokale overheid

In 2005 is er voor gekozen de kinderopvang bij de ‘markt’ onder te brengen. De rechtstreekse inhoudelijke
invloed van gemeenten op kinderopvang is daardoor verdwenen. Ook de directe invloed op het
basisonderwijs is in de afgelopen tien jaar verdwenen als gevolg van het op ‘afstand zetten’ van het
openbaar primair onderwijs. Echter de gemeente is en blijft verantwoordelijk voor een op de wensen en
behoeften afgestemd integraal jeugdbeleid. Ook is de gemeente wettelijk verantwoordelijk voor het
organiseren van de doorlopende ontwikkelingslijn voor kinderen met een risico op een
onderwijsachterstand. Binnen enkele jaren komt daar de lokale verantwoordelijk voor de jeugdzorg bij. En
uiteindelijk moet de gemeente zich inspannen dat alle kinderen een startkwalificatie voor de
arbeidsmarkt verwerven. De voorgestelde Wet Werken naar Vermogen maakt dat nog eens extra urgent.

Naast deze zorg voor de ontwikkeling van kinderen zijn gemeenten verantwoordelijk voor het creëren van
leefbare wijken en buurten met een gunstig vestigings- en woonklimaat voor gezinnen met kinderen.

Het is dus van groot belang dat de verantwoordelijkheid van gemeenten bekrachtigd wordt door landelijk
beleid en daarbij wettelijke sturingsinstrumenten worden gecreëerd voor het ontwikkelen en in stand
houden van ongedeelde basisvoorzieningen voor alle kinderen tot 12 jaar. Wij denken daarbij aan:

          Een gefaseerde zorgverantwoordelijkheid van een basisaanbod voor alle kinderen van 2½ – 4 jaar
           en op de lange termijn een basisvoorziening voor alle kinderen van 0 – 12 jaar.
          Het behoud van de verantwoordelijkheid voor de onderwijshuisvesting als onderdeel van het
           publieke vastgoed.
          Een krachtig sturingsinstrument voor het committeren van de kinderopvang en het
           basisonderwijs aan de ontwikkeling van kindcentra.


Tot slot

De kopgroep nodigt u uit voor een rondetafelgesprek om met u van gedachten te wisselen over de
implicatie van de kindcentra en de noodzaak van een landelijk beleidskader voor kindcentra. Het
rondetafelgesprek vindt plaats op dinsdag 29 mei aanstaande van 17.30 – 19.00 uur in het kantoor van de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten in den Haag.



Met vriendelijke groet,

namens de Kopgroep Wethouders voor Kindcentra


                                                                                                       11
R. Peeters, wethouder Almere



J. Oude Alink, wethouder Hengelo



H. Beertens, wethouder Nijmegen



J. Bruintjes, wethouder Borger Odoorn




                                        12

More Related Content

What's hot

Programma Conferentie KinderrechtenNU 2015
Programma Conferentie KinderrechtenNU 2015Programma Conferentie KinderrechtenNU 2015
Programma Conferentie KinderrechtenNU 2015Els Jonker
 
(G)MR-leden pakken hun rol tijdens de coronacrisis. Aanpak vereist maatwerk
(G)MR-leden pakken hun rol tijdens de coronacrisis. Aanpak vereist maatwerk(G)MR-leden pakken hun rol tijdens de coronacrisis. Aanpak vereist maatwerk
(G)MR-leden pakken hun rol tijdens de coronacrisis. Aanpak vereist maatwerkFrederik Smit
 
Naar het nieuwe normaal. Hoe het onderwijs opkrabbelt uit de coronacrisis
Naar het nieuwe normaal. Hoe het onderwijs opkrabbelt uit de coronacrisisNaar het nieuwe normaal. Hoe het onderwijs opkrabbelt uit de coronacrisis
Naar het nieuwe normaal. Hoe het onderwijs opkrabbelt uit de coronacrisisFrederik Smit
 
Kwaliteit in beweging junior
Kwaliteit in beweging juniorKwaliteit in beweging junior
Kwaliteit in beweging juniorjyedema
 
Concept schoolplan Molenwerf 2008-2012
Concept schoolplan Molenwerf 2008-2012Concept schoolplan Molenwerf 2008-2012
Concept schoolplan Molenwerf 2008-2012Bert van der Neut
 
Rapport literatuurstudie ouderbetrokkenheid in internationaal perspectief (Sm...
Rapport literatuurstudie ouderbetrokkenheid in internationaal perspectief (Sm...Rapport literatuurstudie ouderbetrokkenheid in internationaal perspectief (Sm...
Rapport literatuurstudie ouderbetrokkenheid in internationaal perspectief (Sm...Frederik Smit
 
NB01_2012 SO&T website
NB01_2012 SO&T websiteNB01_2012 SO&T website
NB01_2012 SO&T websiteTacey Benig
 
jaarboek zorgalliantienu 2010
jaarboek zorgalliantienu 2010jaarboek zorgalliantienu 2010
jaarboek zorgalliantienu 2010Anne Herckenrath
 
Hoe verhogen we de schoolprestaties? Mensen maken het verschil
Hoe verhogen we de schoolprestaties? Mensen maken het verschilHoe verhogen we de schoolprestaties? Mensen maken het verschil
Hoe verhogen we de schoolprestaties? Mensen maken het verschilFrederik Smit
 
preventieve_zorg_voor_jeugddef (4)
preventieve_zorg_voor_jeugddef (4)preventieve_zorg_voor_jeugddef (4)
preventieve_zorg_voor_jeugddef (4)Karin Boode
 
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder?
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder? De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder?
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder? Frederik Smit
 
Convenantafspraken aanval op de uitval: Cure Or Pay
Convenantafspraken aanval op de uitval: Cure Or PayConvenantafspraken aanval op de uitval: Cure Or Pay
Convenantafspraken aanval op de uitval: Cure Or PaysaMBO-ICT
 
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZPDe-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZPArnaud Veere
 
Nieuwsbrief nr. 3 september 2015 (2)
Nieuwsbrief nr. 3 september 2015 (2)Nieuwsbrief nr. 3 september 2015 (2)
Nieuwsbrief nr. 3 september 2015 (2)Jeanne Vriens Walk
 
Leerplichtadministratie RMC
Leerplichtadministratie RMCLeerplichtadministratie RMC
Leerplichtadministratie RMCkarin taselaar
 
sessie 28 - Aan de slag met cijfers en onderzoeken - deel 1
sessie 28 - Aan de slag met cijfers en onderzoeken - deel 1sessie 28 - Aan de slag met cijfers en onderzoeken - deel 1
sessie 28 - Aan de slag met cijfers en onderzoeken - deel 1Vereniging Vlaamse Jeugddiensten
 

What's hot (20)

Programma Conferentie KinderrechtenNU 2015
Programma Conferentie KinderrechtenNU 2015Programma Conferentie KinderrechtenNU 2015
Programma Conferentie KinderrechtenNU 2015
 
(G)MR-leden pakken hun rol tijdens de coronacrisis. Aanpak vereist maatwerk
(G)MR-leden pakken hun rol tijdens de coronacrisis. Aanpak vereist maatwerk(G)MR-leden pakken hun rol tijdens de coronacrisis. Aanpak vereist maatwerk
(G)MR-leden pakken hun rol tijdens de coronacrisis. Aanpak vereist maatwerk
 
Naar het nieuwe normaal. Hoe het onderwijs opkrabbelt uit de coronacrisis
Naar het nieuwe normaal. Hoe het onderwijs opkrabbelt uit de coronacrisisNaar het nieuwe normaal. Hoe het onderwijs opkrabbelt uit de coronacrisis
Naar het nieuwe normaal. Hoe het onderwijs opkrabbelt uit de coronacrisis
 
Kwaliteit in beweging junior
Kwaliteit in beweging juniorKwaliteit in beweging junior
Kwaliteit in beweging junior
 
Concept schoolplan Molenwerf 2008-2012
Concept schoolplan Molenwerf 2008-2012Concept schoolplan Molenwerf 2008-2012
Concept schoolplan Molenwerf 2008-2012
 
Jaarverslag 2018
Jaarverslag 2018Jaarverslag 2018
Jaarverslag 2018
 
Rapport literatuurstudie ouderbetrokkenheid in internationaal perspectief (Sm...
Rapport literatuurstudie ouderbetrokkenheid in internationaal perspectief (Sm...Rapport literatuurstudie ouderbetrokkenheid in internationaal perspectief (Sm...
Rapport literatuurstudie ouderbetrokkenheid in internationaal perspectief (Sm...
 
NB01_2012 SO&T website
NB01_2012 SO&T websiteNB01_2012 SO&T website
NB01_2012 SO&T website
 
jaarboek zorgalliantienu 2010
jaarboek zorgalliantienu 2010jaarboek zorgalliantienu 2010
jaarboek zorgalliantienu 2010
 
Hoe verhogen we de schoolprestaties? Mensen maken het verschil
Hoe verhogen we de schoolprestaties? Mensen maken het verschilHoe verhogen we de schoolprestaties? Mensen maken het verschil
Hoe verhogen we de schoolprestaties? Mensen maken het verschil
 
Passend onderwijs (PAMAOK002)
Passend onderwijs (PAMAOK002)Passend onderwijs (PAMAOK002)
Passend onderwijs (PAMAOK002)
 
preventieve_zorg_voor_jeugddef (4)
preventieve_zorg_voor_jeugddef (4)preventieve_zorg_voor_jeugddef (4)
preventieve_zorg_voor_jeugddef (4)
 
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder?
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder? De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder?
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder?
 
Presentatie Randstad
Presentatie RandstadPresentatie Randstad
Presentatie Randstad
 
Convenantafspraken aanval op de uitval: Cure Or Pay
Convenantafspraken aanval op de uitval: Cure Or PayConvenantafspraken aanval op de uitval: Cure Or Pay
Convenantafspraken aanval op de uitval: Cure Or Pay
 
Herken de Ouder
Herken de OuderHerken de Ouder
Herken de Ouder
 
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZPDe-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
 
Nieuwsbrief nr. 3 september 2015 (2)
Nieuwsbrief nr. 3 september 2015 (2)Nieuwsbrief nr. 3 september 2015 (2)
Nieuwsbrief nr. 3 september 2015 (2)
 
Leerplichtadministratie RMC
Leerplichtadministratie RMCLeerplichtadministratie RMC
Leerplichtadministratie RMC
 
sessie 28 - Aan de slag met cijfers en onderzoeken - deel 1
sessie 28 - Aan de slag met cijfers en onderzoeken - deel 1sessie 28 - Aan de slag met cijfers en onderzoeken - deel 1
sessie 28 - Aan de slag met cijfers en onderzoeken - deel 1
 

Similar to Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docx

Andere tijden slim personeelsbeleid
Andere tijden   slim personeelsbeleidAndere tijden   slim personeelsbeleid
Andere tijden slim personeelsbeleidAndereTijden
 
Job van velsen & aimee de wilde gewoon aan de slag
Job van velsen & aimee de wilde   gewoon aan de slagJob van velsen & aimee de wilde   gewoon aan de slag
Job van velsen & aimee de wilde gewoon aan de slagVNUEE
 
Reader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefReader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefAndereTijden
 
Reader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefReader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefAndereTijden
 
Geert Driessen (2022) Een halve eeuw onderzoek naar onderwijsachterstanden.pdf
Geert Driessen (2022) Een halve eeuw onderzoek naar onderwijsachterstanden.pdfGeert Driessen (2022) Een halve eeuw onderzoek naar onderwijsachterstanden.pdf
Geert Driessen (2022) Een halve eeuw onderzoek naar onderwijsachterstanden.pdfDriessen Research
 
Ouders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moetOuders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moetDouwe Van Den Berg
 
Onderzoek naar passend onderwijs
Onderzoek naar passend onderwijsOnderzoek naar passend onderwijs
Onderzoek naar passend onderwijsBart Litjens
 
Opvoedondersteuning bij mediaopvoeding
Opvoedondersteuning bij mediaopvoedingOpvoedondersteuning bij mediaopvoeding
Opvoedondersteuning bij mediaopvoedingFrank Smilda
 
Workshop regiodag logopedie passend onderwijs
Workshop regiodag logopedie passend onderwijsWorkshop regiodag logopedie passend onderwijs
Workshop regiodag logopedie passend onderwijsROS_ZONH
 
Presentatie bestuurlijk platform
Presentatie bestuurlijk platformPresentatie bestuurlijk platform
Presentatie bestuurlijk platformJeugdbeleidZWO
 
Bijdrage 4e Nco 2012 Laatste Versie
Bijdrage 4e Nco 2012 Laatste VersieBijdrage 4e Nco 2012 Laatste Versie
Bijdrage 4e Nco 2012 Laatste Versieinekedriessen
 
Het beste van twee werelden. leertraject voor young professionals uit technie...
Het beste van twee werelden. leertraject voor young professionals uit technie...Het beste van twee werelden. leertraject voor young professionals uit technie...
Het beste van twee werelden. leertraject voor young professionals uit technie...Christa van Werkum
 
Oudercrches stephanie de-smet
Oudercrches stephanie de-smetOudercrches stephanie de-smet
Oudercrches stephanie de-smetoatao
 
Praktijkonderwijs Ocw02
Praktijkonderwijs Ocw02Praktijkonderwijs Ocw02
Praktijkonderwijs Ocw02HvdB
 
Wij maken werk van kindcentra
Wij maken werk van kindcentraWij maken werk van kindcentra
Wij maken werk van kindcentraAndereTijden
 
intro brede school startdag.pptx
intro brede school startdag.pptxintro brede school startdag.pptx
intro brede school startdag.pptxPiet Vervaecke
 

Similar to Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docx (20)

Andere tijden slim personeelsbeleid
Andere tijden   slim personeelsbeleidAndere tijden   slim personeelsbeleid
Andere tijden slim personeelsbeleid
 
Job van velsen & aimee de wilde gewoon aan de slag
Job van velsen & aimee de wilde   gewoon aan de slagJob van velsen & aimee de wilde   gewoon aan de slag
Job van velsen & aimee de wilde gewoon aan de slag
 
Reader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefReader 121022 definitief
Reader 121022 definitief
 
Reader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefReader 121022 definitief
Reader 121022 definitief
 
170420 no
170420 no170420 no
170420 no
 
Geert Driessen (2022) Een halve eeuw onderzoek naar onderwijsachterstanden.pdf
Geert Driessen (2022) Een halve eeuw onderzoek naar onderwijsachterstanden.pdfGeert Driessen (2022) Een halve eeuw onderzoek naar onderwijsachterstanden.pdf
Geert Driessen (2022) Een halve eeuw onderzoek naar onderwijsachterstanden.pdf
 
Ouders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moetOuders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moet
 
Presentatie ii nov2010
Presentatie ii nov2010Presentatie ii nov2010
Presentatie ii nov2010
 
It takes a community to raise a child; digitale samenwerkingstools passend on...
It takes a community to raise a child; digitale samenwerkingstools passend on...It takes a community to raise a child; digitale samenwerkingstools passend on...
It takes a community to raise a child; digitale samenwerkingstools passend on...
 
Digitale samenwerkingstools
Digitale samenwerkingstoolsDigitale samenwerkingstools
Digitale samenwerkingstools
 
Onderzoek naar passend onderwijs
Onderzoek naar passend onderwijsOnderzoek naar passend onderwijs
Onderzoek naar passend onderwijs
 
Opvoedondersteuning bij mediaopvoeding
Opvoedondersteuning bij mediaopvoedingOpvoedondersteuning bij mediaopvoeding
Opvoedondersteuning bij mediaopvoeding
 
Workshop regiodag logopedie passend onderwijs
Workshop regiodag logopedie passend onderwijsWorkshop regiodag logopedie passend onderwijs
Workshop regiodag logopedie passend onderwijs
 
Presentatie bestuurlijk platform
Presentatie bestuurlijk platformPresentatie bestuurlijk platform
Presentatie bestuurlijk platform
 
Bijdrage 4e Nco 2012 Laatste Versie
Bijdrage 4e Nco 2012 Laatste VersieBijdrage 4e Nco 2012 Laatste Versie
Bijdrage 4e Nco 2012 Laatste Versie
 
Het beste van twee werelden. leertraject voor young professionals uit technie...
Het beste van twee werelden. leertraject voor young professionals uit technie...Het beste van twee werelden. leertraject voor young professionals uit technie...
Het beste van twee werelden. leertraject voor young professionals uit technie...
 
Oudercrches stephanie de-smet
Oudercrches stephanie de-smetOudercrches stephanie de-smet
Oudercrches stephanie de-smet
 
Praktijkonderwijs Ocw02
Praktijkonderwijs Ocw02Praktijkonderwijs Ocw02
Praktijkonderwijs Ocw02
 
Wij maken werk van kindcentra
Wij maken werk van kindcentraWij maken werk van kindcentra
Wij maken werk van kindcentra
 
intro brede school startdag.pptx
intro brede school startdag.pptxintro brede school startdag.pptx
intro brede school startdag.pptx
 

More from AndereTijden

Verlenging experiment flexibele onderwijstijd
Verlenging experiment flexibele onderwijstijdVerlenging experiment flexibele onderwijstijd
Verlenging experiment flexibele onderwijstijdAndereTijden
 
Kamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijs
Kamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijsKamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijs
Kamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijsAndereTijden
 
20150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-2015
20150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-201520150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-2015
20150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-2015AndereTijden
 
20150518 verslag cao po
20150518 verslag cao po20150518 verslag cao po
20150518 verslag cao poAndereTijden
 
Oberon nieuwe tijden mei 2013
Oberon nieuwe tijden mei 2013Oberon nieuwe tijden mei 2013
Oberon nieuwe tijden mei 2013AndereTijden
 
Andere tijden voor jonge kinderen (3) mei 2013
Andere tijden voor jonge kinderen (3) mei 2013Andere tijden voor jonge kinderen (3) mei 2013
Andere tijden voor jonge kinderen (3) mei 2013AndereTijden
 
05 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder mei 2013
05 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder   mei 201305 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder   mei 2013
05 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder mei 2013AndereTijden
 
Fundamenteel anders
Fundamenteel andersFundamenteel anders
Fundamenteel andersAndereTijden
 
In balans jeannette doornenbal
In balans   jeannette doornenbalIn balans   jeannette doornenbal
In balans jeannette doornenbalAndereTijden
 
Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625AndereTijden
 
Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625AndereTijden
 
Bizhub c20 130313153733_0001
Bizhub c20 130313153733_0001Bizhub c20 130313153733_0001
Bizhub c20 130313153733_0001AndereTijden
 
Whitepaper spot leeuwendaal_2012
Whitepaper spot leeuwendaal_2012Whitepaper spot leeuwendaal_2012
Whitepaper spot leeuwendaal_2012AndereTijden
 
Kwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbs
Kwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbsKwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbs
Kwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbsAndereTijden
 
Persbericht kwaliteitskaart
Persbericht kwaliteitskaartPersbericht kwaliteitskaart
Persbericht kwaliteitskaartAndereTijden
 
Akte oprichting vereniging ikc
Akte oprichting vereniging ikcAkte oprichting vereniging ikc
Akte oprichting vereniging ikcAndereTijden
 
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
2011 33 de-waarde_van_kinderopvangAndereTijden
 
Ser ontwerpadvies tijden van de samenleving
Ser ontwerpadvies tijden van de samenlevingSer ontwerpadvies tijden van de samenleving
Ser ontwerpadvies tijden van de samenlevingAndereTijden
 
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...AndereTijden
 

More from AndereTijden (20)

Verlenging experiment flexibele onderwijstijd
Verlenging experiment flexibele onderwijstijdVerlenging experiment flexibele onderwijstijd
Verlenging experiment flexibele onderwijstijd
 
Kamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijs
Kamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijsKamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijs
Kamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijs
 
20150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-2015
20150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-201520150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-2015
20150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-2015
 
20150518 verslag cao po
20150518 verslag cao po20150518 verslag cao po
20150518 verslag cao po
 
Oberon nieuwe tijden mei 2013
Oberon nieuwe tijden mei 2013Oberon nieuwe tijden mei 2013
Oberon nieuwe tijden mei 2013
 
Andere tijden voor jonge kinderen (3) mei 2013
Andere tijden voor jonge kinderen (3) mei 2013Andere tijden voor jonge kinderen (3) mei 2013
Andere tijden voor jonge kinderen (3) mei 2013
 
05 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder mei 2013
05 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder   mei 201305 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder   mei 2013
05 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder mei 2013
 
Fundamenteel anders
Fundamenteel andersFundamenteel anders
Fundamenteel anders
 
In balans jeannette doornenbal
In balans   jeannette doornenbalIn balans   jeannette doornenbal
In balans jeannette doornenbal
 
Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625
 
Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625
 
Test bestand LWD
Test bestand LWDTest bestand LWD
Test bestand LWD
 
Bizhub c20 130313153733_0001
Bizhub c20 130313153733_0001Bizhub c20 130313153733_0001
Bizhub c20 130313153733_0001
 
Whitepaper spot leeuwendaal_2012
Whitepaper spot leeuwendaal_2012Whitepaper spot leeuwendaal_2012
Whitepaper spot leeuwendaal_2012
 
Kwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbs
Kwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbsKwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbs
Kwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbs
 
Persbericht kwaliteitskaart
Persbericht kwaliteitskaartPersbericht kwaliteitskaart
Persbericht kwaliteitskaart
 
Akte oprichting vereniging ikc
Akte oprichting vereniging ikcAkte oprichting vereniging ikc
Akte oprichting vereniging ikc
 
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
 
Ser ontwerpadvies tijden van de samenleving
Ser ontwerpadvies tijden van de samenlevingSer ontwerpadvies tijden van de samenleving
Ser ontwerpadvies tijden van de samenleving
 
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
 

Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docx

  • 1. Stand van zaken integrale kindcentra Februari 2013 Kennis centrum kindcentra Frank Studulski Discussiepunten voor de IKC Club van 7 februari De klankbordgroep IKC heeft de volgende werkdefinitie voor een integraal kindcentrum voorgesteld. Een integraal kindcentrum is een voorziening voor kinderen van tenminste 0-12 jaar, waar zij gedurende de dag komen om te leren, spelen, ontwikkelen en ontmoeten. Alle ontwikkelingsterreinen van kinderen komen aan bod. De omgeving biedt een totaalpakket op het gebied van educatie, opvang en ontwikkeling, waarbij wel functionele specialismen zijn (inclusief taakverdeling), maar geen institutionele en organisatorische verdeling. Het centrum biedt kinderen een dagprogramma voor zolang als zij willen deelnemen, met minimale en maximale uren, (maar met een ruim openingsregime). Dat betekent dat we uitgaan van de volgende kenmerken:  één directeur of leidinggevende voor de gehele locatie  De instellingen zijn zo veel mogelijk geclusterd op één plek (school, psz, opvang)  De instellingen zijn zo veel mogelijk onder één bestuur ondergebracht  Er wordt gewerkt vanuit één financieel kader  Er wordt gewerkt vanuit één personeelsbeleid  Ruime dagarrangementen en dagroosters (8.00-18.00 uur)  Eén pedagogisch plan Met deze organisatorische uitgangspunten wil men ook een stap verder komen dan men nu kan komen met het op samenwerking gebaseerde brede school model. Het integraal kindcentrum, of steeds vaker: het kindcentrum, is bij veel mensen in goede aarde gevallen. Er is een kopgroep van 20 wethouders (en de VNG) die zich inzetten voor het kindcentrum. Het project Andere tijden heeft voorbeelden en portretten gemaakt van kindcentra, die in de afsluitende conferentie in 2012 zijn verspreid. Er ontstaan her en der nieuwe initiatieven. De ontwikkeling van de kindcentra heeft wel last van de bezuinigingen in de kinderopvang. Maar toch zag ook de SER, in het advies over dagarrangementen, het kindcentrum als een beloftevolle ontwikkeling. In die zin zijn brede scholen en kindcentra ook genoemd in het nieuwe regeerakkoord (2012), onder de kop arbeidsmarkt. Een uitgebreider overzicht van de ontwikkelingen staat in het tweede deel van de tekst. Er spelen verschillende vraagstukken in het veld, die betrekking hebben op de ontwikkeling van de kindcentra. Eerste vraagstuk: omlabeling In het land zien we nu verschillende gemeenten en instellingen die hun brede school omlabelen naar een kindcentrum, zonder dat er wezenlijk wat verandert aan de organisatie van de brede school. Het wordt pas een ikc als er minstens aan twee randvoorwaarden is voldaan, namelijk één directeur en één bestuur. Soms gaat het om hele gemeenten, waar via het beleid wordt besloten om brede scholen nu kindcentra te noemen. Op zich zijn hier verschillende (op zich legitieme) redenen voor. De term brede school begint een beetje afgesleten te raken en men is op zoek naar een nieuw woord dat niet het imago van moeizame samenwerking met zich meesleept. Het begrip kindcentrum waar kinderen van 0-12 jaar worden opgevangen is aansprekend en men kijkt daarbij minder naar de organisatorische randvoorwaarden. Discussievragen: 1) Is dit een probleem? 2) Zijn het kindcentrum en de brede school geholpen als we weer verdwalen in een puriteinse definitiediscussie? 1
  • 2. 3) Kun je ook een kindcentrum zijn als je bijvoorbeeld één personeelsbeleid hebt en één pedagogisch plan, maar wel meerdere directeuren? 4) Met andere woorden: is de structuur voorwaardelijk voor de cultuur, of is de cultuur belangrijker dan de structuur? Tweede vraagstuk: samenwerkingsinstrumenten Als de school, de peuterspeelzaal, de kinderopvang en bijvoorbeeld de culturele instelling samenwerken in een kindcentrum, hoe geef je dan vorm aan de samenwerking. Welke instrumenten zijn er om samenwerking om te vormen tot een eenduidige organisatie in afstemmingsstructuur en cultuur? Wij denken dan in eerste instantie aan:  Een integraal kindvolgsysteem  Personeelsbeleid met gezamenlijke trainingen / scholing  Één pedagogisch plan  Een gemeenschappelijke aanpak voor sociaal-emotionele ontwikkeling  Integrale portfolio’s voor leerlingen Discussievragen: 1) Zijn dit goede instrumenten? 2) Welke instrumenten zijn een basisniveau (minimaal) en welke zijn een plus? 3) Zijn er wellicht andere instrumenten die de samenwerking en afstemming nog verder kunnen versterken? Derde vraagstuk: buiten het IKC De samenwerking en organisatie binnen een IKC op orde en gang krijgen is één ding, maar een kindcentrum heeft ook te maken met een omgeving. Een schoolbestuur kan autonoom besluiten nemen over een voorzieningenaanbod, maar heeft toch altijd te maken met huisvestingsbeleid van de gemeente. Wat doet een IKC met het CJG, de bibliotheek of de sportvereniging / het sportbeleid? Wat hebben kindcentra eigenlijk nodig van de omgeving om een goed kindcentrum te zijn? Discussievragen: 1) Hoe is de rolverdeling tussen gemeenten en andere partijen en de partners van het kindcentrum. 2) Wat zijn actieve en passieve rollen van de gemeente? 3) Op wat voor manier hebben de partijen en elkaar nodig? 4) Welk andere partijen kunnen een rol spelen bij een kindcentrum? Vierde vraagstuk: de regelgeving Een belangrijke belemmering voor de kindcentra is de strijdige regelgeving. Hieraan zijn verschillende aspecten te benoemen.  Er is strijdige regelgeving, binnen sectoren. Binnen de wet primair onderwijs, bijvoorbeeld als het gaat om inwoning van een BSO in de school.  Er is spanning tussen regelgeving tussen de sectoren. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om regels omtrent leidster-kindratio bij het buitenspelen bij onderwijs en bij kinderopvang.  Er zijn ook wijze lessen te leren over de vraag hoe je als ondernemend schoolleider met die regelgeving - en de betrokken personen – kunt omgaan. Dan hebben we het in feite over hantering van de regels. In de IKC club van 2012 is al gesuggereerd dat we strijdige regelgeving zouden verzamelen en die aanbieden aan ….. aan wie eigenlijk? De reactie van de departementen is vaak dat de beleving van de regelgeving anders is dan de werkelijke regelgeving, met andere woorden, veel regelgeving en beelden over wat wel en niet mag zitten in de hoofden van betrokkenen (zie het onderzoek van Regioplan, 2005). Een ander argument is dat men vindt dat de sector kinderopvang die regels zelf heeft ingesteld, en daarom de hand in eigen boezem zou moeten steken; we willen immers alle risico’s uitsluiten. Discussievragen 1) Welke regels zijn nu werkelijk een belemmering om een kindcentrum te worden? 2) Wie is daar verantwoordelijk voor en wie kan er wat aan doen? 3) Wat zou er veranderd moeten worden. In de discussie verzamelen we 3 tot 5 knellende regels en melden die bij de verantwoordelijken, bijvoorbeeld met een brief. 2
  • 3. Wat is de stand van zaken van de integrale kindcentra? De twee rapporten die de wenselijkheid van de kindcentra markeerden zijn al weer drie jaar oud (Dutch design en Op weg naar een integraal kindcentrum van de klankbordgroep integraal kindcentrum, 2010). Het project Andere tijden heeft op 23 mei 2012 de 8e landelijke brede school conferentie aangegrepen om enerzijds hun project af te sluiten, maar ook het kindcentrum te promoten. Er zijn verschillende brochures gemaakt.  Wij maken werk van kindcentra, portretten van pioniers  Opgroeien doe je maar één keer, door Jeanette Doornenbal Voor de teksten zie: www.anderetijdeninonderwijsenopvang.nl Op 23 mei verscheen ook een bundel van Sardes  Studulski, F., en Peterink, S., (reds) (2012). Nieuwe trends in brede scholen en kindcentra, Amsterdam: SWP Hierin zijn ook een paar portretten van IKCs opgenomen zoals Accrete (een schoolbestuur in Overijssel) en Et Buut (een school in Zaandam). In het regeerakkoord zijn brede scholen en integrale kindcentra genoemd, onder de kop Arbeidsmarkt. Het feit dat IKC worden genoemd is al heel wat. Tekst uit het regeerakkoord (2012): Bijna 800.000 kinderen maken gebruik van kinderopvang. Het gaat om kinderen in een kwetsbare leeftijd. Daarom moeten de opvangvoorzieningen een gezonde en veilige omgeving bieden, die bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen. Kinderopvang biedt ouders de mogelijkheid om deel te nemen aan het arbeidsproces. Al met al voldoende redenen om betaalbaarheid en kwaliteit van kinderopvang te blijven borgen. Onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzalen en voor- en vroegschoolse educatie moeten op elkaar afgestemd zijn. In de voorschoolse periode is dat van belang om ontwikkelingsachterstanden te voorkomen, te signaleren en tijdig aan te pakken. Het leren van de Nederlandse taal door jonge kinderen verdient daarbij bijzondere aandacht. Dit stelt ook eisen aan de vaardigheden van de beroepskrachten in de sector. Bij buitenschoolse opvang is afstemming noodzakelijk om waar mogelijk een sluitend dagarrangement te realiseren, bijvoorbeeld in het kader van de brede school of integrale kindcentra. Ouders kiezen de voorziening die het beste bij hun kind past. Klachten moeten makkelijk kunnen worden ingediend, verdienen serieuze en snelle behandeling en worden betrokken bij het toezicht. Het risicogestuurde toezicht verbetert verder: streng waar nodig, zelf verantwoordelijk waar dat kan.  Om de onderlinge afstemming van onderwijs, peuterspeelzaalwerk en kinderopvang te optimaliseren wordt de financiering van het peuterspeelzaalwerk onder de Wet Kinderopvang gebracht. Daarbij zal bestaande gemeentelijke financiering worden betrokken. Belemmeringen voor samenwerking zullen op basis van de ervaringen in de nu lopende pilots worden weggenomen. De bestaande minimumeisen aan voor- en vroegschoolse educatie worden onderdeel van de afspraken. Financieringsstromen stemmen we op elkaar af.  Door extra investeringen in voor- en vroegschoolse educatie verbeteren we de kwaliteit en de taalvaardigheid van het personeel.  De veiligheid van kinderen in de kinderopvang heeft de hoogste prioriteit. Screening van het personeel zal voortdurend plaatsvinden.  De positie van ouders wordt versterkt. De verschillende klachten- en geschillenregelingen worden gestroomlijnd, zodat ouders bij elke voorziening een beroep kunnen doen op een klachtenfunctionaris/vertrouwenspersoon en een laagdrempelige geschillenregeling.  Het aanbod van voorzieningen dient aan te sluiten bij de wensen van ouders. Met de sector worden afspraken gemaakt over een grotere flexibiliteit in het aanbieden van contracten. Doel is een verbeterde aansluiting tussen gebruikte en betaalde uren. Indien nodig wordt dit wettelijk vastgelegd. 3
  • 4. In de afgelopen periode hebben de ministeries van OCW en SZW een paar experimenten ingezet. Ontwikkelingen schooltijden basisonderwijs Basisscholen bepalen zelf hoe een schooldag eruit ziet. Sinds schooljaar 2011-2012 doen 10 basisscholen mee aan een proef om de onderwijstijd flexibel te verdelen over het schooljaar. Hiervoor wordt een proef flexibele schooltijden basisonderwijs uitgevoerd In schooljaar 2011-2012 zijn 7 basisscholen gestart met een proef om lesuren flexibeler te verdelen over het schooljaar. Deze scholen kunnen dan bijvoorbeeld ook les blijven geven tijdens de zomervakantie. De scholen delen de lesuren in overleg met de ouders in. Sinds 1 augustus 2012 doen nog 3 andere scholen aan het experiment mee. De proef duurt 3 jaar. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) gebruikt de ervaringen om te kijken of regels voor onderwijstijd flexibeler kunnen. De minister wil scholen en ouders zo de mogelijkheid geven het onderwijs aan te passen op de wensen van deze tijd. Bijvoorbeeld door de lessen beter aan te laten sluiten op de naschoolse opvang en op de werktijden van de ouders. Voorwaarde is wel dat de scholen de leerlingen minimaal 7520 uren onderwijs in 8 jaar blijven geven. Daarbij moet de onderwijstijd evenwichtig over de dag en het jaar zijn verdeeld. Ook moet het onderwijs aan de kwaliteitseisen voldoen en moeten de resultaten van de leerlingen voldoende blijven. Monitor continurooster op basisscholen Steeds meer scholen voeren een continurooster in: 5 schooldagen met 5 uren onderwijs en een korte middagpauze. Hiermee kunnen zij de schooltijden beter aanpassen aan de wensen van de ouders. Ouders hoeven hun kinderen bijvoorbeeld niet op te halen tussen de middag. Het ministerie van OCW brengt met de monitor continurooster de gevolgen van dit rooster in kaart. Zo meet de monitor de prestaties van de leerlingen en de kwaliteit van het onderwijs. De monitor is gestart in het schooljaar 2011-2012 en loopt 3 jaar. (www.minocw.nl) Inmiddels zijn de eerste monitorrapporten verschenen:  Weerd, M. de en Krooneman, P.J. (2012). De monitor experiment flexibilisering onderwijstijd, 1e meting, 2011-2012, Amsterdam: Regioplan  Tillaard, J.C.M. van den, en Weerd, M. de (2012). Vijf gelijke dagen monitor, 2011-2012, Amsterdam: Regioplan (De management samenvattingen worden uitgedeeld) Aan deze experimenten doen mee: Laterna Magica in Amsterdam, De Sterrenschool te Apeldoorn, De Parapluschool in Ede, Bikube te Hoofddorp, De Casaschool te Pijnacker, De School te Zandvoort, De Sterrenschool te Zevenaar. Daarnaast is er een experiment dagarrangementen van het ministerie van SZW. Op de landelijke conferentie brede school (23 mei 2012) werd bekend gemaakt dat Zaandam, Wijchen en Nijmegen hier aan deelnemen. Experiment Integraal Dagarrangement (Nieuwsbericht 24-09-2012) Vanaf 1 januari 2013 tot 1 juli 2016 krijgen maximaal vijftien samenwerkingsverbanden van basisscholen en kinderopvangorganisaties de mogelijkheid om onderwijs en kinderopvang gedurende de dag af te wisselen. Zij mogen daarbij, in overleg met de GGD, afwijken van de kwaliteitsregels bijvoorbeeld ten aanzien van de grootte van de groep (zie voor de exacte voorwaarden het Besluit). De begeleiding daarvan wordt geboden door het landelijk steunpunt brede school. http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2012/09/24/experiment-integraal-dagarrangement.html Ook voor dit experiment is een monitor ingesteld. Onderzoek CAOP Het CAOP heeft onlangs een onderzoek uitgezet naar knelpunten in de personele sfeer bij scholen die innoveren met organisatie en dagindeling. De titel was: personele knelpunten en ontwikkelingen van innovatieve scholen, kindcentra en brede scholen. Het idee is dat bij geselecteerde scholen wordt onderzocht wat de knelpunten zijn en wat de oplossingen zijn die de scholen daarbij hebben gekozen. 4
  • 5. Het doel van het onderzoek is: • Zicht krijgen op de nieuwe personeelsaanpak (taken en functies, cao’s) op basis de nieuwe organisatiewensen en de problemen die de scholen belemmeren in hun plannen • Oplossingen verzamelen en in beeld brengen die scholen hebben gevonden in de sfeer van personeel (maar ook ruimte, tijdsindelingen, administratie/beheer, functies en rollen). • een voorstel voor een goede heldere presentatie, zodat deze direct toepasbaar en toegankelijk wordt voor belangstellende scholen. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Oberon. Kopgroep Landelijk is er nog steeds een Kopgroep van wethouders actief. Deze kopgroep van wethouders uit de grote en middelgrote gemeenten en kleine kernen wil het debat over kindcentra stimuleren. Een samenwerkingsproject van het project Andere Tijden, Taskforce Kinderopvang Onderwijs en de VNG. Het integraal kindcentrum is een verkenning naar een nieuwe organisatie voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Steeds meer peuterspeelzalen, kinderopvangorganisaties en scholen werken samen op één locatie. Soms gaat dat goed, soms kan het beter. Niet alleen schoolbesturen en kinderopvangorganisaties zijn op zoek naar manieren om de organisatie van voorzieningen voor kinderen van 0 tot 12 jaar beter te laten functioneren. Ook een groep gemeenten werkt aan samenhang in de voorzieningen. Deze zogenaamde 'kopgroep kindcentra' bestaat uit een twintigtal gemeenten verspreid over het hele land. De aftrap voor het project Kopgroep kindcentra werd gegeven tijdens de startbijeenkomst op 11 februari 2011 in Utrecht. Een enerverende bijeenkomst waar de kopgroepgemeenten onder meer hun ambities, ervaringen en verwachtingen deelden. (www.vng.nl) De Kopgroep heeft in mei 2012 een lobbybrief verstuurd aan de Tweede Kamer (zie bijlage) Wethouder Janneke Oude Alink van Hengelo hield op de Vversterk conferentie van 20 november 2012 een vurig pleidooi voor de kindcentra. Zij verscheen ook met een filmpje op youtube. Ruimte OK Nog ander nieuws is dat in 2012 Ruimte OK is ingesteld. Dit is een kenniscentrum voor huisvesting op het gebied van Onderwijs en kinderopvang. Het is ingesteld door PO-Raad, VO-Raad, VNG en Waarborgfondskinderopvang. De verwachting is dat zij zich meer integraal zullen richten op huisvestingsvraagstukken, zoals voor een deel ook al is gedaan met de Scholenbouwwaaier. Zie www.ruimte-ok.nl Medezeggenschap Het Landelijk Steunpunt Brede Scholen organiseerde onlangs een bijeenkomst om te praten over medezeggenschap op IKC’s. Op CBS de Schakel in Utrecht spraken adviseurs van het Steunpunt met afgevaardigden van ouderorganisaties, waaronder BOINK, Ouders&Coo en Stichting Kleurrijke Scholen. Hoe kun je medezeggenschap op een IKC het beste regelen? Op die vraag was tot voor kort geen sluitend antwoord. Medezeggenschap op scholen is altijd in de vorm van een mr. En bij kinderopvangorganisaties kunnen papa’s en mama’s via een oudercommissie meepraten. Maar hoe moet dat nou als de school en de kinderopvang één instelling als één fungeren? Rond dit onderwerp organiseerde het Steunpunt een bijeenkomst. Daarbij stonden het reglement en het ontwerp Kindcentrum Raad (KCR) centraal. Deze documenten zijn door het Amsterdamse IKC, Laterna Magica, en Margot Koekkoek ontwikkeld. (tekst wordt uitgedeeld) De middag begon met een inspirerende inleiding van Margot Reukers, directeur van de Schakel, een brede school in Utrecht. Margot vertelde hoe zij met haar team vorm geeft aan ouderbetrokkenheid. “Dat ouderbetrokkenheid echt een effect heeft op de leerprestaties van de kinderen, staat buiten kijf. We organiseren bijvoorbeeld aan het begin van een schooljaar KOM- gesprekken. Dat staat voor Kind Ouder Medewerker. Ouders en kinderen zijn aan het woord en de leerkracht luistert.” Vervolgens bespraken de adviseurs van het Steunpunt en de afgevaardigden van de ouderorganisaties het reglement en het ontwerp Kindcentrum Raad (KCR). Zij maakten meteen de 5
  • 6. afspraak om dat in maart 2013 nog eens te doen, waarna ze een advies uitbrengen over hoe je ouderbetrokkenheid in een IKC het beste kunt regelen. 6
  • 7. BIJLAGE Na de brede scholen, nu de kindcentra Auteur: Leo Mudde - 23/11/2012 We zijn nog maar net gewend aan de brede scholen die in alle gemeenten tot stand zijn gekomen of de volgende ontwikkeling staat al voor de deur. En opnieuw zijn het wethouders die het initiatief nemen. De nieuwe trend: integrale kindcentra, waar onderwijs, kinderopvang en peuterspeelzaal echt samengaan. Onder één leiding en met een heldere pedagogische visie. ‘Het is onbegrijpelijk dat Nederland, een land dat het moet hebben van zijn kenniseconomie, geen samenhangende infrastructuur heeft voor de opvang en ontwikkeling van kinderen tussen de 0 en 12 jaar. Met de Wet Kinderopvang (2005) lijkt politiek Den Haag gestopt te zijn met het nadenken over het belang van hoogwaardige voorzieningen voor kinderen. Maatregelen richten zich uitsluitend op wel of niet bezuinigen.’ Dit stelt de Bernard van Leer Foundation, het fonds dat zich inzet voor kinderen die opgroeien in moeilijke sociale of economische omstandigheden. Samen met het Kinderopvangfonds staat deze organisatie aan de basis van het programma Kies nu voor Kinderen dat zich richt op betere en meer samenhangende voorzieningen voor kinderen en hun ouders, en op een grotere toegankelijkheid van kinderopvang en een betere aansluiting tussen opvang en onderwijs. Deze zomer lieten de twee instellingen onderzoeken wat hun programma de samenleving zou kosten. Voor de overheid: niets, was de uitkomst. En voor de maatschappij zou het per saldo 248 miljoen euro per jaar opleveren. Dat mooie resultaat wordt veroorzaakt door een verlaging van de leid(st)er/kind-ratio in de buitenschoolse opvang (van één leid(st)er op tien kinderen naar één op vijftien kinderen) en door het integreren van de peuterspeelzalen in de kinderdagverblijven. De baten kunnen vervolgens worden doorgegeven aan de ouders in de vorm van een verlaging van de ouderbijdrage en het toegankelijk maken van kinderopvang voor niet-werkende ouders. Het versnipperde veld was de belangrijkste aanleiding voor het onderzoek. Voor kinderen zijn er nu verschillende voorzieningen en verschillende financiële stromen. Binnen de kinderopvang zijn er de dagopvang voor 0-3-jarigen, de peuterspeelzalen voor kinderen van 2 en 3 jaar, en de buitenschoolse opvang (bso) voor kinderen van 4 tot 12 jaar. Dagopvang en bso kunnen worden aangeboden in een centrum, maar ook door gastouders. Beide vormen vallen onder de Wet kinderopvang, maar peuterspeelzalen vallen onder gemeentelijke regelgeving. En dan is er nog de Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE) die in peuterspeelzalen en dagopvang wordt aangeboden. Deze voorzieningen staan vaak allemaal los van het basisonderwijs. Dat kan beter, vindt Kies nu voor Kinderen. Er moet meer samenhang komen in het systeem van kinderopvang. Verschillen in toegankelijkheid tussen dagopvang, bso en gastouderopvang enerzijds en de peuterspeelzaal anderzijds moeten worden opgeheven en de samenwerking tussen opvang en onderwijs kan beter. Kopgroep Kies nu voor Kinderen staat hierin niet alleen. Gemeenten startten in 2011 al het debat over de vorming van integrale kindcentra, waarin peuterspeelzalen, kinderopvangorganisaties en scholen samenwerken op één locatie, onder één leiding en met één pedagogische aanpak voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Een kopgroep van twintig wethouders wil de ontwikkeling van die kindcentra in hun gemeenten stimuleren zolang ` de wet- en regelgeving hier nog geen kader voor biedt. Een van die wethouders die hun nek uitsteken is René Peeters van Almere. Hij kreeg voor elkaar dat de kindcentra zijn opgenomen in het verkiezingsprogramma van zijn partij, D66. Er zijn weliswaar meer partijen die voorstander zijn van een verdere integratie van onderwijs en kinderopvang, maar D66 zegt nu expliciet dat een kindcentrum onder één leiding moet staan – dus geen competentiestrijd meer tussen onderwijs en kinderopvang – en dat kinderopvang beleidsmatig wordt ondergebracht bij het ministerie van OCW. Een goede zaak, zegt Peeters. Hij weet waarover hij het heeft. Hij was leerkracht, schooldirecteur en algemeen directeur van het openbaar onderwijs in Amsterdam-West en voltooide een masteropleiding bovenschools leiderschap. Dat kinderopvang verhuist van het departement van sociale zaken en werkgelegenheid (waar het nu onder valt) naar onderwijs vindt hij vanzelfsprekend. ‘Kinderopvang wordt nu benaderd als werkgelegenheidsinstrument: het geeft ouders de mogelijkheid werk en gezin te combineren. Maar de benadering zou een pedagogische moeten zijn: het gaat om het kind.’ Spelen is leren Zo staat het ook in de brief die de Kopgroep Wethouders voor Kindcentra dit voorjaar naar de politieke partijen stuurde: ‘Wij willen onze jonge burgers in staat stellen hun talenten 7
  • 8. optimaal te ontwikkelen. (…) In een integraal kindcentrum kunnen kinderen de hele dag terecht om te spelen, te leren, te ontdekken en te ontspannen.’ Peeters, wiens handtekening ook onder die brief staat, is het daar uiteraard van harte mee eens. ‘Vaak reageren mensen, als ze horen dat ik voorstander ben van het integreren van kinderopvang en onderwijs, bezorgd. De kinderopvang mag geen school worden, zeggen ze dan. Natuurlijk mag dat niet en dat zal ook niet gebeuren. Maar ik vind wel dat je heel jonge kinderen moet voorzien van een rijke speel-omgeving, want spelen ís leren.’ Het is goed dat de wethouders opstaan om de kindcentra van de grond te krijgen, zoals ze dat ook deden met de brede scholen, zegt Peeters. Die zijn ook ontstaan als lokale initiatieven, met de mond – maar niet met de portemonnee – gesteund door het ministerie van OCW. De wethouder ziet de kindcentra als de logische vervolgstap. Hij vraagt niet om geld van het Rijk, maar wel om een beleidskader dat het gemeenten mogelijk maakt aan de slag te gaan. Dat gemeenten het voortouw nemen kan ook bijna niet anders. Ze moeten nu al een integraal jeugdbeleid hebben, ze zijn wettelijk verantwoordelijk voor het organiseren van de ‘doorgaande ontwikkelingslijn’ voor kinderen met een risico op een onderwijsachterstand, straks komt daar de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg nog bij. En uiteindelijk moet de gemeente zich ervoor inspannen dat alle jongeren een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt verwerven; de komende nieuwe sociale wetgeving maakt dat extra urgent. Peeters: ‘Op dit moment hebben verschillende partijen verschillende verantwoordelijkheden. De kinderopvang werkt tegenwoordig commercieel, het peuterspeelzaalwerk valt vaak onder de afdeling Welzijn van de gemeente en de VVE is versnipperd over peuterspeelzaal, kinderopvang en basisonderwijs. Ze hebben allemaal een eigen geldstroom en eigen verantwoordingskaders. Zeker, ze willen vaak wel samenwerken, maar de regelgeving belemmert dat. Dat moet veranderen.’ Spanningen Hij constateert ook dat er in de huidige situatie vaak spanningen zijn tussen school en voorschool. ‘Er is niet altijd een automatische doorgaande lijn, er is niet één pedagogische visie op het kind. Daarom is één leiding ook zo nodig, het zou allemaal in één hand moeten komen.’ Het laatste wat Peeters wil is een blauwdruk voor de kindcentra. ‘Net als de brede scholen moeten ze in de wijk staan en aansluiten op de omgeving.’ Is dit wel het moment om de discussie over een heel nieuwe leeromgeving aan te zwengelen? Scholen hebben moeite het hoofd boven water te houden, kinderopvanginstellingen moeten sluiten doordat ouders het niet meer kunnen betalen en het grijze circuit weer opzoeken. Wat de laatste jaren aan kinderopvang is opgebouwd, wordt nu in rap tempo weer afgebroken. Bovendien, in die gevallen waar onderwijs en kinderopvang met elkaar in gesprek gaan over samenwerking trekt de kinderopvang vaak aan het kortste eind, omdat het onderwijs de kinderopvang niet als gelijkwaardige partner ziet. Peeters: ‘Dit is bij uitstek het moment om de discussie aan te gaan. Er gaat veel gebeuren met het lokale jeugdbeleid. In onze kopgroep van 25 gemeenten wordt geworsteld en geëxperimenteerd en wij merken dat het aanslaat. We zien ook dat de kinderopvang buitenspel staat door de belastingmaatregelen van het kabinet. Dat kan anders met die 248 miljoen uit het onderzoek van Kies nu voor Kinderen.’ Noodzaak Fel: ‘Het is een feit dat de achterstandsproblematiek ons economisch geld kost. Maar er is ook een inhoudelijke kant. Er is een enorme pedagogisch-didactische noodzaak om te voorkomen dat kinderen achterstand oplopen. Als kinderen drie jaar oud zijn, is hun taalgevoeligheid gigantisch. Dan moeten ze geprikkeld worden, in hele zinnen worden aangesproken, voorgelezen. Kinderopvang kan kinderen de aandacht geven die ze nodig hebben. Doe je dat goed, dan voorkóm je dat te veel kinderen later een beroep op de jeugdzorg doen.’ In zijn eigen Almere is in ieder geval draagvlak voor de kindercentra. ‘Alle partners – schoolbesturen, kinderopvang, welzijnspartner – zijn blij dat de gemeente de regie heeft genomen. Misschien zijn nog niet alle scholen en instellingen zo ver dat ze ook daadwerkelijk de stap maken, maar het is in ieder geval onderwerp van gesprek. We hebben een gezamenlijk belang: ook voor mijn stad is het belangrijk dat de jeugd zich goed ontwikkelt. Echt, het initiatief van de gemeente wordt met applaus ontvangen.’ Regeerakkoord Het Regeerakkoord van VVD en PvdA onderschrijft de noodzaak om onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzalen en VVE op elkaar af te stemmen. De regeringspartijen willen met het oog daarop de financiering van het peuterspeelzaalwerk onderbrengen bij de Wet kinderopvang, waarbij ook de bestaande gemeentelijke financiering wordt betrokken. 8
  • 9. Belemmeringen voor samenwerking zullen worden weggenomen, zo staat in het Regeerakkoord, dat ook belooft met extra investeringen in VVE de kwaliteit en taalvaardigheid van het personeel te verbeteren. Flexibele vakanties Aan het begin van dit schooljaar opende in Almere de eerste ‘Sterrenschool’, De Ruimte, zijn deuren. Het is een kindcentrum zoals wethouder René Peeters voor ogen staat: onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzaal en buurtactiviteiten gaan er hand in hand. De Sterrenschool is vijftig weken per jaar, elke werkdag van zeven tot zeven open. De vakantieperiodes zijn flexibel, de leerlingen en hun ouders bepalen zelf wanneer ze op vakantie gaan. Dat kunnen losse weken zijn, maar ook acht of negen aaneengesloten weken. De ouders bepalen vooraf samen met de leerkrachten wanneer de kinderen naar school komen. Ieder kind krijgt minimaal 25 uur per week onderwijs, verdeeld over vijf dagen. Naast het normale lesprogramma is er ruimte voor sport- en cultuuractiviteiten. De Ruimte is een van de twaalf scholen in Nederland die de komende jaren mag experimenteren met de flexibele onderwijstijden. De proef is ingesteld door het ministerie van OCW om beter in te kunnen spelen op de wensen van ouders, leerlingen en scholen. De flexibele lestijden moeten ertoe bijdragen dat leerlingen het beste uit zichzelf kunnen halen en dat ouders zorg en werk beter kunnen combineren. VNG magazine, 23-11-2012 9
  • 10. BIJLAGE Lobbybrief VNG / Andere tijden / Kopgroep wethouders voor kindcentra / mei 2012 Aan de Tweede Kamer woordvoerders Onderwijs en Kinderopvang de programmacommissies van de landelijke politieke partijen. Betreft: doorontwikkeling kindcentra 0 - 12 Geachte dames en heren, De Kopgroep Wethouders voor Kindcentra roept de politiek op om het beleid rondom Integrale Kindcentra (IKC) zoals die in de afgelopen jaren zich in Nederland heeft ontwikkeld verder te bevorderen en te borgen. Het lange termijnperspectief is een ongedeelde basisvoorziening voor alle kinderen van 0 – 12 jaar, waarin naast de kernactiviteiten opvang en onderwijs de zorg voor een doorgaande ontwikkelingslijn is geïntegreerd. Wethouders voor Kindcentra vragen de landelijke politieke partijen de ontwikkeling van kindcentra als basisvoorziening voor kinderen van 0 – 12 jaar op te nemen in het programma voor de komende Tweede Kamerverkiezingen. Hoewel de kindcentra zich in het huidige stelsel vanuit lokale initiatieven ontwikkelen is het voor een duurzame ontwikkeling van groot belang dat er de komende jaren aan een landelijk kader wordt gewerkt. In dat kader moeten obstakels worden weggenomen die in het huidige versnipperde voorzieningenstelsel de soepele doorgaande ontwikkeling voor kinderen teveel onderbreken. Kopgroep Wethouders voor kindcentra De Kopgroep is een initiatief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het project Andere Tijden in Opvang en Onderwijs. Aan de basis van het initiatief liggen het rapport van de Taskforce Kinderopvang Onderwijs en de petitie van de VNG van januari 2010 aan de Tweede Kamer waarin gepleit wordt voor een ongedeelde voorziening voor alle kinderen van 0 – 4, respectievelijk 12 jaar. Een groeiende groep wethouders sluit zich bij het initiatief aan en wil de lokale regie op zich nemen om vaart te maken met het integreren van peuterspeelzalen, kinderopvang en basisonderwijs. De op handen zijnde decentralisatie van de jeugdzorg zien deze wethouders als kans om het huidige versnipperde zorgstelsel te transformeren naar zorg op maat voor elk kind die het nodig heeft en in de voorziening waar het kind dagelijks komt. Wethouders voor Kindcentra willen hun jonge burgers in staat stellen hun talenten optimaal te ontwikkelen. Binnen Integraal Kindcentra is dat mogelijk waar doorlopende ontwikkelingslijn van kinderen tussen 0 en 12 jaar en kwalitatief goede begeleiding vanuit één pedagogische en educatieve visie het uitgangspunt is. Wij sluiten aan bij de binnenkort te publiceren 10 Adviezen van de Werkgroep Onderwijs Kinderopvang (WOK) en het project Andere Tijden in Opvang en Onderwijs. In een integraal kindcentrum kunnen kinderen de hele dag terecht om te spelen, te leren, te ontdekken en te ontspannen. Het kindcentrum gaat verder dan de brede school. Met als grootste en belangrijke verschil dat het hier niet gaat om een samenwerking tussen verschillende organisaties, maar dat er gewerkt wordt vanuit één gezamenlijke pedagogische en educatieve visie. Er is sprake van één organisatie met één aansturing, één team en één aanspreekpunt voor de ouders. In de bijlage bij deze brief schetsen wij een overzicht van de ingrediënten van het integrale kindcentrum Huidige stelsel voorzieningen jeugd Het huidige stelsel van voorzieningen voor kinderen is suboptimaal en biedt geen stabiliteit voor jonge kinderen en hun ouders. We hebben in Nederland te maken met een versnippering van voorzieningen, gestuurd vanuit een grote diversiteit aan wetten en regelingen. Deze versnippering zorgt voor een verdeling van verantwoordelijkheden en taken. Door de versnipperde dagindeling ondervinden ouders bij de combinatie van arbeid en zorg hinder en wordt de rust van kinderen verstoord. En kinderen die (tijdelijk) extra zorg en aandacht nodig hebben kunnen vaak niet binnen de opvang of onderwijsvoorziening geholpen worden maar worden doorverwezen naar min of meer gespecialiseerde voorzieningen. Ook de doorgaande ontwikkelingslijn zoals in de onderwijswetgeving wordt beoogd wordt 10
  • 11. sterk bemoeilijkt door de verdeelde verantwoordelijkheden. Dat kan ook anders. In het buitenland zijn daar vele goede voorbeelden van te zien. De trend naar meer integratie van voorzieningen voor kinderen is in Nederland al ingezet. De laatste jaren is, mede door de invoering van de zgn OKE wet in veel gemeenten al een koers ingezet naar integratie van kinderopvang en peuterspeelzalen. Voor gemeenten een belangrijke stap om segregatie in de opvang van jonge kinderen te voorkomen en een doorgaande lijn voor alle kinderen te garanderen. Ook is sprake van een groeiend aantal brede scholen in Nederland waarbij de noodzaak wordt gevoeld voor een verdere doorontwikkeling van brede school naar ongedeelde voorziening vanuit een pedagogisch perspectief. Echter door de versnippering van het stelsel, en dus de verantwoordelijkheden, gaat veel tijd verloren in afstemmingsoverleg. De kopgroep maakt zich ook grote zorgen over de consequenties van de forse bezuinigingen op de kinderopvang. Een toenemend aantal kinderopvangcentra hebben moeite het aanbod in stand te houden hetgeen een stevige wissel trekt op de pedagogische infrastructuur in gemeenten. Voor een grote groep ouders is het opvang weer onbetaalbaar geworden. De basis voor de voorzieningen voor jonge kinderen is hierdoor instabiel geworden. Verantwoordelijkheid lokale overheid In 2005 is er voor gekozen de kinderopvang bij de ‘markt’ onder te brengen. De rechtstreekse inhoudelijke invloed van gemeenten op kinderopvang is daardoor verdwenen. Ook de directe invloed op het basisonderwijs is in de afgelopen tien jaar verdwenen als gevolg van het op ‘afstand zetten’ van het openbaar primair onderwijs. Echter de gemeente is en blijft verantwoordelijk voor een op de wensen en behoeften afgestemd integraal jeugdbeleid. Ook is de gemeente wettelijk verantwoordelijk voor het organiseren van de doorlopende ontwikkelingslijn voor kinderen met een risico op een onderwijsachterstand. Binnen enkele jaren komt daar de lokale verantwoordelijk voor de jeugdzorg bij. En uiteindelijk moet de gemeente zich inspannen dat alle kinderen een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt verwerven. De voorgestelde Wet Werken naar Vermogen maakt dat nog eens extra urgent. Naast deze zorg voor de ontwikkeling van kinderen zijn gemeenten verantwoordelijk voor het creëren van leefbare wijken en buurten met een gunstig vestigings- en woonklimaat voor gezinnen met kinderen. Het is dus van groot belang dat de verantwoordelijkheid van gemeenten bekrachtigd wordt door landelijk beleid en daarbij wettelijke sturingsinstrumenten worden gecreëerd voor het ontwikkelen en in stand houden van ongedeelde basisvoorzieningen voor alle kinderen tot 12 jaar. Wij denken daarbij aan:  Een gefaseerde zorgverantwoordelijkheid van een basisaanbod voor alle kinderen van 2½ – 4 jaar en op de lange termijn een basisvoorziening voor alle kinderen van 0 – 12 jaar.  Het behoud van de verantwoordelijkheid voor de onderwijshuisvesting als onderdeel van het publieke vastgoed.  Een krachtig sturingsinstrument voor het committeren van de kinderopvang en het basisonderwijs aan de ontwikkeling van kindcentra. Tot slot De kopgroep nodigt u uit voor een rondetafelgesprek om met u van gedachten te wisselen over de implicatie van de kindcentra en de noodzaak van een landelijk beleidskader voor kindcentra. Het rondetafelgesprek vindt plaats op dinsdag 29 mei aanstaande van 17.30 – 19.00 uur in het kantoor van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in den Haag. Met vriendelijke groet, namens de Kopgroep Wethouders voor Kindcentra 11
  • 12. R. Peeters, wethouder Almere J. Oude Alink, wethouder Hengelo H. Beertens, wethouder Nijmegen J. Bruintjes, wethouder Borger Odoorn 12