Het retentierecht is een krachtig verweermiddel dat een schuldeiser kan inzetten om zijn vordering betaald te krijgen. Vooral in de bouw wordt dit middel veelvuldig gebruikt. Het is een bijzonder opschortingsrecht dat afgifte van de zaak opschort totdat de vordering volledig is betaald. In deze presentatie wordt ingegaan op de vereisten en wordt specifiek ingezoomd op het inroepen van een retentierecht op een onroerende zaak.
Het retentierecht is een krachtig verweermiddel dat een schuldeiser kan inzetten om zijn vordering betaald te krijgen. Vooral in de bouw wordt dit middel veelvuldig gebruikt. Het is een bijzonder opschortingsrecht dat afgifte van de zaak opschort totdat de vordering volledig is betaald. In deze presentatie wordt ingegaan op de vereisten en wordt specifiek ingezoomd op het inroepen van een retentierecht op een onroerende zaak.
Gerrit van der Veen (AKD) over Crisis- en herstelwetAKD
In deze presentatie van Gerrit van der Veen - advocaat-partner bij AKD - lees je meer over actuele jurisprudentie onder de Crisis- en herstelwet en de ontwikkelingen in de wetgeving.
Christiane Verfuurden en Carlijn van der Vegt - Boshouwers over bijstandsverh...AKD
Christiane Verfuurden en Carlijn van der Vegt - Boshouwers bespreken tips & trucs voor efficiënt bijstandsverhaal in uw gemeente. Aan de hand van een voorbeeld neemt zij u mee in de actualiteiten en de methoden van het berekenen van behoefte en vaststellen van draagkracht.
De presentatie betreft de inzet van het dwangmiddel lijfsdwang bij verhaal van kosten van bijstand op grond van de Participatiewet. Gemeenten mogen in het kader van bijstandsverhaal betalingsonwillige alimentatieplichtigen gijzelen. In verband met mijn afstudeeronderzoek over dit onderwerp in het kader van mijn deeltijdmaster Nederlands recht heb ik een aantal presentaties gegeven aan verhaalsmedewerkers sociale zaken van diverse Nederlandse gemeenten.
N-VA wil alle discussies over burenhinder bij vrederechterThierry Debels
Burengeschillen die vandaag niet onder de bijzondere bevoegdheden van de vrederechter vallen en evenmin
onder zijn bevoegdheid rationae summae (vorderingen
tot 5 000 euro), behoren tot de materiële bevoegdheid
van de rechtbank van eerste aanleg. N-VA wil dat wijzigen.
Gerrit van der Veen (AKD) over Crisis- en herstelwetAKD
In deze presentatie van Gerrit van der Veen - advocaat-partner bij AKD - lees je meer over actuele jurisprudentie onder de Crisis- en herstelwet en de ontwikkelingen in de wetgeving.
Christiane Verfuurden en Carlijn van der Vegt - Boshouwers over bijstandsverh...AKD
Christiane Verfuurden en Carlijn van der Vegt - Boshouwers bespreken tips & trucs voor efficiënt bijstandsverhaal in uw gemeente. Aan de hand van een voorbeeld neemt zij u mee in de actualiteiten en de methoden van het berekenen van behoefte en vaststellen van draagkracht.
De presentatie betreft de inzet van het dwangmiddel lijfsdwang bij verhaal van kosten van bijstand op grond van de Participatiewet. Gemeenten mogen in het kader van bijstandsverhaal betalingsonwillige alimentatieplichtigen gijzelen. In verband met mijn afstudeeronderzoek over dit onderwerp in het kader van mijn deeltijdmaster Nederlands recht heb ik een aantal presentaties gegeven aan verhaalsmedewerkers sociale zaken van diverse Nederlandse gemeenten.
N-VA wil alle discussies over burenhinder bij vrederechterThierry Debels
Burengeschillen die vandaag niet onder de bijzondere bevoegdheden van de vrederechter vallen en evenmin
onder zijn bevoegdheid rationae summae (vorderingen
tot 5 000 euro), behoren tot de materiële bevoegdheid
van de rechtbank van eerste aanleg. N-VA wil dat wijzigen.
Vlaamse Energieholding procedeert tegen Belgische StaatThierry Debels
De verzoekende partij (Vlaamse Energieholding) heeft een aanvraag ingediend bij de FOD Financiën om een tegemoetkoming te verkrijgen van het Garantiefonds voor haar niet-beschikbaar geworden deposito’s als gevolg van het faillissement van de nv Optima Bank.
Hoofdstuk 3.9 Franchise en Huur uit Praktijkgids Franchising Jan-Joris Heling
Toelichting bij publicatie hoofdstuk Praktijkgids Franchising
De Praktijkgids Franchising, het enige naslagwerk over franchise, is in een vijfde herziene uitgave verschenen. Voor de gids hebben 33 schrijvers, actief in franchiseland en deskundig op een of meer aspecten van franchise, een hoofdstuk aangeleverd.
De Nederlandse Franchise Vereniging rekent het tot haar taak betrouwbare, professionele en daardoor succesvolle franchise te promoten. Een van de middelen om dat te bereiken is het bundelen van kennis.
Zowel degenen die een franchiseformule wensen te starten als zij die al jarenlang als franchisegever actief zijn kunnen hun voordeel doen met deze gids. Echter ook (potentiële) franchisenemers en studenten kunnen deze gids goed gebruiken voor de beantwoording van hun vragen. Naast algemene informatie bevat de Praktijkgids ook bijdragen over marketing, juridische en bedrijfseconomische zaken, over het exporteren van de formule, de interne organisatie bij een franchisegever, de communicatie tussen de franchisegever en zijn franchisenemers en nog veel meer.
De Praktijkgids is voorzien van de NFV model franchiseovereenkomst op cd-rom. Deze overeenkomst bevat een evenwichtige verdeling van rechten en plichten, waarbij ook nog rekening is gehouden met de Europese Erecode inzake Franchising, een code die o.a. aanvullende spelregels bevat die de contracterende partijen (de franchisegever en de franchisenemer) in de precontractuele fase in het oog dienen te houden.
De belangstelling voor de Praktijkgids geeft aan dat franchise inmiddels de kinderschoenen is ontgroeid. Franchising is een serieuze zaak met een grote impact in de Nederlandse economie. Door deze gids komt één van de doelstellingen van de NFV, het verder professionaliseren van franchise, weer een stuk dichterbij.
U kunt de gids bestellen bij de Nederlandse Franchise Vereniging (www.nfv.nl).
Dennis Martens en Iris Brinkhof, advocaten bij Ploum Lodder Princen gaven tijdens de Oranje Loper bijeenkomst van hun kantoor een workshop over het beëindigen van een onbenoemde duurovereenkomst.
2. Programma
1. Introductie en soorten overeenkomsten
2. Wie is bevoegd?
3. Ruimte voor ruimte
4. Strategisch opzeggen – mag dat altijd?
5. Slot
3. Introductie en soorten overeenkomsten
• Contracten in verband met handelen als particulier
• goederen en diensten
• Contracten met overheidsintentie:
• convenanten,
• bevoegdhedenovereenkomsten
• publiek-private samenwerkingsvormen, PPS
• Subsidieovereenkomsten
• Contracten tussen overheden onderling
• gemeenschappelijke regelingen
• Wat is het onderwerp, wie is partij en hoe bindend zijn de afspraken bedoeld?
3
4. Wie is bevoegd? (1)
- Wie is bevoegd?
1. Rol GS (artikel 158 lid 1 sub e Pw)
2. Rol PS
3. Rol CvdK (artikel 176 Pw)
- Wanneer komt overeenkomst tot stand?
Door ondertekening of al door het besluit van het bevoegde bestuursorgaan?
Antwoord: door ondertekening van de overeenkomst. Bestuursorganen zijn niet bevoegd tot het verrichten van privaatrechtelijke handelingen. Zij besluiten tot het
aangaan van dergelijke rechtshandelingen.
4
5. Wie is bevoegd? (2- volmacht)
- Volmacht – artikel 10:12 Awb
1. Mandaatregeling van overeenkomstige toepassing
2. “Deze afdeling is van overeenkomstige toepassing indien een bestuursorgaan
aan een ander, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, volmacht verleent
tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, of machtiging
verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een
privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.”
- Mandaat en delegatieregister
1. Actueel?
2. Let op uitzonderingen en grenzen
5
6. Wie is bevoegd (3- onbevoegde
vertegenwoordiging)
Onbevoegde vertegenwoordiging
1. Toerekenbare schijn van vertegenwoordiging, door het wèl bevoegde bestuursorgaan
2. Gerechtvaardigd vertrouwen wederpartij, deskundigheid
3. Onduidelijke bevoegdheidsverdeling kan voor rekening publiekrechtelijke rechtspersoon
komen
Ad 1: Twee keer Vitesse
6
7. Wie is bevoegd (4- Twee keer Vitesse)
Toerekenbare schijn? - HR 25 juni 2010 AB 2010, 334
(Vitesse/provincie Gelderland)
(Leden van) GS doen, zonder voorbehoud, in een crisissituatie een vergaande
toezegging ten aanzien van financiële steun die moet leiden tot de redding van
voetbalclub Vitesse. PS zijn bevoegde orgaan
-- > tussenvraag: waarom PS bevoegde orgaan?
Provincie contractueel gebonden? O.d. provincie?
7
8. Wie is bevoegd (5- Twee keer Vitesse)
- Net geen zes jaar later HR 24 juni 2016, AB 2016/405:
..
dat in het stelsel van de Gemeentewet groot gewicht toekomt aan de bevoegdheidsverdeling
tussen B&W en de gemeenteraad. In het stelsel van de Provinciewet heeft hetzelfde te gelden
ten aanzien van de bevoegdheidsverdeling tussen gedeputeerden en Provinciale Staten…
...dat Vitesse c.s., althans hun vertegenwoordigers, hooggekwalificeerde professionals zijn,
zodat van hen mocht worden verwacht dat zij op de hoogte waren van de
bevoegdheidsverdeling in de Provinciewet tussen gedeputeerden en Provinciale Staten..
.. In dit licht had de verwijzingsrechter slechts kunnen oordelen dat de door gedeputeerden
gewekte schijn dat zij zelfstandig bevoegd waren om de Provincie te binden, niet in die zin voor
risico van de Provincie komt dat de Provincie aan de door gedeputeerden gedane toezeggingen,
in weerwil van hun onbevoegdheid daartoe, zou zijn gebonden. ..
8
9. Ruimte voor ruimte (1 –intro en eerste arrest)
- Inhoud van de regeling
- HR 14 juni 2013, AB 2013/273:
- “3.7 De ongegrondheid van de klachten van onderdeel 4 brengt mee dat het oordeel
van het hof in rov. 4.15 in stand blijft dat de Gemeente met het sluiten van de
overeenkomst van 20 juni 2005, en in het bijzonder met het daarin bedingen van een
vergoeding van € 89.957,12 van [verweerder], niet overeenkomstig de RvR-regeling
en de planologische doelstellingen daarvan heeft gehandeld, en dat daarom in dit
geval niet voldaan is aan de eis dat het bedingen van die vergoeding rechtstreeks
verband houdt met het doel van de gemeentelijke vrijstellingsbevoegdheid. Het hof
heeft op deze grond geoordeeld dat het bedingen van de financiële tegenprestatie
voor het verlenen van een vrijstelling in het onderhavige geval niet toelaatbaar is
(eerste alinea van rov. 4.15), waarmee het kennelijk bedoelt dat het beding nietig is.”
9
10. Ruimte voor ruimte (2 –tweede arrest)
- HR 24 maart 2017, JB 2017/77
- Algemene overwegingen:
- 3.5.2 Een bevoegdhedenovereenkomst is een overeenkomst waarbij een
bestuursorgaan, of het overheidslichaam waartoe dat orgaan behoort, zich bindt
met betrekking tot de uitoefening van hem toekomende publiekrechtelijk
bevoegdheden. Een dergelijke overeenkomst kan door een bestuursorgaan of een
overheidslichaam worden aangegaan indien en voor zover de wet daartoe de
ruimte laat. Die ruimte is in beginsel aanwezig indien het bestuursorgaan beleids-
of beoordelingsvrijheid toekomt bij de uitoefening van de desbetreffende
bevoegdheid.
- 3.5.3 Uit het hiervoor in 3.5.2 overwogene volgt dat de voorwaarden die bij een
bevoegdhedenovereenkomst worden gesteld voor uitoefening van een
publiekrechtelijke bevoegdheid, door de wet moeten worden toegelaten. Indien het
gaat om de uitoefening van een doelgebonden bevoegdheid, zoals de in deze zaak
aan de orde zijnde planologische bevoegdheden van (organen van) een gemeente,
zullen die voorwaarden dan ook het doel moeten (kunnen) dienen waarvoor de
desbetreffende bevoegdheid door de wet is gegeven.
10
11. Ruimte voor ruimte (3- tweede arrest)
- Specifieke overwegingen:
-
- Gelet op het hiervoor in 3.6.2 overwogene kan het hiervoor in 3.6.3 en 3.6.4
genoemde planologische belang dat de RvR-regeling beoogt te dienen, worden
gerekend tot de belangen waarop de organen van een gemeente acht mogen slaan
bij hun besluit omtrent een planologische maatregel als in deze zaak aan de orde.
- Uit het vorenstaande volgt dat een gemeente in het kader van de RvR-regeling in
beginsel de voorwaarden zoals in deze zaak aan de orde - tot sloop van stallen
elders en tot het doen intrekken van daarmee samenhangende milieurechten - mag
stellen voor haar medewerking aan een planologische wijziging die woningbouw
mogelijk maakt.
- Vaststaat dat BMV voor de planologische medewerking door de Gemeente niet
heeft hoeven betalen en dat de Gemeente voor die medewerking ook geen bijdrage
heeft gevraagd.
11
12. Strategisch opzeggen – mag dat altijd?
1. Opzeggen kan
1. Als overeenkomst opzeggingsmogelijkheden bevat (HR 9 april 1999, NJ 2000,
219 (Coevorden/Gasfabriek))
2. En daarbuiten ook (HR 3 december 1999, NJ 2000, 120 (Latour/De Bruijn))
2. (Zware) motivering vereist?
1. niet zonder meer: Coevorden/Gasfabriek
2. ja: Hof ‘s-Gravenhage 17 november 2009, LJN:BU5648, maar dat lijkt in de
huurverhouding al besloten te liggen
3. geen “dwingende reden” vereist, dus geen toepassing HR 3 december 1999, NJ
2000, 120 (Latour/De Bruijn): HR 28 oktober 2011, AB 2012, 85
12
13. Strategisch opzeggen – mag dat altijd?
1. Beroep op beleidswijzigingen en dergelijke?
1. Vzngr. Rb. Utrecht 10 juni 2003, KG 2003, 167
2. Belangenafweging nagaan en bespreken
2. Hanteren overgangstermijn door overheden?
1. Nagaan of dossiervorming op orde is
3. Schadevergoeding nodig?
1. HR 28 oktober 2011, AB 2012, 85
13
14. Strategisch opzeggen – mag dat altijd?
1. Verhouding met onvoorziene omstandigheden
1. Artikel 6:258 BW
2. Omstandigheden kunnen ook nieuwe politieke keuzes zijn
3. Moeten voldoende zwaarwichtig zijn
4. Nakomingsvordering wordt afgesneden, maar schadevergoedingsmogelijkheden
niet
2. Arrest GCN/Nieuwegein
14
15. Strategisch opzeggen – mag dat altijd?
HR 15 april 2016, AB 2016/229 (Gooisch natuurreservaat)
Opzegging door een participant van de participantenovereenkomst met als gevolg dat deze zich
definitief aan medefinanciering onttrekt, is niet te rijmen met art. 3 van de statuten. Deze
statutaire bepaling kan immers niet eenzijdig worden gewijzigd.
In dit verband verdient opmerking dat een voor onbepaalde tijd gesloten duurovereenkomst in
beginsel opzegbaar is, ook indien wet en die overeenkomst niet voorzien in een regeling van de
opzegging (HR 28 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ9854, NJ 2012/685 en HR 4 juni 2013,
ECLI:NL:HR:2013:BZ4163, NJ 2013/341). Dit neemt niet weg dat een voor onbepaalde tijd
gesloten duurovereenkomst naar de bedoeling van partijen niet-opzegbaar kan zijn, met dien
verstande dat de wederpartij van degene die zich op de niet-opzegbaarheid beroept, onder
omstandigheden daartegen een beroep kan doen op, kort gezegd, de art. 6:248 lid 2 BW en
6:258 BW. Voorts verdient opmerking dat op degene die betoogt dat een zodanige
overeenkomst niet opzegbaar is, de stelplicht en bewijslast ter zake rusten. Zoals onderdeel 1.1
terecht betoogt, gelden voor die stelplicht en bewijslast geen verzwaarde eisen. Indien het hof
van een andere maatstaf is uitgegaan bij zijn overweging dat aan de uitleg die de Provincie c.s.
voorstaan ‘hoge eisen moeten worden gesteld’, berust zijn oordeel op een onjuiste
rechtsopvatting.
15
16. Dank u voor uw aandacht!
Prof. mr. G.A. van der Veen
AKD
Wilhelminakade 1
Postbus 4302, 3006 AH Rotterdam
Tel.: +31 (0) 88 253 55 56
Fax: +31 (0) 88 253 54 47
Mobiel: +31 (0)6 47 67 07 77
E-mail: gvanderveen@akd.nl
www.linkedin.com/in/gvanderveen
16