SlideShare a Scribd company logo
1 of 12
Download to read offline
lees verder op pag 2 >
Back to the Future 5
Dit najaarscongres mag je niet
missen
Mark van der Gaag wint
ZonMw Parel voor EDIE
onderzoek
Aandacht voor
emoties 4
De mooiste parel 8
En verder:
• Positionering van niet BIG-
geregistreerden 2 • Trots op
ereleden 9 • Word ook lid van de
NVGzP 10
03/2015
Arnold van Emmerik is onderzoe-
ker/universitair docent aan de
Universiteit van Amsterdam. De afge-
lopen drie jaar was hij al bestuurslid
met de portefeuille wetenschap.
Momenteel vertegenwoordigt hij de
VGCt in een aantal externe organen,
zoals in het Netwerk Kwaliteitsontwik-
keling GGz en het bestuur van P3NL.
Gunstige positie
Arnold ziet de VGCt als een gezonde,
Drie nieuwe bestuursleden
krachtige en breed gerespecteerde ver-
eniging. ‘We verkeren in een gunstige
positie om een bijdrage te leveren aan
goede geestelijke gezondheidszorg en
jeugdhulp, en dus aan het welzijn van
mensen met diverse psychische aan-
doeningen. Gunstig, omdat cognitieve
gedragstherapie bewezen effectief is bij
een groot aantal psychische problemen
en stoornissen. Als uitdaging zie ik de
actualisering van de opleidingen tot
Najaarscongres 2015 5
Heb jij je al ingeschreven?
Column van de nieuwe
voorzitter 9
Arnold van Emmerik
Uit de praktijk 4
Behandeling van kinderen
en jongeren met SOLK
En verder:
• Project kennis 3
• N=1: van demoralisatie
naar herstel 6
• Adverteren cursussen
makkelijker 11
Nieuwsbrief
2016 wordt een bijzonder jaar. Dan vie-
ren we dat de cognitieve gedragstherapie
50 jaar bestaat in Nederland. Het thema
voor dit jubileumjaar is ‘springlevend’.
Want in 50 jaar heeft de cognitieve
gedragstherapie zich bewezen, maar is
zij vooral dynamisch en volop in ontwik-
keling. En dat laten we zien. Tijdens het
najaarscongres in november ga je hier al
iets van merken. Let op het congresma-
gazine dat je als deelnemer van het con-
gres uiterlijk eind oktober krijgt
toegestuurd. We gaan komend jaar op
verschillende manieren het thema onder
de aandacht brengen. Zowel voor en met
jullie als in de buitenwereld. Dus hou de
nieuwsbrieven en website in de gaten.
Het Tijdschrift Gedragstherapie brengt
een jubileumeditie uit. Zie pagina 12.
50 jaar CGt
Het bestuur van de VGCt is actief in een nieuwe samenstelling. Arnold van
Emmerik startte in juni als voorzitter en volgde Kees Hoogduin op. De
ontwikkelingen op het gebied van de jeugdzorg en de actualisering van de
opleiding tot cognitief gedragstherapeut en cognitief gedragstherapeutisch
werker waren aanleiding voor het benoemen van twee extra leden: Aldert
Seinen, bestuurslid opleidingen en registraties en Guido Mulder voor de
portefeuille jeugd. Wie zijn zij en wat zijn hun plannen?
2
financieel en bestuurlijk verantwoordelijk
zijn voor de jeugdhulp, moeten vrijge-
vestigde psychologen en instellingen
contracten afsluiten met de gemeenten.
Ik heb een vereniging opgericht voor vrij-
gevestigde psychologen, de VPPE, om de
belangenbehartiging te organiseren. We
brengen daar ook de VGCt onder de aan-
dacht.’
Vernieuwing
Aldert Seinen is benoemd tot bestuurslid
opleidingen en registraties in het bijzon-
der van de cognitief gedragstherapeut.
Hij is klinisch psycholoog en directeur
van de FortaGroep. Binnen de VGCt is
hij actief als docent en supervisor. Ook
hij is enorm betrokken: ’Met trots kan ik
zeggen dat ik lid ben van de VGCt,
omdat zij de inhoud vertegenwoordigt
waar ik met hart en ziel in zit en die ik
Om met kinderen te werken moet je veel
fantasie hebben en het kind voor je zien
te winnen. Ik moet met verschillende
partijen, zoals ouders en school, tot een
oplossing komen. De combinatie van
deze elementen maakt het leuk.’
Binnen zijn portefeuille wil hij in eerste
instantie zorgen voor een platform voor
iedereen die met kinderen en jeugd
werkt, met als centrale vraag: wat is
nodig voor optimale behandeling van
deze groep? Vanuit het standpunt dat
cognitieve gedragstherapie dé behandel-
vorm is om psychische problemen van
jeugdigen te behandelen, pleit hij voor
meer aandacht bij verwijzers en gemeen-
ten: ‘Zij moeten weten dat de VGCt-regi-
stratie staat voor kwalitatief
hooggeschoolde zorg en deskundige the-
rapeuten.’ Hij maakt zich daar al sterk
voor. ‘Sinds de gemeenten begin 2015
‘VGCt vertegenwoordigt
de inhoud waar ik met
hart en ziel in zit’
vervolg van pag 1  uitdraag in mijn werk.’
Aldert gaat zich vooral inzetten voor de
vernieuwing van het opleidingstraject.
‘Er zijn al veel initiatieven gaande. Zo
zijn er competentieprofielen geschreven,
is er een commissie die de profielen
toetst en er is een commissie supervisie.
Nu is het de kunst om de initiatieven en
het gedachtegoed dat al ontwikkeld is,
vorm te geven en in een opleiding te gie-
ten. Dat vergt tijd. Er moet draagvlak
komen, nagedacht worden over de uit-
voering en toestemming zijn van de
ledenraad. Mijn doel is dat over vier jaar
de eerste therapeuten op basis van de
competentieprofielen in de praktijk werk-
zaam zijn.’
Guido MulderAldert SeinenArnold van Emmerik
cognitief gedragstherapeut en cognitief
gedragstherapeutisch werker en het ver-
sterken van de positionering en profile-
ring van de cognitief gedragstherapeut
en de vereniging.’
Kinderen en jeugd
Guido Mulder is klinisch psycholoog,
kinder- en jeugdpsycholoog NIP/NVO,
psychotherapeut en opleider. Hij is
enthousiast over zijn vak. Guido: ‘Cogni-
tieve gedragstherapie voor kinderen en
jeugd is een kleine, specialistische tak.
Doordat Arnold van Emmerik de
rol van voorzitter op zich heeft
genomen, is er in het bestuur een
vacature ontstaan voor de porte-
feuille wetenschap.
Het volledige profiel vind je op
het ledennet bij de vacatures voor
kaderleden.
Vacature bestuurslid
portefeuille wetenschap
3
De ledenraad heeft ingestemd met een
nieuw actiepunt voor het beleidsplan:
project kennis. Met dit project willen
we onder meer bestaande kennis over
CGt meer gestructureerd verzamelen
en aanbieden aan jullie en waar
mogelijk aan de buitenwereld.
Interactief
We hebben binnen de vereniging veel
kennis, bijvoorbeeld bij leden binnen
secties en universiteiten, in het kennis-
net, boeken en ons tijdschrift. Het plan
is om deze kennis structureel te verza-
melen en te delen, zodat actuele infor-
matie over cognitieve gedragstherapie
voor iedereen beschikbaar is. Onze ver-
nieuwde website, die in 2016 klaar zal
zijn, gaat hierin een belangrijke rol spe-
len. Het kennisnet wordt interactiever:
leden kunnen kennis delen en reageren
op inhoudelijke bijdragen. De redacteu-
ren van de secties hebben laten weten
dat zij op zoek zijn naar een overzichte-
lijk en interactief kennisnet met weten-
schappelijk nieuws, protocollen,
vragenlijsten, interviews met onderzoe-
kers, reviews van boeken en richtlijnen.
Door het project kunnen de secties een
actievere bijdrage leveren aan de kennis-
overdracht binnen de vereniging.
Project kennis
De federatie P3NL, waarin de VGCt door onze kersverse voorzitter
Arnold van Emmerik een prominente positie heeft, is goed van
start gegaan. In mei en juni heeft het bestuur van de federatie
gesprekken gevoerd met minister Schippers en hoge ambtenaren
van VWS over de contouren van een nieuw bestuurlijk akkoord
voor de GGz. Aanhakend op de brief van de minister ‘kwaliteit
loont in de zorg’ van voorjaar 2015, heeft het bestuur een aantal
punten aangegeven, waaronder dat P3NL zich sterk wil maken
voor ’gepast gebruik’ van de GGz en de jeugdzorg. Dat wil zeggen:
zorg die doelmatig is en van goede kwaliteit. Dit geldt zowel
voor de basis GGz (common mental disorders) als voor de
specialistische GGz (ernstige psychische aandoeningen
(EPA)-doelgroep).
De federatie vindt daarnaast dat ROM ingezet moet wor-
den om een behandeling te stoppen, indien de waarde van
het doorgaan met behandelen significant afneemt. Dit
soort werkwijzen moet worden vastgelegd in de productstruc-
turen. Er is dus werk aan de winkel voor onszelf, want zoveel
actuele richtlijnen over wat goede psychologische, psychotherapeu-
tische en pedagogische zorg (en ROM) is, hebben we nog niet.
Willen we meer regie op ons eigen werk krijgen, dan moeten we
dus aan de slag. We zijn daarom blij met het Netwerk Kwaliteits-
ontwikkeling GGz, waar zorgstandaarden en generieke modules
worden ontwikkeld. Bij een aantal daarvan is de VGCt actief
betrokken (zie pagina 4 en 9). Kijk eens op de site van dit netwerk
wat er aan zit te komen. Kortom, met P3NL zitten we als VGCt
dichter bij het vuur waar de beslissingen over ons werk worden
genomen. En dat is een goede ontwikkeling. Wordt vervolgd!
Hubert van der Kleij
directeur VGCt
tengeleide
P3NL
Kennisredactie
Er is al een inhoudelijk kennisredacteur
aangetrokken: Anja Greeven, cognitief
gedragstherapeut en onderzoeker bij
PsyQ. Zij gaat samenwerken met de sec-
tieredacteuren. Onder haar redactie is
eerder dit jaar de wetenschappelijke digi-
tale nieuwsbrief verstuurd. Later dit jaar
volgt een tweede editie. Anja is enthousi-
ast over haar rol: ‘Het verdiept en ver-
breedt je kennis en je ontmoet
interessante mensen. Ik voel me soms
een soort ‘Kuifje the roving reporter’ en
daar word ik heel vrolijk van’. Anja deed
verslag van de oratie van Claudi Bockting
en het voorafgaande symposium. Ook
was zij vanuit het project deelnemer van
het EABCT-congres in Jeruzalem. Bin-
nenkort lees je haar terugblik op vgct.nl.
We willen de kennisredactie graag uit-
breiden met twee deskundigen op het
gebied van kinderen en jeugdigen en
externaliserende problemen (persoonlijk-
heid, verslaving). Wil je meer weten?
Mail Lena ter Haar via communicatie@
vgct.nl.
Het project is in de opstartfase, maar
je kunt natuurlijk ook nu al kennis delen.
Kom je een interessant artikel, boek of
onderzoek tegen voor je collega’s, stuur
het naar communicatie@vgct.nl.
4
Jeanne Vriens-Walk is Gz-psycholoog,
kinder- en jeugdpsycholoog specialist
en cognitief gedragstherapeut. Zij werkte
twaalf jaar op verschillende kinderafde-
lingen als medisch psycholoog en werkt
nu, als vrijgevestigde, samen met afde-
lingen van het St. Radboudziekenhuis,
het Canisius Wilhelminaziekenhuis en de
St. Maartenskliniek in Nijmegen. Zij ziet
kinderen en jongeren met deels verklaar-
de en onverklaarde lichamelijke klachten.
Zij hebben meestal een lang medisch
traject achter de rug en zitten gevangen
in een complex systemische achter-
grond.
Affiniteit
Jeanne: ‘Vanuit de studie startte ik op de
kinderafdelingen om kinderen met een
chronische ziekte te begeleiden en te
behandelen. Met de jaren groeide mijn
affiniteit met deze patiëntgroep en merk-
te ik dat ik mijn werk als zorgprofessio-
nal laagdrempelig wilde voortzetten. In
een ziekenhuis komt het kind met een
lichamelijke klacht en is de behandeling
gestandaardiseerd en geprotocolleerd
nemen, ambivalenties te bespreken en
hoop te geven. Maar ook psycho-educa-
tie en het toekennen van een actieve rol
aan patiënt en gezinsleden is van belang.
De diagnose, prognose, de mate van
ziekteactiviteit, maar ook de groei in het
gezinssysteem spelen een rol bij de kans
op verbetering. Na de behandeling is er
doorgaans verbetering van functioneren,
ook bij een kind met een chronische
ziekte. De patiënten kunnen beter hun
eigen lichaam en emoties aanvoelen,
eigen grenzen (h)erkennen, verwoorden
en aangeven, oplossingsvaardigheden
toepassen en omgaan met de (pijn)
klachten. Gezinsleden leren verantwoor-
delijkheid nemen, hun gedrag reguleren
en terugval herkennen en voorkomen.’
door kwaliteitseisen en productieafspra-
ken. Ik merkte dat er veel te winnen viel
bij meer laagdrempelige zorg, waar met
betrokkenheid een psychologische
behandeling kan worden voortgezet in
de 1e of 2e lijn.
Ziekenhuizen verwijzen kinderen door
met een chronische ziekte (en belaste
gezinsleden) die na ontslag nog begelei-
ding nodig hebben. Vaak bij trauma- en
rouwverwerking, acceptatie van fysieke
handicaps, restverschijnselen na oncolo-
gische behandeling, operaties of chroni-
sche pijn. Allerlei aandoeningen die veel
stress met zich meebrengen en (nog)
niet hanteerbaar zijn in het dagelijks
leven. Ik behandel ook kinderen met
angsten, stemmingsstoornissen en
depressies.
Opbouwprogramma
Naast een eventuele behandeling met
medicatie stellen we, fysiotherapeut, arts
en psycholoog, een opbouwprogramma
op. Belangrijk in de relatie behandelaar-
patiënt is om de klachten serieus te
Actualisering zorgstandaard SOLK
De sectie somatiek en somatoforme stoor-
nissen is benaderd door het Netwerk Kwali-
teitsontwikkeling GGz om mee te werken
aan de actualisering van de zorgstandaard
somatisch onvoldoende verklaarde lichame-
lijke klachten. In 2010 is een eerste multidis-
ciplinaire richtlijn SOLK en somatoforme
stoornissen opgezet. Dit document is sinds-
dien nooit geactualiseerd.
De zorgstandaard moet de maatstaf gaan
aangeven voor het vereiste niveau van zorg
voor patiënten met SOLK. Per fase van het
klachtenbeloop moet duidelijk zijn welke
zorg geboden moet worden, wat de indica-
tiestelling is en hoe de zorg en organisatie
vormgegeven moeten worden. De standaard
geeft aanbevelingen voor patiënt en zorgpro-
fessionals, waarbij voldoende ruimte is voor
een individuele, persoonsgerichte benade-
ring. In de nieuwe zorgstandaard staat de
patiënt centraal.
Sjoerd Salet nam namens de sectie somatiek
en somatoforme stoornissen plaats in de
klankbordgroep die een adviserende rol heeft
in de ontwikkeling van de zorgstandaard.
Inmiddels is onder de leden van de sectie
geïnventariseerd wat de behoeften, ervarin-
gen en knelpunten zijn in de zorg voor men-
sen met SOLK. Ondanks de vakantieperiode
en de relatief korte reactietermijn, zijn er
belangrijke knelpunten en aandachtspunten
naar voren gekomen. De verwachting is dat
de zorgstandaard in september 2016 in con-
cept klaar is en geïmplementeerd kan wor-
den in het laatste kwartaal van 2016.
Uit de praktijk
sectienieuws•
In deze rubriek delen leden verhalen uit hun dagelijkse (behandel)praktijk. Denk
aan die ene cliënt die je altijd is bijgebleven, een cursus die je hebt gegeven (of
gevolgd) die veel indruk op je maakte, een nieuwe behandelmethode die heel
anders uitpakte dan je verwachtte of dat onderzoek waar geen eind aan leek te
komen. Kortom: bijzondere verhalen die het waard zijn om te delen.
Meer lezen?
Jeanne vertelt over de behandeling
van twee voor haar bijzondere
patiënten. Je leest het op vgct.nl
5
‘Bij de thema’s van dit
congres ‘shiny happy
people’ en
‘onbeheersbare
hunkering’, denk je
natuurlijk aan het werk
van een seksuologe. Dus
stop met piekeren over welke
workshop je zult gaan bijwonen, kom
naar de workshop’ – Hidde Kuiper en
Astrid Kremers. Workshop ‘Hunkering
naar seksueel plezier in plaats van
piekeren’ op donderdag 12 november om
16.30 uur.
‘We weten veel te weinig van
het keuzegedrag van patiën-
ten ten opzichte van behan-
delingen’ – Anna Muntingh.
Symposium ‘Hersteld van
depressie of angststoornis:
living happily ever after?’ op don-
derdag 12 november om 11.30 uur.
‘Benieuwd naar de helende kracht van
een goed gesprek met de dokter? Kom
luisteren.’ Symposium ‘Placebo: de helen-
de kracht van
arts-patiënt com-
municatie’ Ellen
Smets op vrijdag
13 november om
14.00 uur.
‘Het Unified Protocol
maakt het werk van therapeuten eenvou-
diger omdat het één overzichtelijke flexi-
bele behandeling biedt voor een groot
Heb jij je al ingeschreven?
Najaarscongres 11 | 12 | 13 november
De geïnspireerde en energieke therapeut
moet ook af en toe gevoed worden,
nieuwe kennis opdoen, energie krijgen.
In tijden van verandering, professionali-
sering en verzakelijking organiseert de
commissie voorjaarsworkshops een dag
waarop onze collega’s weer energie kun-
nen opdoen, zich kunnen laten voeden
en op krachten komen.
De voorjaarsworkshops 2016 staan in
het teken van arbeidsvitaminen, voor
jou. Net als in het oudste radioprogram-
ma van Nederland, bestaan arbeidsvita-
minen niet alleen uit ‘nieuwe liedjes’,
maar gaat het ook om ‘gouwe ouwe’,
evergreens, onderwerpen met nostalgi-
sche waarde. Over geïnspireerd bezig
zijn, kracht en energie uit je werk halen,
gouwe ouwe draaien en lekker bezig zijn.
Energie
Wil je jouw collega’s inspireren met een
nieuwe ontdekking of met de verdieping
van een belangrijk basisingrediënt in de
cognitieve gedragstherapie? Meld je dan
aan. Heb je een gouwe ouwe of een ever-
green die blijft boeien? Aarzel dan niet
en geef je op. Maak duidelijk wat maakt
dat jouw onderwerp inspireert en energie
geeft en zorg voor enige wetenschappe-
lijke onderbouwing. Ook jong talent is
van harte welkom, nieuwe plaatjes draai-
en we graag! Je kunt je workshops nog
indienen tot 1 oktober, dus doe het snel!
Kijk op de site bij verenigingsactivitei-
ten voor meer informatie over de voor-
jaarsworkshops en aanmelding.
Voorjaarsworkshops 2016
Dien voor 1 oktober je abstract in!
aantal psychi-
sche klachten.’ –
Ger Schurink.
Lezing ‘Het Unified
Protocol, een transdiag-
nostische behandeling van psychische
stoornissen’ op vrijdag om 10.30 uur.
‘Het integreren van aandacht voor posi-
tieve en negatieve processen in behan-
delingen is een erg interessante
uitdaging voor de gedragstherapie in de
komende jaren!’ – Ernst Bohlmeijer.
Onder meer workshop ‘Welbevinden­
therapie’ op donderdag 12 november om
11.30 uur.
‘ACT bij chronische pijn en vermoeidheid
is niet alleen waardevol voor de patiën-
ten maar voorkomt ook burn-out van
behandelaars.’ – Karlein Schreurs. Work-
shop ‘Acceptance  Commitment Therapy
bij chronische pijn en vermoeidheid’ op vrij-
dag 13 november om 10.30 uur.
Na het bezoeken van het congres ben je in één klap op de hoogte van alle
nieuwe ontwikkelingen binnen de cognitieve gedragstherapie. Lees hier de
motivatie van enkele sprekers en workshopgevers. Kijk voor de abstracts van
deze lezingen, workshops en symposia én voor het gehele programma op
vgctnajaarscongres.nl.
6
casusN=1
Elk aankomend cognitief
gedragstherapeut doet tijdens zijn
opleiding verslag van een (afgeronde)
behandeling (N=1). Deze keer lees je
over de N=1 van Emel Özbek. Zij was in
haar opleidingsjaren werkzaam bij GGz
Eindhoven op verschillende afdelingen
en deed deze casus voor Centrum
Psychotische stoornissen. Emel heeft
haar cliënt voor deze N=1 55 sessies
gevolgd. Over haar huidige praktijk lees
je meer op pagina 10.
7
Van demoralisatie tot herstel
Emel Özbek heeft en cognitieve
gedragstherapeutische behandeling
gegeven aan een 42-jarige man met
schizofrenie en somberheidsklachten.
Rick werkte als jeugdhulpverlener in
een internaat, maakte overuren en
nam veel taken en verantwoordelijkhe-
den op zich. Door de wisselende dien-
sten en het overwerken raakte zijn
dag- en nachtritme verstoord. Daarnaast
werd hij bedreigd door loverboys die het
volgens hem hadden voorzien op een
meisje dat in het internaat verbleef.
Omdat Rick zich op zijn werk vreemder
ging gedragen, werd hij ontslagen. Hij
kwam hierdoor in een isolement terecht
en kreeg last van wanen. Rick werd psy-
chotisch, wat leidde tot agressief gedrag.
Hij werd gedwongen opgenomen bij
GGzE, waar hij met medicatie behandeld
werd en de diagnose schizofrenie kreeg.
Later leidden psychoses opnieuw tot
agressief gedrag en gedwongen opname.
Rick bleek medicatieontrouw te zijn en
drugs te gebruiken.
Warboel
Emel: ’Tijdens het eerste gesprek vertel-
de Rick dat hij veel piekerde over wat er
gebeurd was. Hij was boos op zijn werk-
gever die hem had ontslagen en op de
loverboys die hem bedreigden. Hij ver-
trouwde niemand, was lusteloos, had
gebrek aan concentratie en daginvulling.
Nietsdoen maakte hem somber. Hij
hoopte de warboel in zijn hoofd te ontra-
felen. En hij wilde zijn ziekte beter begrij-
pen en meer zingeving in zijn leven
krijgen.’
De behandeling bestond uit verschillen-
de interventies. Emel: ‘Psycho-educatie
was voor deze cliënt erg belangrijk. Hij
heeft jaren weerstand gehad tegen het
leren kennen van zijn ziekte. Bij de start
van de therapie stond hij er wel voor
open. Hij kreeg inzicht in zijn ziekte
waardoor hij zichzelf beter kon begrij-
pen.’
Café
Ook de interventies die zijn stigmatise-
rende disfunctionele gedachten uitdaag-
den en de exposure-oefeningen hadden
veel effect. Het uitdagen van belemme-
rende gedachten gaf een voorzet voor
het uitvoeren van exposure-oefeningen
en gedragsexperimenten. Rick wilde
graag elke week met een kop koffie een
krant lezen in een buurtcafé, maar de
angst voor waangedachten over andere
bezoekers hield hem tegen. Emel: ‘We
hebben afgesproken dat hij drie dagen
achterelkaar naar het café ging en op het
moment dat hij angstig of prikkelbaar
raakte, zich concentreerde op zijn kran-
tenartikel. Zodra hij merkte dat hij weg
wilde, zou hij de informatie over jum-
ping to conclusions, die we samen voor
deze situatie hadden gemaakt, erbij pak-
ken en het uur uitzitten. Ondanks dat hij
erg tegen deze oefening op zag, is het
hem vrij makkelijk gelukt en kon hij op
den duur wekelijks het café bezoeken.’
Moeilijke stof
Een voorbeeld van een opgezet gedrags-
experiment was het lezen van moeilijke
stof. Zijn automatische gedachten
waren: ‘het lukt me niet, de medicatie
maakt me suf’ en ‘door de psychoses
kan ik me niet concentreren’. Vooraf
keek Emel met Rick wat hij onder moei-
lijk stof verstond en op welk moment hij
zich goed kon concentreren. Emel: ‘Rick
vond een geschiedenisboek over de
tweede wereldoorlog interessant en
moeilijk genoeg. ‘s Ochtends voelde hij
zich vaak suf, dus laat in de middag zou
een goed moment kunnen zijn om te
oefenen.’
Hij heeft het experiment uitgevoerd met
als resultaat dat hij zich 45 minuten kon
concentreren. De geloofwaardigheid van
zijn automatische (negatieve) gedachten
verminderde sterk en de geloofwaardig-
heid van de alternatieve gedachten ver-
hoogde enorm. Rick kon het lezen
uitbouwen naar anderhalf uur.
foto:Shutterstock
casusN=1
Samen
‘Het is een lange therapie geworden van
bijna twee jaar. Ik vond de behandeling
in het begin best spannend vanwege de
ernst van de psychiatrische stoornis,
maar al snel begon ik de therapie leuk te
vinden. Rick had humor en was erg leer-
gierig. We waren echt samen aan het
werk. Het is hem gelukt om het contact
met twee vrienden weer op te pakken en
te gaan sporten. Hij is zich gaan oriënte-
ren op ander werk en kan zich beter con-
centreren. Ik heb geleerd het tempo van
de behandeling aan te passen aan de
beperkingen van de cliënt: langzaam pra-
ten, werken op het bord, aantekeningen
en huiswerk mailen. Voor de behande-
ling was ik wat sceptisch over cognitieve
gedragstherapie bij ernstig psychiatrisch
patiënten. Door de succeservaring met
Rick zijn mijn vooroordelen gecorri-
geerd.’
‘Ik was wat sceptisch over cognitieve
gedragstherapie bij ernstig
psychiatrisch patiënten. Door de
succeservaring met Rick zijn mijn
vooroordelen gecorrigeerd.’
8
LVB en oplossingsgerichte gedragstherapie
Een therapie voor mensen met een licht ver-
standelijke beperking, waarbij de nadruk wordt
gelegd op oplossingen in plaats van problemen
lijkt beter te helpen dan reguliere therapie. Dit
blijkt uit promotieonderzoek van Gz-psycholoog
John Roeden van de Universiteit van Maas-
tricht. Roeden is lid van de sectie OCGt en de
eerste in de wereld die hierop is gepromoveerd.
In zijn onderzoek vergeleek hij een groep
cliënten die werd behandeld met oplossings­
gerichte therapie met een andere groep die een
reguliere begeleiding kreeg. Zes weken na de
start van de behandeling bleek dat de cliënten
die de oplossingsgerichte therapie hadden
gekregen psychologisch en sociaal beter
functioneerden.
Lees een uitgebreid interview met John Roeden op
het Kennisnet in het domein oplossingsgerichte
GCt.
Oplossingsgerichte interventies bij trauma
De sectie OCGt gaat op 9 oktober op werkbe-
zoek bij de Opvoedpoli in Amsterdam. Het the-
ma is: Oplossingsgerichte interventies bij
trauma. Een medewerker van de Opvoedpoli
bespreekt Signs of Safety (oplossingsgerichte
kinderbescherming). Door middel van film- en
audiofragmenten van Berg en O’Hanlon wordt
duidelijk hoe je oplossingsgericht kunt werken
bij trauma’s. Fredrike Bannink presenteert haar
boek Posttraumatic Success (Norton, 2014). Zij
geeft over dit onderwerp een workshop op het
najaarscongres.
Ga naar verenigingsactiviteiten voor alle
informatie.
sectienieuws•
Twee jaar geleden stond ik op het
najaarscongres te kletsen met
iemand van de ledenraad die enthousi-
ast vertelde over zijn activiteiten. Ik werd
aangestoken door zijn enthousiasme en
besloot toen om de belangenbehartiging
te gaan doen van leden zonder BIG-regi-
stratie, wat een groeiende groep is.
IQ van 60
In mijn werk als orthopedagoog merk ik
dat het effect van cognitieve gedragsthe-
rapie op mensen met een verstandelijke
beperking heel groot is. Dit is een onder-
schat en nog niet goed onderzocht werk-
veld. Het is een misverstand dat
gedragstherapie bij mensen met een
laag IQ niet goed toepasbaar zou zijn.
Ook al heeft iemand een IQ van 60, hij
kan op zijn manier best vertellen waar
zijn probleem vandaan komt en actief
aan de slag gaan met het veranderpro-
ces. Cognitieve gedragstherapie maakt
ons werk leuker, effectiever en geeft vol-
doende handvatten voor verandering.
Agenda
Als lid van de ledenraad volg ik alle ont-
wikkelingen kritisch. Ik ben er extra alert
op dat de ongelijke behandeling tussen
BIG- en niet-BIG-geregistreerden steeds
op de agenda blijft en onder de aandacht
van het bestuur is. Ik vind het jammer
dat therapeuten zonder BIG-registratie
minder rechten en aanzien hebben. Het
bestuur is overigens zeer actief en pro-
beert een lans te breken voor die groep.
Bestuursleden zijn de spreekbuis naar de
externe partners, zoals het ministerie en
de zorgverzekeraars. Dáár moet het
belang van cognitieve gedragstherapie
en de VGCt-registratie op het netvlies
komen.
Ik ben een groot voorstander van een
verkorte opleiding van het verkrijgen van
een BIG-registratie. Ik hoop dat ons werk
op die manier op waarde wordt geschat
en dat ook de zorgverzekeraars de ver-
goeding bieden die het verdient. Het
gaat erom dat de cliënt efficiënt wordt
geholpen. Dat is het belangrijkste.
Werkbezoek Transfore
Getallen maken steeds duidelijker dat bij
delinquent en grensoverschrijdend
gedrag vaak sprake is van een verstande-
lijke beperking. In het kader van terugval-
preventie is het noodzakelijk specifiek
aanbod te ontwikkelen voor deze doel-
groep.
Wat heeft CGt aan forensische cliënten
met een licht verstandelijke beperking te
bieden? Hoe maak je met hen BA’s en
FA’s middels de delictketen, of een
terugvalpreventieplan? Hoe geef je psy-
cho-educatie over de beperking? Hoe
benut je e-mental health? Hoe betrek je
partners en systeem? Hoe werk je zo
kort mogelijk klinisch en maak je zo
goed mogelijk gebruik van ambulante
hulp?
Transfore, stichting voor forensische psy-
chiatrie gaf antwoord op bovenstaande
vragen tijdens een werkbezoek in juni,
georganiseerd door de sectie forensische
CGt. Transfore nam de bezoekers mee in
hun aanbod voor forensische patiënten
met een licht verstandelijke beperking.
Lees het verslag en de presentaties van
het werkbezoek op het ledennet, bij de
activiteiten van de sectie forensische
CGt.
Ervaring
Lid zijn van de ledenraad is een mooie
en leerzame ervaring. Op verenigingsac-
tiviteiten zoals studiedagen en het
najaarscongres houd ik contact met mijn
achterban en dat levert interessante
gesprekken op. Als individu is mijn
invloed niet zo groot, maar als raadslid
en door de contacten met medeleden
kan ik ervoor zorgen dat de belangen van
niet-BIG-geregistreerden worden behar-
tigd en het onderwerp onder de aandacht
blijft. En persoonlijk? Ik geniet ervan dat
ik veel leer van ervaren mensen.’
Arjan Muller
Arjan Muller werkt sinds vijftien jaar als orthopedagoog/therapeut
bij Lunetzorg, een instelling voor mensen met een verstandelijke
beperking. Dagelijks is hij bezig met de inhoud van de zorg. Het
leek hem ook wel eens leuk om meer invloed te kunnen uitoefenen
op beleidsmatige processen.
Ledenraadsleden aan het woord
Arjan Muller
‘
9
Het netwerk Kwaliteitsontwikkeling
GGz is een samenwerkingsverband
van NVvP, NIP en LPGGz, waarin
een groot aantal relevante beroeps­
organisaties en stakeholders als
GGZ Nederland, Zorgverzekeraars
Nederland, maar ook de VGCt
participeren.
Het netwerk streeft naar planmatige,
continue verbetering en innovatie
van de beroepsuitoefening van profes-
sionals in de geestelijke gezondheids-
zorg. Zodat de door hen te leveren zorg
op de juiste plek, door de juiste persoon,
doelmatig, in goede samenhang en
rondom de patiënt wordt verleend.
Hiertoe worden kwaliteitsstandaarden
ontwikkeld.
( zie kwaliteitsontwikkelingggz.nl).
De sectie somatiek is door het netwerk
Kwaliteitsontwikkeling benaderd om mee
te werken aan de actualisering van de
zorgstandaard SOLK (zie pagina 4). En
samen met de NVP ontwikkelen wij de
generieke module psychotherapie.
Onduidelijkheid wegnemen
Voor cliënten en hun naasten bestaan er
veel onduidelijkheden over psychothera-
pie. Vaak is niet duidelijk welke behande-
lingen eronder vallen, wanneer deze
kunnen worden toegepast met welk doel,
welke type behandelaar daarbij hoort en
wat de te verwachten resultaten zijn.
Zorgverleners lopen tegen vergelijkbare
vragen aan. Daarnaast bestaat er ondui-
delijkheid over inkoop en vergoeding
door zorgverzekeraars. Dit geldt zowel
voor de inhoud (behandelvormen) als de
omvang. De generieke module moet ant-
woord gaan geven op deze vragen.
VGCt goed vertegenwoordigd
Daartoe zijn twee werkgroepen samen-
gesteld. Namens de VGCt neemt Erik
van der Put deel aan de werkgroep
Inhoud en Tom Deenen aan de werk-
groep Context en Kwaliteit. Arnold van
Emmerik vertegenwoordigt het bestuur
van de VGCt in de stuurgroep. De werk-
groepen komen een aantal keer bijeen
met de bedoeling in november 2015 een
concepttekst gereed te hebben. De
stuurgroep zal deze tekst vaststellen,
waarna de belanghebbende organisaties
de concepttekst van commentaar kun-
nen voorzien. Na terugkoppeling in de
werkgroepen stelt de stuurgroep de her-
ziene tekst vast, die ter autorisatie aan
de belanghebbende organisaties wordt
voorgelegd. Het project wordt medio
2016 afgerond.
Je kunt op de hoogte blijven van dit
project via vgct.nl/over-vgct/beleid.
Kwaliteit in de GGz
Er is rumoer over het BIG-beroepengebouw. Wat is er aan de hand?
Er zijn twee voor ons relevante BIG-basisberoepen en specialismen:
gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut en klinisch psycholoog
en klinisch neuropsycholoog. Daarnaast kennen we de verpleegkundig
specialist GGz en natuurlijk de psychiater als medisch specialist. Elk
met hun eigen varianten, profielen en wat dies meer zij. Wel genoeg
zo, zou je denken. Misschien zelfs wat teveel, gezien het geweeklaag
over overlap en onhelderheid van het BIG-beroepengebouw.
Niettemin schijnen sommige, vooral jeugdige cliënten ondanks de
lappendeken van BIG-beroepen toch bloot te zijn komen liggen.
Er wordt daarom gepleit voor opname van de orthopedagoog-
generalist en de kinder- en jeugdpsycholoog als basisberoep in
de Wet BIG. En dat brengt ons bij de kern: de door
sommigen gewenste bevordering van deze verenigings­
registraties tot BIG-basisberoep (eigenlijk: Artikel 3-beroep),
bijt met de veel breder gevoelde wens om het BIG-
beroepengebouw te verhelderen.
Ik denk eigenlijk dat het in vergelijking met andere sectoren wel
meevalt met die zo beweende onhelderheid van de GGz. Neem alleen
al het academisch onderwijs. Daar is een docent aan een universiteit
bijvoorbeeld iets heel anders dan een universitair docent. We moeten
natuurlijk wel ergens tegen kunnen, bedoel ik maar.
Ondertussen is het gebakkelei voor en achter de schermen niet van de
lucht, kan ik u verzekeren. In GGz-vergaderstad Utrecht wordt druk
gekonkelfoesd en mailboxen lopen vol met ronkende betogen ‘voor of
tegen’. Enfin, een betere oplossing dan het uitbreiden en verder
differentiëren van het BIG-beroepengebouw, zou natuurlijk zijn de
toegang ervan beter te reguleren met EVC-trajecten. Dat brengt
helderheid in het beroepenveld als geheel. En zo niet, dan weet jouw
voorzitter ook nog wel een mooi nieuw BIG-basisberoep. (AvE)
Reageren? Mail: voorzitter@vgct.nl
vandevoorzitter
Over de wet op het Bakkeleien in de
Individuele Gezondheidszorg (BIG)
9
10
Bert de Vos lid van verdienste
In de ledenraadsvergadering van 19 juni 2015 is Bert de Vos benoemd
tot lid van verdienste van de VGCt. Bert is voorgedragen door zijn
collega’s van het Universitair Centrum voor Psychiatrie van het
UMCG. Sinds 2006 is hij een trouw sectie bestuurslid van de sectie
cognitief gedragstherapeutisch werkers (CGW-ers). Mede door zijn
inzet is de CGW-er op de kaart gezet binnen de VGCt. Vanaf 2008
maakt hij deel uit van de registratiecommissie en de accreditatiecom-
missie. In deze laatste commissie legt hij de onmisbare link tussen het
reguliere CGt- onderwijs en het CGW-onderwijs. Bert is mede-auteur van het
boek ‘Praktijkboek Gedragstherapie’ dat een standaard werk is binnen de
CGW-opleiding. Bert krijgt zijn onderscheiding feestelijk uitgereikt op woens-
dag 11 november tijdens het najaarscongres.
Nieuw bij de VGCt
Tijdens haar doctoraal studie voor
psychologie kwam Emel voor het
eerst in aanraking met cognitieve
gedragstherapie. Emel: ‘Ik merkte met-
een dat ik het interessant vond. Ik dacht:
dit kan ik goed overbrengen. Tijdens de
Gz-opleiding sloot ik me aan bij de VGCt
als CGt-er i.o. Als startend psycholoog
dat hun probleem voortkomt uit een
combinatie van biologische, sociale en
psychologische factoren.’
Gebedskraaltjes
In tegenstelling tot de cliënten in haar
eigen praktijk, hebben haar cliënten bij
GGzE Idiomes een andere culturele ach-
tergrond dan de Nederlandse. Volgens
Emel bestaan er verschillen in de behan-
deling. Emel: ‘Woorden die voor Neder-
landers normaal zijn, zoals zelfbeeld en
minderwaardigheid, zijn voor anderstali-
gen niet altijd vanzelfsprekend. Daarom
is het belangrijk om samen met de cliënt
de holistische theorie te maken, om
zeker te weten dat je over hetzelfde
praat. Of neem een ontspanningsoefe-
ning. Nederlanders hebben daar meteen
een beeld bij. Met Islamitische cliënten
zoek ik eerst naar wat hen ontspant. Het
voelen van gebedskraaltjes bijvoorbeeld.’
Wij-gevoel
Volgens Emel zijn mensen met een
Nederlandse achtergrond vaak wat indi-
vidualistischer ingesteld, terwijl in ande-
re culturen meer wij-gevoel heerst. ‘Ik
kan een Turkse vrouw wel proberen te
leren om vaker ‘nee’ te zeggen, maar ik
moet er ook rekening mee houden hoe
dit is voor haar gezin, de sociale struc-
tuur waarin ze leeft. Het belangrijkste is
eigenlijk dat je je als therapeut bewust
bent van je eigen Westerse ideeën en
deze niet als vanzelfsprekend
beschouwt.’
was het prettig om te leren hoe ik in
begrijpelijke taal een rationale van een
behandeling kon uitleggen en welke
interventies ik kon toepassen. De psy-
cho-educatie is bijvoorbeeld heel duide-
lijk. Ik merk aan mijn cliënten dat zij
meer hoop hebben op een positief resul-
taat van de behandeling als zij snappen
Meer informatie over gedrags-
therapie bij allochtonen? Lees het
artikel ‘Cognitieve gedragstherapie
bij allochtonen: een cultuursensi-
tieve benadering’ door H. van Els
en J. Knipscheer. Tijdschrift voor
gedragstherapie  cognitieve the-
rapie nummer 1 2015, zie ledennet
(archief tijdschrift).
Emel Özbek is sinds begin 2015 geregistreerd als cognitief gedragstherapeut.
Samen met een collega heeft ze een praktijk voor psychologie en
psychotherapie: Psy Helmond. Daarnaast werkt zij als programmamanager en
klinisch psycholoog bij GGzE Idiomes in Eindhoven, waar ze mensen met
psychische klachten behandelt die zijn opgegroeid in een andere cultuur.
Emel Özbek
11
FAQ
Accreditatie e-learning
en blended learning
In het huidige accreditatiereglement
komen deze vormen van scholing nog
niet voor. Een commissie, bestaande uit
Maarten Lange, Els Loeb en Walter de
Vries, gaat aan de hand van een pilot
accreditatieregels opstellen.
Voor 1 januari 2016 geven zij advies aan
het bestuur, waarna de accreditatieregels
op 1 maart 2016 kunnen ingaan. Elke
opleider kan vanaf dat moment blended
basiscursussen en vervolgcursussen en
digitale nascholing ter accreditatie aan-
bieden. In het najaar 2016 evalueren we
de regels en kunnen deze eventueel nog
worden aangepast.
Interessante voordelen
Basiscursussen en vervolgcursussen
hebben weliswaar klassikaal onderwijs
nodig, maar een gedeelte kan ook digi-
taal. Blended learning biedt interessante
voordelen op onderwijskundig en inhou-
delijk gebied. Cursisten kunnen een
groot deel van de theorie thuis bestude-
ren aan de hand van (digitale) leerstof,
opdrachten en het bekijken van filmpjes.
De docent kan klassikaal meer aandacht
besteden aan de praktijk, waardoor de
lestijd effectiever besteed kan worden.
Nascholingsactiviteiten kunnen ook vol-
ledig digitaal aangeboden worden, bij-
voorbeeld in de vorm van een webinar.
Dit maakt het leren gemakkelijker, sneller
en goedkoper.
Tijdens de lunch op het najaarscongres
op 13 november kunnen docenten met
elkaar van gedachten wisselen, ideeën en
tips delen over dit onderwerp en krijgen
zij informatie over hoe zij het zelf kun-
nen toepassen binnen hun cursussen.
Wil je meer informatie over dit project
of heb je input voor de commissieleden,
neem dan contact op met Hanneke van
der Lende, opleidingsfunctionaris,
via h.vanderlende@vgct.nl.
Steeds vaker worden blended learning en e-learning ingezet als
onderwijsvorm in het CGt-onderwijs. Zo biedt de RINO Groep sinds kort de
30-urige inleiding van de basiscursus CGt blended aan en geeft GITP-PAO
nascholing in de vorm van webinars.
opleidingsnieuws•
FAQ’s? Je vindt ze op vgct.nl!
Wist je dat je op de website en het
ledennet van de VGCt allerlei veel­
gestelde vragen (FAQ’s) en antwoor-
den kunt vinden? Over uiteenlopende
onderwerpen, zoals over registratie,
accreditatie en supervisie, vind je er
heldere informatie.
Twee voorbeelden van vragen over
supervisie:
Mag ik de totale supervisie bij één
supervisor volgen?
Nee, de totale supervisie moet bij mini-
maal twee supervisoren gevolgd worden.
Bij elke supervisor moet je minimaal tien
supervisiesessies volgen. Alle formele
eisen staan in artikel 2.1.1 van het regi-
stratiereglement CGt-ers en super­
visoren.
Hoe lang moet een supervisiesessie
duren? Mag ik ook groepssupervisie
volgen?
Individuele sessies moeten minimaal 45
minuten duren. Bij twee supervisanten
moet een sessie minimaal 60 minuten
duren. Bij drie supervisanten moet een
sessie minimaal 90 minuten duren.
Groepssupervisie met meer dan drie
supervisanten is niet toegestaan. Het is
mogelijk dubbele supervisiesessies te
volgen als de contacttijd twee keer zo
lang is. Alleen volledige sessies tellen
mee. Het is niet toegestaan om gedeel-
tes van sessies bij elkaar te voegen en
mee te rekenen.
Staat jouw vraag niet bij de FAQ’s? Bel
het opleidingssecretariaat (030-2543054)
of mail naar opleidingen@vgct.nl.
Adverteren cursussen makkelijker
Met ingang van 1 september lever je je advertentie voor een cursus, supervisie,
leertherapie of bijeenkomst aan via een formulier, waardoor direct duidelijk is
welke informatie er nodig is voor het plaatsen op de site. Ook kies je direct hoe lang
je je advertentie wilt plaatsen. Doordat het adverteren nu eenvoudiger is geworden,
hebben wij de tarieven kunnen verlagen. Alle aanbieders hebben hierover bericht ont-
vangen. Je vindt de informatie en het formulier op de site in de rubriek opleiders.
12
Donderdag 1 oktober en 4 november
Onderlinge toetsing supervisoren
11-13 november
VGCt Najaarscongres
Shiny happy people
Maandag 14 december
Workshop: het begeleiden van het
schrijven van een N=1
Vrijdag 18 maart 2016
CGW-congres
Vrijdag 8 april 2016
Voorjaarsworkshops
Agenda 2015/2016 Beter worden in je vak
Colofon
Deze nieuwsbrief is een uitgave van
de Vereniging voor Gedragstherapie
en Cognitieve therapie en verschijnt
vier keer per jaar.
Overname en vermenigvuldiging van
artikelen is niet toegestaan zonder
voorafgaande schriftelijke
toestemming van de VGCt.
T 030 254 30 54
E info@vgct.nl
W vgct.nl
LinkedIn: VGCt
Facebook: VGCt
Twitter: @VGCtwit
You Tube: VGCtube
Deadlines diginieuws
12 oktober, 26 oktober, 23 november,
21 december
Deadline volgende nieuwsbrief
23 november
Redactie: Mariëtte Lammers
Aan dit nummer werkten mee:
Arnold van Emmerik, Rianne Groen,
Anja Greeven, Lena ter Haar, Hubert
van der Kleij, Ernestine de Koff, Uschi
Koster, Hanneke van der Lende,
Guido Mulder, Arjan Muller, Emel
Özbek, Sjoerd Salet, Aldert Seinen,
Jeanne Vriens-Walk
Wetenschappers, therapeuten,
patiënten en geïnteresseerden
waren massaal aanwezig bij het sympo-
sium ‘Wetenschap in beeld’ ter gelegen-
heid van de oratie van Claudi Bockting.
Het programma was afwisselend en gaf
een breed en helder overzicht van de
huidige stand van zaken in het depres-
sieonderzoek.
Zo sloeg Filip Raes aan de hand van
schilderijtjes met huilende zigeunerjon-
getjes een brug tussen depressief ver-
sus gezond. Gemma Kok onderzocht
het effect van de preventieve cognitieve
training wanneer deze in zijn geheel via
het internet wordt aangeboden
Terugblik symposium ‘Wetenschap in beeld’ en oratie Claudi Bockting
Jubileumeditie
Tijdschrift
Gedragstherapie
Volgend jaar verschijnt er een jubileum-
uitgave van het Tijdschrift Gedragsthera-
pie. Het tijdschrift sluit hiermee aan bij
het vijftigjarig bestaan van cognitieve
gedragstherapie in Nederland.
Heb je interessante kopij voor deze
jubileumeditie? Neem contact op met de
redactie via redactie@tijdschriftgedrags-
therapie.nl.
(mobiele cognitieve therapie) en sprak
over veelbelovende resultaten. Gelar-
deerd met historische uitstapjes deelde
Bockting haar visie op de stand van
zaken met betrekking tot kennis over (de
effecten van behandeling van) depressie.
Anja Greeven blikt uitgebreid terug op
deze dag vol lezingen en de afsluitende
oratie. Lees in haar verslag een beschrij-
ving van het onderzoek van elke spreker,
een samenvatting van de oratie van
Claudi Bockting en bijbehorende litera-
tuur.
Je vindt het verslag op het kennisnet
bij de sectie stemmingsstoornissen
onder de tab activiteiten. Claudi Bockting

More Related Content

Similar to Nieuwsbrief nr. 3 september 2015 (2)

1611 boekje buitenzorgen lr
1611 boekje buitenzorgen lr1611 boekje buitenzorgen lr
1611 boekje buitenzorgen lrFrank Stroeken
 
Interview Michel van Schaik - Diagnose 2025 - 8 september
Interview Michel van Schaik - Diagnose 2025  - 8 septemberInterview Michel van Schaik - Diagnose 2025  - 8 september
Interview Michel van Schaik - Diagnose 2025 - 8 septemberSTG/Health Management Forum
 
Eindrapport-2013-Veerkrachtzorg-Nationale-DenkTank
Eindrapport-2013-Veerkrachtzorg-Nationale-DenkTankEindrapport-2013-Veerkrachtzorg-Nationale-DenkTank
Eindrapport-2013-Veerkrachtzorg-Nationale-DenkTankPetra Pubben
 
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZPDe-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZPArnaud Veere
 
MVO Learning History BZ
MVO Learning History BZMVO Learning History BZ
MVO Learning History BZArin Van Zee
 
Pagina 16 17 Mentaaloktober2010.Pdf[1]
Pagina 16 17 Mentaaloktober2010.Pdf[1]Pagina 16 17 Mentaaloktober2010.Pdf[1]
Pagina 16 17 Mentaaloktober2010.Pdf[1]MartvanderStelt
 
Pagina 16 17 Mentaaloktober2010.Pdf[1]
Pagina 16 17 Mentaaloktober2010.Pdf[1]Pagina 16 17 Mentaaloktober2010.Pdf[1]
Pagina 16 17 Mentaaloktober2010.Pdf[1]MartvanderStelt
 
Pagina 20 21.Mentaalapril2009.Pdf[1]
Pagina 20 21.Mentaalapril2009.Pdf[1]Pagina 20 21.Mentaalapril2009.Pdf[1]
Pagina 20 21.Mentaalapril2009.Pdf[1]MartvanderStelt
 
Kv k update gezonde groei december 2014
Kv k update gezonde groei december 2014Kv k update gezonde groei december 2014
Kv k update gezonde groei december 2014andreaedelman01
 
STUDIEDAG KOPP/KVO
STUDIEDAG KOPP/KVOSTUDIEDAG KOPP/KVO
STUDIEDAG KOPP/KVObarbaraveldt
 
Ouders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moetOuders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moetDouwe Van Den Berg
 
artikel Van ZZ via GG naar MM
artikel  Van ZZ via GG naar MMartikel  Van ZZ via GG naar MM
artikel Van ZZ via GG naar MMHuub Sibbing
 
Van ZZ via GG naar MM
Van ZZ via GG naar MMVan ZZ via GG naar MM
Van ZZ via GG naar MMHuub Sibbing
 
De Talentklas Groningen en Drenthe
De Talentklas Groningen en DrentheDe Talentklas Groningen en Drenthe
De Talentklas Groningen en DrentheDymph
 

Similar to Nieuwsbrief nr. 3 september 2015 (2) (20)

1611 boekje buitenzorgen lr
1611 boekje buitenzorgen lr1611 boekje buitenzorgen lr
1611 boekje buitenzorgen lr
 
NBTP_magazine_Juni2015
NBTP_magazine_Juni2015NBTP_magazine_Juni2015
NBTP_magazine_Juni2015
 
factsheet jeugdzorg
factsheet jeugdzorgfactsheet jeugdzorg
factsheet jeugdzorg
 
Interview Michel van Schaik - Diagnose 2025 - 8 september
Interview Michel van Schaik - Diagnose 2025  - 8 septemberInterview Michel van Schaik - Diagnose 2025  - 8 september
Interview Michel van Schaik - Diagnose 2025 - 8 september
 
Eindrapport-2013-Veerkrachtzorg-Nationale-DenkTank
Eindrapport-2013-Veerkrachtzorg-Nationale-DenkTankEindrapport-2013-Veerkrachtzorg-Nationale-DenkTank
Eindrapport-2013-Veerkrachtzorg-Nationale-DenkTank
 
Public SPACE Een betere zorg voor jeugd (Over Decentralisatie Jeugdzorg)
Public SPACE Een betere zorg voor jeugd (Over Decentralisatie Jeugdzorg)Public SPACE Een betere zorg voor jeugd (Over Decentralisatie Jeugdzorg)
Public SPACE Een betere zorg voor jeugd (Over Decentralisatie Jeugdzorg)
 
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZPDe-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
 
Jeugdagenda Gouda 2011 - 2014
Jeugdagenda Gouda 2011 - 2014Jeugdagenda Gouda 2011 - 2014
Jeugdagenda Gouda 2011 - 2014
 
MVO Learning History BZ
MVO Learning History BZMVO Learning History BZ
MVO Learning History BZ
 
Pagina 16 17 Mentaaloktober2010.Pdf[1]
Pagina 16 17 Mentaaloktober2010.Pdf[1]Pagina 16 17 Mentaaloktober2010.Pdf[1]
Pagina 16 17 Mentaaloktober2010.Pdf[1]
 
Pagina 16 17 Mentaaloktober2010.Pdf[1]
Pagina 16 17 Mentaaloktober2010.Pdf[1]Pagina 16 17 Mentaaloktober2010.Pdf[1]
Pagina 16 17 Mentaaloktober2010.Pdf[1]
 
Pagina 20 21.Mentaalapril2009.Pdf[1]
Pagina 20 21.Mentaalapril2009.Pdf[1]Pagina 20 21.Mentaalapril2009.Pdf[1]
Pagina 20 21.Mentaalapril2009.Pdf[1]
 
Kv k update gezonde groei december 2014
Kv k update gezonde groei december 2014Kv k update gezonde groei december 2014
Kv k update gezonde groei december 2014
 
STUDIEDAG KOPP/KVO
STUDIEDAG KOPP/KVOSTUDIEDAG KOPP/KVO
STUDIEDAG KOPP/KVO
 
Ouders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moetOuders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moet
 
NBTP_mrt_2015_DEF
NBTP_mrt_2015_DEFNBTP_mrt_2015_DEF
NBTP_mrt_2015_DEF
 
artikel Van ZZ via GG naar MM
artikel  Van ZZ via GG naar MMartikel  Van ZZ via GG naar MM
artikel Van ZZ via GG naar MM
 
Van ZZ via GG naar MM
Van ZZ via GG naar MMVan ZZ via GG naar MM
Van ZZ via GG naar MM
 
De Talentklas Groningen en Drenthe
De Talentklas Groningen en DrentheDe Talentklas Groningen en Drenthe
De Talentklas Groningen en Drenthe
 
DEL-nr2_2016_OMRING_LR
DEL-nr2_2016_OMRING_LRDEL-nr2_2016_OMRING_LR
DEL-nr2_2016_OMRING_LR
 

Nieuwsbrief nr. 3 september 2015 (2)

  • 1. lees verder op pag 2 > Back to the Future 5 Dit najaarscongres mag je niet missen Mark van der Gaag wint ZonMw Parel voor EDIE onderzoek Aandacht voor emoties 4 De mooiste parel 8 En verder: • Positionering van niet BIG- geregistreerden 2 • Trots op ereleden 9 • Word ook lid van de NVGzP 10 03/2015 Arnold van Emmerik is onderzoe- ker/universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam. De afge- lopen drie jaar was hij al bestuurslid met de portefeuille wetenschap. Momenteel vertegenwoordigt hij de VGCt in een aantal externe organen, zoals in het Netwerk Kwaliteitsontwik- keling GGz en het bestuur van P3NL. Gunstige positie Arnold ziet de VGCt als een gezonde, Drie nieuwe bestuursleden krachtige en breed gerespecteerde ver- eniging. ‘We verkeren in een gunstige positie om een bijdrage te leveren aan goede geestelijke gezondheidszorg en jeugdhulp, en dus aan het welzijn van mensen met diverse psychische aan- doeningen. Gunstig, omdat cognitieve gedragstherapie bewezen effectief is bij een groot aantal psychische problemen en stoornissen. Als uitdaging zie ik de actualisering van de opleidingen tot Najaarscongres 2015 5 Heb jij je al ingeschreven? Column van de nieuwe voorzitter 9 Arnold van Emmerik Uit de praktijk 4 Behandeling van kinderen en jongeren met SOLK En verder: • Project kennis 3 • N=1: van demoralisatie naar herstel 6 • Adverteren cursussen makkelijker 11 Nieuwsbrief 2016 wordt een bijzonder jaar. Dan vie- ren we dat de cognitieve gedragstherapie 50 jaar bestaat in Nederland. Het thema voor dit jubileumjaar is ‘springlevend’. Want in 50 jaar heeft de cognitieve gedragstherapie zich bewezen, maar is zij vooral dynamisch en volop in ontwik- keling. En dat laten we zien. Tijdens het najaarscongres in november ga je hier al iets van merken. Let op het congresma- gazine dat je als deelnemer van het con- gres uiterlijk eind oktober krijgt toegestuurd. We gaan komend jaar op verschillende manieren het thema onder de aandacht brengen. Zowel voor en met jullie als in de buitenwereld. Dus hou de nieuwsbrieven en website in de gaten. Het Tijdschrift Gedragstherapie brengt een jubileumeditie uit. Zie pagina 12. 50 jaar CGt Het bestuur van de VGCt is actief in een nieuwe samenstelling. Arnold van Emmerik startte in juni als voorzitter en volgde Kees Hoogduin op. De ontwikkelingen op het gebied van de jeugdzorg en de actualisering van de opleiding tot cognitief gedragstherapeut en cognitief gedragstherapeutisch werker waren aanleiding voor het benoemen van twee extra leden: Aldert Seinen, bestuurslid opleidingen en registraties en Guido Mulder voor de portefeuille jeugd. Wie zijn zij en wat zijn hun plannen?
  • 2. 2 financieel en bestuurlijk verantwoordelijk zijn voor de jeugdhulp, moeten vrijge- vestigde psychologen en instellingen contracten afsluiten met de gemeenten. Ik heb een vereniging opgericht voor vrij- gevestigde psychologen, de VPPE, om de belangenbehartiging te organiseren. We brengen daar ook de VGCt onder de aan- dacht.’ Vernieuwing Aldert Seinen is benoemd tot bestuurslid opleidingen en registraties in het bijzon- der van de cognitief gedragstherapeut. Hij is klinisch psycholoog en directeur van de FortaGroep. Binnen de VGCt is hij actief als docent en supervisor. Ook hij is enorm betrokken: ’Met trots kan ik zeggen dat ik lid ben van de VGCt, omdat zij de inhoud vertegenwoordigt waar ik met hart en ziel in zit en die ik Om met kinderen te werken moet je veel fantasie hebben en het kind voor je zien te winnen. Ik moet met verschillende partijen, zoals ouders en school, tot een oplossing komen. De combinatie van deze elementen maakt het leuk.’ Binnen zijn portefeuille wil hij in eerste instantie zorgen voor een platform voor iedereen die met kinderen en jeugd werkt, met als centrale vraag: wat is nodig voor optimale behandeling van deze groep? Vanuit het standpunt dat cognitieve gedragstherapie dé behandel- vorm is om psychische problemen van jeugdigen te behandelen, pleit hij voor meer aandacht bij verwijzers en gemeen- ten: ‘Zij moeten weten dat de VGCt-regi- stratie staat voor kwalitatief hooggeschoolde zorg en deskundige the- rapeuten.’ Hij maakt zich daar al sterk voor. ‘Sinds de gemeenten begin 2015 ‘VGCt vertegenwoordigt de inhoud waar ik met hart en ziel in zit’ vervolg van pag 1 uitdraag in mijn werk.’ Aldert gaat zich vooral inzetten voor de vernieuwing van het opleidingstraject. ‘Er zijn al veel initiatieven gaande. Zo zijn er competentieprofielen geschreven, is er een commissie die de profielen toetst en er is een commissie supervisie. Nu is het de kunst om de initiatieven en het gedachtegoed dat al ontwikkeld is, vorm te geven en in een opleiding te gie- ten. Dat vergt tijd. Er moet draagvlak komen, nagedacht worden over de uit- voering en toestemming zijn van de ledenraad. Mijn doel is dat over vier jaar de eerste therapeuten op basis van de competentieprofielen in de praktijk werk- zaam zijn.’ Guido MulderAldert SeinenArnold van Emmerik cognitief gedragstherapeut en cognitief gedragstherapeutisch werker en het ver- sterken van de positionering en profile- ring van de cognitief gedragstherapeut en de vereniging.’ Kinderen en jeugd Guido Mulder is klinisch psycholoog, kinder- en jeugdpsycholoog NIP/NVO, psychotherapeut en opleider. Hij is enthousiast over zijn vak. Guido: ‘Cogni- tieve gedragstherapie voor kinderen en jeugd is een kleine, specialistische tak. Doordat Arnold van Emmerik de rol van voorzitter op zich heeft genomen, is er in het bestuur een vacature ontstaan voor de porte- feuille wetenschap. Het volledige profiel vind je op het ledennet bij de vacatures voor kaderleden. Vacature bestuurslid portefeuille wetenschap
  • 3. 3 De ledenraad heeft ingestemd met een nieuw actiepunt voor het beleidsplan: project kennis. Met dit project willen we onder meer bestaande kennis over CGt meer gestructureerd verzamelen en aanbieden aan jullie en waar mogelijk aan de buitenwereld. Interactief We hebben binnen de vereniging veel kennis, bijvoorbeeld bij leden binnen secties en universiteiten, in het kennis- net, boeken en ons tijdschrift. Het plan is om deze kennis structureel te verza- melen en te delen, zodat actuele infor- matie over cognitieve gedragstherapie voor iedereen beschikbaar is. Onze ver- nieuwde website, die in 2016 klaar zal zijn, gaat hierin een belangrijke rol spe- len. Het kennisnet wordt interactiever: leden kunnen kennis delen en reageren op inhoudelijke bijdragen. De redacteu- ren van de secties hebben laten weten dat zij op zoek zijn naar een overzichte- lijk en interactief kennisnet met weten- schappelijk nieuws, protocollen, vragenlijsten, interviews met onderzoe- kers, reviews van boeken en richtlijnen. Door het project kunnen de secties een actievere bijdrage leveren aan de kennis- overdracht binnen de vereniging. Project kennis De federatie P3NL, waarin de VGCt door onze kersverse voorzitter Arnold van Emmerik een prominente positie heeft, is goed van start gegaan. In mei en juni heeft het bestuur van de federatie gesprekken gevoerd met minister Schippers en hoge ambtenaren van VWS over de contouren van een nieuw bestuurlijk akkoord voor de GGz. Aanhakend op de brief van de minister ‘kwaliteit loont in de zorg’ van voorjaar 2015, heeft het bestuur een aantal punten aangegeven, waaronder dat P3NL zich sterk wil maken voor ’gepast gebruik’ van de GGz en de jeugdzorg. Dat wil zeggen: zorg die doelmatig is en van goede kwaliteit. Dit geldt zowel voor de basis GGz (common mental disorders) als voor de specialistische GGz (ernstige psychische aandoeningen (EPA)-doelgroep). De federatie vindt daarnaast dat ROM ingezet moet wor- den om een behandeling te stoppen, indien de waarde van het doorgaan met behandelen significant afneemt. Dit soort werkwijzen moet worden vastgelegd in de productstruc- turen. Er is dus werk aan de winkel voor onszelf, want zoveel actuele richtlijnen over wat goede psychologische, psychotherapeu- tische en pedagogische zorg (en ROM) is, hebben we nog niet. Willen we meer regie op ons eigen werk krijgen, dan moeten we dus aan de slag. We zijn daarom blij met het Netwerk Kwaliteits- ontwikkeling GGz, waar zorgstandaarden en generieke modules worden ontwikkeld. Bij een aantal daarvan is de VGCt actief betrokken (zie pagina 4 en 9). Kijk eens op de site van dit netwerk wat er aan zit te komen. Kortom, met P3NL zitten we als VGCt dichter bij het vuur waar de beslissingen over ons werk worden genomen. En dat is een goede ontwikkeling. Wordt vervolgd! Hubert van der Kleij directeur VGCt tengeleide P3NL Kennisredactie Er is al een inhoudelijk kennisredacteur aangetrokken: Anja Greeven, cognitief gedragstherapeut en onderzoeker bij PsyQ. Zij gaat samenwerken met de sec- tieredacteuren. Onder haar redactie is eerder dit jaar de wetenschappelijke digi- tale nieuwsbrief verstuurd. Later dit jaar volgt een tweede editie. Anja is enthousi- ast over haar rol: ‘Het verdiept en ver- breedt je kennis en je ontmoet interessante mensen. Ik voel me soms een soort ‘Kuifje the roving reporter’ en daar word ik heel vrolijk van’. Anja deed verslag van de oratie van Claudi Bockting en het voorafgaande symposium. Ook was zij vanuit het project deelnemer van het EABCT-congres in Jeruzalem. Bin- nenkort lees je haar terugblik op vgct.nl. We willen de kennisredactie graag uit- breiden met twee deskundigen op het gebied van kinderen en jeugdigen en externaliserende problemen (persoonlijk- heid, verslaving). Wil je meer weten? Mail Lena ter Haar via communicatie@ vgct.nl. Het project is in de opstartfase, maar je kunt natuurlijk ook nu al kennis delen. Kom je een interessant artikel, boek of onderzoek tegen voor je collega’s, stuur het naar communicatie@vgct.nl.
  • 4. 4 Jeanne Vriens-Walk is Gz-psycholoog, kinder- en jeugdpsycholoog specialist en cognitief gedragstherapeut. Zij werkte twaalf jaar op verschillende kinderafde- lingen als medisch psycholoog en werkt nu, als vrijgevestigde, samen met afde- lingen van het St. Radboudziekenhuis, het Canisius Wilhelminaziekenhuis en de St. Maartenskliniek in Nijmegen. Zij ziet kinderen en jongeren met deels verklaar- de en onverklaarde lichamelijke klachten. Zij hebben meestal een lang medisch traject achter de rug en zitten gevangen in een complex systemische achter- grond. Affiniteit Jeanne: ‘Vanuit de studie startte ik op de kinderafdelingen om kinderen met een chronische ziekte te begeleiden en te behandelen. Met de jaren groeide mijn affiniteit met deze patiëntgroep en merk- te ik dat ik mijn werk als zorgprofessio- nal laagdrempelig wilde voortzetten. In een ziekenhuis komt het kind met een lichamelijke klacht en is de behandeling gestandaardiseerd en geprotocolleerd nemen, ambivalenties te bespreken en hoop te geven. Maar ook psycho-educa- tie en het toekennen van een actieve rol aan patiënt en gezinsleden is van belang. De diagnose, prognose, de mate van ziekteactiviteit, maar ook de groei in het gezinssysteem spelen een rol bij de kans op verbetering. Na de behandeling is er doorgaans verbetering van functioneren, ook bij een kind met een chronische ziekte. De patiënten kunnen beter hun eigen lichaam en emoties aanvoelen, eigen grenzen (h)erkennen, verwoorden en aangeven, oplossingsvaardigheden toepassen en omgaan met de (pijn) klachten. Gezinsleden leren verantwoor- delijkheid nemen, hun gedrag reguleren en terugval herkennen en voorkomen.’ door kwaliteitseisen en productieafspra- ken. Ik merkte dat er veel te winnen viel bij meer laagdrempelige zorg, waar met betrokkenheid een psychologische behandeling kan worden voortgezet in de 1e of 2e lijn. Ziekenhuizen verwijzen kinderen door met een chronische ziekte (en belaste gezinsleden) die na ontslag nog begelei- ding nodig hebben. Vaak bij trauma- en rouwverwerking, acceptatie van fysieke handicaps, restverschijnselen na oncolo- gische behandeling, operaties of chroni- sche pijn. Allerlei aandoeningen die veel stress met zich meebrengen en (nog) niet hanteerbaar zijn in het dagelijks leven. Ik behandel ook kinderen met angsten, stemmingsstoornissen en depressies. Opbouwprogramma Naast een eventuele behandeling met medicatie stellen we, fysiotherapeut, arts en psycholoog, een opbouwprogramma op. Belangrijk in de relatie behandelaar- patiënt is om de klachten serieus te Actualisering zorgstandaard SOLK De sectie somatiek en somatoforme stoor- nissen is benaderd door het Netwerk Kwali- teitsontwikkeling GGz om mee te werken aan de actualisering van de zorgstandaard somatisch onvoldoende verklaarde lichame- lijke klachten. In 2010 is een eerste multidis- ciplinaire richtlijn SOLK en somatoforme stoornissen opgezet. Dit document is sinds- dien nooit geactualiseerd. De zorgstandaard moet de maatstaf gaan aangeven voor het vereiste niveau van zorg voor patiënten met SOLK. Per fase van het klachtenbeloop moet duidelijk zijn welke zorg geboden moet worden, wat de indica- tiestelling is en hoe de zorg en organisatie vormgegeven moeten worden. De standaard geeft aanbevelingen voor patiënt en zorgpro- fessionals, waarbij voldoende ruimte is voor een individuele, persoonsgerichte benade- ring. In de nieuwe zorgstandaard staat de patiënt centraal. Sjoerd Salet nam namens de sectie somatiek en somatoforme stoornissen plaats in de klankbordgroep die een adviserende rol heeft in de ontwikkeling van de zorgstandaard. Inmiddels is onder de leden van de sectie geïnventariseerd wat de behoeften, ervarin- gen en knelpunten zijn in de zorg voor men- sen met SOLK. Ondanks de vakantieperiode en de relatief korte reactietermijn, zijn er belangrijke knelpunten en aandachtspunten naar voren gekomen. De verwachting is dat de zorgstandaard in september 2016 in con- cept klaar is en geïmplementeerd kan wor- den in het laatste kwartaal van 2016. Uit de praktijk sectienieuws• In deze rubriek delen leden verhalen uit hun dagelijkse (behandel)praktijk. Denk aan die ene cliënt die je altijd is bijgebleven, een cursus die je hebt gegeven (of gevolgd) die veel indruk op je maakte, een nieuwe behandelmethode die heel anders uitpakte dan je verwachtte of dat onderzoek waar geen eind aan leek te komen. Kortom: bijzondere verhalen die het waard zijn om te delen. Meer lezen? Jeanne vertelt over de behandeling van twee voor haar bijzondere patiënten. Je leest het op vgct.nl
  • 5. 5 ‘Bij de thema’s van dit congres ‘shiny happy people’ en ‘onbeheersbare hunkering’, denk je natuurlijk aan het werk van een seksuologe. Dus stop met piekeren over welke workshop je zult gaan bijwonen, kom naar de workshop’ – Hidde Kuiper en Astrid Kremers. Workshop ‘Hunkering naar seksueel plezier in plaats van piekeren’ op donderdag 12 november om 16.30 uur. ‘We weten veel te weinig van het keuzegedrag van patiën- ten ten opzichte van behan- delingen’ – Anna Muntingh. Symposium ‘Hersteld van depressie of angststoornis: living happily ever after?’ op don- derdag 12 november om 11.30 uur. ‘Benieuwd naar de helende kracht van een goed gesprek met de dokter? Kom luisteren.’ Symposium ‘Placebo: de helen- de kracht van arts-patiënt com- municatie’ Ellen Smets op vrijdag 13 november om 14.00 uur. ‘Het Unified Protocol maakt het werk van therapeuten eenvou- diger omdat het één overzichtelijke flexi- bele behandeling biedt voor een groot Heb jij je al ingeschreven? Najaarscongres 11 | 12 | 13 november De geïnspireerde en energieke therapeut moet ook af en toe gevoed worden, nieuwe kennis opdoen, energie krijgen. In tijden van verandering, professionali- sering en verzakelijking organiseert de commissie voorjaarsworkshops een dag waarop onze collega’s weer energie kun- nen opdoen, zich kunnen laten voeden en op krachten komen. De voorjaarsworkshops 2016 staan in het teken van arbeidsvitaminen, voor jou. Net als in het oudste radioprogram- ma van Nederland, bestaan arbeidsvita- minen niet alleen uit ‘nieuwe liedjes’, maar gaat het ook om ‘gouwe ouwe’, evergreens, onderwerpen met nostalgi- sche waarde. Over geïnspireerd bezig zijn, kracht en energie uit je werk halen, gouwe ouwe draaien en lekker bezig zijn. Energie Wil je jouw collega’s inspireren met een nieuwe ontdekking of met de verdieping van een belangrijk basisingrediënt in de cognitieve gedragstherapie? Meld je dan aan. Heb je een gouwe ouwe of een ever- green die blijft boeien? Aarzel dan niet en geef je op. Maak duidelijk wat maakt dat jouw onderwerp inspireert en energie geeft en zorg voor enige wetenschappe- lijke onderbouwing. Ook jong talent is van harte welkom, nieuwe plaatjes draai- en we graag! Je kunt je workshops nog indienen tot 1 oktober, dus doe het snel! Kijk op de site bij verenigingsactivitei- ten voor meer informatie over de voor- jaarsworkshops en aanmelding. Voorjaarsworkshops 2016 Dien voor 1 oktober je abstract in! aantal psychi- sche klachten.’ – Ger Schurink. Lezing ‘Het Unified Protocol, een transdiag- nostische behandeling van psychische stoornissen’ op vrijdag om 10.30 uur. ‘Het integreren van aandacht voor posi- tieve en negatieve processen in behan- delingen is een erg interessante uitdaging voor de gedragstherapie in de komende jaren!’ – Ernst Bohlmeijer. Onder meer workshop ‘Welbevinden­ therapie’ op donderdag 12 november om 11.30 uur. ‘ACT bij chronische pijn en vermoeidheid is niet alleen waardevol voor de patiën- ten maar voorkomt ook burn-out van behandelaars.’ – Karlein Schreurs. Work- shop ‘Acceptance Commitment Therapy bij chronische pijn en vermoeidheid’ op vrij- dag 13 november om 10.30 uur. Na het bezoeken van het congres ben je in één klap op de hoogte van alle nieuwe ontwikkelingen binnen de cognitieve gedragstherapie. Lees hier de motivatie van enkele sprekers en workshopgevers. Kijk voor de abstracts van deze lezingen, workshops en symposia én voor het gehele programma op vgctnajaarscongres.nl.
  • 6. 6 casusN=1 Elk aankomend cognitief gedragstherapeut doet tijdens zijn opleiding verslag van een (afgeronde) behandeling (N=1). Deze keer lees je over de N=1 van Emel Özbek. Zij was in haar opleidingsjaren werkzaam bij GGz Eindhoven op verschillende afdelingen en deed deze casus voor Centrum Psychotische stoornissen. Emel heeft haar cliënt voor deze N=1 55 sessies gevolgd. Over haar huidige praktijk lees je meer op pagina 10.
  • 7. 7 Van demoralisatie tot herstel Emel Özbek heeft en cognitieve gedragstherapeutische behandeling gegeven aan een 42-jarige man met schizofrenie en somberheidsklachten. Rick werkte als jeugdhulpverlener in een internaat, maakte overuren en nam veel taken en verantwoordelijkhe- den op zich. Door de wisselende dien- sten en het overwerken raakte zijn dag- en nachtritme verstoord. Daarnaast werd hij bedreigd door loverboys die het volgens hem hadden voorzien op een meisje dat in het internaat verbleef. Omdat Rick zich op zijn werk vreemder ging gedragen, werd hij ontslagen. Hij kwam hierdoor in een isolement terecht en kreeg last van wanen. Rick werd psy- chotisch, wat leidde tot agressief gedrag. Hij werd gedwongen opgenomen bij GGzE, waar hij met medicatie behandeld werd en de diagnose schizofrenie kreeg. Later leidden psychoses opnieuw tot agressief gedrag en gedwongen opname. Rick bleek medicatieontrouw te zijn en drugs te gebruiken. Warboel Emel: ’Tijdens het eerste gesprek vertel- de Rick dat hij veel piekerde over wat er gebeurd was. Hij was boos op zijn werk- gever die hem had ontslagen en op de loverboys die hem bedreigden. Hij ver- trouwde niemand, was lusteloos, had gebrek aan concentratie en daginvulling. Nietsdoen maakte hem somber. Hij hoopte de warboel in zijn hoofd te ontra- felen. En hij wilde zijn ziekte beter begrij- pen en meer zingeving in zijn leven krijgen.’ De behandeling bestond uit verschillen- de interventies. Emel: ‘Psycho-educatie was voor deze cliënt erg belangrijk. Hij heeft jaren weerstand gehad tegen het leren kennen van zijn ziekte. Bij de start van de therapie stond hij er wel voor open. Hij kreeg inzicht in zijn ziekte waardoor hij zichzelf beter kon begrij- pen.’ Café Ook de interventies die zijn stigmatise- rende disfunctionele gedachten uitdaag- den en de exposure-oefeningen hadden veel effect. Het uitdagen van belemme- rende gedachten gaf een voorzet voor het uitvoeren van exposure-oefeningen en gedragsexperimenten. Rick wilde graag elke week met een kop koffie een krant lezen in een buurtcafé, maar de angst voor waangedachten over andere bezoekers hield hem tegen. Emel: ‘We hebben afgesproken dat hij drie dagen achterelkaar naar het café ging en op het moment dat hij angstig of prikkelbaar raakte, zich concentreerde op zijn kran- tenartikel. Zodra hij merkte dat hij weg wilde, zou hij de informatie over jum- ping to conclusions, die we samen voor deze situatie hadden gemaakt, erbij pak- ken en het uur uitzitten. Ondanks dat hij erg tegen deze oefening op zag, is het hem vrij makkelijk gelukt en kon hij op den duur wekelijks het café bezoeken.’ Moeilijke stof Een voorbeeld van een opgezet gedrags- experiment was het lezen van moeilijke stof. Zijn automatische gedachten waren: ‘het lukt me niet, de medicatie maakt me suf’ en ‘door de psychoses kan ik me niet concentreren’. Vooraf keek Emel met Rick wat hij onder moei- lijk stof verstond en op welk moment hij zich goed kon concentreren. Emel: ‘Rick vond een geschiedenisboek over de tweede wereldoorlog interessant en moeilijk genoeg. ‘s Ochtends voelde hij zich vaak suf, dus laat in de middag zou een goed moment kunnen zijn om te oefenen.’ Hij heeft het experiment uitgevoerd met als resultaat dat hij zich 45 minuten kon concentreren. De geloofwaardigheid van zijn automatische (negatieve) gedachten verminderde sterk en de geloofwaardig- heid van de alternatieve gedachten ver- hoogde enorm. Rick kon het lezen uitbouwen naar anderhalf uur. foto:Shutterstock casusN=1 Samen ‘Het is een lange therapie geworden van bijna twee jaar. Ik vond de behandeling in het begin best spannend vanwege de ernst van de psychiatrische stoornis, maar al snel begon ik de therapie leuk te vinden. Rick had humor en was erg leer- gierig. We waren echt samen aan het werk. Het is hem gelukt om het contact met twee vrienden weer op te pakken en te gaan sporten. Hij is zich gaan oriënte- ren op ander werk en kan zich beter con- centreren. Ik heb geleerd het tempo van de behandeling aan te passen aan de beperkingen van de cliënt: langzaam pra- ten, werken op het bord, aantekeningen en huiswerk mailen. Voor de behande- ling was ik wat sceptisch over cognitieve gedragstherapie bij ernstig psychiatrisch patiënten. Door de succeservaring met Rick zijn mijn vooroordelen gecorri- geerd.’ ‘Ik was wat sceptisch over cognitieve gedragstherapie bij ernstig psychiatrisch patiënten. Door de succeservaring met Rick zijn mijn vooroordelen gecorrigeerd.’
  • 8. 8 LVB en oplossingsgerichte gedragstherapie Een therapie voor mensen met een licht ver- standelijke beperking, waarbij de nadruk wordt gelegd op oplossingen in plaats van problemen lijkt beter te helpen dan reguliere therapie. Dit blijkt uit promotieonderzoek van Gz-psycholoog John Roeden van de Universiteit van Maas- tricht. Roeden is lid van de sectie OCGt en de eerste in de wereld die hierop is gepromoveerd. In zijn onderzoek vergeleek hij een groep cliënten die werd behandeld met oplossings­ gerichte therapie met een andere groep die een reguliere begeleiding kreeg. Zes weken na de start van de behandeling bleek dat de cliënten die de oplossingsgerichte therapie hadden gekregen psychologisch en sociaal beter functioneerden. Lees een uitgebreid interview met John Roeden op het Kennisnet in het domein oplossingsgerichte GCt. Oplossingsgerichte interventies bij trauma De sectie OCGt gaat op 9 oktober op werkbe- zoek bij de Opvoedpoli in Amsterdam. Het the- ma is: Oplossingsgerichte interventies bij trauma. Een medewerker van de Opvoedpoli bespreekt Signs of Safety (oplossingsgerichte kinderbescherming). Door middel van film- en audiofragmenten van Berg en O’Hanlon wordt duidelijk hoe je oplossingsgericht kunt werken bij trauma’s. Fredrike Bannink presenteert haar boek Posttraumatic Success (Norton, 2014). Zij geeft over dit onderwerp een workshop op het najaarscongres. Ga naar verenigingsactiviteiten voor alle informatie. sectienieuws• Twee jaar geleden stond ik op het najaarscongres te kletsen met iemand van de ledenraad die enthousi- ast vertelde over zijn activiteiten. Ik werd aangestoken door zijn enthousiasme en besloot toen om de belangenbehartiging te gaan doen van leden zonder BIG-regi- stratie, wat een groeiende groep is. IQ van 60 In mijn werk als orthopedagoog merk ik dat het effect van cognitieve gedragsthe- rapie op mensen met een verstandelijke beperking heel groot is. Dit is een onder- schat en nog niet goed onderzocht werk- veld. Het is een misverstand dat gedragstherapie bij mensen met een laag IQ niet goed toepasbaar zou zijn. Ook al heeft iemand een IQ van 60, hij kan op zijn manier best vertellen waar zijn probleem vandaan komt en actief aan de slag gaan met het veranderpro- ces. Cognitieve gedragstherapie maakt ons werk leuker, effectiever en geeft vol- doende handvatten voor verandering. Agenda Als lid van de ledenraad volg ik alle ont- wikkelingen kritisch. Ik ben er extra alert op dat de ongelijke behandeling tussen BIG- en niet-BIG-geregistreerden steeds op de agenda blijft en onder de aandacht van het bestuur is. Ik vind het jammer dat therapeuten zonder BIG-registratie minder rechten en aanzien hebben. Het bestuur is overigens zeer actief en pro- beert een lans te breken voor die groep. Bestuursleden zijn de spreekbuis naar de externe partners, zoals het ministerie en de zorgverzekeraars. Dáár moet het belang van cognitieve gedragstherapie en de VGCt-registratie op het netvlies komen. Ik ben een groot voorstander van een verkorte opleiding van het verkrijgen van een BIG-registratie. Ik hoop dat ons werk op die manier op waarde wordt geschat en dat ook de zorgverzekeraars de ver- goeding bieden die het verdient. Het gaat erom dat de cliënt efficiënt wordt geholpen. Dat is het belangrijkste. Werkbezoek Transfore Getallen maken steeds duidelijker dat bij delinquent en grensoverschrijdend gedrag vaak sprake is van een verstande- lijke beperking. In het kader van terugval- preventie is het noodzakelijk specifiek aanbod te ontwikkelen voor deze doel- groep. Wat heeft CGt aan forensische cliënten met een licht verstandelijke beperking te bieden? Hoe maak je met hen BA’s en FA’s middels de delictketen, of een terugvalpreventieplan? Hoe geef je psy- cho-educatie over de beperking? Hoe benut je e-mental health? Hoe betrek je partners en systeem? Hoe werk je zo kort mogelijk klinisch en maak je zo goed mogelijk gebruik van ambulante hulp? Transfore, stichting voor forensische psy- chiatrie gaf antwoord op bovenstaande vragen tijdens een werkbezoek in juni, georganiseerd door de sectie forensische CGt. Transfore nam de bezoekers mee in hun aanbod voor forensische patiënten met een licht verstandelijke beperking. Lees het verslag en de presentaties van het werkbezoek op het ledennet, bij de activiteiten van de sectie forensische CGt. Ervaring Lid zijn van de ledenraad is een mooie en leerzame ervaring. Op verenigingsac- tiviteiten zoals studiedagen en het najaarscongres houd ik contact met mijn achterban en dat levert interessante gesprekken op. Als individu is mijn invloed niet zo groot, maar als raadslid en door de contacten met medeleden kan ik ervoor zorgen dat de belangen van niet-BIG-geregistreerden worden behar- tigd en het onderwerp onder de aandacht blijft. En persoonlijk? Ik geniet ervan dat ik veel leer van ervaren mensen.’ Arjan Muller Arjan Muller werkt sinds vijftien jaar als orthopedagoog/therapeut bij Lunetzorg, een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Dagelijks is hij bezig met de inhoud van de zorg. Het leek hem ook wel eens leuk om meer invloed te kunnen uitoefenen op beleidsmatige processen. Ledenraadsleden aan het woord Arjan Muller ‘
  • 9. 9 Het netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz is een samenwerkingsverband van NVvP, NIP en LPGGz, waarin een groot aantal relevante beroeps­ organisaties en stakeholders als GGZ Nederland, Zorgverzekeraars Nederland, maar ook de VGCt participeren. Het netwerk streeft naar planmatige, continue verbetering en innovatie van de beroepsuitoefening van profes- sionals in de geestelijke gezondheids- zorg. Zodat de door hen te leveren zorg op de juiste plek, door de juiste persoon, doelmatig, in goede samenhang en rondom de patiënt wordt verleend. Hiertoe worden kwaliteitsstandaarden ontwikkeld. ( zie kwaliteitsontwikkelingggz.nl). De sectie somatiek is door het netwerk Kwaliteitsontwikkeling benaderd om mee te werken aan de actualisering van de zorgstandaard SOLK (zie pagina 4). En samen met de NVP ontwikkelen wij de generieke module psychotherapie. Onduidelijkheid wegnemen Voor cliënten en hun naasten bestaan er veel onduidelijkheden over psychothera- pie. Vaak is niet duidelijk welke behande- lingen eronder vallen, wanneer deze kunnen worden toegepast met welk doel, welke type behandelaar daarbij hoort en wat de te verwachten resultaten zijn. Zorgverleners lopen tegen vergelijkbare vragen aan. Daarnaast bestaat er ondui- delijkheid over inkoop en vergoeding door zorgverzekeraars. Dit geldt zowel voor de inhoud (behandelvormen) als de omvang. De generieke module moet ant- woord gaan geven op deze vragen. VGCt goed vertegenwoordigd Daartoe zijn twee werkgroepen samen- gesteld. Namens de VGCt neemt Erik van der Put deel aan de werkgroep Inhoud en Tom Deenen aan de werk- groep Context en Kwaliteit. Arnold van Emmerik vertegenwoordigt het bestuur van de VGCt in de stuurgroep. De werk- groepen komen een aantal keer bijeen met de bedoeling in november 2015 een concepttekst gereed te hebben. De stuurgroep zal deze tekst vaststellen, waarna de belanghebbende organisaties de concepttekst van commentaar kun- nen voorzien. Na terugkoppeling in de werkgroepen stelt de stuurgroep de her- ziene tekst vast, die ter autorisatie aan de belanghebbende organisaties wordt voorgelegd. Het project wordt medio 2016 afgerond. Je kunt op de hoogte blijven van dit project via vgct.nl/over-vgct/beleid. Kwaliteit in de GGz Er is rumoer over het BIG-beroepengebouw. Wat is er aan de hand? Er zijn twee voor ons relevante BIG-basisberoepen en specialismen: gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut en klinisch psycholoog en klinisch neuropsycholoog. Daarnaast kennen we de verpleegkundig specialist GGz en natuurlijk de psychiater als medisch specialist. Elk met hun eigen varianten, profielen en wat dies meer zij. Wel genoeg zo, zou je denken. Misschien zelfs wat teveel, gezien het geweeklaag over overlap en onhelderheid van het BIG-beroepengebouw. Niettemin schijnen sommige, vooral jeugdige cliënten ondanks de lappendeken van BIG-beroepen toch bloot te zijn komen liggen. Er wordt daarom gepleit voor opname van de orthopedagoog- generalist en de kinder- en jeugdpsycholoog als basisberoep in de Wet BIG. En dat brengt ons bij de kern: de door sommigen gewenste bevordering van deze verenigings­ registraties tot BIG-basisberoep (eigenlijk: Artikel 3-beroep), bijt met de veel breder gevoelde wens om het BIG- beroepengebouw te verhelderen. Ik denk eigenlijk dat het in vergelijking met andere sectoren wel meevalt met die zo beweende onhelderheid van de GGz. Neem alleen al het academisch onderwijs. Daar is een docent aan een universiteit bijvoorbeeld iets heel anders dan een universitair docent. We moeten natuurlijk wel ergens tegen kunnen, bedoel ik maar. Ondertussen is het gebakkelei voor en achter de schermen niet van de lucht, kan ik u verzekeren. In GGz-vergaderstad Utrecht wordt druk gekonkelfoesd en mailboxen lopen vol met ronkende betogen ‘voor of tegen’. Enfin, een betere oplossing dan het uitbreiden en verder differentiëren van het BIG-beroepengebouw, zou natuurlijk zijn de toegang ervan beter te reguleren met EVC-trajecten. Dat brengt helderheid in het beroepenveld als geheel. En zo niet, dan weet jouw voorzitter ook nog wel een mooi nieuw BIG-basisberoep. (AvE) Reageren? Mail: voorzitter@vgct.nl vandevoorzitter Over de wet op het Bakkeleien in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) 9
  • 10. 10 Bert de Vos lid van verdienste In de ledenraadsvergadering van 19 juni 2015 is Bert de Vos benoemd tot lid van verdienste van de VGCt. Bert is voorgedragen door zijn collega’s van het Universitair Centrum voor Psychiatrie van het UMCG. Sinds 2006 is hij een trouw sectie bestuurslid van de sectie cognitief gedragstherapeutisch werkers (CGW-ers). Mede door zijn inzet is de CGW-er op de kaart gezet binnen de VGCt. Vanaf 2008 maakt hij deel uit van de registratiecommissie en de accreditatiecom- missie. In deze laatste commissie legt hij de onmisbare link tussen het reguliere CGt- onderwijs en het CGW-onderwijs. Bert is mede-auteur van het boek ‘Praktijkboek Gedragstherapie’ dat een standaard werk is binnen de CGW-opleiding. Bert krijgt zijn onderscheiding feestelijk uitgereikt op woens- dag 11 november tijdens het najaarscongres. Nieuw bij de VGCt Tijdens haar doctoraal studie voor psychologie kwam Emel voor het eerst in aanraking met cognitieve gedragstherapie. Emel: ‘Ik merkte met- een dat ik het interessant vond. Ik dacht: dit kan ik goed overbrengen. Tijdens de Gz-opleiding sloot ik me aan bij de VGCt als CGt-er i.o. Als startend psycholoog dat hun probleem voortkomt uit een combinatie van biologische, sociale en psychologische factoren.’ Gebedskraaltjes In tegenstelling tot de cliënten in haar eigen praktijk, hebben haar cliënten bij GGzE Idiomes een andere culturele ach- tergrond dan de Nederlandse. Volgens Emel bestaan er verschillen in de behan- deling. Emel: ‘Woorden die voor Neder- landers normaal zijn, zoals zelfbeeld en minderwaardigheid, zijn voor anderstali- gen niet altijd vanzelfsprekend. Daarom is het belangrijk om samen met de cliënt de holistische theorie te maken, om zeker te weten dat je over hetzelfde praat. Of neem een ontspanningsoefe- ning. Nederlanders hebben daar meteen een beeld bij. Met Islamitische cliënten zoek ik eerst naar wat hen ontspant. Het voelen van gebedskraaltjes bijvoorbeeld.’ Wij-gevoel Volgens Emel zijn mensen met een Nederlandse achtergrond vaak wat indi- vidualistischer ingesteld, terwijl in ande- re culturen meer wij-gevoel heerst. ‘Ik kan een Turkse vrouw wel proberen te leren om vaker ‘nee’ te zeggen, maar ik moet er ook rekening mee houden hoe dit is voor haar gezin, de sociale struc- tuur waarin ze leeft. Het belangrijkste is eigenlijk dat je je als therapeut bewust bent van je eigen Westerse ideeën en deze niet als vanzelfsprekend beschouwt.’ was het prettig om te leren hoe ik in begrijpelijke taal een rationale van een behandeling kon uitleggen en welke interventies ik kon toepassen. De psy- cho-educatie is bijvoorbeeld heel duide- lijk. Ik merk aan mijn cliënten dat zij meer hoop hebben op een positief resul- taat van de behandeling als zij snappen Meer informatie over gedrags- therapie bij allochtonen? Lees het artikel ‘Cognitieve gedragstherapie bij allochtonen: een cultuursensi- tieve benadering’ door H. van Els en J. Knipscheer. Tijdschrift voor gedragstherapie cognitieve the- rapie nummer 1 2015, zie ledennet (archief tijdschrift). Emel Özbek is sinds begin 2015 geregistreerd als cognitief gedragstherapeut. Samen met een collega heeft ze een praktijk voor psychologie en psychotherapie: Psy Helmond. Daarnaast werkt zij als programmamanager en klinisch psycholoog bij GGzE Idiomes in Eindhoven, waar ze mensen met psychische klachten behandelt die zijn opgegroeid in een andere cultuur. Emel Özbek
  • 11. 11 FAQ Accreditatie e-learning en blended learning In het huidige accreditatiereglement komen deze vormen van scholing nog niet voor. Een commissie, bestaande uit Maarten Lange, Els Loeb en Walter de Vries, gaat aan de hand van een pilot accreditatieregels opstellen. Voor 1 januari 2016 geven zij advies aan het bestuur, waarna de accreditatieregels op 1 maart 2016 kunnen ingaan. Elke opleider kan vanaf dat moment blended basiscursussen en vervolgcursussen en digitale nascholing ter accreditatie aan- bieden. In het najaar 2016 evalueren we de regels en kunnen deze eventueel nog worden aangepast. Interessante voordelen Basiscursussen en vervolgcursussen hebben weliswaar klassikaal onderwijs nodig, maar een gedeelte kan ook digi- taal. Blended learning biedt interessante voordelen op onderwijskundig en inhou- delijk gebied. Cursisten kunnen een groot deel van de theorie thuis bestude- ren aan de hand van (digitale) leerstof, opdrachten en het bekijken van filmpjes. De docent kan klassikaal meer aandacht besteden aan de praktijk, waardoor de lestijd effectiever besteed kan worden. Nascholingsactiviteiten kunnen ook vol- ledig digitaal aangeboden worden, bij- voorbeeld in de vorm van een webinar. Dit maakt het leren gemakkelijker, sneller en goedkoper. Tijdens de lunch op het najaarscongres op 13 november kunnen docenten met elkaar van gedachten wisselen, ideeën en tips delen over dit onderwerp en krijgen zij informatie over hoe zij het zelf kun- nen toepassen binnen hun cursussen. Wil je meer informatie over dit project of heb je input voor de commissieleden, neem dan contact op met Hanneke van der Lende, opleidingsfunctionaris, via h.vanderlende@vgct.nl. Steeds vaker worden blended learning en e-learning ingezet als onderwijsvorm in het CGt-onderwijs. Zo biedt de RINO Groep sinds kort de 30-urige inleiding van de basiscursus CGt blended aan en geeft GITP-PAO nascholing in de vorm van webinars. opleidingsnieuws• FAQ’s? Je vindt ze op vgct.nl! Wist je dat je op de website en het ledennet van de VGCt allerlei veel­ gestelde vragen (FAQ’s) en antwoor- den kunt vinden? Over uiteenlopende onderwerpen, zoals over registratie, accreditatie en supervisie, vind je er heldere informatie. Twee voorbeelden van vragen over supervisie: Mag ik de totale supervisie bij één supervisor volgen? Nee, de totale supervisie moet bij mini- maal twee supervisoren gevolgd worden. Bij elke supervisor moet je minimaal tien supervisiesessies volgen. Alle formele eisen staan in artikel 2.1.1 van het regi- stratiereglement CGt-ers en super­ visoren. Hoe lang moet een supervisiesessie duren? Mag ik ook groepssupervisie volgen? Individuele sessies moeten minimaal 45 minuten duren. Bij twee supervisanten moet een sessie minimaal 60 minuten duren. Bij drie supervisanten moet een sessie minimaal 90 minuten duren. Groepssupervisie met meer dan drie supervisanten is niet toegestaan. Het is mogelijk dubbele supervisiesessies te volgen als de contacttijd twee keer zo lang is. Alleen volledige sessies tellen mee. Het is niet toegestaan om gedeel- tes van sessies bij elkaar te voegen en mee te rekenen. Staat jouw vraag niet bij de FAQ’s? Bel het opleidingssecretariaat (030-2543054) of mail naar opleidingen@vgct.nl. Adverteren cursussen makkelijker Met ingang van 1 september lever je je advertentie voor een cursus, supervisie, leertherapie of bijeenkomst aan via een formulier, waardoor direct duidelijk is welke informatie er nodig is voor het plaatsen op de site. Ook kies je direct hoe lang je je advertentie wilt plaatsen. Doordat het adverteren nu eenvoudiger is geworden, hebben wij de tarieven kunnen verlagen. Alle aanbieders hebben hierover bericht ont- vangen. Je vindt de informatie en het formulier op de site in de rubriek opleiders.
  • 12. 12 Donderdag 1 oktober en 4 november Onderlinge toetsing supervisoren 11-13 november VGCt Najaarscongres Shiny happy people Maandag 14 december Workshop: het begeleiden van het schrijven van een N=1 Vrijdag 18 maart 2016 CGW-congres Vrijdag 8 april 2016 Voorjaarsworkshops Agenda 2015/2016 Beter worden in je vak Colofon Deze nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging voor Gedragstherapie en Cognitieve therapie en verschijnt vier keer per jaar. Overname en vermenigvuldiging van artikelen is niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de VGCt. T 030 254 30 54 E info@vgct.nl W vgct.nl LinkedIn: VGCt Facebook: VGCt Twitter: @VGCtwit You Tube: VGCtube Deadlines diginieuws 12 oktober, 26 oktober, 23 november, 21 december Deadline volgende nieuwsbrief 23 november Redactie: Mariëtte Lammers Aan dit nummer werkten mee: Arnold van Emmerik, Rianne Groen, Anja Greeven, Lena ter Haar, Hubert van der Kleij, Ernestine de Koff, Uschi Koster, Hanneke van der Lende, Guido Mulder, Arjan Muller, Emel Özbek, Sjoerd Salet, Aldert Seinen, Jeanne Vriens-Walk Wetenschappers, therapeuten, patiënten en geïnteresseerden waren massaal aanwezig bij het sympo- sium ‘Wetenschap in beeld’ ter gelegen- heid van de oratie van Claudi Bockting. Het programma was afwisselend en gaf een breed en helder overzicht van de huidige stand van zaken in het depres- sieonderzoek. Zo sloeg Filip Raes aan de hand van schilderijtjes met huilende zigeunerjon- getjes een brug tussen depressief ver- sus gezond. Gemma Kok onderzocht het effect van de preventieve cognitieve training wanneer deze in zijn geheel via het internet wordt aangeboden Terugblik symposium ‘Wetenschap in beeld’ en oratie Claudi Bockting Jubileumeditie Tijdschrift Gedragstherapie Volgend jaar verschijnt er een jubileum- uitgave van het Tijdschrift Gedragsthera- pie. Het tijdschrift sluit hiermee aan bij het vijftigjarig bestaan van cognitieve gedragstherapie in Nederland. Heb je interessante kopij voor deze jubileumeditie? Neem contact op met de redactie via redactie@tijdschriftgedrags- therapie.nl. (mobiele cognitieve therapie) en sprak over veelbelovende resultaten. Gelar- deerd met historische uitstapjes deelde Bockting haar visie op de stand van zaken met betrekking tot kennis over (de effecten van behandeling van) depressie. Anja Greeven blikt uitgebreid terug op deze dag vol lezingen en de afsluitende oratie. Lees in haar verslag een beschrij- ving van het onderzoek van elke spreker, een samenvatting van de oratie van Claudi Bockting en bijbehorende litera- tuur. Je vindt het verslag op het kennisnet bij de sectie stemmingsstoornissen onder de tab activiteiten. Claudi Bockting