2. Oplossingsgericht werken
• Probleem zelf is niet belangrijk
• Uitvoerige diagnostiek is niet nodig
Oorzaak van het probleem is niet interessant, want die ‘zegt niet veel over de oplossing’
Steve De Shazer (psychotherapeut, 1940-2005)
“Where you stand determines what you see and what you do not see;
it determines also the angle you see it from; a change in where you
stand changes everything.”
Insoo Kim Berg (psychotherapeut, 1934-2008)
“In the 1970's and in early 1980's, a startling
discovery was made that almost every problem
contains an element of solutions.”
3.
4. Oplossingsgericht werken
• Cliënt beschrijft de gewenste situatie, tot in detail
• Centraal staat het werken naar verandering
• Verandering bespreekbaar stellen = verhoging effectief plaatsvinden ervan
5. Oplossingsgericht werken
• Cliënt zet met begeleider haalbare stappen om gewenste situatie te bereiken
• Complexe problemen opgedeeld in kleine oplossingen
(prioriteiten stellen + sneeuwbaleffect)
• Cliënten zijn meer gemotiveerd voor het maken van kleine stappen
• Kleine oplossingen en succeservaringen grote veranderingen
6. Oplossingsgericht werken
Emancipatorische methode
• Cliënt beseft: ik heb invloed op mijn eigen leven
• Centraal staan de krachten
• Geloof van de begeleiders dat cliënt reeds de nodige resources heeft om te veranderen
(utilisatie)
7. Oplossingsgericht werken
• Gebruiken van hulpbronnen en vaardigheden van cliënten
• Wat cliënten zelf inbrengen, zal worden geprobeerd
‘Werkte iets in het verleden al? Doe er dan meer van.’
‘Werkt iets niet? Doe dan iets anders.’
‘Spreken over problemen genereert problemen’
‘Spreken over successen genereert successen.’
De Shazer
8. Oplossingsgericht werken
• ‘Het team ontdekte dat hoe meer cliënten spraken over wat ze wilden doen, des te
levendiger en opgewonden ze werden.’
• 'Als cliënten vaker spraken over de dingen die ze in de toekomst hoopten te realiseren,
kregen ze steeds meer hoop.’
• ‘Het veranderen van één woord kan al verschil uitmaken. Vervang waarom-vragen door hoe
(komt dat)-vragen. Daarmee gaat het meteen over oplossingen’.
9. Oplossingsgericht werken
• Weerstand bestaat niet, er is altijd sprake van samenwerking
• Begeleider dient zich aan te passen aan de manier
van samenwerken van de cliënt
• Begeleider gaat verder met de opvattingen van de cliënt,
en gebruikt diens woorden
10. Oplossingsgericht werken
Verschil tussen probleem en beperking
• Problemen kan je oplossen
Als begeleider: met cliënt zoeken naar oplossingen
• Beperking kan je niet oplossen
Als begeleider: met cliënt zoeken naar hoe omgaan met beperking
Wat zijn de gevolgen van de beperking voor cliënt en omgeving?
Hoe wil de cliënt met deze beperking (leren) omgaan?
“Geef me de kalmte om de dingen te aanvaarden die ik niet kan
veranderen, de moed om dingen te veranderen die ik kan veranderen en
de wijsheid om het verschil te zien tussen de twee”
(Niebuhr, theoloog uit begin 20e eeuw)
11. Oplossingsgericht werken
Bruikbaarheid naar doelgroep
• Hulpvragen met veranderwens, zijn geschikt
• Bruikbaar in het brede sociale werkveld
• Specifiek bruikbaar voor verslavingsproblematiek
12. Oplossingsgericht werken
• Stellen van vragen
= belangrijkste hulpmiddel
= essentiële techniek
= cruciaal onderdeel van de interventie
• Taal speelt een elementaire rol in een veranderingsproces
13. Oplossingsgericht werken
• Begeleider ‘weet-niet’
• Begeleider is toegevoegde waarde:
Focust op wensen, successen (inspanningen)
en antwoorden van cliënt
Ordent, stelt vragen en motiveert coachend (bevestiging en erkenning
zorgt voor stijging kans verandering)
14. Oplossingsgericht werken
• Oplossingsgerichte vragen
Vragen naar het doel
Wat is voor jou het doel van dit gesprek?
Wat zou je willen bereiken tijdens dit gesprek?
Vragen naar competenties
Vertel eens, hoe doe je dat?
Oplossingsgerichte vragen
Wat nog meer?
Wat gaat er beter?
Wat wil je bereiken met dit gesprek?
Wanneer vond het probleem niet plaats?
Waaraan ga je beginnen merken dat je vooruitgang aan het boeken bent?
Wat zou een eerste kleine stapje kunnen zijn?
15. Oplossingsgericht werken
Wat was voor jou nuttig aan dit gesprek?
Wat of wie zou jou kunnen helpen als het even moeilijk loopt?
Hoe wil het het de volgende keer anders doen?
Wat zou je dat opleveren?
Wat doe je dan precies anders?
Wat zijn de voordelen voor jou om het anders te doen?
Ik ga je nu een merkwaardige vraag stellen die ook moeilijk te beantwoorden is. Je gaat
flink wat fantasie nodig hebben om ze te kunnen beantwoorden.
18. Oplossingsgericht werken
Wondervraag
“Laten we nu veronderstellen dat er terwijl je slaapt een wonder gebeurt.
Het resultaat is dat de problemen waarvoor je hier nu bent, opgelost zijn.
Morgenochtend, als je wakker wordt, is het wonder gebeurd, maar je weet er niets van.
Maar je zal het waarschijnlijk ergens aan merken.
Er zullen dingen anders zijn.
Nu is de vraag: waaraan zal je merken dat het wonder geschied is?
En waaraan merkt je omgeving het?”
19. Oplossingsgericht werken
• Vraag levert concreet beeld van gewenste toestand
• Verandering staat centraal; schept perspectief en vooruitgang
• Vergemakkelijkt het stellen van doelen
• Doorvragen als begeleider
Wat nog meer?
Wat bedoel je daar juist mee?
Welk klein deel van het wonder heb je al een keer ervaren?
23. Uitzonderingsvraag
• Stelt begeleider in staat de cliënt te laten zien dat hij/zij zelf het
probleem kan oplossing
• Antwoord levert bewijs dat dit al is voorgevallen
• Geen enkel probleem is er altijd, dus op zoek gaan naar lichtpuntjes
24. Uitzonderingsvraag
• Wat was er anders toen de kinderen voor het laatst naar je luisterden?
• Onder welke omstandigheden lijken ze zich beter te gedragen?
25. Copingvraag
• Geeft mensen nieuwe energie
• Maakt mensen bewust dat ze volhouden
• Vergroot het zelfvertrouwen
• Motiveert
26. Copingvraag
• Wat maakt dat je door kunt gaan onder zulke moeilijke omstandigheden?
• Hoe kun jij elke dag zulke moeilijke situaties het hoofd bieden?
• Wat helpt om het vol te houden?
• Hoe kun je aan jezelf uitleggen hoe je het gegeven je moeilijke omstandigheden zo goed
doet als je het doet?
• Het is bewonderenswaardig hoe je je werkt hebt kunnen blijven doen onder zulke moeilijke
omstandigheden. Hoe doe je dat?
• Hoe slaagde je erin om het vol te houden voordat ……?
• Hoe hou je het vol?
• Wat heeft er je geholpen om het in deze moeilijke situatie toch vol te houden?
27. Oefening
• Casus met ‘groot probleem’
• Gebruik uitzonderingsvraag of copingvraag als begeleider
• Terugkoppeling van de binnenkant
28. Opdelen in samenwerkingsrelaties
• Inschalen van samenwerkingsrelatie begeleider-cliënt
• helpt om interventie af te stemmen
• (vragen aanpassen om samenwerkingsrelatie te optimaliseren)
29. Opdelen in samenwerkingsrelaties
Bezoeker
• onvrijwillig
• gestuurd door anderen
• ervaart zelf geen probleem
• heeft geen hulpvraag
Klager
• heeft last van het probleem
• ziet zichzelf niet als onderdeel van de oplossing van het probleem
31. Opdelen in samenwerkingsrelaties
Vragen voor klagers
• Hoe is dit een probleem voor jou?
• Hoe kan ik het beste met je samenwerken?
• Wanneer is het probleem er niet?
• Wanneer is het probleem er minder?
• Hoe hou je het vol?
• Wat heb je wel eens overwogen maar tot nu toe nog niet geprobeerd?
• Stel dat de andere verandert in de richting die jij wil, wat ga jij dan anders doen?
• Stel dat de ander niet verandert, wat ga jij dan doen?
• Stel dat jullie beiden een gezamenlijk doel zou hebben, wat zou dat kunnen zijn?
• Je vertelt veel over wat je niet wil. Wat zou je wél willen?
• Wat wil je voor het probleem in de plaats?
• Hoe ziet een oplossing er uit?
• Bij antwoord ‘ik weet het niet’: Stel dat je het je wel zou weten, wat zou je dan zeggen?
32. Opdelen in samenwerkingsrelaties
Vragen voor bezoekers
• Van wie was het idee om hier te komen?
• Wat is jouw idee over wat we hier bespreken?
• Ben je het eens met de zorgen die de verwijzer zich over je maakt?
• Op welke manier zou je je leven veranderen, als je het voor het zeggen zou hebben?
• Stel dat je wel een doel had, wat zou dat doel dan kunnen zijn?
• Wat gebeurt er als deze gesprekken niet verder zouden gaan?
• Wat moet ik niet doen, en wat juist wel, als je denkt aan wat vorige hulpverleners hebben
gedaan?
• Is er nog iets te vinden waar je nieuwsgierig naar bent en waar we samen naar kunnen
kijken?
• Wat denk je dat er hier gaat gebeuren, waarvan je denkt: ‘Dat nooit!’?
• Wat zou er op de agenda moeten komen waarvan je zegt: ‘Daar heb ik tenminste nog iets
aan’?
• Hoe zou je weten dat het toch een goed idee is geweest om hier vandaag te komen?
• Je zegt: die dingen heb ik niet in de hand. Waar kun je nog wél invloed op uitoefenen?
• Wat gebeurt er als je het niet doet?
33. Signs of wellbeing
• Signs of wellbeing laat hulpverleners toe een inschatting te maken van het welzijn van
minderjarigen in een bepaalde opvoedingssituatie
• Inschatting startpunt veranderingsproces
• A4-blad dat dat wat goed werkt centraal zet (oplossingsgericht)
34. Signs of wellbeing
ZORGEN KRACHTEN &
HULPBRONNEN
DOELEN VAN HET
KIND
DOELEN VAN DE
OUDERS
DOELEN VAN DE
HULPVERLENER
35. Signs of safety
• Signs of safety laat hulpverleners toe een inschatting te maken van de veiligheid van
minderjarigen in een bepaalde opvoedingssituatie
• Doel kind veilig opgroeien in het gezin
• Opstellen van veiligheidsplan
36. Signs of safety
Het beoogde resultaat van Signs of Safety is dat:
• onveilige opvoedingssituaties voor kinderen sneller en beter gesignaleerd worden;
• hulpverlening sneller en beter verloopt, doordat de werkwijze leidt tot het snel verkrijgen van
inzicht in de situatie en duidelijkheid geeft over wat er precies moet veranderen;
• het type hulpverlening minder ingrijpend is (o.a. kan het langdurige uithuisplaatsing
voorkomen);
• door de activerende benadering van gezinsleden de doelen van de hulp sneller bereikt zijn;
• er minder heraanmeldingen voor hulpverlening zijn;
• gezinnen meer tevreden zijn over de geboden hulp doordat zij actief participeren en de hulp
een duidelijke doelstelling heeft;
• en dat de samenwerking en afstemming van de diverse hulpverleningsinstellingen rondom
een kind of gezin beter verloopt doordat zowel het netwerk van het gezin als het
hulpverleningsnetwerk worden ingeschakeld om de veiligheid te waarborgen.
• Het einddoel van Signs of Safety is veiligheid voor het kind te creëren.
37. Signs of safety
Samen met het gezin ontwikkelt de hulpverlener een veiligheidsplan waarin beschreven wordt:
1. waar hij en het gezin (en eventueel anderen, zoals professionals of het sociale netwerk) zich
zorgen over maken;
2. welke aspecten op veiligheid duiden (zoals uitzonderingen op de problemen, sterke kanten en
hulpbronnen) en
3. wat er moet gebeuren (doelen van de hulpverleningsorganisatie en het gezin en indicatoren
die duiden op vooruitgang).
38. SRS & ORS
• Twee schalen die effectiviteit van de hulp verhogen doordat mensen het gevoel hebben au
serieux genomen te worden
• ORS peilt naar welbevinden van de cliënt
Individueel
Relationeel
Sociaal
Algemeen
• SRS peilt naar evaluatie van de bijeenkomst/het gesprek
41. Aan de slag met kinderen
• Denken in mogelijkheden
“Het vinden van oplossingen begint met het onderzoeken
van de dingen die goed gaan in een gezin.”
• Rekening houden met de ontwikkeling van kinderen
“Een kind van 2 jaar dat altijd ‘nee, nee, nee’ zegt, is anders dan een twaalfjarige die
op alles nee zegt. Bij een tweejarige maakt de weigering deel uit van het normale
ontwikkelingsverloop.”
52. Bronnen
• HEATH, C., & HEATH, D. (2015). Switch: veranderen als verandering moeilijk is. Bruna Uitgevers.
• DE BRUIN, L., & MEDDENS, R. (2012). Oplossingsgericht opvoeden. Hogrefe: Amsterdam.
• KOEMAN, P., & VRANKEN, S. (2015). Wat kan je van stokstaartjes leren? ACCO: Leuven.
• TURNELL, A., & EDWARDS, S.(1999), Signs of safety. Norton: New York/London.
• BERG, K. & SZABO, P. (2013). Oplossingsgericht coachen. Uitgeverij Thema.
• RASMUSSEN, L. (1989). Reinhold Niebuhr: Theologian of public life. Collins
• BANNINCK, F. (2006). Handboek oplossingsgerichte gespreksvoering.
• BASISVORMING CAH. (2010). Niet uitgegeven publicatie.
• BARTELINK, C. (2010). Signs of Safety. NJI.
• GIELIS, S. (2019). Over mij. Van mij. Zitdazo.
• GIELIS, S. (2019). Pjotter zegt altijd ja. Standaard Uitgeverij.
• GEBRUIKTE AFBEELDINGEN ZIJN RECHTENVRIJ