Hoogsensitiviteit, wat kun je er mee? Handout voor begeleiders.
1.
Hoogsensitiviteit,
wat
kun
je
ermee?
Hand-‐out
voor
begeleiders
van
hoogsensitieve
kinderen
Veel
hoogsensitieve
kinderen
hebben
moeite
om
zich
staande
te
houden
in
het
dagelijks
leven.
Meer
kennis
bij
begeleiders
over
hoogsensitiviteit
kan
hen
helpen
om
te
zorgen
voor
een
betere
kwaliteit
van
leven.
Deze
hand-‐out
wil
hieraan
een
bijdrage
leveren.
Hierbij
wil
ik
benadrukken
dat
hoogsensitiviteit
geen
aandoening
is.
Het
is
een
deel
van
het
karakter
van
het
kind.
Onderstaande
kenmerken
zullen
veel
herkenning
bij
HSP-‐ers
(Hoog
Sensitieve
Personen)
geven,
maar
gelden
niet
per
sé
voor
iedere
HSP-‐er.
Ieder
mens
is
uniek
en
heeft
unieke
eigenschappen.
Een
kwalitatief
goed
leven
ontstaat
als
je
vol
vertrouwen
deze
eigenschappen
kunt
uiten
en
ontwikkelen.
Wat
is
hoogsensitiviteit?
De
term
hoogsensitiviteit
werd
voor
het
eerst
genoemd
in
de
jaren
90
door
de
Amerikaanse
psychologe
Elain
Aron.
Het
is
een
karaktereigenschap
die
bij
ongeveer
15-‐20%
van
de
mensen
voorkomt.
De
Belgische
prof.
Elke
van
Hoof
onderzocht
de
hersenen
van
HSP-‐ers
en
ontdekte
dat
de
hersenen
daadwerkelijk
anders
functioneren:
er
vindt
een
diepgaande
verwerking
van
informatie
plaats,
waarbij
bij
een
bepaalde
opdracht
meer
hersengebieden
actief
zijn
in
vergelijking
met
niet-‐HSP-‐ers.
Dit
heeft
gevolgen
voor
het
functioneren
in
het
dagelijks
leven.
Wat
zie
je
vaak
bij
hoogsensitieve
kinderen?
• Gevoelig
voor
allerlei
zaken.
Zoals
voeding
(allergieën),
ruwe
materialen,
harde
geluiden,
sterke
geuren,
fel
licht,
pijn.
Deze
prikkels
komen
harder
binnen
en
kosten
tijd
om
te
verwerken.
Ook
plotselinge
veranderingen
kunnen
lastig
zijn.
Wat
helpt
is
om
het
kind
tijdig
te
informeren
over
wat
er
gaat
gebeuren
en
voor
te
bereiden
op
de
volgende
activiteit
(bv:
we
gaan
over
10
minuten
stoppen
met
spelen
en
dan
gaan
we
eten).
• Laag
zelfvertrouwen
en
(faal)angst.
HSP-‐ers
hebben
een
diepe
verbinding
met
hun
omgeving.
Vaak
weten
zij
niet
waar
zij
zelf
eindigen
en
waar
de
ander
begint.
Ze
leven
in
een
totaalervaring.
Ze
voelen
stemmingen
goed
aan
en
streven
naar
harmonie,
waardoor
ze
zich
gemakkelijk
aanpassen
aan
een
ander.
Ze
raken
hierdoor
gemakkelijk
de
verbinding
met
zichzelf
kwijt.
Met
als
gevolg
dat
ze
niet
meer
weten
wat
ze
zelf
willen,
moeilijk
kunnen
kiezen
en
zich
onzeker
voelen.
Een
veilige
omgeving,
waar
er
ruimte
en
tijd
is
om
zich
bewust
te
worden
van
hun
eigen
lichaam
en
persoonlijke
kwaliteiten
is
dan
belangrijk.
• Dromerig
en/of
driftbuien
Dit
zijn
twee
strategieën
om
om
te
gaan
met
een
overvloed
aan
prikkels.
Enerzijds
door
te
dromen,
‘wegvluchten’
van
de
realiteit.
Even
dromen
helpt
om
weer
op
te
laden
en
tot
zichzelf
te
komen.
Anderzijds
door
woedeaanvallen
of
driftbuien,
om
frustratie
te
ontladen
en
een
poging
te
doen
de
overmaat
aan
prikkels
uit
het
systeem
te
krijgen.
Erken
bij