2. PROGRAMMA
Terugblik eigen professionele leerdoelen voor de
eindstage (AFS01: hoofdstuk 1)
SMART leerdoelen opstellen
Professioneel werkconcept waaronder normatieve
professionaliteit
Pedagogisch klimaat en interventies (AFS01: hoofdstuk
2)
Werken aan de vakken/ontwikkelingsgebieden (AFS01:
hoofdstuk 3)
Een groepsoverzicht en groepsplan
(AFS01: hoofdstuk 4)
3. ONDERDEEL 1:
Terugblik eigen professionele leerdoelen voor de
eindstage (AFS01: hoofdstuk 1)
SMART leerdoelen opstellen
Professioneel werkconcept waaronder normatieve
professionaliteit
4. TERUGBLIK: PROFESSIONEEL WERKCONCEPT
Wat voor leerkracht wil jij zijn, waar sta jij voor?
Welke visie op onderwijs spreekt jou aan?
Welke bronnen inspireren jou?
Wat wil je daarvan zichtbaar maken in je
afstudeerstage?
5. TERUGBLIK: PROFESSIONEEL WERKCONCEPT
Welke bronnen inspireren jou?
Over onderwijs, over kinderen, over maatschappelijke
kwesties, over…. ?? Waarom inspireren ze je?
Inspiratie:
Ga op zoek naar een actueel, relevant artikel waar –
een deel – van jouw visie in naar voren komt.
Tip:
zie artikelen op www.hetkind.org (en abonneer je
meteen op die site!).
6. TERUGBLIK PROFESSIONEEL WERKCONCEPT VERSUS
NORMATIEVE PROFESSIONALITEIT
Welke inzichten in jouw normatieve professionaliteit
spelen een rol in jouw handelen?
Onder normatieve professionaliteit wordt verstaan dat
je je bewust bent/wordt vanuit welke (persoonlijke)
waarden en drijfveren je als leerkracht handelt.
7. TERUGBLIK: NORMATIEVE PROFESSIONALITEIT
Beschrijven in AFS03 maar ook al bruikbaar voor
AFS01:
Hoe zie ik mezelf als leerkracht?
Vanuit welke waarden handel ik als leerkracht?
Hoe zie ik in mijn visie deze waarden en drijfveren
terug?
Vanuit welke motieven kies ik voor dit beroep?
Wat betekent dat voor mijn relatie met kinderen (en
anderen) en mijn taakopvatting?
En welke waarden zou ik nog meer in mijn dagelijks
handelen terug willen laten komen en aandacht
geven?
9. UITWERKEN ‘PEDAGOGISCH KLIMAAT’
FASE 1: WAARNEMEN
Vanuit de specifieke situatie van jouw praktijkgroep geef je een
beschrijving van het pedagogisch klimaat (0-meting).
Op welke wijze wordt er tegemoet gekomen aan de basisbehoeften van
kinderen? Denk daarbij aan specifieker vragen zoals :
Wat is de relatie tussen jou als leerkracht en de leerlingen
(respectvolle relaties, pedagogische basishouding)?
Wat is de relatie tussen leerlingen onderling, welke
groepsdynamische processen spelen er en wat is bepalend voor de
sfeer in de groep?
Hoe wordt er sociaal-emotionele ondersteuning gegeven aan de
kinderen in de groep?
In welke mate dragen de kinderen verantwoordelijkheid voor zichzelf,
de groep en de omgeving?
In welke mate wordt er een beroep gedaan op de zelfstandigheid
van kinderen, ook in samenwerking met elkaar?
10. FASE 2: BEGRIJPEN
Welke onderwijsbehoeften zijn er in de groep en bij
specifieke kinderen als het gaat om kunnen leren in een
veilig pedagogisch klimaat?
Welke interventies sluiten aan bij deze
onderwijsbehoeften? (=AFS1 hoofdstuk 2)
Ga daarvoor:
- in gesprek met kinderen;
- op zoek naar relevante bronnen;
- in gesprek met je praktijkopleider en IB’er.
Hoe consistent zijn jouw interventies (of hoe jij naar het
pedagogisch klimaat kijkt) met jouw professioneel
werkconcept?
11. FASE 3: PLANNEN
Nadat je het pedagogisch klimaat in beeld hebt
gebracht, ga je een plan maken waarmee jij gaat
bijdragen aan het verbeteren of in stand houden van
het pedagogisch klimaat in je groep. Je beschrijft
hierin een aantal geplande interventies die je tijdens
je afstudeerstage wilt plegen.
Deze keuzes onderbouw je met relevante theorie
(max. 1000 woorden).
13. WERKEN AAN DE
VAKKEN/ONTWIKKELINGSGEBIEDEN
(AFS01: HOOFDSTUK 3)
De bedoeling is dat je – in het kort en op essenties – van
elk vak specifiek kunt aangeven:
welke leerstof aan bod komt (als langere leerlijn)
welke stap op de leerlijn je in die periode zet (welke
verandering t.o.v. de beginsituatie ga je realiseren?)
welke didactische werkvormen je kiest
hoe je je organisatie daarvoor inricht.
hoe je de door jou gestelde doelen voor de kinderen
gaat evalueren
en hoe je daarbij inspeelt op de verschillende
onderwijsbehoeften van kinderen
15. WERKEN AAN DE
VAKKEN/ONTWIKKELINGSGEBIEDEN
(AFS01: HOOFDSTUK 4)
Voor één vak wordt die differentiatie specifieker uitgewerkt in
een groepsoverzicht en groepsplan.
Hiermee laat je zien dat je binnen je groep in staat bent
verschillende beginsituaties te onderscheiden en
gedifferentieerd onderwijs te plannen, aansluitend bij
onderwijsbehoeften van kinderen. In je groepsplan maak je
inzichtelijk dat je een goed zicht hebt op het vak én de kinderen
en verantwoord je aan welke doelen (pedagogisch en
didactisch, op groeps- en kindniveau) je gaat werken tijdens je
afstudeerstage.
Je doorloopt daarmee de eerste drie fasen van de cyclus van
Handelingsgericht Werken: waarnemen, begrijpen en plannen.
De vierde fase ‘realiseren’ voer je vervolgens uit tijdens je
afstudeerstage.
Voor aanwijzingen: zie HUBL.
16. S&W: VOORUITBLIK KWARTAAL C
Bijeenkomst 4 (week 11):
Feedbackgesprekken AFS01: 20 minuten per student
(bijlage 3 van handleiding AFS01: feedbackformulier
S&W-er)
Editor's Notes
In twee- of drietallen uitwisselen en op papier zetten.
Peer feedback, welke interventies formuleer je, hoe onderbouw je dat, welke bronnen kun je daarbij inschakelen etc.
Peer feedback, hoe formuleer je dit compact, zonder dat het dag- of weekroosters worden.
Peer feedback, hoe formuleer je dit compact, zonder dat het dag- of weekroosters worden.