1. AKD
Gemeentedag 2014
15 maanden Wet aanpassing
bestuursprocesrecht
Prof. mr. G.A. van der Veen
Advocaat bestuursrecht/omgevingsrecht
AKD Advocaten en notarissen Rotterdam
Bijzonder hoogleraar milieurecht RUG
Rotterdam 20 maart 2014
3. Wab, doelstellingen e.a. (1/3)
1. De wet dient het bestuursproces bij de
bestuursrechter te verbeteren, zodat meer “finale
geschilbeslechting” kan plaatsvinden
2. Daarmee hangt samen de “nieuwe zaaks-
behandeling”: poging om behandeling ter zitting te
verbeteren met een actieve(re) rechter om feiten
en rechtsvragen (definitief) duidelijk te krijgen
3. Daarom vaak maar 5 minuten per partij voor
toelichting en vervolgens vragen van de rechter
4. Dus: veel proactiever procederen nodig!
3
4. Wab, doelstellingen e.a. (2/3)
Proactiever procederen behelst onder meer:
1. Op zitting weinig tijd meer voor pleidooien en
sturing door partijen/gemachtigden, dus:
2. Beter regisseren van zaak in aanloop naar zitting
1. Beter en uitgebreider verweerschrift maken
2. Overwegen of nadere memorie nodig is,
bijvoorbeeld als reactie op verweer
3. Overwegen om reparatiebesluit te nemen
3. Onderkennen dat de regie op zitting nu echt alleen
nog maar bij de bestuursrechter ligt (hoe erg ook!)
4
5. Wab, doelstellingen e.a. (3/3)
1. Finale geschilbeslechting betekent voor de
bestuursrechter niet meer “louter” vernietigen,
maar zoeken naar echte oplossing
2. Meer instandlaten rechtsgevolgen, meer zelf in de
zaak voorzien en zonodig bestuurlijke lus:
tussenuitspraak om het bestuur het besluit alsnog
beter te laten motiveren
3. Ook hier proactiever procederen:
1. niet elk goed van appellanten argument is aan het
end nog winnend
2. voorbereid zijn op lus
5
6. Artikel 6:22 Awb (1/1)
1. Een besluit waartegen bezwaar is gemaakt of beroep is
ingesteld, kan, ondanks schending van een geschreven
of ongeschreven rechtsregel of algemeen
rechtsbeginsel, door het orgaan dat op het bezwaar of
beroep beslist in stand worden gelaten indien
aannemelijk is dat de belanghebbenden daardoor niet
zijn benadeeld
2. Wat mag bijvoorbeeld niet:
1. voorbijgaan aan toekomstig planologisch regime bij
ruimtelijke onderbouwing vrijstelling (ABRvS 6 juni
2012, 201113326)
2. vergeten uitgebreide voorbereidingsprocedure (Rb.
Amsterdam, 15 augustus 2013, AMS 12/2276)
6
7. Artikel 6:22 Awb;
publicatieperikelen (1/1)
1. Publicatie verleend besluit: zie bijvoorbeeld art.
3:42 lid 2 Awb en art. 3.9 Wabo
2. Ratio van publicatie en termijnen
3. Wat bij onduidelijkheden omtrent de juistheid
van publicatie?
4. ABRvS 15 januari 2013, Gst. 2013, 30
(AfhaalAH)
5. Casus gebied en deelgebieden
6. Wat zijn de keuzes en afwegingen bij gebleken
of gestelde onjuistheden?
7
8. Incidenteel hoger beroep (1/3)
1. Artikel 8:110 lid 1: Indien hoger beroep is
ingesteld, kan degene die ook hoger beroep had
kunnen instellen, incidenteel hoger beroep
instellen. De voorschriften omtrent het hoger
beroep zijn van toepassing, tenzij in deze titel
anders is bepaald.
2. Lid 2: Het incidenteel hoger beroep wordt
ingesteld binnen zes weken nadat de
hogerberoepsrechter de gronden van het hoger
beroep aan de desbetreffende partij heeft
verzonden.
3. Moet evenwichtig gebruik van hoger beroep
bevorderen
8
9. Incidenteel hoger beroep (2/3)
1. Is nog maar een paar keer in uitspraken van de
Afdeling bestuursrechtspraak te vinden
2. Niet zo spannend is deze: ABRvS 12 februari 2014,
201308236/1/A4
[appellant sub 2] betoogt dat de rechtbank weliswaar terecht heeft
overwogen dat zijn woning moet worden aangemerkt als een object
categorie II als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Blm, maar
bestrijdt dit oordeel voor zover hierin ligt besloten dat zijn woning
buiten de bebouwde kom is gelegen. Hij wil met zijn incidenteel
hoger beroep voorkomen dat dit oordeel in rechte komt vast te staan.
De rechtbank heeft overwogen dat de woning van [appellant sub 2]
behoort tot ‘aaneengesloten woonbebouwing van beperkte omvang in
een overigens agrarische omgeving’. Uit de uitspraak blijkt niet dat
de rechtbank tevens van oordeel is dat de woning van [appellant sub
2] niet behoort tot objecten binnen de bebouwde kom. Het betoog
mist feitelijke grondslag.
9
10. Incidenteel hoger beroep (3/3)
1. Wel aardig is ABRvS 26 februari 2014, 201307373
2. Bepalend is niet, of gesteld is dat incidenteel hoger
beroep is ingesteld, maar of het incidenteel hoger
beroep zijn aanleiding vindt in het ingestelde
gewone hoger beroep
3. Burgemeester diende (bijna) dezelfde gronden in
als appellant, maar dat mocht niet
4. Het gaat dus om contraire posities ter bevordering
evenwicht, en niet om identiek appèl
5. Bij identiek appèl: normale termijn aanhouden
10
11. Artikel 8:69a Awb (1/2)
1. Artikel 8:69a Awb: De bestuursrechter vernietigt
een besluit niet op de grond dat het in strijd is met
een geschreven of ongeschreven rechtsregel of
een algemeen rechtsbeginsel, indien deze regel of
dit beginsel kennelijk niet strekt tot bescherming
van de belangen van degene die zich daarop
beroept
2. Het concept is intussen wel bekend, dus zodirect
één uitspraak ter overdenking
3. Hoe op het relativiteitsvereiste te anticiperen?
11
12. Artikel 8:69a Awb (2/2)
De ene uitspraak ter overdenking
•JM 2013/140 Rechtbank Limburg, 01-10-2013, AWB
13/2613 en AWB 13/2612, ECLI:NL:RBLIM:2013:7211
•Omgevingsvergunning voor bouwen en gebruik van
gronden en bouwwerken in strijd met bestemmingsplan.
Beroep van eigenaar van nabijgelegen perceel.
•Belang van eiser is behoud van kwaliteit van directe
leefomgeving en zijn woongenot. De ingeroepen normen uit
de Flora- en faunawet strekken tot bescherming van een
aantal beschermde diersoorten. Er bestaat in dit geval een
onvoldoende direct verband tussen de kwaliteit van de
leefomgeving van eiser en de te beschermen diersoorten.
•Welke diersoorten wel en welke niet??
12