Mindfulness voor verpleegkundigen: Soft of Zinvol II
1. Mindfulness voor verpleegkundigen:
Soft of zinvol?
TEKST: Martine Steen, arts en
mindfulnesstrainer en werkte de afgelopen
jaren in het Radboud UMC voor Mindfulness.
Momenteel heeft zij haar eigen
mindfulnesspraktijk in Wijk bij Duurstede,
www.steenmindfulness.nl.
BijZijn-XL
09>
nr. 06 - 2017
08
BijZijn-XL
nr. 06 - 2017
>
In 2014 plaatsten wij in dit blad een groot artikel over mindfulness. Inmiddels zijn we een
paar jaar verder. De hype is nog niet voorbij. Voor- en tegenstanders vinden het nog steeds
belangrijk om er aandacht aan te schenken. Dat geeft te denken. Een reprise.
U leert prioriteiten te stellen, voldoende energie te behouden en
zorgt dat de effectiviteit van uw organisatie toeneemt’
reclameert een aanbieder voor bedrijfsmindfulness. In andere
berichten staan uitspraken als:‘Mindfulness leert je om je
problemen los te laten, je zorgen weg te mediteren, het helpt je
om gelukkig te zijn.’ Wie wil dat niet? Het maakt een soort
supermensen van ons.
Het lijkt erop dat dergelijke uitspraken worden gedaan door
mensen die zich niet goed in mindfulness hebben verdiept, want
het is niet waar wat hier wordt beweerd. De kritieken richten
zich meestal op deze verkeerde interpretatie van wat
mindfulness zou zijn en hebben in die zin dan ook volkomen
gelijk dat mindfulness die beloften niet waarmaakt.Toch is het
jammer, want zo doen voor- en tegenstanders mindfulness
tekort.
Mindfulness staat voor een bepaalde vorm van bewuste
aandacht. Milde, open aandacht die bereid is naar het moment
te kijken zonder dat meteen onze oordelen erover onze reactie
overnemen. Dat is niet ingewikkeld, maar wel ongebruikelijk en
daardoor lastig.Want allemaal zijn we geneigd om een
gebeurtenis meteen te koppelen aan een mening en vervolgens
aan een reactie. Dat gaat vaak goed, maar soms ook helemaal
niet. Zeker wanneer sprake is van stress en vermoeidheid.
Dan kunnen we minder goed afstand nemen, minder goed
onbevooroordeeld kijken en reageren we op een manier die
niet altijd behulpzaam is. Bijvoorbeeld door ons gevoel uit te
schakelen. Geen ruimte meer te nemen voor plezier of
ontspanning. Strenger te worden in ons zelfbeeld. Of ongemak
te mijden waardoor problemen onopgelost blijven.
Omdat deze gewoontes vaak diep ingebakken zitten, is het niet
eenvoudig om dit te veranderen.Vaak weten we trouwens ook
wel wat eraan schort en dat we het anders zouden moeten
doen. En raken we nog meer gefrustreerd omdat het ons niet
lukt om ‘een beter mens’ te zijn.
Om onszelf hierin meer ruimte te geven, is oefening nodig.
Een mindfulnesstraining kan daarin een begin zijn. Het is
oefenen met niet langer automatisch (ver)oordelen, maar
onderzoeken. Stil te staan bij al die neigingen die we hebben,
bij al die omstandigheden die we meemaken. Of ze nou
leuk zijn of minder leuk.
Keuze
Volgens Hanne Verweij is dat oefenen essentieel.
Hanne is bedrijfskundige en mindfulnesstrainer. Daarnaast is ze
onderzoeker aan het Radboud Universitair Medisch Centrum in
Nijmegen voor mindfulness. Momenteel doet zij promotie
onderzoek naar het effect van mindfulness op klachten van
burn-out bij artsen in opleiding.
‘Ik merk dat de kwaliteit van mijn aandacht minder wordt als ik
minder oefen.Vooral in stressvolle periodes schiet ik dan vaker
in de automatische piloot. De automatische piloot is het
tegenoverstelde van mindfulness. Het betekent dat we
onbewust en vanuit patronen reageren op situaties. Dat is
helemaal niet altijd slecht hoor. Soms zijn die automatische >
L
een de Heer is gipsverbandmeester. Daarvoor werkte
hij als verpleegkundige op onder andere de eerste
hulp en de ambulance. Hij moet helemaal niets
hebben van die mindfulnesshype vertelt hij.Van al die geleerde
en minder geleerde mensen die mooie woorden spreken over
het hier en nu en het belang van accepteren en loslaten. De
belofte van rust en geluk die vaak in hun boodschappen verpakt
zit.‘Ze moeten maar eens een dagje meelopen in ons vak’, zegt
hij.‘Stront afvegen, intense pijn zien en horen lijden, mensen
helpen met zware invaliditeit die nooit meer overgaat of ziekte
die zeker zal eindigen met een vroegtijdige dood. Om nog maar
te zwijgen over onze eigen stress door al deze zaken en het
chronisch tijdtekort in ons werk. Hoezo rust, hoezo accepteren
en loslaten? Donderstraal toch op.’
Wat het is
Hoe zit het dan toch, met die mindfulness? In de berichten
erover staan inderdaad vaak prachtige resultaten die je ermee
zou kunnen bereiken.‘Door mindfulness te introduceren in uw
organisatie vermindert u de stress van uw werknemers.
BEELD: Fotolia
patronen zelfs heel handig. Deze hebben we niet voor niets
en zijn ook vaak ontstaan uit eerdere ervaringen. Maar dat betekent niet dat
dit ook altijd de behulpzame manier is om op een bepaalde situatie te
reageren. Stel je voor, je hebt de neiging om een onprettige situatie uit de weg
te gaan. Dat kan heel handig zijn als je de situatie alleen maar erger maakt
door je ermee te bemoeien. Maar wanneer je altijd wegloopt bij iets dat
onprettig is, mis je daardoor de kans om dingen te veranderen.’
Door mindfulness wordt je je bewuster van patronen en neigingen en geef je
jezelf de ruimte om op een andere manier naar een situatie te kijken, vertelt
Hanne.‘Het helpt je om eerst eens stil te staan en opmerkzaam te zijn voordat
je reageert. Het maakt je ervan bewust dat je ook tijdens stress keuzes hebt.
Als je automatisch reageert, ben je je er niet van bewust dat je überhaupt
een keuze hebt.’
Onderzoek
Uit onderzoek blijkt dat werknemers in de gezondheids- en welzijnszorg een
bovengemiddeld hoge werkdruk ervaren. Dit komt niet alleen doordat er vaak
snel, veel of hard gewerkt moet worden, maar ook omdat het emotioneel
zwaar is. Hanne:‘De emotionele belasting is bij deze groep mensen vaak
groot. Het is een algemene burn-out-predictor voor mensen met werk in
deze categorie. Burn-out komt veel voor bij werknemers in de zorg. Daarom
onderzoeken wij of mindfulness kan helpen bij het verminderen hiervan.’
Omdat haar onderzoek in de laatste fase voor publicatie zit, kan ze nog niets
zeggen over de uitkomsten. Maar ze kan wel vertellen dat uit al eerder
gepubliceerd onderzoek bij huisartsen is gebleken dat het volgen van een
mindfulnesstraining mogelijk effect heeft op de manier waarop werkers in de
gezondheidszorg in hun vak staan. Na het volgen van een mindfulnesstraining
namen voor deelnemers hun mindfulnessvaardigheden toe (vijf verschillende
facetten van mindfulness: het vermogen om te observeren, te beschrijven,
bewust te handelen, niet te oordelen en non-reactief te zijn), evenals hun
zelfcompassie en werkbevlogenheid. Het cynisme (burn-out-component)
in de houding van de mindfulle hulpverleners nam af.
Hoewel haar onderzoek niet gericht was op verpleegkundigen, is zij ervan
overtuigd dat dit ook op hen van toepassing kan zijn. Uit buitenlands
onderzoek blijkt dit ook. In het International Journal of Nursing Knowledge
2014 werd een literatuuronderzoek gepubliceerd van Smith en anderen
waarin werd gekeken of mindfulness ondersteunend kan zijn voor verpleeg-
kundigen bij het omgaan met stress. De conclusie was dat het inzetten van
mindfulness het vermogen om met stress om te gaan kan verbeteren en
uiteindelijk kan leiden tot een verbetering van de kwaliteit van zorg. In een
andere publicatie uit 2014 – van Janice Horner et al. – wordt ook gekeken
naar het effect van mindfulness op ervaringen van verpleegkundigen en
patiënten. Ook dit onderzoek liet een verbetering zien van de mindfulness-
vaardigheden, een vermindering van de burn-outklachten en een vergroting
van de patiënttevredenheid bij patiënten die te maken hadden met
verpleegkundigen die een mindfulnesstraining hadden gevolgd.
Verder onderzoek is in gang om deze bevindingen te toetsen.
Compassie
Theo Niessen is als associate lector Persoonsgerichte praktijkvoering in zorg
en welzijn verbonden aan Fontys Hogeschool Mens en Gezondheid en het
VUmc. Naast deze taken richt hij zich op de inzet van mindfulness in de zorg.
In het vorige artikel vertelde hij hier bevlogen over. Nu, een paar jaar later,
ziet hij nog steeds, misschien zelfs meer, het belang van mindfulness ter
2. <
ondersteuning van de verpleegkundige.
‘Uit Vlaams onderzoek blijkt dat verpleegkundigen vaak een type
D-persoonlijkheid hebben. Dat betekent bijvoorbeeld dat ze gemakkelijk
negatief-kritisch zijn, snel piekeren en veel slikken voordat ze voor zichzelf of
een situatie opkomen. In zo’n negativity-bias is het gevaar- c.q. bescher-
mingssysteem in ons actief. Daardoor wordt het moeilijker om open te staan
voor de situatie, voor jezelf en voor de ander. Die eigenschappen maken
kwetsbaar voor overbelasting en burn-out.’
Niessen vindt vooral het compassie-element hierin belangrijk.‘Compassie
betekent voor mij verzachten. Uìt het gevaarsysteem komen. Je bewust zijn
van je reactiviteit en jezelf gerust kunnen stellen. Er zijn twee oefeningen die
ik daar wel voor inzet.Als ik bij mezelf reactiviteit opmerk, verklein ik mijn
naam en zeg tegen mezelf:“Ach Theoke, daar ga je weer”. Dat helpt mij om
zachter te worden. Bij reactiviteit van de ander realiseer ik me dat die ander
ook, net als ik, gelukkig wil zijn. Daardoor kan ik met meer mildheid en meer
openheid luisteren.’
Dat aspect van verzachten vinden we lastig, zegt hij.‘Het wordt gemakkelijk
zweverig genoemd, wat wel aangeeft hoe we ons daartegen verweren.
Er is echter ook onderzoek, onder andere van Tania Singer – als directeur
verbonden aan het Max Planck Instituut voor cognitie- en neurowetenschap-
pen in Leibzig – dat laat zien dat dit cultiveren van compassie cruciaal is in
het verbeteren van sociale vaardigheden en van onze geestelijke en
lichamelijke gezondheid.’
In reactie op de hype zegt Niessen:‘De verspreiding van mindfulness kan
volgens mij niet goed plaatsvinden via snelle media, omdat mindfulness zich
niet via die media laat kennen.Als je een vooroordeel hebt tegen mindfulness,
dan zul je dat door de berichten waarschijnlijk houden.’ Mindfulness nodigt je
uit om in de ervaring van die oordelen te gaan staan en je beleving van het
moment te onderzoeken. Het gaat om oefenen, niet om overdenken, als je wilt
ervaren hoe het voor je kan werken.
In de praktijk
Terug naar de gipsverbandmeester.Want zijn verhaal is nog niet af.‘Dat ik de
hype niet waardeer of de gemakkelijke taal die over de voor- en nadelen
gesproken en geschreven wordt, betekent niet dat ik mindfulness zelf
veroordeel’, zegt hij. Sterker nog, hij heeft een negenweekse training gedaan.
Na een veelbelovend begin kwamen bij de derde en vierde sessie zijn
oordelen en reactiviteit goed opzetten en vroeg hij zich af wat hij er eigenlijk
deed. De Heer:‘Maar dat was waardevol en hetzelfde voor alle deelnemers
merkte ik. Het gáát er juist om je eigen oordelen te leren kennen en ze ook
eens, zonder oordeel, naast je te kunnen neerleggen.Toen ik dat eenmaal in
de gaten had, werd het pas echt leuk. Mindfulness is niet iets nieuws, het is
iets dat we allemaal al doen en kunnen. Zeker mensen in ons vak denk ik.
Maar we kunnen het verder leren ontwikkelen. Er is veel mindfulness waar
10
BijZijn-XL
nr. 05 - 2017
ZIEKTEBEELDEN
>
we eigenlijk geen gebruik van maken, juist omdat we zo druk of
gestrest zijn. Door het te trainen oefen je om ook op moeilijke
momenten bewust te blijven.Vooral van de manier waarop je
met die moeilijke momenten en met jezelf omgaat.Als ik eens
chagrijnig ben omdat ik slecht heb geslapen, of omdat de
mevrouw die ik ingips onprettig veel lijkt op mijn tante Truus die
ook zo vreselijk kon dooremmeren over haar kwaaltjes, dan is
het heel belangrijk om mijn eigen afkeer te kunnen zien en te
merken dat ik daardoor wordt beïnvloed. Daar kan ik boos om
worden, of juist overdreven lief uit een soort schuldgevoel, ik
kan er gefrustreerd door raken. Maar ik kan ook vriendelijk
blijven, ook naar mezelf, het opmerken en vervolgens laten voor
wat het is. Niet door ervan weg te lopen. Maar door het niet te
veroordelen en me te realiseren dat dit alleen maar een
gedachte of een gevoel van mij is. Zoals we allemaal gedachten
en gevoelens hebben.
Weer te weten dat we allemaal wel eens zeuren, en dat het
soms geen zeuren is maar verdriet dat overloopt. En dat zowel
de ander als ik zelf er blij van worden als ik mijn werk ondanks
dat met aandacht kan doen.’
Mindfulness is geen lievige houding die alles maar goedvindt,
vertelt De Heer.‘Het is ook geen gelukstherapie. Eigenlijk gaat
het over het ontwikkelen van nieuwsgierigheid. Steeds weer met
belangstelling en openheid kijken wat er is.’ Hij waarschuwt
echter ook:‘Zoek een goeie trainer.Wij verpleegkundigen zijn
van een soort die zich niet alles laat vertellen. Mindfulness wordt
door de hype overal voor gebruikt. Maar het is geen snelle
oplossing van al onze problemen. Het vraagt oefening en geduld.
Daardoor kan ik, net als na het trainen van een spier, uiteindelijk
leniger en vriendelijker met uitdagingen omgaan. Dat maakt me
niet tot een supermens. Maar het geeft mij en mijn patiënten
wel meer voldoening.’
>
<
ETHIEK
W
at hebben sympathie, empathie en
compassie met elkaar gemeen?
In de eerste plaats hetzelfde Griekse
woord waar ze van afgeleid zijn: het
werkwoord ‘pathein’, dat ook zit in woorden als patiënt,
passie en pathetisch, en heeft te maken met ondergaan,
dulden en lijden. De drie woorden hebben ook met elkaar
gemeen dat ze voor veel mensen te maken hebben met het
verschil tussen zorg en goede zorg: in goede zorg zit iets van
gevoel en betrokkenheid. En ten slotte: deze drie woorden
worden nog al eens op één hoop gegooid. Iedereen weet wel
ongeveer wat ermee bedoeld wordt, maar hoe het precies
zit, bijft vaak onduidelijk.
Is die verwarring erg? Soms zou je denken dat het al heel wat is
als er met gevoel gewerkt wordt. Laten we dus niet te moeilijk
doen en niet verder neuzelen over woordjes. Maar misschien
leggen we de lat dan wat te laag.Want bij deze drie woorden
gaat het om iets wat van groot belang is voor patiënten.Waar
medeleven en gevoel ontbreken in de zorg is er niet zozeer een
tekort, maar wordt iets vermeerderd of toegevoegd: leed. Ogen
kunnen zich soms nog jaren nadien vullen met tranen wanneer
patiënten vertellen hoe bot een zorgverlener ooit kon reageren.
Waar wij gezonde professionals soms dingen op één hoop
kunnen gooien, blijkt dat bij patiënten anders te liggen. De
Canadese onderzoeker Shane Sinclair interviewde de afgelopen
jaren 53 ernstig zieke patiënten met de vraag wat compassie
voor hen betekent, en of dit voor hen hetzelfde is als sympathie
en empathie. Het bleek dat compassie heel belangrijk is voor
patiënten, en dat zij haarfijn het verschil tussen deze drie dingen
konden uitleggen. Nu zit daar wel een klein taaldingetje als we
het over deze drie begrippen hebben, want tussen woorden die
in het Engels en het Nederlands hetzelfde lijken, kunnen
betekenissen licht verschuiven.
Sympathie
Bij sympathy gaat het volgens de patiënten om een reactie die
voortkomt uit medelijden en gekenmerkt wordt door een gebrek
aan relationeel begrip en zelfbehoud.Als we dat zo lezen, blijkt
dat het Engelse ‘sympathie’ zoals het hier gebruikt wordt ergens
tussen medeleven en medelijden in ligt. Het gaat hier om
reacties als ‘Het spijt me’,‘Het moet verschrikkelijk zijn’, of
‘Ik kan me niet voorstellen hoe dat moet zijn’. Patiënten voelen
zich bij zulke reacties alleen gelaten. Ze hebben het gevoel
dat zorgverleners zich niet werkelijk inlaten met hun situatie.
De reactie is oppervlakkig, en helpt niet het lijden te dragen.
Het lijkt alsof de zorgverlener vooral zichzelf wil beschermen
voor het leed.
Empathie
Bij empathie gaat het om iets wat wezenlijk anders is.
Hierbij gaat het om een affectieve reactie waarin iemand
probeert om het leed van iemand anders te erkennen en te
begrijpen door emotionele weerklank.‘Kunt u me helpen om uw
situatie te begrijpen...’, ’Ik heb het gevoel dat u zich voelt
alsof...’, of ‘Ik voel hoe verdrietig u bent’. Patiënten voelen dat
een zorgverlener echt met ze meevoelt. Ze voelen dat de
zorgverlener probeert zich te verplaatsen in hun situatie en
dat ze zich echt verbinden met het leed. Dat is steunend.
Het is al heel wat. Maar het kan nog beter.
Compassie
Bij compassie gaat het om meer dan empathie of meevoelen.
Patiënten spreken van compassie wanneer ze merken dat
iemand echt iets wil doen aan het lijden en de nood van iemand,
door relationeel begrip en daden.‘Ik weet dat u lijdt, maar zijn er
dingen die ik kan doen waardoor het beter wordt?’, of ‘Wat kan
ik doen om uw situatie te verbeteren?’ Patiënten voelen dat er
bij compassie sprake is van echt geven om een ander. Het is
altruïstisch en er spreekt liefde uit. Ze voelen dat de zorg
verlener ook persoonlijk geraakt is, en het beste wil doen, zelfs
al gaat dit verder dan wat vanuit hun vak voorgeschreven is.
Meevoelen met patiënten kan dus blijkbaar op verschillende
manieren. Het begint steeds in onze onzichtbare binnenkant.
Maar hoe preciezer onze woorden, hoe beter onze afstemming.
In compassie komt het beste samen wat patiënten nodig
hebben: iemand die met ze meeleeft, persoonlijk geraakt is, en
zich met hart en ziel voor ze inzet. Het kan een verschil maken
waaraan patiënten steeds weer in grote dankbaarheid
terugdenken.
Sympathie, empathie en compassie
TEKST: Carlo Leget, hoogleraar zorgethiek en
geestelijke begeleidingswetenschappen aan
de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht
De woorden sympathie, empathie en compassie liggen qua betekenis dichtbij elkaar,
maar worden in de zorg door de patiënt wel degelijk heel verschillend ervaren.
BijZijn-XL
11>
nr. 06 - 2017
ETHIEK