2. ONDERZOEK MOVIR 2012
Arbeidsongeschiktheidsverzekeraar Movir constateerde een
toename van burn-outklachten bij met name vrouwelijke en
jonge huisartsen
Dit was aanleiding om een onderzoek onder huisartsen te starten
met als doel, meer inzicht te krijgen in factoren die deze
toename veroorzaken en wellicht aanknopingspunten te vinden
om arbeidsongeschiktheid te voorkomen.
3. ONDERZOEK MOVIR 2012
Het onderzoek richtte zich op arbeidstevredenheid en werkdruk
onder huisartsen
40% van de huisartsen gaf aan dat dienstbelasting bijdraagt aan
overspanning
Overige aspecten
Managen personeel
Omgang overheid en verzekeraars
Veranderde regelgeving en beleid
Karakter huisarts
takenpakket
4. ONDERZOEK MOVIR 2012
Huisartsen zijn tevreden over hun werk( geven 7,6)
Voornaamste energie-gever is patiëntenzorg
Ervaren een forse werkdruk( 70% wel eens signalen van
overspannenheid)
5. ONDERZOEK MOVIR 2012
Geslacht niet van invloed op voorkomen van overspannenheid
Beginnende huisarts ervaart een drempel om (oudere) collega
aan te spreken
Solist die ouder is, meer uren werkt, hogere werkdruk ervaart en
ontevreden is , bespreekt zijn eigen functioneren minder
10. GEWOON OVERSPANNEN?
Bij zowel overspanning als burn-out is er sprake van ernstige
distressklachten, verlies van controle en sociaal disfunctioneren
Er is een relatie met stress (overbelasting zowel privé als werk
gerelateerd)
Burn-out is een vorm van overspanning waarbij een negatieve
attitude t.o.v. werk een belangrijke rol speelt.
11. GEWOON OVERSPANNEN?
Burn-out heeft een meer chronisch beloop dan overspanning en
kenmerkt zich door emotionele uitputting, verlies van
betrokkenheid bij het werk of verminderd gevoel van
competentie.
Overspanning kenmerkt zich door een kortere duur van de
klachten en een gunstige prognose. (80% binnen 12 weken weer
volledig aan het werk)
12. BURNED OUT!
WANNEER?
Aanhoudende lichamelijke e/o geestelijke vermoeidheid van 6
maand tot een jaar of langer
Sneller vermoeid na mentale inspanning dan voorheen, of
uitputting na een relatief geringe lichamelijke inspanning
13. BURNED OUT!
WANNEER?
Ten minste 2 van de volgende klachten
Spierpijn, rug, nek en gewrichtspijn
Duizeligheid
Spanningshoofdpijn
Slaapstoornissen
Moeite met ontspannen
Maag- of darmklachten
Toegenomen prikkelbaarheid
14. BURNED OUT!
WANNEER?
Geen angst- of depressieve stoornis
De klachten zijn gerelateerd aan werkomstandigheden
Twee van de volgende verschijnselen
Cynisme (mentale distantie)
Gevoel dat de prestaties verminderd zijn
15. VERSCHIL DEPRESSIE
Burn-out: stemming boos, mat, verdrietig, ongelukkig, maar niet
depressief
Inactiviteit en besluitloosheid, gebrek aan energie, maar niet
door stemming
Minder plezier in activiteiten bij burn-out door gebrek aan
energie
Schuldgevoelens bij burn-out meestal in actuele situatie , bv
collega’s in de steek laten
Burn-out patiënt geeft vitalere indruk dan depressieve patiënt
16. OVEREENKOMSTEN EN VERSCHILLEN
overspannen Burn-out depressie
klachten, ernstige distress, disbalans
draagkracht draaglast
ernstige distress, m.n. relatie
met werk
ernstige distress, meestal
oorzaak in verleden/genetisch
verlies van controle + + +
sociaal disfunctioneren + + +
beloop 80% binnen 12 weken weer
volledig aan het werk)
chronisch 60% na een half jaar hersteld
stemming Snel geïrriteerd, emotioneel,
slaapproblemen
boos, mat, verdrietig,
ongelukkig
sombere stemming
gedurende het grootste deel
van de dag
Inactiviteit en
besluitloosheid,
- Door gebrek aan energie door stemming
Schuldgevoelens actueel verleden
duur klachten in totaal <6 mnd >6 mnd klachten gedurende minstens
2 wk.
18. DE PSYCHASTENE PERSOONLIJKHEID
Moeite met nee zeggen
Neigt tot perfectionisme
Plichtsgetrouw
Toegewijd idealistisch
Offert zichzelf op
Doet meer dan hij kan en heeft moeite met delegeren
Vindt het heel erg dat hij door de klachten niet kan werken
19. DE NARCISTISCHE PERSOONLIJKHEID
Zegt graag ja
Heeft behoefte zichzelf te bewijzen
Is doelgericht
Kent zijn eigen grenzen onvoldoende
Doet meer dan hij kan en heeft moeite te delegeren
Is vaak woedend op het bedrijf dat hem dit is aangedaan.
20. MOGELIJKE OORZAKEN VAN BURN-OUT
Ervaren werkdruk, tijdsdruk en interferentie werk en thuissituatie
rolproblemen en emotionele belasting
Afwezigheid van energiebronnen: m.n. gebrek aan sociale steun
collega’s en leidinggevende en gebrek aan feedback over
eigen prestaties
Gebrek aan participatie in de besluitvorming
21. BURNED OUT!
Houd werkplezier en werkdruk in balans door erop te letten als je
merkt dat je leeft van vakantie naar vakantie, zonder echt
energie op te doen.
En ga er niet van uit dit overkomt mij niet!
Collega’s wijs je mede collega’s erop als je ziet dat er
rooksignalen zijn, je hebt het meestal eerder door dan
betrokkene zelf dat er brand zit aan te komen.
23. LANDELIJK ONDERZOEK NAAR LANGDURIGE
STRESSFACTOREN BIJ HUISARTSEN
Gemiddeld werken huisartsen vier dagen per week.
Slechts een derde van de huisartsen werkt fulltime.
De gemiddelde omvang van de aanstelling is weliswaar
deeltijd, wel bedraagt de gemiddelde werkweek 48 uur.
Een werkdag is gemiddeld 12 uur. Hoe kleiner de aanstelling, hoe
langer de werkdag.
24. LANDELIJK ONDERZOEK NAAR LANGDURIGE STRESS
FACTOREN BIJ HUISARTSEN
Huisartsen zijn tevreden met hun werk. Werken als solist, in een
duo praktijk of in een groepspraktijk is niet van invloed op de
arbeidstevredenheid.
Waarnemers rapporteren een iets hogere gemiddelde
tevredenheid dan (mede)praktijkhouders en huisartsen in
loondienst.
Het aantal jaren werkervaring is van invloed op de
arbeidstevredenheid: hoe langer in het vak, hoe lager de
waardering.
25. LANDELIJK ONDERZOEK NAAR LANGDURIGE STRESS
FACTOREN BIJ HUISARTSEN
Huisartsen rapporteren een forse werkdruk
Waarnemers rapporteren een lagere werkdruk dan zelfstandig
gevestigde huisartsen
26. LANDELIJK ONDERZOEK NAAR LANGDURIGE STRESS
FACTOREN BIJ HUISARTSEN
Op de vraag in welke mate aspecten energie geven dan wel
kosten:
blijkt patiëntenzorg de meeste energie te geven en de belasting
van de diensten de meeste energie te kosten.
27. LANDELIJK ONDERZOEK NAAR LANGDURIGE STRESS
FACTOREN BIJ HUISARTSEN
Ruim 70% van de huisartsen rapporteert weleens signalen van
overspannenheid bij zichzelf te hebben geconstateerd.
Bijna 15% van de huisartsen zegt zelf wel eens burn-out te zijn
geweest.
Van de beginnende huisartsen (<40 jaar) antwoordt 10% reeds
burn-out of overspannen te zijn geweest.
28. LANDELIJK ONDERZOEK NAAR LANGDURIGE STRESS
FACTOREN BIJ HUISARTSEN
Er bestaat geen relatie tussen burn-out en geslacht.
Tweederde van de huisartsen geeft aan dat administratieve
handelingen bijdragen aan het veroorzaken van
overspannenheid
Het eigen functioneren en de tevredenheid met het werk als
huisarts wordt door bijna 60% van de huisartsen besproken in
intercollegiaal overleg.
29. LANDELIJK ONDERZOEK NAAR LANGDURIGE STRESS
FACTOREN BIJ HUISARTSEN
Jongere huisartsen doen dit vaker.
Ruim de helft is het eens met de stelling dat het onderwerp burn-
out onder huisartsen moeilijk bespreekbaar is.
Als huisartsen bij zichzelf signalen van overspannenheid
bemerken, zoeken zij vrijwel allemaal hulp en steun bij de ‘inner
circle’ (partner, vriend, collega uit de praktijk).
30. LANDELIJK ONDERZOEK NAAR LANGDURIGE STRESS
FACTOREN BIJ HUISARTSEN
70% van de huisartsen overweegt professionele hulp in te roepen
bij signalen van overspannenheid door het raadplegen van een
psycholoog, de eigen huisarts of de
arbeidsongeschiktheidsverzekeraar.
Een kwart van de huisartsen geeft aan zeker geen beroep te
doen op externe hulp(verlening) wanneer zij bij zichzelf signalen
zouden zien van overspannenheid of burn-out
31. LANDELIJK ONDERZOEK NAAR LANGDURIGE STRESS
FACTOREN BIJ HUISARTSEN
De groep die zegt te overwegen contact op te nemen met de
arbeidsongeschiktheidsverzekeraar is ruim een kwart, terwijl maar
4,5% zegt dit zeker te doen.
Minstens van even groot belang is, dat één op de acht
huisartsen verwacht zeker niets te doen en gewoon door te gaan
met het werk.
Daarenboven zou bijna een derde overwegen de signalen te
negeren.