ZONH-werkconferentie Kompas voor e-health: Workshop Zelfmanagement omdat jij ...
Workshop regiodag logopedie passend onderwijs
1. Passend Onderwijs, Wat past?
Stoornis vs Onderwijsbehoefte
De koppeling tussen onderzoek, behandeling, onderwijsbehoefte en
arrangement.
Marianne van Duivenvoorde en Maartje Stephan
5. Instellingen cluster 2 i.o.
Scholen blijven bestaan,
worden “lesplaatsen”
1. Instelling Auris: Auris scholen + De Spreekhoorn + De
Weerklank + Van Gilseschool
2. Instelling Kentalis: Kentalis scholen + De Voorde + Het
Maatman + Prof. Huizingschool
3. Instelling VierTaal: Cor Emousschool + Orion College +
A. Roozendaalschool + H. Burgerschool + Burg de
Wildeschool + OSG Hendrik Mol + St. Gewoon Anders
4. Instelling Zuid: Mgr. Hansseschool + De Taalbrugscholen
•Budgetten voor de instellingen vastgesteld op basis van de cijfers van 1-10-2011
•Gelden van de overheid voor cluster 2 gaan niet naar het SWV maar naar de
instelling.
6. Ondersteuningsplicht vs zorgplicht
voor cl 2.
•Consultatie en Advies wordt belangrijk
•Alle geplaatste leerlingen vallen onder zorgplicht van instelling. Voor alle
leerlingen met een medium en licht arrangement heeft de instelling een
ondersteuningsplicht maar zij vallen onder de zorgplicht van het SWV.
•Indicatiestelling verandert Op Maat -> Onderwijsarrangementen
7. Arrangementen
Voor indeling en inhoud arrangementen zie simea.nl
De Samenhang van toeleiding met het ontwikkelingsperspectief (OPP)
Een ontwikkelingsperspectief is een inschatting van ontwikkelingsmogelijkheden van een
leerling voor een langere periode.
Op basis daarvan wordt het leerstofaanbod gepland en doelen gesteld.
De verantwoordelijkheid voor de beschrijving van het ontwikkelingsperspectief ligt bij het
reguliere onderwijs. Cluster 2 ondersteunt (ondersteuningsplicht) het
reguliere onderwijs bij het schrijven van het OPP bij de beschrijving van de bevorderende en
belemmerende factoren en de betekenis op het ontwikkelingsperspectief. Daarbij gaat het om de
specifieke cluster 2 gebieden (taal, communicatieve redzaamheid, sociaal emotionele
ontwikkeling en leren
leren.)
Het OPP wordt jaarlijks geëvalueerd en geeft daarmee goed inzicht.
14. Inrichting CvO
Landelijke afspraken:
Naast voorzitter en ambtelijk secretaris
-Onderwijskundige
-Gedragswetenschapper
-Taalkundige (linguïst/logopedist)
-Maatschappelijk werker
-kinderarts/jeugdarts
Op verzoek:
-audioloog
15. CvO
Commissie van Onderzoek, de CvO
Toelaatbaarheidsbepaling: Doelgroep en onderwijsbehoefte
- Toewijzing onderwijsarrangement -> onderwijsbehoefte
- Handelingsgerichte adviezen
- Pakket onderwijsondersteuning -> vraag leerkracht
- Toegekend voor bepaalde duur
- Motivatie en toekenning is transparant
16. Pilot CvO
•Naast soort arrangement, ook advies over indicatieduur en intensiteit. Als
OPP niet duidelijk is dan bijv een kortdurend arrangement.
•Voorschoolse rapportages en onderwijskundige rapporten verdwijnen als
verplichting. Ouders kunnen hun kind zelf melden bij de aanmeldpunten en
om advies vragen. Ook de criteria ½ jaar onderwijs (ontoereikendheid van
zorg vervalt als hard criterium) en ½ jaar logopedie worden minder hard.
•In de pilot zijn alle dossiers besproken. In de toekomst worden dat alleen
de discussiedossiers (daarbij valt op dat evaluatie van HP’s en de
hulpvraag leidend zijn. Wat is er nodig vanuit cluster 2?)
17. Verschillen CvI en CvO
•CvO bepaalt uiteindelijk arrangement, maar ouders worden uitgebreid bevraagd en
meegenomen in beslissing, wat is hulpvraag van ouders/draagkracht, sterke en zwakke punten,
dit moet duidelijker dan bij CvI.
•CvI: indicatie op basis van stoornis en bijbehorende criteria. CvO kijkt naar onderwijsbehoefte,
minder alleen naar stoornis. Kinderen die vastlopen met te goede scores nu eerder wel
arrangement, kinderen die minder vastlopen met slechtere scores minder snel een (zwaar)
arrangement.
•CvO meer gericht op hulpvraag en evaluatie. Wat heeft wel/niet gewerkt en waarom? Niet nu
het beter gaat stoppen met hulp zoals soms bij CvI was. Is de hulp nog nodig? Etc. moet er
meer/minder dan nu nodig is. Meer op evaluatie. AB-er geeft inschatting aantal uren vanuit AB
en vanuit school.
•PABverslag als het er is niet meer bijlage maar leidend/basis. Papierwinkel verminderen.
•Digitaal systeem met waarschijnlijk ook mogelijkheid digitaal aan te leveren.
De huidige criteria, inclusief de gangbare beredeneerde afwijking, die betrekking hebben op het
vaststellen van de stoornis van de leerling, worden vanaf 1 augustus 2014 ook door de CvO
gehanteerd.
18. Afstemming betrokkenen
AB-er/trajectbegeleider maakt samenvattingen en verzameld info. Geeft
zelf advies aan CvO. Daarvoor is goed overleg nodig.
Psycho-educatie steeds belangrijker. Wat is TOS/SH. Uitleg op scholen,
door leerling, AB-er en logopedist. Wie doet wat?
19. Afstemming tussen instellingen
Overlapregio’s Amsterdam, rondom Haarlem, Zaanstreek
Consultatie en advies kan altijd. Ook bij bij leerling geplaatst op cluster 4
school. Die kan arrangement vanuit cluster 2 erbij krijgen. Denk bijv aan
ASS.
20. De logopedist
•De SWV’s zullen mogelijk op zoek gaan naar logopedisten als
ondersteuning. Dit zijn zij zelf verplicht op te zetten.
•Simea: De diagnostiek hoort deels binnen je eigen
diagnosebehandeltraject en kan worden gebruikt bij aanvraag. Ga hier
creatief mee om.
•‘Naar indicatie toe schrijven’ is niet meer nodig. Als met heel veel moeite
criteria worden behaald, zal kind wellicht een zo klein arrangement krijgen
dat een Consultatie en Advies traject mogelijk beter was geweest. Ook als
je goed beredeneerd i.o.m. betrokkenen waarom je wel aan cluster 2
denkt, kom je een heel eind.
21. De logopedist
•De consultatie en adviesrol moet worden uitgebreid, denk hieraan bij een kind dat
je in behandeling hebt.
•Overleg zal meer en meer nodig zijn (zie onderdeel trajectbegeleiding). Als dit
teveel tijd/geld kost, vraag dan om concrete vragen voor jouw stukje en bespreek dit
eventueel in een telefonisch consult. Je hoeft hierbij niet alle leerlingen te
bespreken, maar vraag wat er van jou nodig is. Zet jezelf niet buiten spel.
•De rugzak is nu weg. School kan daaruit niet meer betalen aan derden. Maar wat
zit er in het onderwijsondersteuningspakket??
•Verschil zorg en onderwijs blijft belangrijk. Geef aan zorgverzekeraar goed aan wat
je doet en schrijf dit onder zorg/behorend bij je behandeling en niet onder onderwijs.
Spreek hierover binnen je kwaliteitskring en beroepsvereniging. Simea en de NVLF
hebben overleg.
22. De logopedist
•Cl.2 logopedist alleen als dat nu ook aan de orde is. Anders perifere
logopedist, valt onder zorg. Bij medium kan ook perifere logopedist worden
ingezet, soms met extra ondersteuning van cl2 logopedist. Afhankelijk
benodigde feedback.
•Als onderwijsbehoefte vooral op logopedie gericht is kan een kind bijij
voldoende deskundigheid bij een praktijk blijven en hoeft cl2 logopedist niet
aan bod te komen. Is dit wel het geval zou een mogelijkheid kunnen zijn om
beiden te laten behandelen met goed afstemming tussen wie wat doet.
•Mogelijkheid: nauwere samenwerking AC wat betreft diagnostiek (wie doet
wat, o.a. linguïstisch onderzoek?), standaardrapportage voor cluster 2 binnen
NVLF opstellen.
24. Tot slot
Er verandert veel maar niet van vandaag op
morgen!
- Overgangsperiode voor leerlingen die al een
indicatie hebben
- Geleidelijk proces
- Zoeken naar creatieve oplossingen
- Voorlopig tolkenvoorziening nog via UWV
25. Sites
Simea voor arrangementen en inhoud daarvan. Er komt mogelijk een
arrangeertool.
www.viertaal.nl
Fodok, gids PO voor ouders
www.passendonderwijs.nl/praktijkvoorbeeld/koers-vo-plaatst-
schoolondersteuningsprofielen-op-website/
http://zorgopschool.nl
www.kentalis.nl
www.auris.nl
