05 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder mei 2013
1. Presentatie Schooltijden en biologisch ritme. Liesbeth Schreuder- Nederlands Jeugdinstituut
Expertmeeting Pedagogische kwaliteit, Ouders en andere (school)tijden. 18 juni 2009.
1
Presentatie Schooltijden en biologisch ritme
Expertmeeting 18 juni 2009
Door Liesbeth Schreuder- Nederlands Jeugdinstituut
Inleiding
We hebben nu een kans om schooltijden opnieuw te bedenken. In hoeverre moeten we de kennis over
de werking van het biologisch ritme daarin laten meewegen? Deze kennis is vooral van belang voor het
organiseren van een goede mix tussen leertaken en ontspanningsmomenten in de schooldag.
Het biologisch ritme is bij lange na niet de enige factor van belang in deze discussie over wenselijke
sch0ooltijden. De organiseerbaarheid van de schooldag speelt terecht een grote rol (TSO). Ook de
maatschappelijke wensen van werkende ouders of van werkgevers zijn een perspectief om te bekijken
(vroeger mocht dat niet). Plus gedachten over de wenselijkheid van een verlengde middag op school of
juist vrije middagen voor ontspanning en brede educatie. Het vijf gelijke dagenmodel maakt dat
kinderen na schooltijd naar vrijetijdsclubs kunnen gaan. Of gewoon buiten kunnen spelen in de
woonbuurt. Maar in sommige wijken moeten scholen daar niet aan denken, uit angst dat kinderen op
die lange vrije middagen niets te doen hebben en op straat gaan rondhangen.
Rekening houden met biologisch ritme willen we doen vanwege het bepalen van optimale
leermomenten. Het zou zonde zijn om daarvan niet te profiteren. Uit studies van het biologisch ritme
blijkt ook hoe belangrijk het is om voldoende rustmomenten in te bouwen. Rust is belangrijk voor het
welbevinden van kinderen, maar – vanwege reductie van cortisol-niveau) ook voor de ontwikkeling
van de hersenen (en dus in zekere zin ook weer voor de leerprestaties).
Biologisch ritme
We worden met veel biologische ritmes geboren, maar in relatie met schoolroosters spreken we vooral
over het slaap-waakritme. Het gaat om een 24 uurs ritme van slapen of slaperig zijn en wakker en
alert zijn. Belangrijke elementen om rekening mee te houden zijn:
• Behoefte aan slaap ‘s nachts;
• De alertheidcurve overdag (op gang komen, alertheid, middagdip, op gang komen en
alertheid).
Er is een tweede biologisch ritme om mee rekening te houden, namelijk de afwisseling van dominantie
in de hemisferen: ’s ochtends de linker en ’s middags de rechter (Klein). De eerste staat voor korte
termijn geheugen, de 2e voor lange termijn geheugen (o.a.). Ook slaan we tijdens slaap informatie in
het lange termijn geheugen op te slaan. Iets wat je de vorige middag gehoord hebt, kun je de volgende
dag beter reproduceren dan als je datzelfde ’s ochtends hoort en ’s middags moet reproduceren.
Optimale leermomenten
Bij een optimaal schoolrooster vanuit het perspectief van onderwijsrendement dus streven naar lessen
tussen 9-12 en tussen 14 en 16.30 uur. Nieuwe stof kun je ’s ochtends introduceren en ’s middags
herhalen om optimaal gebruik te maken van de geheugenfunctie. Dit was het advies van een Franse
onderzoeksgroep (F.Testu) aan het ministerie van Onderwijs die vervolgens de basisscholen heeft
opgedragen deze informatie te betrekken bij hun beslissingen over het schoolrooster. De gegevens
2. Presentatie Schooltijden en biologisch ritme. Liesbeth Schreuder- Nederlands Jeugdinstituut
Expertmeeting Pedagogische kwaliteit, Ouders en andere (school)tijden. 18 juni 2009.
2
werden ondersteund door onderzoek uit andere landen (Klein) hoewel ze daar niet tot dergelijke
adviezen aan scholen leidden.
Wij hebben dit onderzoek destijds gedaan samen met de Oosterweide en zij hebben op basis daarvan
hun schooltijden aangepast. Zij zijn er tevreden over, maar ook omdat kinderen zo langer op school
zijn. De TSO tussen 12 en 14.15 kostendekkend en professioneel organiseren blijft echter een groot
knelpunt.
Hoe belangrijk moet de middagdip nu zijn bij bepalen van de schoolroosters? Daarover ga ik twijfelen
naarmate ik meer onderzoek lees.
1. Middagdip wordt kennelijk minder belangrijk gevonden
In recente literatuur wordt de middagdip nauwelijks besproken als punt om mee rekening te houden
in het schoolrooster. De middagdip is er maar valt kennelijk gemakkelijk te overkomen als de
leerkracht er een tandje bijzet in zijn/haar instructiemethode. Actieve participatie van leerlingen en
geïndividualiseerde instructie zorgen voor betere leerprestaties, ook in de middag tussen 13 en 14 uur
(Muyskens en IJseldijke).
2. Er zijn grote individuele verschillen in het biologisch ritme van kinderen en fluctuaties met de
leeftijd. Gemiddeld zakken de leerprestaties tussen 12 en 13 uur maar dat geldt niet voor iedereen
(Klein) . Er zijn ochtendmensen (-kinderen) en avondmensen (-kinderen) die ieder hun eigen optimale
leermomenten hebben. Kinderen van 4-6 jaar hebben niet zo’n regelmatig biologisch ritme. Wel
hebben ze nog behoefte aan een middagslaapje tussen 12 en 14 uur (niet allemaal). Vanaf 6 jaar krijgen
zij een vast biologisch ritme. Pubers krijgen een heel ander slaappatroon (moeilijk inslapen en moeilijk
uit bed komen). Deze gegevens leiden tot ideeën om het schoolrooster voor kleuters vooral op de
ochtend te richten, en in ieder geval een lange tussen de middagpauze te gunnen met bedjes en rustige
plekjes. Ook gaan er steeds meer stemmen op om de aanvangstijd van de schooldag voor kinderen
vanaf 10 jaar op 9 uur te zetten. Hier en daar worden daarom flexibele schoolroosters aangeraden in de
literatuur waarbij kinderen /ouders kunnen kiezen wat het beste past.
Slaap
Overdag ben je alert je als je ’s nachts voldoende geslapen hebt. Dit is een open deur, maar er is ook
redelijk wat onderzoek naar gedaan. Het blijkt dat we de afgelopen 40 jaar 25 % minder nachtrust
nemen dan daarvoor (Europa en Latijns-Amerika). Als je volwassenen vrij laat, hebben zij gemiddeld
8¼ uur slaap nodig, tussen 6 en 16 jaar 9 uur en 4-6 jarigen 10 uur per etmaal – vaak dus verdeeld
over nachtrust en een middagslaapje. Met de puberteit verandert de diepte van de slaap, die wordt
lichter en ook kunnen ze moeilijker in slaap komen.
Onze biologische klok moet ervoor zorgen dat we voldoende slaap nemen. De klok gebruikt cues van
licht en donker om dat op de meest handige tijd te doen. De biologische klok bereidt ons lichaam dan
in onze slaap al voor op onze wakkere staat, door alvast cortisol te laten aanmaken (stresshormoon) bv
en de spijsvertering op de startknop te zetten. Belangrijk om te weten is dat de biologische klok niet
erg gemakkelijk de slaap-waakuren verschuift. Een half uur per dag is mogelijk, maar plotseling een
paar uur verschuiven, dat voelen we in ons lichaam.
Bovendien is schuiven naar een later tijdtip gemakkelijker dan naar een vroeger tijdstip. Na het
weekend van uitgaan en uitslapen weer terug in het schoolritme, maakt dat we maandagochtend pas
3. Presentatie Schooltijden en biologisch ritme. Liesbeth Schreuder- Nederlands Jeugdinstituut
Expertmeeting Pedagogische kwaliteit, Ouders en andere (school)tijden. 18 juni 2009.
3
later op gang komen. Onderzoekers gaan er – niet onterecht - van uit dat kinderen op vrije dagen later
naar bed gestuurd worden en ook later op zijn en daardoor de volgende schooldag niet in optimale
conditie zijn. Dit is één van de redenen om te pleiten voor een vijfdaagse schoolweek (en niet vier
dagen). De Franse onderzoekers pleiten voor voorlichting van scholen aan ouders over het belang van
voldoende slaap en regelmatige slaaptijden, zodat de biologische klok niet in de war raakt. Gebrek aan
slaap is volgens hen veel belangrijker oorzaak van slechte leerprestaties dan rekening houden met het
biologisch ritme overdag.
De slechtste dagen voor leerprestaties in een vijfdaagse schoolweek zijn de maandag en vrijdag. En
donderdag zou de beste dag zijn. Onderzoekers vragen de scholen om aan het einde van de week niet
meer te veel te eisen van de kinderen. Maar zo blijft er wel weinig over van effectieve leertijd. Ik weet
eigenlijk niet wat we hiermee moeten.
Pauzes
Zoals we steeds minder nachtrust nemen, nemen we ook minder pauzes tussendoor. De tussen de
middagpauze is al jaren tot een half uur ingekrompen voor volwassenen. De lengte van schoolpauzes
zijn zeer verschillend volgens de literatuur. Onderzoek naar effecten van pauzes leidt niet tot heldere
aanbevelingen. Het ene onderzoek laat zien dat kinderen na een korte pauze waarin ze even kunnen
bewegen weer beter geconcentreerd zijn. Het andere onderzoek laat zien dat kinderen na een pauze
juist weer even tijd nodig hebben om op gang te komen. Vooral de jongens hebben veel pauzes nodig
om de energie die ze met stilzitten opbouwen, kwijt te kunnen in bewegen. Jonge kinderen kunnen
zich überhaupt nog niet zo lang op één taak concentreren. Zij werken aan het begin van een nieuwe
taak uitstekend en verliezen dan de concentratie. Na een korte pauze of afleiding kunnen ze weer
verder. Dit heeft niets met biologisch ritme te maken, maar wel belangrijk om te weten.
Stress
Tot slot nog informatie over de werking van het stresshormoon cortisol. Er is de laatste tijd veel
bekend geworden over verschillen in cortisol-niveaus thuis en buitenshuis bij jonge kinderen. Het
cortisol-niveau vertoont in principe overdag een flinke dip om daarna weer op te klimmen en ’s avonds
weer sterk af te nemen. Baby’s en dreumesen blijken vaak een stijgende lijn te vertonen gedurende de
dag in het cortisol-niveau. Jonge kinderen hebben het persoonlijke contact met een vertrouwde
volwassene nodig om deze opgebouwde stress kwijt te raken (Gerhardt). Uit recent onderzoek in
Taiwan blijkt dat ook 4 en 5 jarigen op school dit verschijnsel laten zien. Niet alle kinderen overigens,
maar vooral de internaliserende (introverte) kinderen (Li en Shen). En dit ondanks het feit dat ze
allemaal een middagslaapje doen op die school (slaap en rust reduceert op zichzelf ook stress). Ik denk
dat ook deze kleuters het persoonlijke geruststellende contact met een volwassene nodig hebben om
hun stress kwijt te kunnen.
Wat betekent dit nu allemaal voor schooltijden en planning van de dag?
• Regelmaat in starttijd vanwege regelmatig slaappatroon;
• Voor kleuters rust en persoonlijke aandacht tussen de middag;
• Flexibele schoolroosters voor kinderen vanaf 10 jaar;
• Onderzoek naar effecten van verschillende roosters op ontwikkeling/leren en welbevinden van
kinderen.
• …………………………………………….