2. Overzicht van het aantal nieuwe patiënten bij de
poli Urologie AZP in de periode
juni 2012 tot en met mei 2013
Anton de Kom Universiteit van Suriname
Faculteit der Medische Wetenschappen
Discipline Public Health
Namen: Bholasing Sunayana
Chandrikasing Ranjana
Chetty Maya
Kodan Tieneke
Leung Jane
Datum: 29 april 2014
5. InleIdIng (1)
Wat is urologie?
Urologie is het medisch specialisme dat zich
bezig houdt met de diagnostiek en de
chirurgische behandeling van ziekten van de
nieren en de afvoerwegen daarvan
6. InleIdIng (2)
Probleemstelling
In Suriname is er geen data over de aandoeningen die
zich presenteren op de urologie poli waardoor er geen
beeld gevormd kan worden over de aandoeningen die
veel voorkomen binnen de urologie.
Dagelijks komen er ± 5 nieuwe patiënten de urologie
poli binnen met verschillende klachten en
aandoeningen.
8. InleIdIng (4)
Probleemstelling
Subvragen
• Met welke klachten/symptomen presenteren de
patiënten die de poli Urologie binnen treden zich
• Wat zijn de top 3 meest gestelde diagnosen op de poli
Urologie
• Welk geslacht en etniciteit komt het meest voor bij de
verschillende patiënten
• Welke leeftijdsgroep is het meest aangedaan
9. InleIdIng (5)
Doel van het onderzoek:
Overzicht van het aantal nieuwe patiënten bij de poli
Urologie AZP in de periode juni 2012 tot en met mei
2013
14. 14
lIteratuurstudIe (3a)
Urolithiasis
Nefrolithiasis of urolithiasis is de vorming van stenen in
de urinewegen.
Epidemiologie
• Nederland
Incidentie: 2 per 1000 patiënten per jaar.
Man:vrouw ratio = 2:1
Prevalentie: 5%.
• Verenigde Staten
Prevalentie: stijging van 5%
Man:vrouw ratio = 1.3:1.
15. 15
Literatuurstudie (3B)
Symptomen
• Kolieken
• Bewegingsdrang
• Misselijkheid en braken
• Uitstraling van pijn
• Macroscopische of microscopische haematurie
• Mictieklachten
• Koorts bij een urineweginfectie (UWI)
17. 17
Literatuurstudie (4a)
Benigne prostaathyperplasie (BPH)
BPH is een goedaardige proliferatie van klier-epitheel en
bindweefselstroma binnen de periurethrale prostaatklier
dat resulteert in obstructie van de blaas. Het komt
meestal bij mannen boven 65 jaar voor. De klachten zijn
lower urinary tract symptoms (LUTS) of mictieklachten.
Epidemiologie (NHG standaard)
Incidentie:
• 1 tot 10 per 1000 mannelijke patiënten per jaar
(45 tot 64 jaar)
• 10 tot 34 per 1000 mannelijke patiënten (>75 jaar)
22. 22
MethodoLogie (2)
dataverzaMeLing
1. Selectie: alle nieuwe geregistreerde patiënten van 1 juni
2012 tot en met 31 mei 2013 uit het register van de poli
Urologie
2. Lichten van patiënten statussen aan de hand van
geboortedatum en naam
3. Line list: naam, voorletter, geslacht, geboortedatum,
datum consult, etniciteit, symptomen/klachten en
diagnose
4. Data analyse en verwerking in Microsoft Excell en
SPSS 17.0
40. conclusie (1)
Uit het onderzoek kunnen de volgende conclusies worden
getrokken:
• Mictieklachten zijn de meest voorkomende symptomen
waarmee de patiënten zich presenteren binnen de poli
Urologie
• De top 3 meest gestelde diagnosen op de poli Urologie
zijn urolithiasis, BPH/LUTS en UWI (hoog + laag)
04/15/18
41. conclusie (2)
• Mannen komen het meest voor
• Hindoestanen vormen de grootste groep
• De meest aangedane leeftijdsgroep is 41-60 jaar
41
43. Discussie (1)
Er is een groot verschil tussen het aantal
mannen(n=973) en vrouwen(n=294) in ons onderzoek.
Mogelijke redenen:
• Mannen met urologische klachten worden eerder
verwezen naar de uroloog
• Vrouwen worden eerder verwezen naar de
gynaecoloog
• Prostaat klachten op oudere leeftijd
44. 44
Discussie (2)
Er waren 134 statussen niet gevonden.
Mogelijke redenen van de niet gevonden statussen:
• Statussen gelicht tijdens opname van de patiënt
• Statussen gestuurd naar andere afdelingen bij
verwijzing
• Patiënten die zich verkeerd hebben aangemeld, dus bij
de verkeerde poli
• Niet verschijnen van de patiënten voor behandeling door
de specialist
45. 45
Discussie (3)
• Er zijn geen algemene standaarden voor het noteren
van de etniciteit bij de registratie van patiënten, dus
etniciteit bepaald aan de hand van de namen
• De resultaten die gebasseerd zijn op de etniciteit zijn
hierdoor slechts indicatief
46. 46
Discussie (4)
• Volgens de resultaten blijkt dat urolithiasis, BPH/LUTS en
UWI (hoog+laag) de meest gestelde diagnosen zijn bij de
patiënten
• In de VS is de prevalentie van urolithiasis hoger bij de
mannen in vergelijking met de vrouwen.
Ratio man/vrouw = 1.3: 1. In Nederland komt urolithiasis
tweemaal zo vaak voor bij mannen dan vrouwen (ratio
man/vrouw = 2:1).
47. 47
Discussie (5)
• Dit geldt ook voor de onderzoekspopulatie in de
periode juni 2012 tot en met mei 2013, ratio
man/vrouw= 1.6:1.
Volgens de verkregen ratio berekend uit de data,
verzameld tijdens ons onderzoek, liggen we dichterbij
de Nederlandse ratio
• Volgens de literatuur komt BPH/LUTS het meest voor
bij mannen boven 65 jaar. Volgens de gevonden
resultaten komt BPH/LUTS in het AZP het meest voor
in de leeftijdscategorie 61-80 jaar
48. Discussie (6)
• Er is geen data beschikbaar om te kunnen vergelijken
of de incidentie van de verschillende aandoeningen is
toegenomen of afgenomen
• Verder kunnen we geen uitspraak doen over een
toename of afname van het aantal nieuwe patiënten per
jaar
51. AAnbevelingen
• Algemene standaard incorporeren om de etniciteit te
noteren
• Digitaliseren van data
• Onderzoek naar de factoren die een rol kunnen spelen
bij het ontwikkelen van urolithiasis
• Het noteren van het aantal nieuwe patiënten elk jaar
voor vergelijking naar toename of afname van de
incidentie
In Suriname is er geen data over de aandoeningen die zich presenteren op de urologie poli waardoor er geen beeld gevormd kan worden over de aandoeningen die veel voorkomen binnen de urologie. Dagelijks komen er ± 5 nieuwe patiënten de urologie poli binnen met verschillende klachten en aandoeningen. De onderzoeksvraag die hieruit voortvloeit is: “Welke meest gestelde diagnose zien we binnen de poli Urologie in de periode juni 2012 – mei 2013?” Drs. A.Ramsoekh (Uroloog AZP)
Volgens de National Urology Research Agenda (NURA) van de American Urological Association zijn er belangrijke groepen van aandoeningen waaraan aandacht besteed moet worden voor verdere ontwikkelingen binnen het urologisch onderzoek. En deze zijn:
Epidemiologie
NederlandDe incidentie van urinesteen aanvallen in de huisartsenpraktijk is ongeveer 2 per 1000 patiënten per jaar. Kinderen en adolescenten hebben zelden een urinesteen, maar vanaf de volwassen leeftijd neemt de incidentie toe met een piek op middelbare leeftijd; mannen hebben ongeveer tweemaal zo vaak een urinesteen als vrouwen. De prevalentie van urinestenen in de algemene bevolking, gewoonlijk uitgedrukt in patiënten die ooit één of meer manifestaties van urinestenen hebben gehad, bedraagt ongeveer 5%.
Verenigde StatenDe prevalentie van nierstenen neemt toe, er is zeker een stijging van 5% in vergelijking met de afgelopen 10 jaren. Man/vrouw ratio = 1.3:1.
Symptomen, afhankelijk van de grootte van de steen:
Kolieken: pijn in de flank die in aanvallen optreden
Bewegingsdrang
Misselijkheid en braken
Uitstraling van pijn naar de voorzijde van de onderbuik en lies en soms tot in het scrotum c.q. labium majorum
Macroscopische of microscopische hematurie
Mictieklachten
Koorts bij een urineweginfectie (UWI)
2e persoon
NGH standaard=nederlands huisartsen genootschap
De NHG-Standaard noemt een incidentie van 1 tot 10 per 1000 mannelijke patiënten per jaar in de leeftijd van 45 tot 64 jaar en 10 tot 34 per 1000 mannelijke patiënten ouder dan 75 jaar.
Exacte onderscheiding: laag is vanaf blaas naar beneden…
Deze studie is een retrospectieve studie, namelijk een overzicht van het aantal nieuwe patiënten bij de poli Urologie AZP in de periode juni 2012 tot en met mei 2013.
Data van de periode 1 juni 2012 tot en met 31 mei 2013 werd verzameld uit patiënten statussen die werden opgeslagen in de kaartenbakken op de poli Urologie. Deze data werd dan ingevoerd in MS Excell.
Verwerking Voor dataverwerking is gebruik gemaakt van de programma’s Microsoft Excell en SPSS 17.0. Voor significantie werd gehanteerd p<0.05.
Ten eerste werden alle nieuwe geregistreerde patiënten van 1 juni 2012 tot en met 31 mei 2013 uit het register van de poli Urologie geselecteerd. Vervolgens werden, aan de hand van de geboortedatum en de naam, de lijsten uit de kaartenbakken gelicht en afgelezen. Tijdens het analyseren van de patiënten statussen is gebleken dat de etniciteit niet genoteerd werd. Maar aangezien wij een subvraag hadden omtrent de etniciteit hebben wij het bepaald aan de hand van de familienaam. Dit hebben we gedaan om een indicatie te krijgen van de verschillende etniciteiten binnen de studiepopulatie. Voor dit onderzoek zijn we één keer volledig door de kaartenbakken gegaan. Vervolgens hebben we vier keren op verschillende perioden gecontroleerd om de gemiste statussen toch nog te vinden. Voor de studie relevant geachte informatie, namelijk naam, voorletter, geslacht, geboortedatum, datum consult, etniciteit, symptomen/klachten en diagnose, werd ingevoerd in een data-formulier in Microsoft Excell. Als laatst werden alle data bij elkaar gevoegd voor analyse.
De onderzoekspopulatie bestaat uit patiënten, zowel mannen als vrouwen ongeacht leeftijd en etniciteit, die voor het eerst komen op de poli Urologie in de periode 1 juni 2012 tot en met 31 mei 2013. De studiepopulatie werd bepaald aan de hand van de nieuw geregistreerde patiënten uit het register van poli Urologie, met aftrek van de niet gevonden en incomplete statussen.
Er zijn 1406 nieuwe geregistreerde patiënten, waaronder 1087 mannen en 319 vrouwen . Uit de 1406 patiënten statussen zijn er 134 statussen niet gevonden en 5 incomplete statussen. De gehele studiepopulatie telt dus 1267 individuele gevallen (n=1267), waarvan in totaal 973 mannen en 294 vrouwen. De jongste patiënt is 17 dagen oud en de oudste is 91 jaar.
Uit tabel 1 blijkt dat de Hindoestanen de grootste groep en de Inheemsen de kleinste groep vormen in de periode juni 2012 – mei 2013.
Uit figuur 2 blijkt dat er meer patiënten tussen 41-60 jaar de poli Urologie bezoeken. In de leeftijdscategoriën 41-60 jaar en 61-80 jaar bezoeken de meeste mannen de poli Urologie, terwijl dat bij de vrouwen in de leeftijdscategoriën 21-40 jaar en 41-60 jaar is.
Uit tabel 2 blijkt dat mictieklachten de meest voorkomende symptomen zijn waarmee patiënten zich presenteren binnen de poli Urologie. Het blijkt ook dat mictieklachten zowel bij mannen als vrouwen de meest voorkomende symptomen zijn in vergelijking met de andere symptomen. Het totaal aantal mannen en vrouwen in deze tabel correspondeert niet met het totaal gevonden mannen (973) en vrouwen (294) binnen de studiepopulatie. Dit komt doordat één patiënt zich met meerdere symptomen kan presenteren
3e persoon
De top 3 meest gestelde diagnosen over het algemeen zijn urolithiasis, BPH/LUTS en UWI (hoog + laag). BPH/LUTS komt alleen bij mannen voor, terwijl urolithiasis zowel bij mannen als bij vrouwen voorkomt. Gelet op de aantallen, blijkt dat 209 mannen gediagnosticeerd zijn met BPH/LUTS, terwijl 187 mannen gediagnosticeerd zijn met urolithiasis. Hieruit kunnen we concluderen dat BPH/LUTS de meest gestelde diagnose is bij de mannen, terwijl dat urolithiasis is bij de vrouwen.
Uit tabel 4 blijkt dat bij de Creolen en de Marrons BPH/LUTS de meest gestelde diagnose is bij mannen, terwijl dat UWI is bij vrouwen. Bij de Hindoestanen en de Javanen is urolithiasis de meest gestelde diagnose bij zowel mannen als vrouwen. Bij de Overige blijkt dat BPH/LUTS de meest gestelde diagnose is bij mannen, terwijl dat urolithiasis is bij vrouwen
De aandoeningen die genoemd zijn in figuur 3 tot en met figuur 5 zijn aandoeningen van het mannelijk geslachtsorgaan en komen dus alleen bij mannen voor. Haematurie en AUR kunnen ook bij vrouwen voorkomen, maar in de leeftijdscategorie 16-20 jaar waren het de meest gestelde diagnosen bij mannen.
Binnen de leeftijdscategorie 0-20 jaar komen er 6 vrouwen voor. Binnen deze groep hebben 3 vrouwen UWI (hoog + laag), dit is de meest gestelde diagnose. De overige 3 vrouwen hebben elk een andere diagnose, namelijk hydronefrose, niercyste en urolithiasis.
Uit figuur 7 blijkt dat urolithiasis de meest gestelde diagnose is bij mannen en vrouwen in de leeftijdscategorie 21-40 jaar.
Uit figuur 8 blijkt dat urolithiasis de meest gestelde diagnose is in de leeftijdscategorie 41-60 jaar bij zowel mannen als vrouwen.
Uit figuur 9 blijkt dat BPH/LUTS de meest gestelde diagnose is in de leeftijdscategorie 61-80
jaar bij mannen, terwijl urolithiasis de meest gestelde diagnose is bij vrouwen.
Uit figuur 10 blijkt dat BPH/LUTS de meest gestelde diagnose is in de leeftijdscategorie 81-100 jaar bij mannen. Bij vrouwen in deze leeftijdscategorie is UWI (hoog + laag) de meest gestelde diagnose.
4e persoon
Er werd gewerkt met een studie populatie bestaande uit 1267 patiënten, waaronder 973 mannen en 294 vrouwen. Er is een groot verschil tussen het aantal mannen en vrouwen in ons onderzoek. Dit zou kunnen komen doordat mannen, bij het krijgen van urologische klachten, eerder verwezen worden naar de uroloog. De prostaat geeft meestal op oudere leeftijd klachten, waardoor dit één van de belangrijkste redenen vormt voor verwijzing naar de uroloog. Vrouwen worden vanwege de bouw van hun urologisch stelsel eerder verwezen naar de gynaecoloog.
134 statussen werden niet gevonden na gezocht te hebben op de mogelijke opslagplaatsen. De reden hiervoor is onbekend. Mogelijke redenen zouden kunnen zijn dat de statussen gelicht werden tijdens opname van de patiënt. Verder werden de statussen gestuurd naar andere afdelingen bij verwijzing. Het kan ook voorkomen dat patiënten zich verkeerd hebben aangemeld, dus bij de verkeerde poli. Daarnaast zou het kunnen dat patiënten hun naam opgeven, maar niet verschijnen voor behandeling door de specialist. In deze gevallen worden de gemaakte statussen dan verscheurd en weggedaan.
De etniciteit was niet aangegeven in de statussen, dit omdat er geen algemene standaarden zijn voor het noteren van de etniciteit bij de registratie van patiënten. Voor ons onderzoek hebben we de etniciteit dus bepaald aan de hand van de namen. Dit hebben we gedaan om een indicatie te krijgen van de verschillende etniciteiten in de studiepopulatie. De resultaten die gebasseerd zijn op de etniciteit zijn hierdoor zeer onbetrouwbaar.
5e persoon
Volgens de resultaten blijkt dat urolithiasis, BPH/LUTS en UWI (hoog+laag) de meest gestelde diagnosen zijn bij de patiënten.
In de VS is de prevalentie van urolithiasis hoger bij de mannen in vergelijking met de vrouwen. Ratio man/vrouw = 3.1: 1. Dit geldt ook voor de onderzoekspopulatie in de periode juni 2012 tot en met mei 2013, ratio man/vrouw = 1.6:1.
In Nederland komt urolithiasis tweemaal zo vaak voor bij mannen dan vrouwen (ratio man/vrouw = 2:1). Volgens de verkregen ratio berekend uit de data, verzameld tijdens ons onderzoek, liggen we dichterbij de Nederlandse ratio.
Volgens de literatuur komt BPH/LUTS het meest voor bij mannen boven 65 jaar. Volgens de gevonden resultaten komt BPH/LUTS in het AZP het meest voor in de leeftijdscategorie 61-80 jaar.
Doordat dit onderzoek niet eerder is gedaan in Suriname is er geen data beschikbaar om te kunnen vergelijken of de incidentie van de verschillende aandoeningen is toegenomen of afgenomen. Verder kunnen we geen uitspraak doen over een toename of afname van het aantal nieuwe patiënten per jaar.
Tabel 3Het aantal patiënten per leeftijdscategorie is veel meer bij de overige aandoeningen in vergelijking met de meest gestelde diagnosen die we opgesomd hebben in tabel 3. Dit komt omdat we bij ons onderzoek 89 verschillende diagnosen hebben genoteerd over de gehele studiepopulatie waarvan wij de 10 meest gestelde diagnosen hebben vermeld in tabel 3. In totaal zijn er 79 diagnosen onder 1 groep geplaatst. Doordat bepaalde diagnosen helemaal niet of heel weinig in een bepaalde leeftijdscategorie voorkomen, ontstaat er een grotere hoeveelheid patiënten bij de groep ‘Overige aandoeningen’.
1)Het is belangrijk dat er een bepaald systeem wordt geïntroduceerd binnen het ziekenhuis, waarbij men duidelijk noteert tot welke etnische groep een specifieke patiënt zich rekent. Dit systeem zou het best werken als het geïncorporeerd wordt bij het begin van intrede van de patiënt, dus bij de balie-assistenten. Die zouden het expliciet kunnen vragen en noteren op de patiënten dossiers. Hierdoor wordt het mogelijk gemaakt om bij een vervolgonderzoek de juiste etniciteit op een betrouwbaardere wijze mee te nemen in de analyse.
2)Ook het digitaliseren van data zou een positieve impact kunnen hebben op vervolg onderzoekingen. Het wordt dus een stuk makkelijker om data te verzamelen, resultaten te verkrijgen en conclusies te trekken. Daarnaast zou het kunnen zorgen voor een beter overzicht van het patiëntenbestand. Het neemt dus minder ruimte in beslag en de informatie van de statussen is makkelijker op te lichten.
3) Tenslotte wordt aangehaald dat uit ons onderzoek gebleken is dat over het algemeen urolithiasis de meest gestelde diagnose is, ook binnen de leeftijdscategorie 41-60 jaar. Naar aanleiding hiervan zou er dus een onderzoek gedaan kunnen worden, waarbij er gelet wordt op de factoren die een rol kunnen spelen bij het ontwikkelen van urolithiasis. Hierbij kan er gelet worden op aspecten zoals het dieet, de leefomstandigheden, voorgeschiedenis, familiaire geschiedenis of andere aandoeningen die een stimulerend effect hebben op steentjesvorming in de urinewegen.
4) Om een uitspraak te doen over een toename of afname van het aantal patiënten per jaar die de poli Urologie binnentreden kan men elk jaar het aantal nieuwe patiënten uit het register van de poli noteren en vergelijken.