Door de bomen het bos zien. Een landschapsreconstructie van een microregio in de Zuid-Vlaamse leemstreek tussen de late ijzertijd en het begin van de late middeleeuwen, door Bart Cherretté en Wouter van der Meer (Intergemeentelijk samenwerkingsverband SOLVA). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 26 maart 2021.
2. Uitgangspunten
Door de bomen het bos zien: een landschapsreconstructie van een microregio
in de Zuid-Vlaamse leemstreek tussen de late ijzertijd en het begin van de late
middeleeuwen
▪ Zuid-Oost-Vlaanderen: beperktere archeologische dataset, weinig synthese
beschikbaar t.o.v. andere regio’s
▪ Weinig paleo-ecologische informatie voorhanden (leem, diepe GWT)
▪ Uitgezonderd regio Oudenaarde-Ronse (lokale omstandigheden, tertiair
substraat)
3. Doelstelling
▪ Landschapsreconstructie o.b.v. paleo-
ecologische gegevens
▪ Late ijzertijd- begin late
middeleeuwen
▪ Microregio: Scheldevallei en
aanpalende heuvelzones
▪ Een eerste inzicht verkrijgen,
verwachtingen toetsen,
mogelijkheden creëren voor
toekomstig onderzoek
4. Doelstelling
▪ Doelgroepen: specifieke aandacht voor natuursector (beleidsmatig en brede
publiek)
▪ Syntheseonderzoek nog lopende: eerste inzichten en aanbevelingen
5. Selectie sites voor dataset
▪ Literatuuronderzoek
(OAR,
Archeologieportaal,
artikels)
▪ Archeologische
bevindingen
chronologisch/ruimtel
ijk voldoende inzicht
▪ Nadruk op pollen en
botanische
macroresten
6. Gegevens verzamelen:
oud en nieuw onderzoek
▪ Selectie reeds
uitgewerkte data
▪ Beoordeling en
waardering niet-
uitgewerkte contexten
▪ Selectie alsnog
uitgewerkt
10. Multivariate analyse
Ordinatie om patronen in
data te ontdekken:
-> Sterke groepering stalen
per geografische zone ->
(voorlopige) indeling in drie
zones
11. Regionale trends
▪ Zicht op ontginning per
geografische regio
▪ Nog veel chronologische
hiaten en een beperkte
ruimtelijke spreiding per
periode
17. Concluderend
▪ Synthese is nog in voortgang
▪ Ruimtelijke beperkingen: klein aantal (bruikbare) sites binnen het
onderzoeksgebied. Hogere densiteit is nodig.
▪ Chronologische hiaten: weinig bekend over ijzertijd, Merovingische
periode en volle-late middeleeuwen. Contexten uit deze periode
verdienen extra aandacht.
18. Aanbevelingen
▪ In het veld:
– Hecht waarde aan elk diep spoor met organische vulling
– Gebruik brede pollenbakken (10x10x50 cm) voor organische pakketten
▪ Tijdens uitwerking:
– Combineer onderzoek van pollen en botanische macroresten
– Dateer een pakket nauwkeurig, ten minste de top en de basis
– Houdt rekening met een mogelijk waardevol paleo-ecologisch archief
▪ Na uitwerking
– Deponeer de (belangrijke) stalen zorgvuldig