10. sorc S O R C SITUATION ORGANISM RESPONSE CONSEQUENCE Wat gaat aan gedrag vooraf (stimuli) Wat je niet ziet: gevoelens, gedachten, etc. Gedrag dat centraal staat Gevolg: verzwakkers/ versterkers A antecedent B behaviour C consequence
11. sorc S O R C SITUATION ORGANISM RESPONSE CONSEQUENCE Kinderen zijn aan het voetballen en C wil meedoen ‘ ze willen me vast niet’ ‘ ik mag toch nooit meedoen’ bang Erbij gaan staan Zachtjes zeggen ‘ik wil ook’ Naar de juf lopen KT: de angst neemt af KT: aandacht van de juf LT: afname sociale contacten LT: generalisatie sociale angst
12. sorc S O R C moeder Kind buikpijn ‘ zielig’ Kind thuishouden Tevreden kind kind Naar school ‘ ze gaan pesten’ (klagen over) buikpijn Lekker thuis
63. Vanaf het moment dat X kan lopen is hij druk, wild en impulsief. Ook slaat hij op school anderen kinderen als deze hem in de weg staan. Enkele weken geleden heeft hij op het schoolplein een meisje zonder duidelijke reden van het klimtoestel geduwd met als gevolg dat zij een gebroken arm en pink had. Kinderen op school zijn nu bang voor X. Ouders en leerkrachten zijn bang dat er nog meer ongelukken gebeuren.
64. 1. In de klas maakt hij storende geluiden, is heel beweeglijk en laat verhaaltjes die in de kring worden verteld langs hem heen gaan. Hij heeft zijn aandacht bij andere dingen is erg detail gericht. Buiten kan hij extreem druk en impulsief zijn. Hij doet anderen met regelmaat pijn, een beloningsysteem heeft niet geholpen. Hij is erg bazig en dominant en kan een ander zo van de glijbaan duwen als diegene in de weg staat. Hij kan in taal wel laten blijken het soms zielig te vinden, maar de school ziet geen emotie. Ouders vertellen dat zij het idee hadden dat x niet was geschrokken toen hij dat meisje van het klimrek duwde en zij een gebroken arm en pink had. Hijzelf had wel de leerkracht geroepen dat zij was gevallen. Later was hij onder de indruk van moeders haar boosheid. Komt zelf niet terug op het gebeuren. x ziet goed verbanden en consequenties, maar hij kan er niet stil bij staan. Ouders zeggen op zich een goed contact te hebben met x maar soms wel vluchtig. Thuis speelt hij met autootjes die dan hard op elkaar moeten botsen. Kijkt tekenfilm en kan dan redelijk stilzitten. x is altijd vrolijk, ontzettend energiek en nooit moe. Hij doet stoer en wild. Hij slaapt zonder problemen in. Eten gaat goed. Hij kan in principe veel dingen zelfstandig, wassen aankleden ect. Maar heeft wel stimulering nodig anders doet hij wat anders. x ziet geen gevaar.
Ging er in 2004 300.000 keer een dergelijk middel over de apotheekbalie, als de huidig trend zich blijft voortzetten zal de teller aan het einde van dit jaar op ongeveer 615.000 verstrekkingen uitkomen. Op dit moment zijn er ruim 75.000 personen die ADHD-geneesmiddelen betrekken via de openbare apotheek. Een kwart van de gebruikers is 10 jaar of jonger; 44% bevindt zich in de leeftijdscategorie van 11 tot 20 jaar. Hierbij gaat het in veruit de meeste gevallen om jongens (84%). 22 juli 2007, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 142 Nr 29-30