2. INDELING
A. Inleiding
1. Definitie
2. Openbare orde?
3. Berekening van de termijn
4. Overgangsrecht
B. Overzicht van de bevrijdende verjaringstermijnen (les délais de prescription)
1. Algemeen
2. De verjaring van de contractuele vordering
3. De verjaring van de buitencontractuele vordering
4. De verjaring in het verzekeringsrecht
C. Stuiting en schorsing (l’interruption et la suspension)
D. Actio judicati
E. Vragen?
www.clijmansadvocaten.be
2
3. A.1. Definitie
Verjaring is een middel om, na verloop van tijd, en onder wettelijke vereisten, een
recht te verkrijgen of van een verbintenis bevrijd te worden (art. 2219 B.W.).
= verkrijgende verjaring (usucapio)
= bevrijdende verjaring (la prescription libératoire) : bevrijding van de opeisbaarheid
(verjaarde schuld blijft bestaan als natuurlijke verbintenis)
►”De verjaring is ons door de tijd verschuldigd, voor al het bewijsmateriaal dat deze
ons ontneemt.” - R. Dekkers
► onderscheid met vervaltermijnen (la déchéance) : fatale termijnen!
→ voorbeelden: art. 1648 B.W., art. 12, §1 Wet Productenaansprakelijkheid
www.clijmansadvocaten.be
3
4. A.2. Openbare orde?
De “instelling” van de verjaring raakt de openbare orde, doch niet het “middel”.
Gevolgen:
● partijen kunnen een recht niet onverjaarbaar verklaren
● noch bij voorbaat afzien van de verjaring (wel post factum)
● noch de wettelijke termijnen verlengen (wel verkorten (in extremis?) of schorsen)
MAAR:
● rechter mag de verjaring niet ambtshalve opwerpen
● verjaring werkt niet van rechtswege
● belanghebbende (excipiens) mag het opwerpen, maar moet het niet
● niet verplicht in limine litis (mag zelfs voor het eerst in hoger beroep) – quid cassatie?
www.clijmansadvocaten.be
4
5. A.3. Berekening van de termijn
Vermits de verjaring een verweermiddel is tegen een laattijdige eis, begint ze pas te lopen op het moment dat de
eis is ontstaan (actio nata) (exigible)
● zuivere en eenvoudige verbintenis (opeisbaarheid)
→ voorbeelden: contante schuld (dag erna), vrijwaring (uitwinning), schadevergoeding (schademanifestatie!), …
● voorwaardelijke verbintenis (vanaf realisatie)
● verbintenis op termijn (vanaf vervaldag)
► berekening: per dag, vanaf middernacht
● dies a quo telt niet mee
● dies ad quem wél
● incluis zon- en feestdagen (art. 53 Ger.W. is niet toepasselijk)
→ voorbeeld verjaring 10 jaar: 1 augustus 2007 ↔ 1 augustus 2017, middernacht: inroepbaar vanaf 2 augustus 2017
www.clijmansadvocaten.be
5
6. A.4. Overgangsrecht
Wanneer de wetgever een verjaringstermijn wijzigt, dan vallen de lopende
verjaringstermijnen onder de nieuwe wet; zij worden dus ofwel verlengd ofwel
verkort.
Reeds voltrokken verjaringen blijven (uiteraard) onderhevig aan de oude wet en
dus verworven: “herleving” is uitgesloten.
Een wet die een nieuwe stuitingsgrond invoert kan aan een handeling die onder
toepassing van de oude wet is gesteld, geen stuitend effect meegeven.
→ voorbeeld: verjaringstuitende ingebrekestelling van de advocaat (2244, §2 B.W. –
Wet 23/5/2013)
www.clijmansadvocaten.be
6
7. B.1 Overzicht verjaringstermijnen:
algemeen
Art. 2262 B.W.: ‘Alle zakelijke rechtsvorderingen verjaren door verloop van dertig jaar, zonder dat hij die zich
op deze verjaring beroept, verplicht is daarvan enige titel te vertonen of dat men hem de exceptie van kwade
trouw kan tegenwerpen.’
(les droits réels)
Art. 2262bis B.W.: Ԥ 1. Alle persoonlijke rechtsvorderingen verjaren door verloop van tien jaar.
In afwijking van het eerste lid verjaren alle rechtsvorderingen tot vergoeding van schade op grond van door
verloop van vijf jaar buitencontractuele aansprakelijkheid vanaf de dag volgend op die waarop de benadeelde
kennis heeft gekregen van de schade of van de verzwaring ervan en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke
persoon.
De in het tweede lid vermelde vorderingen verjaren in ieder geval door verloop van twintig jaar vanaf de
dag volgend op die waarop het feit waardoor de schade is veroorzaakt, zich heeft voorgedaan.
§ 2. Indien een in kracht van gewijsde gegane beslissing over een vordering tot vergoeding van schade
enig voorbehoud heeft erkend, dan is de eis die strekt om over het voorwerp van dat voorbehoud vonnis te
doen wijzen, ontvankelijk gedurende twintig jaar na de uitspraak.’
(les droits personnels)
www.clijmansadvocaten.be
7
8. B.1 Overzicht verjaringstermijnen:
algemeen
Art. 2270 B.W.: ‘Na verloop van tien jaren zijn architecten en aannemers ontslagen van hun aansprakelijkheid
met betrekking tot de grote werken die zij hebben uitgevoerd of geleid.’
Art. 2271 B.W.: ‘De rechtsvordering van meesters on onderwijzers in kunsten en wetenschappen, wegens de
lessen die zij bij de maand geven;
Die van hotelhouders en tafelhouders, wegens het verschaffen van woning en kost;
Die van arbeiders en werklieden, tot betaling van hun daghuur, hun leveringen en hun loon, Verjaren door
verloop van zes maanden.’
Art. 2272 B.W.: ‘De rechtsvordering van gerechtsdeurwaarders, tot betaling van hun loon voor de akten die zij
betekenen, en voor de opdrachten die zij uitvoeren;
Die van kooplieden, wegens de koopwaren die zij verkopen aan personen die geen koopman zijn;
Die van kostschoolhouders, tot betaling van het kostgeld van hun leerlingen; en van andere meesters, tot
betaling van het leergeld;
Die van dienstboden die zich bij het jaar verhuren, tot betaling van hun loon,
verjaren door verloop van een jaar.’
www.clijmansadvocaten.be
8
9. B.1 Overzicht verjaringstermijnen:
algemeen
Art. 2273 B.W.: ‘De rechtsvordering van de verhuurders tot betaling van het bedrag dat volgt uit de aanpassing
van de huurprijs aan de kosten van levensonderhoud verjaart door verloop van een jaar.
De rechtsvordering van de huurders tot teruggave van het te veel betaalde verjaart door verloop van een
jaar vanaf de verzending van het verzoek bepaald bij artikel 1728quater.’
Art. 2276 B.W.: ‘Rechters en pleitbezorgers zijn niet meer verantwoordelijk voor de stukken, wanneer vijf jaren
zijn verlopen sinds het geding is uitgewezen.
Eveneens zijn gerechtsdeurwaarders daarvoor niet meer verantwoordelijk na verloop van twee jaren
sinds de uitvoering van hun opdracht of de betekening van de akten waarmee zij belast waren.’
Art. 2276bis B.W.: Ԥ 1. De advocaten zijn ontlast van hun beroepsaansprakelijkheid en zijn niet meer
verantwoordelijk voor de bewaring van de stukken vijf jaar na het beëindigen van hun taak.
Deze verjaring is niet van toepassing wanneer de advocaat uitdrukkelijk met het bewaren van bepaalde
stukken is belast.
§ 2. De vordering van de advocaten tot betaling van kosten en ereloon verjaart na verloop van vijf jaar na het
beëindigen van hun taak.’
www.clijmansadvocaten.be
9
10. B.2 De verjaring van de contractuele
vordering
Toepassingsgebied
►vorderingen tot nietigverklaring, nakoming en ontbinding van
overeenkomsten …
►quasi-contracten
►actio judicati
Art. 2262bis B.W. §1, 1ste lid.
Termijn: 10 jaar
Aanvang termijn: dag volgend op de dag waarop de rechtsvordering opeisbaar
(exigible) wordt. (actiones non natae non praescribuntur)
● De verjaring van een contractuele schadevergoedingsvordering gaat in wanneer de schade ontstaat.
www.clijmansadvocaten.be
10
11. B.3 De verjaring van de
buitencontractuele vordering
Toepassingsgebied
► art. 1382-1386bis B.W.
► precontractuele aansprakelijkheid
► burenhinder (troubles de voisinages)
Relatieve verjaringstermijn
Art. 2262bis B.W. §1, 2de lid.
Termijn : 5 jaar
Aanvang termijn: kennis schade + identiteit aansprakelijke persoon
Discussie: effectieve of normatieve kennis?
● Cass. 26 april 2012, RABG 2012, afl. 15, 1013: ‘De wetgever heeft als aanvangspunt van de vijfjarige
verjaringstermijn voor buitencontractuele vorderingen de dag beoogd waarop de benadeelde daadwerkelijk
kennis heeft gekregen van de schade en niet die waarop hij moet worden vermoed hiervan kennis te hebben
gekregen.’
www.clijmansadvocaten.be
11
12. B.3 De verjaring van de
buitencontractuele vordering
Absolute verjaringstermijn
Art. 2262bis B.W. §1, 3de lid.
Termijn: 20 jaar
Aanvang termijn: de dag volgend op de dag waarop het schadeverwekkend feit (le fait
dommageable) zich heeft voorgedaan
Ratio legis?
Rechtszekerheid
Niet maatschappelijk verantwoord om eeuwig te kunnen worden aangesproken
www.clijmansadvocaten.be
12
13. B.4 Verjaring in het verzekeringsrecht
► De artt. 88 en 89 Verz.W. 2014 zijn van dwingend recht, zodat principieel
afwijkende overeenkomsten nietig zijn. Verkorting dus niet mogelijk volgens
meerderheidsstandpunt.
► Overzicht van de vorderingen:
I. Rechtsvorderingen (les actions) uit verzekeringsovereenkomsten (les contrats
d’assurance)
II. Rechtsvorderingen uit het eigen recht van de benadeelde tegen de verzekeraar
III. Regresvorderingen (les actions récursoires) van de verzekeraar tegen de
verzekerde
www.clijmansadvocaten.be
13
14. B.4.I. Verjaring in het verzekeringsrecht:
Rechtsvorderingen uit verzekeringsovereenkomsten
Artikel 88 §1 W.Verz. (oud artikel 34§1 WLVO): “De verjaringstermijn voor elke rechtsvordering
voortvloeiend uit een verzekeringsovereenkomst bedraagt drie jaar”.
Termijn: 3 jaar
Uitzondering: reserve levensverz.: 30 jaar
Voorbeelden: nietigverklaring polis (zie reeds: Cass. 8 maart 1900, Pas. 1900, I, 177), betaling premie,
bekomen dekking, vordering op grond van derdenbeding of van verzekering voor rekening,
Aanvang termijn: datum van het voorval (l’événement en risque/assuré)= datum waarop vordering kan
worden ingesteld en de schuld dus eisbaar wordt (bv. vervaldag premie of mogelijkheid berekening
bijkomende premie, realisatie risico (le risque) bij dekkingsaanspraak (la couverture) , instellen vordering
door benadeelde ter zake de vrijwaringseis (regresvordering) van de verzekerde tav zijn AH-verzekeraar).
Uitzondering: indien de eiser bewijst dat hij pas op een later tijdstip van het voorval kennis heeft
gekregen, loopt de termijn vanaf dat tijdstip, maar hij verstrijkt in elk geval 5 jaar na het voorval zelf
(behoudens bedrog),
www.clijmansadvocaten.be
14
15. B.4.I. Verjaring in het verzekeringsrecht:
Rechtsvorderingen uit verzekeringsovereenkomsten
Cass. 14 september 2014, Pas. 2010, 2259: “Wanneer een verzekeraar met een burgerlijke
rechtsvordering de vergoeding beoogt van de schade die bestaat uit het verlies van premies die een
failliete vennootschap verschuldigd was en die de verzekeraar wegens de door die vennootschap
gepleegde misdrijven niet kon innen, vloeit die burgerlijke rechtsvordering niet voort uit de
verzekeringsovereenkomst. De vordering heeft daarentegen tot voorwerp de vergoeding van de schade
die veroorzaakt is door de als misdrijf aangemerkte feiten en berust op die feiten. De verjaringstermijn
wordt daarom niet bepaald door art. 34 wet landverzekeringsovereenkomst.”
www.clijmansadvocaten.be
15
16. B.4.II. Verjaring in het verzekeringsrecht:
Rechtsvorderingen uit eigen recht van de
benadeelde tegen de verzekeraar
Artikel 88§2 W.Verz. (oud artikel 34§2 WLVO): “Onder voorbehoud van bijzondere wettelijke
bepalingen, verjaart de vordering die voortvloeit uit het eigen recht dat de benadeelde tegen de
verzekeraar heeft krachtens artikel 150 door verloop van 5 jaar, te rekenen vanaf het
schadeverwekkend feit of, indien er een misdrijf is, vanaf de dag waarop dit is gepleegd. Indien
…”
Termijn: 5 jaar
Aanvang termijn: datum van het schadeverwekkend feit (le fait dommageable)/misdrijf (le délit)
Uitzondering: indien de benadeelde (la personne lésée) bewijst dat hij pas op een later tijdstip
kennis heeft gekregen van zijn recht tav de verzekeraar datum van kennisname max. 10 jaar
vanaf schadeverwekkend feit/misdrijf.
Cass, 16 februari 2007, NjW 2007, 267: = kennis van het feit dat aansprakelijke verzekerd is én door welke
verzekeraar.
Cass. 21 mei 2010, Arr.Cass. 2010, 1501: Artikel 34§2 is van overeenkomstige toepassing op de rechtsvordering
die gegrond is op artikel 29bis WAM.
www.clijmansadvocaten.be
16
17. B.4.III. Verjaring in het verzekeringsrecht:
Regresvordering verzekeraar
Artikel 88§3 W.Verz. (oud artikel 34§3 WLVO): “De regresvordering van de verzekeraar
tegen de verzekerde verjaart door verloop van 3 jaar, te rekenen vanaf de dag van de
betaling door de verzekeraar, behoudens bedrog)”.
Termijn: 3 jaar
Aanvang termijn: betaling door de verzekeraar
● Cass. 26 februari 2007, Arr. Cass. 2007, 465: “als de verzekeraar verscheidene bedragen
achtereenvolgens heeft uitgekeerd, loopt de verjaringstermijn van de rechtsvordering tot
terugvordering van elk van de aldus betaalde bedragen telkens vanaf de dag van
uitkering van ieder bedrag.”
Uitzondering: bedrog (le dol). Niet bedoeld als reden tot het regres, doch wel ter zake
verhaalsrecht zelf (verheling beweegreden regres).
www.clijmansadvocaten.be
17
18. C. Schorsing en stuiting
Schorsing (la suspension): de tijdelijke onderbreking van de verjaringstermijn,
waarbij deze termijn gewoon verder loopt na het verdwijnen van de oorzaak van de
schorsing.
(1) verjaringstermijn wordt belet te starten of (2) tijdelijke onderbreking van
verjaringstermijn voor duur van de schorsing
(2) werkt van rechtswege
→ voorbeelden (art. 89 Verz.W.):
● minderjarigheid en onbekwaamverklaring (tgv arrest Stagno EHRM 7 juli 2009, nr.
1062/07, JLMB 2010, 680)
● overmacht (contra non valentem agere non currit praescriptio)
• uitz.: niet voor verzekeraar
www.clijmansadvocaten.be
18
19. C. Schorsing en stuiting
Stuiting (l’ interruption): de lopende verjaringstermijn gaat teloor ingevolge een uitoefening of erkenning van
het betrokken recht en begint opnieuw (“vanaf 0”) te lopen zodra de oorzaak van de stuiting verdwenen is.
art. 2244 e.v. BW + art. 89 Verz.W.
→ voorbeelden:
• dagvaarding: van datum betekening tot eindbeslissing
• bevel tot betaling: van datum betalingsbevel tot definitieve beslissing over verzet
• beslag: van moment beslaglegging tot uitvoering of opheffing
• erkenning van recht van hem tegen wie de verjaring loopt: van moment van erkenning en aflopend of niet afhankelijk van
omstandigheden
• tijdige aanmelding schadegeval (déclaration de sinistre) (in AH-verzekering: aanspraak op vermogen) door verzekerde: tot op
moment dat de verzekeraar aan de verzekerde schriftelijk kennis geeft van zijn vergoedingsstandpunt
• kennisname door AH-verzekeraar van de wil van de benadeelde om vergoed te worden (stuit de verjaring van de rechtstreekse
vordering): tot op moment dat de verzekeraar aan de benadeelde schriftelijk kennis geeft van zijn vergoedingsstandpunt
www.clijmansadvocaten.be
19
20. C. Schorsing en stuiting
Relativiteit van de stuiting
Principieel werkt de stuiting enkel inter partes, zij geldt enkel ten aanzien van diegene de
stuitingsdaad heeft verricht. Dus, bv., zal iedere schuldeiser moeten dagvaarden, wil de verjaring van
elke vordering gestuit worden.
Uitzonderingen:
● gemeenrechtelijke uitzonderingen: actieve en passieve hoofdelijkheid (la solidarité), ondeelbare
schuld (la dette indivisible), de borg (la caution)
● art. 89, §4 Verz.W.:
stuiting en schorsing van de verjaring van de vordering van de benadeelde tegen verzekerde =
stuiting of schorsing van de verjaring van zijn vordering tav verzekeraar.
+
stuiting en schorsing van de verjaring van de vordering van de benadeelde tegen verzekeraar =
stuiting of schorsing van de verjaring van zijn vordering tav verzekerde.
www.clijmansadvocaten.be
20
21. D. Actio judicati
= “rechtsvordering tot uitvoering van hetgeen door de rechter werd
uitgesproken”
Onderworpen aan de gemeenrechtelijke verjaringstermijn (art. 2262bis, §1, eerste
lid B.W.)
10 jaar vanaf de dag van de uitspraak
≠ de dag van het in kracht van gewijsde treden
ongeacht of de verjaringstermijn van de rechtsvordering die aan de procedure
ten grondslag lag korter was
(her)betekening (la notification d’actes) mogelijk
www.clijmansadvocaten.be
21
22. D. Actio judicati
Cass. 17 maart 1967, Pas. 1967, I, 865: “Wanneer de aansprakelijkheidsverzekeraar de schade die door
zijn verzekerde aan de benadeelde werd veroorzaakt, heeft vergoed en tegen een medeaansprakelijke
een gedeelte van zijn uitgaven terugvordert, valt de verjaring van zijn vordering niet onder de
Verzekeringswet. Wanneer de aansprakelijkheid het gevolg is van een misdrijf, dan is deze vordering
onderworpen aan de gemeenrechtelijke verjaringstermijn van art. 26 V.T.Sv. Indien de vordering niet
gesteund is op een misdrijf, dan is de verjaringstermijn van artikel 2262bis §1 BW van toepassing. De
verzekeraar stelt een actio judicati in wanneer de vordering van de aansprakelijkheidsverzekeraar gericht
is tegen een aansprakelijke die in solidum met zijn verzekerde werd veroordeeld tot vergoeding van de
benadeelde en de verzekeraar het aandeel van deze aansprakelijke in zijn uitgaven terugvordert volgens
de verdeling vastgesteld in het vonnis.”
www.clijmansadvocaten.be
22