Onroerenderfgoeddecreet: presentatie algemene studiedag nieuwe regelgeving Onroerend Erfgoed
In de aanloop naar het in werking treden van het nieuwe Onroerenderfgoeddecreet, organiseerden we op 30.10 een algemene studiedag voor de sector. De slides die de nieuwe regelgeving verduidelijken vind je hier terug.
Onroerenderfgoeddecreet: presentatie provinciale infosessies nieuwe regelgevingOnroerend Erfgoed
In de aanloop naar het in werking treden van het nieuwe Onroerenderfgoeddecreet, organiseerden we enkele infosessies voor lokale besturen. De slides die de nieuwe regelgeving verduidelijken vind je hier terug.
Erkenning onroerend erfgoed voor gemeenten en intergemeentelijke samenwerking...Onroerend Erfgoed
Presentatie tijdens het informatie- en opennetwerkmoment van 13 november 2015 voor gemeenten en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die een erkenning willen aanvragen in 2016
Pesentatie archeologieregelgeving voor bouwheren en ontwikkelaarsOnroerend Erfgoed
Presentatie van de infosessies over de nieuwe archeologiewetgeving, georganiseerd op 4 maart en 13 april 2016 in Brussel. De infosessie was gericht op bouwheren, ontwikkelaars en initiatiefnemers.
Presentatie infosessie archeologieregelgeving voor Vlaamse ambtenarenOnroerend Erfgoed
Presentatie van de infosessie op 17 februari 2016 over het gewijzigde Onroerenderfgoedbesluit, luik archeologie. Presentatie specifiek gericht op Vlaamse ambtenaren van andere beleidsdomeinen
Inleiding in de archeologie (basisprincipes, wetgeving, omgang)Onroerend Erfgoed
Inleidende lezing voor de 'basisopleiding archeologie' over archeologie in Vlaanderen, met aandacht voor de basisprincipes, de wetgeving, de omgang met het archeologisch erfgoed
Hoe omgaan met archeologie in ruimtelijke ordening en MER?Onroerend Erfgoed
Lezing in het kader van de 'basisopleiding archeologie' met voorbeelden hoe archeologie kan opgenomen worden in ruimtelijke processen zoals RUP's, MER, e.a.
Onroerenderfgoeddecreet: presentatie algemene studiedag nieuwe regelgeving Onroerend Erfgoed
In de aanloop naar het in werking treden van het nieuwe Onroerenderfgoeddecreet, organiseerden we op 30.10 een algemene studiedag voor de sector. De slides die de nieuwe regelgeving verduidelijken vind je hier terug.
Onroerenderfgoeddecreet: presentatie provinciale infosessies nieuwe regelgevingOnroerend Erfgoed
In de aanloop naar het in werking treden van het nieuwe Onroerenderfgoeddecreet, organiseerden we enkele infosessies voor lokale besturen. De slides die de nieuwe regelgeving verduidelijken vind je hier terug.
Erkenning onroerend erfgoed voor gemeenten en intergemeentelijke samenwerking...Onroerend Erfgoed
Presentatie tijdens het informatie- en opennetwerkmoment van 13 november 2015 voor gemeenten en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die een erkenning willen aanvragen in 2016
Pesentatie archeologieregelgeving voor bouwheren en ontwikkelaarsOnroerend Erfgoed
Presentatie van de infosessies over de nieuwe archeologiewetgeving, georganiseerd op 4 maart en 13 april 2016 in Brussel. De infosessie was gericht op bouwheren, ontwikkelaars en initiatiefnemers.
Presentatie infosessie archeologieregelgeving voor Vlaamse ambtenarenOnroerend Erfgoed
Presentatie van de infosessie op 17 februari 2016 over het gewijzigde Onroerenderfgoedbesluit, luik archeologie. Presentatie specifiek gericht op Vlaamse ambtenaren van andere beleidsdomeinen
Inleiding in de archeologie (basisprincipes, wetgeving, omgang)Onroerend Erfgoed
Inleidende lezing voor de 'basisopleiding archeologie' over archeologie in Vlaanderen, met aandacht voor de basisprincipes, de wetgeving, de omgang met het archeologisch erfgoed
Hoe omgaan met archeologie in ruimtelijke ordening en MER?Onroerend Erfgoed
Lezing in het kader van de 'basisopleiding archeologie' met voorbeelden hoe archeologie kan opgenomen worden in ruimtelijke processen zoals RUP's, MER, e.a.
Presentatie infosessie voor archeologen 13 en 20 januari 2016Onroerend Erfgoed
Vanaf 1 januari 2016 treedt het gewijzigde Uitvoeringsbesluit Onroerend Erfgoed gefaseerd in werking. Om je wegwijs te maken in de nieuwe regelgeving, organiseerde het agentschap Onroerend Erfgoed op 13 en 20 januari 2016 een informatiesessie specifiek gericht op archeologen en archeologische bureaus. Je kan de presentaties hier bekijken.
presentaties opleiding 'inleiding tot de archeologie en CAI' van 17 november ...Onroerend Erfgoed
Op 17 november organiseerde het agentschap opnieuw een infosessie ‘Inleiding tot de archeologie en de Centrale Archeologische Inventaris (CAI)’ voor ruimtelijk planners, stafmedewerkers van een intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst, MER-deskundigen en stedenbouwkundig ambtenaren.
Presentaties van de infosessie vaststelling inventaris bouwkundig erfgoed van...Onroerend Erfgoed
Presentaties van de infosessie over de vaststelling van het bouwkundig erfgoed in de provincie Antwerpen. De infosessie vond plaats op vrijdag 24 november 2017. Achteraan de presentatie vindt u een handleiding voor het inhoudelijk aanpassen van bestaande fiches van relicten of gehelen van erfgoedobjecten.
presentaties opleiding 'inleiding tot de archeologie en CAI' van 23 maart 2017Onroerend Erfgoed
Op 23 maart 2017 organiseerde het agentschap opnieuw een infosessie ‘Inleiding tot de archeologie en de Centrale Archeologische Inventaris (CAI)’ voor ruimtelijk planners, stafmedewerkers van een intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst, MER-deskundigen en stedenbouwkundig ambtenaren. Bekijk de presentaties hier.
De VMSW organiseerde in de maanden april en mei 2017, samen met het agentschap Onroerend Erfgoed, provinciale informatiesessies over de archeologienota voor professionelen in de socialewoningbouw. Het Onroerenderfgoeddecreet verplicht de aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning om een bekrachtigde archeologienota bij de vergunningsaanvraag te voegen.
Prof. dr. Anne Mie Draye - De onderhoudsplicht in de Vlaamse decreet- en rege...Bureau KNOB
Presentatie tijdens KNOB-studiedag 'Onderhoud verplicht? De Erfgoedwet en de instandhoudingsplicht voor monumenteneigenaren' d.d. 9 januari 2015
De Erfgoedwet en instandhoudingsplicht in internationaal perspectief (Anne Mie Draye)
Anne Mie Draye, gewoon hoogleraar aan de Uhasselt en decaan van de faculteit rechten, is licentiaat en doctor in de rechten. Aan de UHasselt is zij belast met colleges bestuursrecht en omgevingsrecht. Aan de K.U.Leuven doceert zij de colleges European and Comparative law in the field of Conservation. Zij is sinds 1992 gastprofessor aan de Academia Istropolitana Nova (Bratislava) waar zij colleges verzorgt over Legal Aspects of Heritage Preservation. Anne Mie Draye is Belgisch vertegenwoordiger in en vicepresident van het Committee on Legal, Administrative and Financial Issues (ICOMOS) en treedt op als extern expert voor de Europese Unie en UNESCO.
Het onroerenderfgoeddecreet werd definitief goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Het vervangt de wet op het behoud van monumenten en landschappen uit 1931, het monumentendecreet uit 1976, het archeologiedecreet uit 1993 en het landschapsdecreet uit 1996. Deze presentatie staat stil bij de historiek, de inhoud en de volgende stappen.
Deze presentaties werden gegeven tijdens het 6 maandelijkse netwerkmoment van het agentschap Onroerend Erfgoed, de erkende intergemeentelijke onroerenderfgoeddiensten en de erkende onroerenderfgoedgemeenten dat plaats had op 23 november 2018.
Het volgend netwerkmoment van het agentschap Onroerend Erfgoed, de erkende intergemeentelijke onroerenderfgoeddiensten en de erkende onroerenderfgoedgemeenten heeft plaats op vrijdag 17 november 2019.
opleiding 'inleiding tot de archeologie en cai' op woensdag 16 oktober 2019Onroerend Erfgoed
Presentaties van de opleiding 'Inleiding tot de archeologie en CAI' op woensdag 16 oktober 2019 door het agentschap Onroerend Erfgoed:
- Introductie tot de archeologie
- De Centrale Archeologische Inventaris
- De CAI in de praktijk, voorbeelden
Presentatie infosessie voor archeologen 13 en 20 januari 2016Onroerend Erfgoed
Vanaf 1 januari 2016 treedt het gewijzigde Uitvoeringsbesluit Onroerend Erfgoed gefaseerd in werking. Om je wegwijs te maken in de nieuwe regelgeving, organiseerde het agentschap Onroerend Erfgoed op 13 en 20 januari 2016 een informatiesessie specifiek gericht op archeologen en archeologische bureaus. Je kan de presentaties hier bekijken.
presentaties opleiding 'inleiding tot de archeologie en CAI' van 17 november ...Onroerend Erfgoed
Op 17 november organiseerde het agentschap opnieuw een infosessie ‘Inleiding tot de archeologie en de Centrale Archeologische Inventaris (CAI)’ voor ruimtelijk planners, stafmedewerkers van een intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst, MER-deskundigen en stedenbouwkundig ambtenaren.
Presentaties van de infosessie vaststelling inventaris bouwkundig erfgoed van...Onroerend Erfgoed
Presentaties van de infosessie over de vaststelling van het bouwkundig erfgoed in de provincie Antwerpen. De infosessie vond plaats op vrijdag 24 november 2017. Achteraan de presentatie vindt u een handleiding voor het inhoudelijk aanpassen van bestaande fiches van relicten of gehelen van erfgoedobjecten.
presentaties opleiding 'inleiding tot de archeologie en CAI' van 23 maart 2017Onroerend Erfgoed
Op 23 maart 2017 organiseerde het agentschap opnieuw een infosessie ‘Inleiding tot de archeologie en de Centrale Archeologische Inventaris (CAI)’ voor ruimtelijk planners, stafmedewerkers van een intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst, MER-deskundigen en stedenbouwkundig ambtenaren. Bekijk de presentaties hier.
De VMSW organiseerde in de maanden april en mei 2017, samen met het agentschap Onroerend Erfgoed, provinciale informatiesessies over de archeologienota voor professionelen in de socialewoningbouw. Het Onroerenderfgoeddecreet verplicht de aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning om een bekrachtigde archeologienota bij de vergunningsaanvraag te voegen.
Prof. dr. Anne Mie Draye - De onderhoudsplicht in de Vlaamse decreet- en rege...Bureau KNOB
Presentatie tijdens KNOB-studiedag 'Onderhoud verplicht? De Erfgoedwet en de instandhoudingsplicht voor monumenteneigenaren' d.d. 9 januari 2015
De Erfgoedwet en instandhoudingsplicht in internationaal perspectief (Anne Mie Draye)
Anne Mie Draye, gewoon hoogleraar aan de Uhasselt en decaan van de faculteit rechten, is licentiaat en doctor in de rechten. Aan de UHasselt is zij belast met colleges bestuursrecht en omgevingsrecht. Aan de K.U.Leuven doceert zij de colleges European and Comparative law in the field of Conservation. Zij is sinds 1992 gastprofessor aan de Academia Istropolitana Nova (Bratislava) waar zij colleges verzorgt over Legal Aspects of Heritage Preservation. Anne Mie Draye is Belgisch vertegenwoordiger in en vicepresident van het Committee on Legal, Administrative and Financial Issues (ICOMOS) en treedt op als extern expert voor de Europese Unie en UNESCO.
Het onroerenderfgoeddecreet werd definitief goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Het vervangt de wet op het behoud van monumenten en landschappen uit 1931, het monumentendecreet uit 1976, het archeologiedecreet uit 1993 en het landschapsdecreet uit 1996. Deze presentatie staat stil bij de historiek, de inhoud en de volgende stappen.
Deze presentaties werden gegeven tijdens het 6 maandelijkse netwerkmoment van het agentschap Onroerend Erfgoed, de erkende intergemeentelijke onroerenderfgoeddiensten en de erkende onroerenderfgoedgemeenten dat plaats had op 23 november 2018.
Het volgend netwerkmoment van het agentschap Onroerend Erfgoed, de erkende intergemeentelijke onroerenderfgoeddiensten en de erkende onroerenderfgoedgemeenten heeft plaats op vrijdag 17 november 2019.
opleiding 'inleiding tot de archeologie en cai' op woensdag 16 oktober 2019Onroerend Erfgoed
Presentaties van de opleiding 'Inleiding tot de archeologie en CAI' op woensdag 16 oktober 2019 door het agentschap Onroerend Erfgoed:
- Introductie tot de archeologie
- De Centrale Archeologische Inventaris
- De CAI in de praktijk, voorbeelden
Dedicated journalism student with a passion for sports digital communication as well as community journalism, constantly engaged in interactive media by generating soccer blog posts intended to promoting the sport locally and bringing fans together.
Erfgoed Experts 2016 - Netwerk Digitaal Erfgoed 1 jaar laterPicturae
Op 11 oktober, tijdens Erfgoed Experts 2016 in de Prodent Fabriek in Amersfoort gaf Wilbert Helmus een update over Netwerk Digitaal Erfgoed en de stand van zaken.
Hoe ver is het NDE in de ambitie om digitale erfgoed-informatie instellingen- en domeinoverstijgend toegankelijk te maken? Een introductie in de pijlers waarmee erfgoedinstellingen hun collecties nog beter kunnen delen en zichtbaar maken. In een interactieve presentatie gaat Wilbert Helmus dieper in op de voordelen, mogelijkheden en complicaties die hij is tegengekomen in het traject dat nu ongeveer 1 jaar loopt. Hij zal daarbij ook ingaan op de verschillende rollen (en verantwoordelijkheden) van instellingen, overheden, leveranciers en natuurlijk de samenwerking binnen het netwerk.
Presentatie 6, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
Het geschrankt vierbeukig gebouwtype: een studie naar bewoning in de late ijzertijd en vroeg-Romeinse periode in Vlaanderen. Door Bart Lauwers (Erfpunt, cel onderzoek). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 1 april 2022.
Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
Potstallen, een landbouwinnovatie uit de Romeinse tijd van Vlaamse bodem? Door Henk van der Velde (Vlaams Erfgoed Centrum bvba). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 1 april 2022.
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
MerovingerDNA - DNA uit de vroege middeleeuwen, door Maarten Larmuseau (KU Leuven, UAntwerpen en Histories vzw). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 1 april 2022.
Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
Op zoek naar de Gentse pijpenbakker. Een synthese en analyse van de historische en archeologische gegevens, door Davy Herremans (Stad Gent/Goed in erfgoed). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 26 maart 2021.
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
Functioneel onderzoek van laat-paleolithische en vroeg-mesolithische sites in Vlaanderen, door Veerle Rots (Tracéolab, Universiteit Luik). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 26 maart 2021.
Presentatie 3, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
Door de bomen het bos zien. Een landschapsreconstructie van een microregio in de Zuid-Vlaamse leemstreek tussen de late ijzertijd en het begin van de late middeleeuwen, door Bart Cherretté en Wouter van der Meer (Intergemeentelijk samenwerkingsverband SOLVA). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 26 maart 2021.
Presentatie 4, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
Op zoek naar nieuw geluk. Onderzoek naar de betekenis van een klein grafveld aan de rand van Romeins Tongeren, door Henk van der Velde (Vlaams Erfgoedcentrum bvba). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 26 maart 2021.
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
Het Romeins wegennet in Vlaanderen, door Walter Sevenants (Triharch onderzoek en advies). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 22 januari 2021.
Presentatie 2, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
Vroegmiddeleeuws Maalte onder The Loop: Een nieuwe blik op het grootschalig archeologisch onderzoek van de 7de- tot 9de-eeuwse nederzetting in Sint-Denijs-Westrem, door Ewoud Deschepper (Archeo The Loop). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 22 januari 2021.
Presentatie 3, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek ...Onroerend Erfgoed
Het DNA van stadswording: de vroeg-stedelijke nederzetting van Antwerpen, late 9de-11de eeuw, door Tim Bellens (Stad Antwerpen). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 22 januari 2021.
4. Beleidsontwikkeling
Beleid voor het onroerend erfgoed (archeologisch,
bouwkundig en landschappelijk) en varend
erfgoed voorbereiden en evalueren
Beleidsuitvoering
Onderzoeken, inventariseren en beschermen
Ondersteunen van beheer met adviezen en
premies
Opdrachten
Onroerend Erfgoed
5. Beleidsuitvoering
Handhaving en toezicht op onroerend erfgoed, maar
ook varend erfgoed:
Inspectie van onroerend en varend erfgoed
Handhavingsmaatregelen toepassen
Terugvorderen van premies van overtreders
Opdrachten Erfgoedinspectie
7. Regeerakkoord 2014-2019
“We nemen maatregelen om het Vlaamse varend
erfgoed nog beter te bewaren en te ontsluiten. We
brengen de nieuwe instrumenten die het aangepaste
decreet Varend Erfgoed daartoe biedt, zo snel mogelijk
in uitvoering.”
“We onderzoeken samen met betrokken lokale besturen
en andere partners de mogelijkheden om het
maritieme en nautisch verleden van Vlaanderen
toeristisch te ontsluiten en als troef uit te spelen, onder
meer in Antwerpen en aan de Kust.”
8. Historiek regelgeving
Monumentendecreet van 3 maart 1976
Varenderfgoeddecreet van 29 maart 2002
(uitvoering door besluit 4 juni 2004)
Topstukkendecreet van 24 januari 2003
Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013
9. Vlaamse Commissie
Varend Erfgoed
Vanaf 1 januari 2015: KCML -> VCVE
Secretariaat door SARO
Adviesverlening over vaststellen inventaris en
over beschermings- en opheffingsprocedures
Samenstelling: 7 leden, waaronder 5 experten
(minstens 1 uit middenveld) en 2 voorgedragen
door Vlaamse Regering
10. Stand van zaken
Inventaris varend erfgoed
De inventaris bevat nu ca. 120 vaartuigen
Beschermd varend erfgoed
Tussen 1994 en 2003 werden 5 schepen
beschermd als monument
Tussen 2007 en nu werden 28 vaartuigen als
varend erfgoed beschermd
11. Na meer dan tien jaar toepassing
drong zich een evaluatie en
bijsturing op
Vanuit het middenveld werden
voorstellen tot aanpassing gedaan
Een betere afstemming met andere
regelgeving was noodzakelijk
Het is belangrijk om in te spelen op
tendensen in de ons omringende
landen
Waarom een wijziging?
12. Het doorlopen proces
Discussienota van maart 2013
Op basis van adviezen van:
KCML afdeling Varend Erfgoed (nu: VCVE)
departement Mobiliteit en Openbare Werken
agentschap Kunsten en Erfgoed
strategische adviesraden SARO en SARC
reacties van enkele eigenaars/beheerders van
varend erfgoed
Watererfgoed Vlaanderen vzw
13. Nieuwe regelgeving
vanaf 1 januari 2016
Varenderfgoeddecreet van 29 maart 2002,
gewijzigd door decreet van 9 mei 2014
Nieuw varenderfgoedbesluit van 27
november 2015
Bijkomende bepalingen nog in opmaak:
artikels 3/8 en 7 over herkenningstekens
artikels 3/9 en 12 over vrijstellingen voor vaartuigen op
de inventaris en voor beschermde vaartuigen
Te verwachten in de loop van 2016.
14. Grootste veranderingen
Verduidelijken van het toepassingsgebied van
het Varenderfgoeddecreet en afstemming met
andere erfgoeddecreten
Verankeren van de inventaris van het varend
erfgoed in de regelgeving
Verduidelijken van de rechtsgevolgen voor
beschermd varend erfgoed
15. Grootste veranderingen
Vereenvoudigen van de procedure voor de
opmaak en goedkeuring van een
beheersprogramma
Invoeren van een onderhoudspremie
Vereenvoudigen van de procedure voor het
verkrijgen van een beheerspremie
Invoeren van een handhavingsluik
17. Wat is varend erfgoed?
“het nautisch erfgoed dat kan varen of drijven, of dat in
de vaart kan worden gebracht of drijvend kan worden
gemaakt, inzonderheid de schepen, de boten en de drijvende
inrichtingen met inbegrip van hun uitrusting en hun
voortstuwingsmiddelen, waarvan het behoud van algemeen
belang is wegens hun historische, wetenschappelijke,
industrieel-archeologische, esthetische of andere sociaal-
culturele waarde”
18. De inventaris van het varend
erfgoed
De inventaris vormt het referentiekader voor
de opmaak van beschermingsvoorstellen
Het is tegelijk een waardering van niet-
beschermenswaardige vaartuigen
De bestaande wetenschappelijke inventaris van
het varend erfgoed is online raadpleegbaar
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25. Vaststelling van de inventaris
De bestaande inventaris van het varend erfgoed
krijgt een rechtsgrond
Deze inventaris kan geheel of gedeeltelijk
worden vastgesteld
De criteria en de methodologie voor opname
op de inventaris worden geëxpliciteerd
Er komt een herkenningsteken in de vorm van
een wimpel
26. Bescherming vaartuig
De bescherming in twee fasen blijft:
voorlopige en definitieve bescherming
De procedure wordt ingekort van 12 naar 9
maanden
Er komt een procedure voor het wijzigen of
opheffen van een bescherming
Er komt een nieuw herkenningsteken
voor beschermd varend erfgoed
27. Plichten als beheerder van
een beschermd vaartuig
afsluiten van een passende verzekering
beschikken over een veilige en bereikbare ligplaats
zorgen voor winterberging/droogzetting (indien nodig)
vrijwaren van waterschade
in stand houden van beschermings- en afwerkingslagen
in stand houden en onderhouden van technische uitrusting
maatregelen nemen na calamiteiten
28. Melden van vaste ligplaats
Melden van vaste ligplaats:
• vaartuig permanent
aanwezig
• feitelijke uitvalsbasis
• berging op het land
Vaste ligplaats wordt door het
agentschap opgenomen in
een register
29. Melden van handelingen
Bij het plannen van werken/wijzigingen/activiteiten aan of in
beschermd varend erfgoed kan op voorhand het advies
worden ingewonnen van het agentschap Onroerend Erfgoed
Melden van handelingen voor de start ervan:
• die de erfgoedwaarden potentieel
aantasten/beschadigen/vernietigen
• die het uitzicht aanmerkelijk wijzigen
• die zijn opgelegd door andere regelgeving/derden
Agentschap toetst de gemelde handelingen aan de
doelstellingen uit het beschermingsbesluit
30. Toelatingen
Een toelating is nodig als het vaartuig voor een
aaneensluitende periode van langer dan
negen maanden buiten de Vlaamse
Gemeenschap wordt gebracht
Er is een onderscheid tussen het tijdelijk en
definitief buiten Vlaanderen brengen
Behandelingstermijn van 30 dagen, bij definitief
buiten de Vlaamse Gemeenschap kan een
termijnverlenging van nog 90 dagen worden
ingesteld om in overleg te gaan
31. Handhaving
Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 als
kaderdecreet:
Onderscheid tussen inbreuken en misdrijven
Vaststellen ervan kan door gemeentelijke verbalisanten,
politie en de gewestelijke Erfgoedinspectie
Verschillende mogelijkheden op maat: raadgevingen
en aanmaningen (zachte handhaving), stakingsbevelen,
herstelmaatregelen opleggen, minnelijke schikkingen treffen,
terugvorderen van premies, …
32. Beheersprogramma
Een beheersprogramma geeft een beheersvisie over een
termijn van tien jaar
Een beheersprogramma omvat een beheersnota, een
technische toestandsrapportage en de
beheersmaatregelen (kosten/fasering)
Het beheersprogramma blijft verplicht voor het verkrijgen
van een beheerspremie, niet voor een onderhoudspremie
Eventuele aanvraag
om te worden
aanvaard als
opengesteld varend
erfgoed wordt in het
beheersprogramma
opgenomen
33. Opengesteld varend erfgoed
Wordt actief onder de aandacht gebracht van een
breed publiek
Is minstens 25 dagen en minstens 150 uren
per jaar opengesteld
Er worden minstens twee
bezoekersdoelgroepen aangesproken
Risico’s voor openstelling worden ingeschat en
geremedieerd
Aangesloten bij een netwerk voor
erfgoedontsluiting
34. Recht op onderhoudspremie
geen beheersprogramma nodig
standaard 40% van de aanvaarde kostenraming
80% voor opengesteld varend erfgoed
1 aanvraag per kalenderjaar mogelijk
kostenraming bedraagt maximaal 20.000 euro
beslissing binnen 90 dagen
uitvoeringstermijn is 2 jaar
Voor welbepaalde werken, leveringen of
diensten met het oog op instandhouding of
onderhoud
35. Recht op beheerspremie
een goedgekeurd beheersprogramma nodig
standaard 40% van de aanvaarde kostenraming
80% voor opengesteld varend erfgoed
(+ 20% voor ontsluitingsmaatregelen)
geen plafond voor kostenraming
langere termijnen
voorschot van 50% mogelijk
uitvoeringstermijn is 5 jaar
Voor werken, leveringen of diensten met het
oog op beheer of openstelling in uitvoering
van een goedgekeurd beheersprogramma
36. Onderhouds- versus
beheerspremie
ONDERHOUDSPREMIE BEHEERSPREMIE
Betoelaagbaar enkel welbepaalde werken,
leveringen en diensten
werken, leveringen en
diensten uit goedgekeurd
beheersprogramma
Maximaal aantal
aanvragen per jaar
1 n.v.t.
Percentage 40% - 80% 20% openstellingsmaatregelen
40% - 80%
Maximum 20.000 euro in aanmerking n.v.t.
Toekenning agentschap minister
Tijd binnen 90 dagen mogelijk wachtlijst
Voorschot n.v.t. 50%
37. Overgangsmaatregelen
Inwerkingtreding op 1 januari 2016:
Bestaande beschermingsbesluiten behouden hun
rechtskracht, nieuwe rechtsgevolgen worden van toepassing
Lopende premie-aanvragen blijven de oude procedure
volgen
Nieuwe premie-aanvragen worden vanaf 1 januari 2016
afgehandeld volgens nieuwe procedure
38. Overgangsmaatregelen
Inwerkingtreding op 1 januari 2016:
Lopende beheersprogramma’s blijven lopen tot afloop
van hun geldigheidsduur, maar aanpassing is mogelijk
Beschermd varend erfgoed in beheer van een varend-
erfgoedvereniging (met overeenkomst met het agentschap)
wordt tot 31 december 2018 beschouwd als opengesteld
varend erfgoed
40. Informatie
Alle informatie,
contactgegevens en
formulieren worden verzameld
op de agentschapswebsite
www.onroerenderfgoed.be
Een folder met korte uitleg
wordt bezorgd
De herkenningstekens worden
bezorgd aan de eigenaars
40
41. Contact
Inventaris en bescherming
maarten.vandijck@rwo.vlaanderen.be
Beheer en premies
anne.dompas@rwo.vlaanderen.be
martijn.kivit@rwo.vlaanderen.be
Beleid en regelgeving
lynn.declercq@rwo.vlaanderen.be
Algemeen
info@onroerenderfgoed.be
Verloop van de voormiddag toelichten (inhoudelijke presentatie, mogelijkheid tot vragen stellen, korte voorstelling Monumentenwacht, …).
Afbakening van het onderwerp van de voormiddag: gaat over het gewijzigde Varenderfgoeddecreet (decreet van 29 maart 2002, gewijzigd door het decreet van 9 mei 2014) en het nieuwe Varenderfgoedbesluit van 27 november 2015
Dit vernieuwde decreet zal in werking treden op 1 januari 2016. Deze toelichting wil vooral eigenaars en beheerders maar ook betrokken overheden en verenigingen op de hoogte brengen van de wijzigingen van de regelgeving en heel wat praktische informatie meegeven.
Kennismaking: Wat doet het agentschap Onroerend Erfgoed? Wat doet de Erfgoedinspectie?
Context: Wat is de huidige stand van zaken? Waarom een wijziging van het Varenderfgoeddecreet? Hoe is de wijziging van het decreet en nieuwe uitvoeringsbesluit gebeurd?
Inhoud: Hoe ziet de nieuwe regelgeving er uit? Wat zijn de wijzigingen ten opzichte van de huidige regelgeving?
Praktisch: Waar vind ik informatie? Bij wie kan ik terecht met mijn vragen?
Vragen: mogelijkheid tot plenair vragen stellen. U kan deze vragen schriftelijk indienen aan de hand van het vragenblad dat u vindt in de infomap. Na een korte pauze, worden de vragen beantwoord door de medewerkers van het agentschap.
Na het indienen en beantwoorden van de vragen, volgt nog een korte voorstelling van de Monumentenwacht Varend Erfgoed.
Op de foto: het beschermde motorjacht Alice aan het Zennegat
Wat doet het agentschap Onroerend Erfgoed?
Beleidsontwikkeling
Het erfgoedbeleid voorbereiden en evalueren
Coördinerende organisatorische taken voor het beleidsveld onroerend erfgoed (inclusief varend erfgoed)
Beleidsuitvoering
Wetenschappelijk onderzoek uitvoeren, inventariseren en beschermen
Ondersteunen van beheer met adviezen en premies
De Erfgoedinspectie zal deel uitmaken van het toekomstige departement Omgeving.
Deze Erfgoedinspectie staat in voor de handhaving en het toezicht op het onroerend erfgoed. Nu er ook een handhavingsluik is toegevoegd aan het Varenderfgoeddecreet, zal deze Erfgoedinspectie ook instaan voor de inspectie van het varend erfgoed.
De Erfgoedinspectie is bevoegd om bepaalde handhavingsmaatregelen toe te passen, zoals het opleggen van administratieve boetes, het opstellen van processen-verbaal en het opleggen van herstelmaatregelen. Daarnaast is de Erfgoedinspectie ook bevoegd voor het terugvorderen van premies van overtreders, wanneer deze zijn uitbetaald voor het herstel van wederrechtelijke schade.
Op de foto: het beschermde motorjacht Alice aan het Zennegat
In het Regeerakkoord (cf. pp. 146 en 147) van de Vlaamse Regering is er veel aandacht voor het nautische erfgoed in Vlaanderen. Dit is een positief gegeven.
De uitvoering van het vernieuwde Varenderfgoeddecreet is hierbij een belangrijke stap, zodat er nieuwe mogelijkheden komen voor het behoud en beheer van het varend erfgoed.
Het agentschap blijft ook aandacht hebben voor de ontsluiting van nautische erfgoed en blijft zich bijvoorbeeld inspannen voor de conservatie en ontsluiting van De Kogge, in samenwerking met de stad Antwerpen.
De regelgeving voor het beheren, behouden, restaureren en ontsluiten van het varend erfgoed kent een hele voorgeschiedenis.
Bovendien is er ook veel andere regelgeving die direct of indirect een invloed uitoefent. We denken hierbij zeker aan de maritieme en scheepvaartregelgeving, aan de milieuregelgeving, etc. Deze zaken komen hier niet aan bod omdat dit ons op dit ogenblik te ver zou leiden. We focussen hier specifiek op erfgoedregelgeving.
Op basis van het Monumentendecreet werd varend erfgoed en ander watergebonden erfgoed beschermd. Vijf vaartuigen werden op basis van dit decreet beschermd. Het hoeft geen betoog dat dit decreet niet het adequate instrument was om vaartuigen te beschermen met het oog deze in de vaart te houden. Daarom werd er gedacht aan een specifiek regeling voor het varend erfgoed. Het decreet tot bescherming van het varend erfgoed werd gestemd in 2002. Het duurde echter nog twee jaar vooraleer er uitvoering werd gegeven aan dit decreet. In de tussentijd kwam ook het decreet houdende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang, in het kort: het Topstukkendecreet, tot stand. Op basis van dit decreet wordt een beperkte lijst opgesteld van zeldzame en onmisbare topstukken in de Vlaamse Gemeenschap. Ook het varend erfgoed is roerend. Het Topstukkendecreet is echter veel selectiever dan het Varenderfgoeddecreet en beslaat een breed sprectrum van roerend erfgoed (schilderijen, beeldhouwwerken, industriële machines, …). [Het Topstukkendecreet is momenteel ook aan een wijziging onderhevig: de criteria voor bescherming blijven dezelfde maar de regelgeving met betrekking tot uitvoer worden gewijzigd.]
Op 1 januari 2015 werd de KCML, afdeling Varend Erfgoed, vervangen door de VCVE (Cf. BVR van 21 november 2014: over samenstelling en werking van de VCVE).
Net zoals bij de VCOE en de VHR (Vlaamse Heraldische Raad) wordt het secretariaat niet meer waargenomen door het agentschap, maar wel door de SARO (Strategische Adviesraad voor Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed).
De VCVE verleent technische adviezen aan de minister in verband met het varend erfgoed, meer bepaald met betrekking tot het vaststellen van de inventaris varend erfgoed (en het schrappen van items uit deze inventaris) en over de bescherming van het varend erfgoed (of de wijziging of opheffing van een beschermingsbesluit)
De VCVE bestaat uit 7 leden, waarvan 5 werden gekozen uit kandidaten naar aanleiding van een open oproep. Zij beschikken over een gedegen kennis van het varend erfgoed. Twee leden, met kennis van zaken, werden voorgedragen door de Vlaamse Regering.
Wat heeft deze regelgeving intussen allemaal teweeg gebracht?
Er werd een wetenschappelijke inventaris van het varend erfgoed in Vlaanderen opgesteld. Er werd een nood vastgesteld tot opmaak van een dergelijke inventaris om zo over een onderbouwd afwegingskader te beschikken voor het beschermen van vaartuigen. Deze inventaris bevat momenteel een 120-tal vaartuigen.
Tussen 1994 en 2003 zijn er vijf schepen beschermd als monument bij afwezigheid van een specifieke regelgeving rond varend erfgoed. Deze vaartuigen kunnen hierdoor in feite als « onroerend » beschouwd worden.
Er werd tot nu toe nog geen enkel vaartuig op de Topstukkenlijst geplaatst.
Tussen 2007 en nu werden 28 vaartuigen beschermd als varend erfgoed.
Waarom was een aanpassing van de regelgeving eigenlijk nodig?
Geregelde evaluatie en bijsturing van regelgeving is nodig: het decreet is er gekomen in 2002 en werd vanaf 2004 toepasbaar. Na een periode van tien jaar toepassing is het nuttig om te bekijken of de regelgeving zijn effect heeft gehad, welke pijnpunten er zijn maar ook welke positieve evoluties we kunnen vaststellen.
Mede door het ontstaan van het Varenderfgoeddecreet heeft er zich een middenveld ontwikkeld dat ook geregeld zijn stem laat horen. Door dit middenveld maar ook door contacten met individuele eigenaars en beheerders komen bepaalde voorstellen tot aanpassing tot bij ons, op basis van de opgedane praktijkervaring.
Alle regelgeving is aan verandering onderhevig. Het is niet steeds duidelijk welke regelgeving waar en wanneer van toepassing is. Het toepassingsgebied van het Varenderfgoeddecreet diende beter te worden afgelijnd maar ook de relatie met het Onroerenderfgoeddecreet en het Topstukkendecreet wordt zichtbaar gemaakt. Het Varenderfgoeddecreet werd afgestemd met deze regelgeving.
De zorg voor het varend erfgoed is een Vlaamse bevoegdheid. Het Vlaamse varend erfgoed is heel beweeglijk, of dat is althans de bedoeling, en bevindt zich al snel buiten het Vlaamse grondgebied. Des te meer is het belangrijk om te bekijken hoe er buiten Vlaanderen met het varend erfgoed wordt omgegaan en om na te gaan welke instrumenten daar worden ingezet. Zo zie je dat er in verschillende landen naast het beschermd varend erfgoed ook een statuut kan worden toegekend aan varend erfgoed met erfgoedwaarden, maar niet noodzakelijk beschermenswaardig.
Er is niet over een nacht ijs gegaan om de regelgeving voor varend erfgoed te wijzigen. Het is een proces dat al lang lopend is en waar verschillende aanwezigen betrokken zijn geworden. In 2012 zijn er gespreken aangeknoopt met verschillende belanghebbenden zoals de KCML afdeling Varend Erfgoed (nu VCVE), het agentschap Kunsten en Erfgoed en het departement MOW. Het departement betrok ook het agentschap MDK, de waterwegbeheerders en de vier Vlaamse zeehavens bij hun advies.
Op basis van deze verschillende insteken werd een discussienota opgesteld, waarin de grote lijnen van de decreetswijziging werden geschetst. Deze discussienota werd in maart 2013 voor iedereen beschikbaar gesteld met de vraag hierop te reageren. We kregen enkele reacties binnen waarmee rekening werd gehouden bij de verdere uitwerking van het wijzigingsdecreet. Zoals bij steeds bij de uitwerking van de regelgeving werden de strategische adviesraden betrokken, zowel de SARO (ruimtelijke orderning en onroerend erfgoed) als de SARC (cultuur, en dus ook roerend erfgoed) werden op gezette tijden in het regelgevend proces om advies gevraagd. In deze adviesraden zetelen vertegenwoordigers uit het maatschappelijke middenveld en onafhankelijke deskundigen. De adviezen over de wijziging van het Varenderfgoeddecreet waren over de grote lijnen steeds positief.
De wijziging van het decreet tot bescherming van het varend erfgoed werd op 23 april 2014 aangenomen in het Vlaams Parlement en op 9 mei 2014 werd dit bekrachtigd door de Vlaamse Regering. De wijzigingsbepalingen konden echter nog niet in werking treden omdat er nog uitvoering aan moest worden gegeven.
Omwille van de duidelijkheid en de transparantie werd er voor gekozen om het huidige uitvoeringsbesluit van 4 juni 2004 niet te wijzigen maar om een volledig nieuw uitvoeringsbesluit op te maken voor het gewijzigde decreet. Dit heeft als voordeel dat het besluit beter leesbaar is en een grotere samenhang vertoont doordat oude en nieuwe bepalingen samen kunnen worden gelezen. De opmaak van een volledig nieuw besluit nam enige tijd in beslag. Op 27 november 2015 werd het uitvoeringsbesluit definitief goedgekeurd, zodat de nieuwe regelgeving vanaf 1 januari in werking kan treden. Het nieuwe besluit dient nog in het Belgisch Staatsblad te worden gepubliceerd.
Enkele bepalingen zijn nog in voorbereiding, namelijk:
(artikels 3/8 en 7) de nadere regels rond de herkenningstekens voor geïnventariseerd en beschermd varend erfgoed (vaststellen van de vorm en het gebruik van het herkenningsteken;
een oplijsting van vrijstellingen voor vaartuigen die op de vastgestelde inventaris staan of beschermd zijn. Hiervoor zijn gesprekken met de bevoegde instanties opgestart (MOW, MDK, FOD Mobiliteit, waterwegbeheerders en havens). Belangrijk hierbij is na te gaan welke voordelen en/of vrijstellingen al aan geïnventariseerd varend erfgoed worden toegekend en vervolgens te bekijken of bijkomende vrijstellingen mogelijk zijn en op welke manier deze vrijstellingen kunnen worden verleend. Na de inwerkingtreding van het decreet, kan de inventaris van het varend erfgoed worden vastgesteld. Kort hierna zou er meer duidelijkheid moeten zijn over welke voordelen hieraan verbonden zijn.
(Benadrukken dat op bepaalde veranderingen dieper wordt ingegaan tijdens de komende presentatie!)
Het gewijzigde Varenderfgoeddecreet bouwt verder op het bestaande decreet maar brengt wel enkele essentiële vernieuwingen met zich mee.
De belangrijkste veranderingen zijn:
Het verduidelijken van het toepassingsgebied van het Varenderfgoeddecreet en de afstemming met het Onroerenderfgoeddecreet en Topstukkendecreet verzekeren.
Het decretaal verankeren van de bestaande inventaris van het varend erfgoed en tegelijk het verduidelijken van de inventarismethodologie en de criteria voor opname op de inventaris.
Het verduidelijken van de rechtsgevolgen van beschermd varend erfgoed: Wat moet je melden of aanvragen bij het agentschap Onroerend Erfgoed? Maar zeker ook: wat moet je helemaal niet melden of aanvragen?
… (volgende slide)
…
De procedure voor de opmaak van een beheersprogramma werd vereenvoudigd en de inhoud van het beheersprogramma werd vernieuwd en verduidelijkt.
Er komt naast een beheerspremie (steeds in uitvoering van een beheersprogramma) ook een onderhoudspremie voor kleinere, regelmatig terugkerende werken aan het varend erfgoed. Dit zorgt ervoor dat er niet altijd een beheersprogramma moet worden opgemaakt om in aanmerking te komen voor een financiële tegemoetkoming van de overheid.
Ook de procedure voor het verkrijgen van een beheerspremie wordt eenvoudiger en is afgestemd op de premieregelgeving voor onroerend erfgoed.
Het heeft geen zin om regels in het leven te roepen, als er geen controle is op de naleving ervan en er niet kan worden opgetreden bij overtreding ervan. Daarom werd een handhavingsluik werd aan het decreet toegevoegd waarbij het Onroerenderfgoeddecreet als kaderdecreet dient. Dezelfde mechanismen worden van toepassing.
Op de foto: beschermde garnalenvisser Crangon (eerste vaartuig beschermd conform het Varenderfgoeddecreet)
Dit is de vernieuwde definitie van varend erfgoed, die vanaf 1 januari van toepassing zal zijn (cf. toekomstig artikel 2, 1° van VED). De delen in vet aangeduid werden toegevoegd aan de bestaande definitie.
Het nautisch erfgoed = zowel het maritieme als het fluviale varend erfgoed.
Ook het decreet van 29 maart 2002 wou in feite al enkel het varend erfgoed beschermen dat effectief kon varen of drijven op het water of dat nog het potentieel had om varend of drijvend te worden gemaakt. Dit bleek niet duidelijk uit de definitie en daarom werd dit toegevoegd. Dit neemt niet weg dat ook vaartuigen op het droge kunnen worden beschermd door middel van het Varenderfgoeddecreet. Enkel die vaartuigen die een definitieve bestemming op het vasteland hebben gekregen en geen potentieel meer hebben om te varend of te drijven, vallen niet onder de definitie van het decreet Deze schepen kunnen worden beschermd als monument, gezien zij ruimtelijk verankerd zijn en dus in feite onroerend zijn geworden door hun aard, of zij kunnen worden opgenomen in een museumcollectie. Een bescherming als topstuk van de Vlaamse Gemeenschap blijft tot de mogelijkheden behoren als wordt geoordeeld als deze vaartuigen zeldzaam en onmisbaar zijn voor Vlaanderen. Let wel dat het Topstukkendecreet selectiever is dan het Varenderfgoeddecreet en dat de eisen om in aanmerking te komen om op de Topstukkenlijst te figureren dus veel hoger liggen.
Het behoud van het vaartuig moet het individuele belang (van de eigenaar) overstijgen en moet dus in het belang van de gemeenschap zijn.
Bij de bestaande erfgoedwaarden, werd ook de esthetische waarde gevoegd. De waarde van een aantal schepen wordt immers mede gevormd door een bijzondere of markante esthetische benadering. Ook in het Onroerenderfgoeddecreet maakt deze esthetische waarde onderdeel uit van de erfgoedwaarden.
Onder varend erfgoed worden geen replica’s of historiserende recent gebouwde schepen begrepen. Dergelijke vaartuigen komen niet in aanmerking voor bescherming omdat zij niet (of nog niet) over erfgoedwaarden beschikken. Er werd geen strikte ouderdomsgrens opgelegd om voor bescherming in aanmerking te komen, want door een dergelijke strikte interpretatie zouden enkele vaartuigen, weliswaar tijdelijk, uit de boot vallen. Er wordt bij bescherming steeds geval per geval een afweging gemaakt aan de hand van een onderbouwd methodologisch kader en aan de hand van criteria. Het agentschap onroerend erfgoed hanteert voor de evaluatie van het varend erfgoed evenwel in regel een ouderdomsgrens van 40 jaar, enkele uitzonderingen niet te na gesproken.
De inventaris van het varend erfgoed biedt een referentiekader voor het opmaken van beschermingsvoorstellen. Het opstellen van deze inventaris gebeurt volgens een wetenschappelijke methodiek, waarbij gewerkt wordt met welbepaalde criteria voor opname. De gebruikte criteria zijn dezelfde als diegene die bij de bescherming van het varend erfgoed worden gehanteerd. Enkele criteria zijn niet van toepassing bij de inventarisatie (meer bepaald uniciteit) en de filters worden minder strikt toegepast.
Het is tegelijk een waardering voor vaartuigen die wel erfgoedwaarde bezitten maar toch niet in aanmerking komen voor bescherming.
De inventaris van het varend erfgoed bestaat al en is al online raadpleegbaar.
Tot hiertoe heeft de wetenschappelijke inventaris geen rechtsgrond, zoals dit in de onroerenderfgoedregelgeving wel het geval is. De vernieuwing van het decreet zorgt voor de mogelijkheid tot vaststelling van de inventaris. Deze juridische procedure wordt in het decreet beschreven.
Belangrijk is ook dat de criteria voor opname op de inventaris en de inventarismethodologie worden geëxpliciteerd en publiek beschikbaar worden gesteld. In de inventarismethodologie worden minstens de selectiecriteria zeldzaamheid, representativiteit, herkenbaarheid en materiële toestand opgenomen.
Er zijn geen onmiddellijke rechtsgevolgen gekoppeld aan de opname in de vastgestelde inventaris (zoals bij een bescherming). Wel is voorzien dat er bepaalde voordelen en/of vrijstellingen aan een vaartuig opgenomen in de vastgestelde inventaris. Daarom is deze juridische vaststelling noodzakelijk: zodat iedereen op elk moment onweerlegbaar kan nagaan welke vaartuigen effectief zijn opgenomen en welke niet.
Een vaartuig op de inventaris heeft geen recht op premies. Wel krijgt het vaartuig erkenning als een vaartuig met erfgoedwaarde. Hiervoor wordt in de toekomst een herkenningsteken ter beschikking gesteld, verschillend van dat van de beschermde vaartuigen.
Het voorzien van een beschermingsstatuut voor het varend erfgoed heeft als doel om de meest representatieve exemplaren voor Vlaanderen te vatten, deze te kunnen behouden voor de toekomstige generaties en deze ook effectief terug in de vaart te brengen of te houden. De mogelijkheid om varend erfgoed te beschermen is een adequaat instrument om aan te duiden welke items van belang zijn op Vlaams niveau. Een bescherming van het varend erfgoed kan pas als dit object zich effectief binnen de Vlaamse Gemeenschap bevindt op het ogenblik van de bescherming.
Het behoud van de gefaseerde beschermingsprocedure met een voorlopige bescherming en een definitieve bescherming blijft behouden. Op die manier is er de mogelijkheid voor de eigenaar en/of gebruiker om bezwaar aan te tekenen na de voorlopige bescherming. In de huidige beschermingsprocedure is wel voorzien dat de voorlopige bescherming dient te worden bekend gemaakt door middel van aanplakking van een bericht op het schip. Een dergelijke regeling is overbodig. De schepen liggen dikwijls op voor het publiek moeilijk of niet-toegankelijke plaatsen. Bovendien kunnen er buiten de eigenaar geen andere personen of instanties de gevolgen dragen van een eventuele bescherming. Deze bepaling wordt opgeheven. De doorlooptijd tussen de voorlopige bescherming en de definitieve bescherming, die vandaag 12 maanden bedraagt, wordt ingekort tot 9 maanden naar analogie met het Onroerenderfgoeddecreet. Bijkomend wordt wel voorzien in een mogelijke termijnverlenging van 3 maanden.
In het Varenderfgoeddecreet werd tot hiertoe weinig tot geen aandacht besteed aan de wijziging of de opheffing van een beschermingsbesluit. Er mag niet lichtzinnig mee worden omgesprongen. Naar analogie met het Onroerenderfgoeddecreet wordt daarom de opheffings- of wijzigingsprocedure gespiegeld aan de beschermingsprocedure en wordt deze dus ook opgesplitst in twee fasen (voorlopig en definitief).
Net zoals voor het onroerend erfgoed, komt er een nieuw herkenningsteken voor het beschermde varend erfgoed, dat niet gebaseerd is op het Blauwe Schild (dat andere doeleinden heeft). Dit nieuwe herkenningsteken heeft het zelfde uitzicht als dat voor onroerend erfgoed, maar dan met het opschrift: “beschermd varend erfgoed”.
Een bescherming van varend erfgoed zorgt ervoor dat een eigenaar, beheerder en gebruiker met bepaalde voorschriften en regels rekening moet houden en dus bepaalde bijkomende plichten heeft met betrekking tot het behoud van dit erfgoed. Een eigenaar en beheerder hebben ook enkele bijzondere rechten, zoals het recht op premies voor de instandhouding, het onderhoud en het herstel van het vaartuig. Ook belangrijk is dat erfgoedconsulenten de eigenaars en beheerders met raad en daad bijstaan om hun erfgoed in de beste omstandigheden te behouden voor de toekomstige generaties.
Vandaag is er voor de eigenaar en de gebruiker van een beschermd vaartuig een instandhoudings- en onderhoudsplicht om zo het vaartuig in goede staat te behouden en het niet te ontsieren, beschadigen of vernielen. Het actief behoudsbeginsel vraagt van de eigenaars en de gebruikers een actieve inzet ten aanzien van het beschermde goed. Het betekent dat ze zich vooruitziend en zorgvuldig gedragen. De eigenaars en gebruikers moeten in redelijkheid de nadelige gevolgen van hun handelen of van externe oorzaken voor de beschermde erfgoedwaarden inbeelden en dergelijke nadelige gevolgen voorkomen door de gepaste voorzorgsmaatregelen te nemen.
Tot hiertoe waren de voorschriften voor instandhouding en onderhoud niet expliciet beschreven. In het nieuwe Varenderfgoedbesluit gebeurt dit wel. Eigenaars en beheerders van beschermd varend erfgoed worden verondersteld zich als een goede huisvader te gedragen:
1° door het afsluiten van een passende verzekering;
2° het instaan voor een veilige en bereikbare ligplaats;
3° het zorgen voor een winterberging/droogzetting, indien nodig;
4° het vrijwaren van waterschade;
5° het in stand houden van beschermings- en afwerkingslagen;
6° het in stand houden en onderhouden van technische uitrusting;
7° het nemen van maatregelen na calamiteiten.
Wat moet er aan het agentschap gemeld worden vanaf 1 januari 2016?
-> enerzijds het melden van werken/wijzigingen/activiteiten
-> anderzijds het melden van de wijziging van vaste ligplaats
Ook elke (wijziging van) vaste ligplaats van het beschermd erfgoed moet worden gemeld aan het agentschap.
Een vaste ligplaats is:
1° de plaats op het water waar het voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed permanent aanwezig is of gedurende minstens drie maanden per jaar een feitelijke uitvalsbasis heeft;
2° de berging op het land gedurende minstens drie maanden voor langdurige herstellingswerken of voor het tijdelijk uit de vaart nemen.
Het agentschap houdt een register bij van vaste ligplaatsen van het beschermd varend erfgoed. Dit wordt privacy-gevoelige informatie en deze lijst wordt niet gedeeld met andere instanties of wordt niet publiek gemaakt.
Bij het plannen van handelingen aan beschermd varend erfgoed kan best op voorhand het advies worden ingewonnen bij het agentschap Onroerend Erfgoed, net zoals dit nu al gebeurt. Er wordt met andere woorden sterk ingezet op vooroverleg tussen eigenaar en beheerder (en eventueel uitvoerder) en de erfgoedconsulenten. Op die manier kunnen eigenaars en beheerders goed inschatten welke werken, wijzigingen of activiteiten conform de beschermingsvoorschriften van het beschermingsbesluit zijn.
Er wordt voorzien in een meldingsprocedure voor het uitvoeren van handelingen (werken/wijzigingen/activiteiten) aan of in een beschermd vaartuig die het uitzicht van het vaartuig wijzigen. Deze handelingen dienen uiteraard conform de beheersdoelstellingen te zijn, geformuleerd in het beschermingsbesluit.
Niet alle handelingen moeten worden gemeld, maar enkel volgende handelingen:
1° zij die de erfgoedwaarden potentieel aantasten, beschadigen of vernietigen;
2° zij die het uitzicht aanmerkelijk wijzigen van het uitzicht of structurele werken aan het varend erfgoed;
3° handelingen opgelegd door andere regelgeving of door derden (zoals verzekeringsmaatschappijen, milieuregelgeving, …).
Het agentschap registreert de gemelde handelingen en bekijkt of deze geplande werken, wijzigingen of activiteiten aan of in beschermd varend erfgoed wel overeenstemmen met de doelstellingen zoals geformuleerd uit het beschermingsbesluit en of de handelingen de erfgoedwaarden van het vaartuig niet teniet doen of aantasten.
Een vaartuig wordt beschermd omdat het een belangrijke betekenis heeft voor de Vlaamse Gemeenschap en omwille van die reden in Vlaanderen bewaard moet blijven. Tot hiertoe waren er weinig mogelijkheden om deze doelstelling na te streven en om dit te na te gaan. Daarom werd een toelatingsregeling uitgewerkt om vaartuigen buiten Vlaanderen te brengen. Een beschermd vaartuig is van belang voor de Vlaamse Gemeenschap. Tegelijk moet de eigenaar van zijn eigendom kunnen genieten. In de toelatingsprocedure werd er daarom over gewaakt dat er een evenwicht is tussen het belang van de eigenaar en het belang van de gemeenschap.
Er is slechts een toelatingsplicht voor het buiten de Vlaamse Gemeenschap brengen van beschermd varend erfgoed, indien dit voor een aaneensluitende periode langer dan negen maanden (vaarseizoen, maximaal berekend) wordt voorzien. Dit om dat varend erfgoed bij uitstel mobiel erfgoed is en zich al snel buitend de grenzen van het Vlaamse grondgebied bevindt. Het is niet de bedoeling om dit tegen te houden. Ook de ambassadeursfunctie van het Vlaamse varend erfgoed is essentieel en te behouden. Een zware toelatingsprocedure mag dit niet in de weg staan.
Bi het beoordelen van een aanvraag tot het al dan niet buiten Vlaanderen brengen van het varend erfgoed, wordt bekeken of het langdurig buiten Vlaanderen brengen van het varend erfgoed geen afbreuk doet aan de erfgoedwaarden en niet tegenstrijdig is met de beheersdoelstellingen zoals geformuleerd in het beschermingsbesluit of, indien van toepassing, met de visie vooropgesteld in het goedgekeurd beheersprogramma.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen tijdelijk en definitief buiten Vlaanderen brengen. Bij de intentie tot definitief buiten Vlaanderen brengen kan het agentschap, naast de gewone behandelingstermijn van 30 dagen, bijkomend een termijnverlening van maximaal 90 dagen instellen. Dit om in overleg te gaan, in de eerste plaats met de eigenaar van het beschermd varend erfgoed, en in tweede instantie met derden. Dit om te bekijken of er geen andere realistische mogelijkheden zijn om het beschermde erfgoed alsnog (voldoende) binnen de Vlaamse Gemeenschap te houden. Het definitief vertrek van beschermd varend erfgoed heeft immers verregaande gevolgen.
Bij het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 werd een nieuw handhavingsluik voorzien met verschillende mogelijkheden voor handhaving. Dit handhavingsluik is er gekomen om ervoor te zorgen dat de handhaving adequaat en efficiënt kan worden toegepast, op maat van de overtreding tegen de erfgoedregelgeving. Bij de wijziging van het Varenderfgoeddecreet is ervoor gekozen om het Onroerenderfgoeddecreet als kaderdecreet aan te wenden en om de instrumenten die daar in voorzien zijn ook op het varend erfgoed te kunnen toepassen.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen inbreuken en misdrijven. De sanctionering van een misdrijf gebeurt via de strafrechter. De sanctionering van een inbreuk gebeurt via de bestuurlijke weg. Indien een misdrijf wordt geseponeerd door het parket, dan kan de bestuurlijke weg worden gevolgd.
Het vaststellen van een inbreuk of misdrijf kan enkel gebeuren door welbepaalde personen, die daar specifiek toe zijn aangeduid. Dit kunnen gemeentelijke verbalisanten zijn; dit kan door de politie gebeuren; dit kan door de Erfgoedinspectie gebeuren.
Het is erg afhankelijk van de overtreding welk instrument wordt ingezet. Er zijn verschillende mogelijkheden op maat van de overtreding. Er wordt uiteraard eerst gekozen voor een vorm van “zachte handhaving”, waarbij raadgevingen of aanmaningen worden bezorgd aan de overtreder. Indien dit nodig is kunnen de bepaalde werken worden stilgelegd door middel van een stakingsbevel. Om het erfgoed terug te herstellen kunnen herstelmaatregelen worden opgelegd, er kan tot een minnelijke schikking worden overgegaan, … Indien bepaalde werken niet zijn uitgevoerd conform de beschermingsvoorschriften of de opgelegde voorwaarden, dan kunnen uiteraard ook de toegekende of uitgekeerde premies worden teruggevorderd.
Het beheersprogramma geeft een beheersvisie voor het beschermd varend erfgoed voor een termijn van minimaal tien jaar. In het beheersprogramma worden volgende zaken opgenomen:
een beheersnota, die een duidelijke en samenhangende beheersvisie weergeeft;
een grondige technische toestandsrapportage, waarin de noodzakelijke beheersmaatregelen volgens prioriteit worden gerangschikt;
een opsomming, omschrijving en verantwoording van de nodige beheersmaatregelen om de beheersvisie te realiseren, samen met een eerste globale inschatting van de kosten en een vooropgestelde fasering van de maatregelen.
In de huidige regelgeving voor varend erfgoed is de opmaak van een beheersprogramma in alle geval verplicht om in aanmerking te kunnen komen voor een premie. Ook in de nieuwe regelgeving blijft de opmaak van een beheersprogramma verplicht voor het verkrijgen van een beheerspremie. Indien dus geen beheerspremie wordt gevraagd, is de opmaak van een beheersprogramma niet nodig. Voor het verkrijgen van een onderhoudspremie is geen beheersprogramma vereist. Een onderhoudspremie kan slechts worden verkregen voor een beperkte lijst van maatregelen. De opmaak van een beheersprogramma is ook in alle geval verplicht wanneer een premie voor opengesteld varend erfgoed wordt aangevraagd.
De procedure voor de opmaak van een beheersprogramma is sterk vereenvoudigd ten opzichte van de huidige regelgeving. Zo wordt in het bijgaand voorstel het beheersprogramma goedgekeurd door de leidend ambtenaar van het agentschap in plaats van door de minister en zou er in de toekomst geen extra beheersovereenkomst meer nodig zijn tussen het agentschap en de beheerder van het beschermd vaartuig.
De behandelingstermijn bedraagt 90 dagen.
Het beheersprogramma heeft een geldigheidsduur van 10 jaar. Er is een mogelijkheid tot aanpassing op vraag van eigenaar.
In het beheersprogramma kan een luik worden toegevoegd waarin wordt aangetoond dat het beschermd varend erfgoed voldoet aan de voorwaarden om te worden aanvaard als “opengesteld varend erfgoed”. Dit zijn de volgende voorwaarden:
het beschermd varend erfgoed wordt op een kwaliteitsvolle manier onder de aandacht worden gebracht van een breed publiek;
het operationele karakter van het beschermd varend erfgoed wordt op een kwaliteitsvolle manier onder de aandacht wordt gebracht van een breed publiek;
de uitvoering van het beheersprogramma wordt op een kwaliteitsvolle manier wordt gecommuniceerd aan een breed publiek;
het varend erfgoed zal vanaf een bepaalde ingangsdatum minstens 25 dagen en minstens 150 uren per jaar wordt opengesteld voor een breed publiek (hiervan kan gemotiveerd worden afgeweken);
er worden minstens twee bezoekersdoelgroepen worden aangesproken;
de risico’s voor de openstelling van het beschermd varend erfgoed worden ingeschat en voorkomen;
de beheerders zijn aangesloten bij een netwerk dat specifiek gericht is op erfgoedontsluiting. Dit betekent dat zij lid zijn van een vereniging, waarbij de leden van deze vereniging met dezelfde uitdagingen worden geconfronteerd. Dit netwerk hoeft zich niet enkel toe te spitsen op het varend erfgoed, maar kan ook andere erfgoedbeheerders onder zijn leden tellen.
Opengesteld varend erfgoed komt, na goedkeuring van het beheersprogramma, in aanmerking voor een dubbele beheerspremie (dus 80%). Daarbovenop kan voor welbepaalde openstellingsmaatregelen een premie van 20% worden toegekend (deze werken, leveringen en diensten worden niet betoelaagd in geval het niet over opgesteld varend erfgoed gaat).
Onderhoudspremie slechts mogelijk voor welbepaalde onderhoudsmaatregelen, zoals opgesomd in het Varenderfgoedbesluit, dus voor werken, leveringen of diensten met het oog op instandhouding en onderhoud. Volgende categorieën van onderhoudsmaatregelen komen in aanmerking voor een onderhoudspremie:
1° het uit het water halen, het instaan voor een winterberging of tijdelijke droogzetting indien noodzakelijk voor een goede instandhouding of voor de uitvoering van werken en het terug te water laten;
2° onderhoudsmaatregelen aan de romp, dekken of opbouw;
3° onderhoudsmaatregelen aan de motoren, de aandrijving en de besturing:
4° onderhoudsmaatregelen aan het staand en lopend want of aan de zeiluitrusting:
5° onderhoudsmaatregelen aan de operationele installaties met erfgoedwaarde en de bijhorende uitrusting:
6° onderhoudsmaatregelen aan niet-operationele installaties met erfgoedwaarde en de bijhorende uitrusting inzonderheid het reinigen en onderhouden van de installaties ter vrijwaring van corrosie, samen met de bijhorende schilderwerken;
7° onderhoudsmaatregelen aan de inrichting, de accommodatie en de afwerkingen met erfgoedwaarde.
De onderhoudspremie bedraagt standaard 40% van de aanvaarde kostenraming, exclusief btw. Een dubbele premie van 80% van de aanvaarde kostenraming kan worden toegekend indien het varend erfgoed als opengesteld varend erfgoed is aanvaard bij de goedkeuring van het beheersprogramma. Het bedrag van de onderhoudspremie is begrensd. Tijdens eenzelfde kalenderjaar kan slechts eenmalig een onderhoudspremie voor eenzelfde vaartuig worden aangevraagd. Voor de berekening van de onderhoudspremie kan tijdens eenzelfde kalenderjaar maximaal 20.000 euro, exclusief btw, in rekening worden gebracht.
De administratieve last en de doorlooptijd worden tot een minimum herleid. De aanvraag gebeurt op basis van een modelformulier. In het aanvraagdossier voor een onderhoudspremie worden een beschrijving en een motivering van de geplande werkzaamheden opgenomen, aangevuld met een kostenraming. De werken worden gekaderd binnen een globale planning van nog te ondernemen maatregelen over een middellange termijn. Hier wordt een termijn van vijf jaar vooropgesteld. De toekenning van de onderhoudspremie gebeurt door het agentschap. De premienemer dient een dossier in dat inhoudelijk onderzocht wordt. Het agentschap neemt binnen de negentig dagen een beslissing. In geval van akkoord wordt de onderhoudspremie vastgelegd en wordt de toekenning aan de premienemer betekend, waarna hij onmiddellijk kan starten met het uitvoeren van de handelingen. Achteraf dient de premienemer de facturen en betalingsbewijzen in en wordt de premie uitbetaald, indien kan worden vastgesteld dat de werken daadwerkelijk en volgens de regels van de kunst zijn uitgevoerd. De aanvrager beschikt over een uitvoeringstermijn van twee jaar.
Maatregelen die niet onder de lijst van onderhoudsmaatregelen kunnen worden geplaatst, komen mogelijk wel in aanmerking voor een beheerspremie. Het is wel nodig om een goedgekeurd beheersprogramma te hebben. De beheersmaatregelen, die voor een beheerspremie in aanmerking kunnen komen, worden in het uitvoeringsbesluit veel algemener omschreven dan de onderhoudsmaatregelen. We onderscheiden vier groepen van beheersmaatregelen:
1° Belangrijk is dat beheersmaatregelen ook de onderhoudsmaatregelen omvatten zodat premieaanvragen niet moeten worden opgesplitst in onderhouds- en beheersdossiers. Alle onderhoudsmaatregelen komen dus ook in aanmerking voor een beheerspremie, op voorwaarde dat ze zijn opgenomen in het goedgekeurde beheersprogramma.
2° Beheersmaatregelen met het doel op de instandhouding van het beschermd varend erfgoed en beheersmaatregelen in afwachting van meer fundamentele beheersmaatregelen.
3° Beheersmaatregelen, met het oog op het herstel, de restauratie of de wetenschappelijk verantwoorde reconstructie van een of meer erfgoedelementen.
4° Beheersmaatregelen die het actief in de vaart houden of het terug varend of het drijvend maken van het beschermd varend erfgoed als doel hebben.
Net zoals de onderhoudspremie bedraagt ook de beheerspremie standaard 40% van de aanvaarde kostenraming, exclusief btw. Ook hier kan een dubbele premie van 80% van de aanvaarde kostenraming worden toegekend indien het varend erfgoed als opengesteld varend erfgoed is erkend in de beslissing tot goedkeuring van het beheersprogramma. Er kan ook een beheerspremie van 20% voor openstellingsmaatregelen worden toegekend. Deze maatregelen hebben als doel dat het beschermd varend kan worden opengesteld voor een breed publiek, zoals aangegeven in het goedgekeurd beheersprogramma.
Voor de beheerspremie is geen plafondbedrag voorzien, zoals dit bij de onderhoudspremie wel is voorzien.
De toekenning van de beheerspremie gebeurt door de minister. Bij de beheerspremie is er een systeem van toekenning in twee fases: een premienemer dient eerst een aanvraagdossier in op basis waarvan er een eerste toekenning van de premie is. Daarna wordt een (beperkt) gunningsdossier ingediend op basis waarvan het definitieve premiebedrag wordt bepaald.
Bij de start van de beheersmaatregelen kan een voorschot van 50% van de toegekende premie worden aangevraagd. Het saldo van de beheerspremie kan worden uitgekeerd na controle van het uitbetalingsdossier. De aanvrager beschikt over een uitvoeringstermijn bedraagt vijf jaar.
Hierbij een overzicht met het verschil tussen de onderhouds- en de beheerspremie. Belangrijke verschillen zijn:
De onderhoudspremie is geschikt voor welbepaalde regelmatig terugkerende werken, leveringen of diensten. Deze zijn veelal beperkt in omvang.
Er kan maximaal 1 onderhoudspremie worden aangevraagd per kalenderjaar.
De premiepercentages zijn dezelfde: standaard 40%, bij opengesteld varend erfgoed 80%. Enkel via de procedure voor het verkrijgen van een beheerspremie kan een premie voor openstellingswerken worden aangevraagd (20%)
Voor een onderhoudspremie komt slechts een kostenraming van 20% (exclusief btw) in aanmerking. De toekenningsprocedure is korter en verloopt veel vlotter.
Bij een beheerspremie is er mogelijkheid tot het uitbetalen van een voorschot van 50%.
Het gewijzigde decreet treedt dus in werking vanaf 1 januari 2016. Dit betekent dat de nieuwe regels van dan af van kracht zijn.
Er zijn echter enkele maatregelen voorzien tussen de oude en de nieuwe regelgeving:
de bestaande beschermingsbesluiten blijven gelden en de nieuwe rechtsgevolgen worden hierop van toepassing;
de lopende premie-aanvragen, ingediend voor 1 januari 2016, blijven lopen volgens oude procedure;
De nieuwe premie-aanvragen worden, vanaf 1 januari 2016, afgehandeld volgens de nieuwe premie-procedure, ook indien zij nog in uitvoering zijn van een “oud” beheersprogramma.
(…)
De lopende beheersprogramma’s, en dus ook de overeenkomsten die werden gesloten met het agentschap, blijven lopen tot afloop van hun geldigheidsduur. Aanpassing van het beheersprogramma aan de nieuwe voorwaarden en de nieuwe procedure is steeds mogelijk.
Het beschermd varend erfgoed in beheer van een varend-erfgoedvereniging wordt gelijkgesteld met opengesteld varend erfgoed tot eind 2018. Tot dan kan dus een dubbele premie worden toegekend, zowel voor de onderhoudspremie als voor de beheerspremie. Tegen eind 2018 dient het beheersprogramma te zijn aangepast aan de nieuwe voorwaarden voor opengesteld varend erfgoed.
Op de foto: beschermde stoomkraan nr. 9
Het Varenderfgoedbesluit werd vorige vrijdag 27 november pas definitief goedgekeurd. Het agentschap Onroerend Erfgoed is druk in de weer met de implementatie van deze gewijzigde regelgeving. Aangezien de defintieve teksten tot voor kort nog niet vast stonden, kunnen nu pas een aantal zaken echt worden klaargestoomd voor verspreiding.
De website wordt momenteel aangepast: alle nieuwe informatie, de contactgegevens en ook de aanvraagformulieren zullen terug te vinden zijn op de website van het agentschap Onroerend Erfgoed, op de pagina over varend erfgoed.
Er is momenteel een folder met duiding over het varenderfgoedbeleid in opmaak. Deze zal begin 2016 worden verspreid. Deze folder zal worden bezorgd aan de eigenaars van beschermd varend erfgoed en aan de deelnemers die hun contactgegevens hier nalaten.
De nieuwe herkenningstekens zullen ook begin 2016 aan de eigenaars van beschermd varend erfgoed worden bezorgd. Het herkenningsteken voor het varend erfgoed op de vastgestelde inventaris is nog in ontwikkeling. Dit zal pas aan de eigenaars worden bezorgd na vaststelling van de inventaris in de loop van 2016.
Op de foto: het beschermde betonnen kerkschip Sint-Jozef in Antwerpen