1. Doelen stellen - ‘Waar word jij eigenlijk voor betaald?’
Vijf activiteiten.
Vul hieronder eerst de vijf activiteiten in die je meestal uitvoert.
1. 2. 3. 4. 5.
Beschrijf de kern van je functie. Gebruik onderstaande vragen.
• Wat kan jij doen in je team dat niemand anders kan doen?
• Wat gaat er mis als jij lang ziek bent?
• Welke activiteiten kunnen anderen moeilijk van jou overnemen?
• Over welke activiteit ben je het meest trots?
• Waar word jij voor betaald?
• Wat is het doel van jouw functie? Breng het doel van je functie onder woorden in een lange zin.
• Breng die omschrijving dan terug tot een enkel ‘kerndoel’. Ik ben hier om te.........
Kijk weer terug naar de vijf activiteiten die je boven aan de pagina invulde.
• Zijn ze in overeenstemming met je kerndoel?
• Is de tijdsbesteding aan de diverse activiteiten evenredig met het doel waarvoor je bent
aangesteld?
• Wat valt je op?
Op welke manier kunnen je activiteiten beter worden afgestemd op het doel van je functie?
Denk hierbij aan de vier vragen:
• Moet het juist nu gedaan worden?
• Moet juist ik het doen? Hoort het wel bij mij?
• Moet het wel op deze manier worden gedaan?
• Moet het eigenlijk wel gedaan worden?
Afstemmen activiteiten op het doel van mijn functie:.....

2. Tips voor het delegeren
• Welke zaken ga ik delegeren?
• Aan wie ga ik de taak delegeren? Is deze persoon bekwaam en competent en heeft hij daarvoor
beschikbare tijd?
• Welk resultaat wil ik gerealiseerd hebben?
• Wanneer moet het klaar zijn (deadline)?
• Wanneer en hoe zijn er controle momenten?
• Welke middelen heeft de medewerker nodig om de taak uit te voeren?
• Wat is het belang en de achtergrond van de gedelegeerde taak?
• Welke kritieke momenten voorzie je?
Overige tips:
• Delegeer d.m.v. een gesprek zodat je vragen en onduidelijkheden kunt toelichten.
• Opleiden, instrueren, informeren
• Wees bereikbaar voor advies
• Beloon en complimenteer voor de geleverde prestaties
Stappen:
• Licht het doel van de opdracht / taak toe.
• Verklaar de reden / achtergrond.
• Spreek een haalbare deadline af.
• Check de motivatie.
• Bepaal het budget.
• Spreek evaluatiemomenten af.
• Kijk wie steun en bijdrage kan leveren
• Geef aan waar / wanneer je te bereiken bent.
• Zie vragen / problemen als kansen voor verbetering.

3. Tips voor planning
• Plan dagelijks en wekelijks. Open en sluit de dag en week. Maak bij de sluiting alvast een
planning voor de komende dag en week. Dat geeft rust, overzicht en een voldaan gevoel. Plan
ook tijd voor planning!
• Kijk vooruit, drukke tijden zie je aankomen, plan er tijd voor in.
• Plan realistisch, anders raak je alleen maar gefrustreerd en krijg je nooit het voldane gevoel aan
het eind van de dag. Een formule die kan helpen: (4x max. tijd + 1x min. tijd) / 5.
• Plan per dag iets (slechts 1 zaak) wat je wil afmaken zodat je met een tevreden gevoel naar huis
kan gaan. Bovendien kan je dat gebruiken om te onderhandelen als iemand met extra taken
aankomt.
• Plan bruto i.p.v. netto d.w.z. plan reistijd, voorbereidingtijd, zoektijd, looptijd, opstarttijd ook
in.
• Plan buffers zodat je je achterstand kan wegwerken. Bijvoorbeeld 1 dagdeel per week.
• Plan tijd in waarin je je voorneemt ongestoord (dus zonder telefoontjes, deur dicht) te werken
aan taken die essentieel maar niet urgent zijn (witte tijd).
• Plan 60% van je dag en houdt 40% onvoorzien. Dus op een werkdag van 8 uur plan je 3 uur voor
onvoorzien.