5. Vijf elementen van een didactisch ontwerp voor ervaringsleren Activiteiten & ervaringen student Met voor student zinvolle leerstof Om ervaring op te doen en eigen leerdoelen te bereiken In interactie met helpende docent en relevante anderen Mede in activiteiten buiten de studie
12. Moedig studenten aan meer tijd te nemen voor reflectie, om te onderzoeken wat ze hebben gedaan en bereikt. Door na te denken over het eigen leerproces, ontwerpen zij meer waardevolle leerplannen en beter te leren. Reflectie
Er zijn verschillende didactische benaderingen over hoe mensen leren. Eén daarvan die van groot belang is voor academische vorming is het model van ervaringsleren van Kolb (1984). Ik bedoel hier het fasenmodel van Kolb (niet zozeer het leerstijlenmodel dat daaraan is opgehangen). Uitgangspunt is dat leerresultaten niet tot stand komen zonder concrete ervaring. Ervaring: iemand vormt zich door eigen waarneming een beeld van de werkelijkheid of van bepaalde handelingen in de werkelijkheid. Ervaringsleren is dan een leerstrategie waarin (mede) gebruik wordt gemaakt van de eigen waarnemen. Ervaring als activiteit Ervaring als leerresultaat (competenties die verworven zijn door het uitvoeren van taken in de praktijk, dus van taken die een beroep doen op die compenties) Geschikt voor academisch leren, omdat ervaringsleren kan bijdragen tot ‘diepe’ verwerking van de stof ipv oppervlakkig stampen. Aanknopingspunten voor ‘al doende leren’: het opdoen van onderzoekservaring, het verwerven van algemene beroepsbekwaamheden zoals rapporteren en voor een vorming gericht op ‘levenslang leren’.
Het maakt niet uit waar je begint, maar ze zijn allen essentieel voor het tot stand komen van leerresultaten. De ene student begint liever met de ene activiteit, de ander met een andere, afhankelijk van leerstijlen. Voorwaarde (niet uit Kolb): studenten moeten de leeractiviteiten als zinvol ervaren. De didactiek van ervaringsleren werkt alleen als studenten de aangeboden ervaringen kunnen relateren aan eigen leerdoelen, leerbehoeften en belangstellingen. De docent moet dus bevorderen dat studenten de ‘juiste’ leerdoelen voor ogen hebben. Ook kan de docent er naar streven de leertaken voldoende te doen aansluiten bij de ‘ontwikkelingstaken die studenten zelf voor ogen hebben. Immers: de meeste studenten willen zich voorbereiden op een beroepsloopbaan en op de keuzes die zij in dat verband moeten maken. Bovendien zijn de meeste studenten óók bezig met de ontwikkeling van ‘kritische toeschouwer’, naar ‘mondige deelnemer die op eigen benen staat’.
Leren is een actief proces
Je kunt een paard naar het water leiden, maar het zal zelf moeten drinken. Verwijzen naar onderzoek Stephan Ramaekers (2009) waaruit blijkt dat studenten naarmate de docent ze meer begeleid en minder ‘voorkauwt’, ze meer voorbereiden, beter opletten en betere resultaten halen.
Wordt bij farmacie en door deze docenten gebruik gemaakt van een elo?
Voorbeeld surfgroepen
Relevant: de activiteiten zijn logisch, bijv. niet literatuur zelf zoeken als dat niet het leerdoel is Leerdoelen: - Worden vermeld - duidelijk dat de opdracht eraan bijdraagt om de leerdoelen te halen