De kosten van het energieakkoord (2019) - Stichting MWBWouter de Heij
see also : www.food4innovations.blog
and
https://food4innovations.blog/2018/07/21/over-grote-getallen-en-de-nog-grotere-getallen-in-het-energie-en-klimaatdebat-en-vooral-over-energie-balans-versus-de-energie-consumptie-in-nederland/
and
https://food4innovations.blog/2018/08/19/ik-ben-niet-tegen-maar-ook-niet-voor-kernenergie-maar-laten-we-samen-eerst-eens-gaan-rekenen-waarschijnlijk-deel-1/
and more
Het jaarlijkse binnenlandse aardgasverbruik varieert de afgelopen vijftien jaar van 44 tot 52 miljard m3. Er is nog ongeveer 500 miljard m3 winbaar gas - daar zijn we dus in 10 tot 15 jaar doorheen. De gaskraan gaat vanzelf dicht en dan moeten we Noors of Russisch gas importeren, tenzij we zelf voor een andere oplossing kiezen. De winning van Noors gas daalt ook rond 2030. Vooral Rusland is dan onze redder in nood, een ongemakkelijk vooruitzicht.
aardgasverbruik, biodiversiteit, duurzaam, duurzaamheid, energie, energieakkoord, energieprestatiecoëfficiënt, energietransitie, gascrisis, klimaatconferentie, klimaatverandering, milieu, oliecrisis, overbevolking, smart grid, sustainable, toekomst, wind energie, zonne energie
Zijn we wel klaar voor een duurzame toekomst?Niels Bosman
In hoeverre kunnen we een duurzame economie aan? Wat doen we momenteel aan duurzaamheid in Noord-Nederland? Is het veel beleid, maar weinig uitvoering? In welke fase van de energie transitie zitten we nu eigenlijk?
De kosten van het energieakkoord (2019) - Stichting MWBWouter de Heij
see also : www.food4innovations.blog
and
https://food4innovations.blog/2018/07/21/over-grote-getallen-en-de-nog-grotere-getallen-in-het-energie-en-klimaatdebat-en-vooral-over-energie-balans-versus-de-energie-consumptie-in-nederland/
and
https://food4innovations.blog/2018/08/19/ik-ben-niet-tegen-maar-ook-niet-voor-kernenergie-maar-laten-we-samen-eerst-eens-gaan-rekenen-waarschijnlijk-deel-1/
and more
Het jaarlijkse binnenlandse aardgasverbruik varieert de afgelopen vijftien jaar van 44 tot 52 miljard m3. Er is nog ongeveer 500 miljard m3 winbaar gas - daar zijn we dus in 10 tot 15 jaar doorheen. De gaskraan gaat vanzelf dicht en dan moeten we Noors of Russisch gas importeren, tenzij we zelf voor een andere oplossing kiezen. De winning van Noors gas daalt ook rond 2030. Vooral Rusland is dan onze redder in nood, een ongemakkelijk vooruitzicht.
aardgasverbruik, biodiversiteit, duurzaam, duurzaamheid, energie, energieakkoord, energieprestatiecoëfficiënt, energietransitie, gascrisis, klimaatconferentie, klimaatverandering, milieu, oliecrisis, overbevolking, smart grid, sustainable, toekomst, wind energie, zonne energie
Zijn we wel klaar voor een duurzame toekomst?Niels Bosman
In hoeverre kunnen we een duurzame economie aan? Wat doen we momenteel aan duurzaamheid in Noord-Nederland? Is het veel beleid, maar weinig uitvoering? In welke fase van de energie transitie zitten we nu eigenlijk?
Een voor de hand liggende opdracht voor iedere generatie is ervoor te zorgen dat de nakomelingen een wereld erven die hen alle kansen biedt op een minstens even goed bestaan. Met de dreigende gevolgen van de opwarming van de aarde, de teloorgang van biodiversiteit en de uitputting van natuurlijke hulpbronnen komt het nakomen van deze morele plicht steeds meer in het gedrang.
Een mogelijk antwoord is onze ecologische voetafdruk drastisch te verminderen. Kan dit echter zonder de welvaartsmachine van de vrije markt in duigen te laten vallen? Ecomodernisten zijn van mening dat dit mogelijk moet zijn. Ze geloven dat technologische vooruitgang economische groei kan verzoenen met ecologische doelstellingen.
Hoe realistisch zijn de scenario’s van het ecomodernisme en wat is nodig om dit nirwana te bereiken?
Lees de inspiratienota van ETION: http://www.etion.be/kennisbank/economie-en-ecologie-een-perfecte-symbiose
Een voor de hand liggende opdracht voor iedere generatie is ervoor te zorgen dat de nakomelingen een wereld erven die hen alle kansen biedt op een minstens even goed bestaan. Met de dreigende gevolgen van de opwarming van de aarde, de teloorgang van biodiversiteit en de uitputting van natuurlijke hulpbronnen komt het nakomen van deze morele plicht steeds meer in het gedrang.
Een mogelijk antwoord is onze ecologische voetafdruk drastisch te verminderen. Kan dit echter zonder de welvaartsmachine van de vrije markt in duigen te laten vallen? Ecomodernisten zijn van mening dat dit mogelijk moet zijn. Ze geloven dat technologische vooruitgang economische groei kan verzoenen met ecologische doelstellingen.
Hoe realistisch zijn de scenario’s van het ecomodernisme en wat is nodig om dit nirwana te bereiken?
Lees de inspiratienota van ETION: http://www.etion.be/kennisbank/economie-en-ecologie-een-perfecte-symbiose
KJ Poppe Actualiteiten Dronten en Blaricum.pptxKrijn Poppe
Presentatie gebruikt in ongeveer deze vorm bij een discussiebijeenkomst in het Kerkcafé van Blaricum en bij de AERES Hogeschool voor studenten in Dronten
VNCI persconferentie december 2009 - presentatie Jan ZuidamVNCI
Met een daling van het productievolume met vijf procent en een omzetverlies van 25 procent ten opzichte van 2008 (voorlopige cijfers) kan 2009 voor de chemische industrie in Nederland als ‘zwaar’ worden gekenschetst. Zowel qua productievolume als qua omzet is de sector terug op het niveau van eind 2003. Aldus VNCI-voorzitter Jan Zuidam vandaag tijdens de eindejaarspersconferentie van zijn organisatie.
Landbouweconomische concepten en ontwikkelingen toegelicht voor de cursus Bedrijseconomie en Ondernemerschap van de VLB. Ook in iets aangepaste vorm gebruikt in afgelopen tijd op Nijenrode en Leiden Uni.
VKW Metena waarschuwt voor belangrijke macro-economische onevenwichten. Importerende landen zitten té zwaar in de schulden om nog langer de export van China, maar ook Duitsland, te kunnen blijven financieren. Als de Duitse economische groeilocomotief stilvalt of vertraagt, zal het Belgische wagonnetje al snel orde op zaken moeten stellen.
We moeten de kosten verlagen (onze loonindexering is een anachronisme, en ons overheidsbeslag en onze energiekosten liggen veel te hoog) en werk maken van een veel flexibeler arbeidsmarkt, meer innovatie en een andere fiscaliteit die minder lasten legt op arbeid.
De Nederlandse woningvoorraad bevat grote aantallen flats, portiekwoningen en appartementencomplexen die niet meer voldoen aan de eisen van deze tijd. Voor een snelle en efficiënte renovatie introduceert Fermacell het ‘halve-doos-in-doos-concept’. Een revolutionaire droogbouwoplossing die hedendaagse comfort geeft aan verouderde woningen.
De unieke materiaaleigenschappen van de fermacell Gipsvezelplaten maken het mogelijk om in renovatiewoningen nieuwbouwniveau (K=3) te realiseren door woningscheidende wanden aan slechts een zijde van een systeemwand te voorzien. Daarmee wordt aanzienlijk bespaard op materiaal en manuren ten opzichte van de traditionele doos-in-doos-oplossing. Zonder in te leveren op kwaliteit! Bovendien is het verlies aan verhuurbaar oppervlak minimaal. De systeemoplossingen die Fermacell binnen het halve-doos-in-doos-concept ontwikkelde voor vloeren, plafonds en wanden, zijn uitgebreid onderzocht. Ze voldoen, mits juist toegepast, aan de eisen die het Bouwbesluit stelt op het gebied van geluidsisolatie, brandwerendheid en thermische isolatie.
Renoveren volgens het halve-doos-in-doos-concept van Fermacell:
- Tot Bouwbesluitniveau (K=3)
- Minder manuren
- Minder materiaal
- Minimaal verlies aan verhuurbaar oppervlak
- Thermische verbetering ≥ Rc 3,5 m² K/W en ≥ Rc 5,0 m² K/W.
Het onafhankelijke adviesbureau Peutz voerde in 2012 een onderzoek uit naar de te verwachten geluidsisolatie van buitenwanden en woningscheidende constructies in appartementencomplexen, die gerenoveerd zijn volgens het halve-doos-in-doos-concept van Fermacell. Op basis van dit onderzoek concludeert Peutz dat renovatie volgens het halve-doos-in-doos-concept in het merendeel van de doorgerekende situaties voldoet aan de huidige geluidsisolatie-eisen, zoals vastgelegd in het Bouwbesluit 2012.
Presentatie TAPAS Fed. Parlement Wet van '96 energie-aspectenTomas Wyns
Presentatie over hoe bijkomende elementen rond economische productiviteit opgenomen kunnen worden in wet van '96 rond de "Preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen"
Similar to VKW Outlook Rondetafel 2014 Brussel (20)
Mensgericht digitaliseren. Hoe teams meekrijgen in digitale verandering?ETION
Digitale transformatie brengt fundamentele veranderingen teweeg in organisaties. Zoals in de manier van (samen)werken. Vaak botst men daarbij op menselijke obstakels zoals veranderstress of weerstand. De helft van onze bedrijven worstelt daarmee, zo blijkt uit onderzoek van ETION, Arteveldehogeschool en Idewe naar de mensfactor in digitale transformatieprocessen.
Onze praktijkbevraging toont hoe werkgevers de interne impact van digitale transformatie ervaren en hiermee omgaan. Wat zijn succesfactoren en pijnpunten in een digitaal veranderproces? Hoe anticiperen ze op de impact hiervan op het menselijk kapitaal?
Zowel uit de praktijkbevraging als uit de literatuur leren we dat organisaties die de mens centraal zetten in het veranderproces, succesvoller zijn in hun digitale transformatie. Vier bouwstenen kunnen organisaties helpen hun teams mee te krijgen in die verandering: een waarderend veranderproces, inzicht in het ecosysteem, een collectieve visie en een cultuur- & waardentoets.
Moderne Monetaire Theorie (MMT) stelt dat schulden ook kunnen worden voldaan met het drukken van nieuw geld. Dit is te mooi om waar te zijn. MMT is echter veel meer dan een geldpers. De theorie laat ons door een andere bril kijken naar de werking van ons huidig macro-economisch systeem. Deze nota is geen pleidooi om MMT in te voeren, maar geeft enkele aanzetten om er iets uit te leren.
Een minder oppervlakkige lezing van MMT brengt inzichten bij omtrent de werking van de Europese Monetaire Unie, de aanpak van de pandemie en de financiering van de klimaattransitie. De oorlog in Oekraïne zet deze vraagstukken nog meer op scherp. We moeten aanvaarden dat er voor dit soort voorvallen geen simpele oplossingen bestaan, ook niet onder MMT.
In theorie is er zelfs weinig verschil met de huidige manier van werken. In de praktijk riskeert ook MMT te stuiten op dezelfde systemische inertie. De grootste les is dat onze eigen overheid niet meteen nood heeft aan een geldpers maar aan een visie. Immers, wat houdt het beleid in een land met een overheidsbeslag van meer dan 50% tegen om beter te doen?
Na de geopolitieke rust van de jaren negentig komen we in een periode van turbulentie terecht. We leven in een extreem geglobaliseerde wereld waar goederen, geld en data tussen landen stromen alsof politieke grenzen niet meer bestaan. Tegelijkertijd zien we dat die politieke grenzen terug belangrijk worden en dat creëert disruptie van economische stromen.
Landen gaan steeds vaker de stromen van geld, goederen en data manipuleren of onderbreken om politiek een punt te maken. Als reactie daarop gaan andere landen hun afhankelijkheid proberen te verminderen. Zowel de actie als de reactie leiden tot politieke disruptie voor bedrijven.
Bedrijven kunnen in hun strategie dan ook niet louter vertrekken vanuit een economische logica gericht op maximale efficiëntie, maar moeten de politieke logica in rekening brengen wanneer ze beslissen over waar ze produceren, hun onderdelen verwerven en naar welke markten ze trekken.
De arbeidsmarkt in 2022: naar een nieuwe werkorganisatieETION
Na de toeleveringsproblemen in tal van sectoren dreigt nu ook de veralgemeende arbeidsschaarste het economisch herstel te blokkeren. Werkgevers moeten daarom elke opportuniteit aangrijpen om schaarse talenten aan te trekken en te behouden. De coronacrisis heeft geleerd dat er in elk hr-proces kansen schuilen om een verschil te maken.
Een belangrijke les is dat het hybride werken nog in de kinderschoenen staat. Het creëert nieuwe noden rond welzijn en de manier van leidinggeven en verhoogt de nood aan bijkomende opleiding en ondersteuning. De verhoogde aandacht voor individualisering vergt de ontwikkeling van soft skills en vraagt om een nieuwe manier van communiceren.
Corona heeft een aantal nieuwigheden meegebracht die de werkorganisatie op korte termijn grondig door elkaar schudt. Tegelijkertijd dringt zich op langere termijn een werkorganisatie op met veel meer aandacht voor het aanpassingsvermogen van medewerkers. Dit vergt een aanpak op het niveau van de gehele organisatie.
Ondernemingen worden in de klimaatzaak alsmaar nadrukkelijker voor hun verantwoordelijkheid gesteld. De transitie naar een koolstofneutraal en duurzaam zakenmodel wordt een mondiale concurrentiestrijd. Dichter bij huis krijgen we met de ‘green deal’ alvast een Europese routekaart.
Circulaire zakenmodellen helpen ondernemingen om de transitie in goede banen te leiden. Een lineaire manier van werken wordt omgebogen naar een circulaire aanpak. Door te delen, de levensduur te verlengen of producten als een dienst aan te bieden, vertragen we de technologische cyclus. Door (zo veel mogelijk) materialen en hulpbronnen te recupereren, maken we de cirkel rond.
In een wereld waar iedereen tegelijk schakelt, wordt dit circulaire verhaal alsmaar meer rendabel. Hogere consumptie en meer economische groei is in dit model duurzaam want circulair én koolstofneutraal. Uiteraard is er nog een lange weg te gaan en zal de transitie veel geld kosten. Maar, niets doen, kost nog veel meer.
Storytelling. Hoe verhalen bedrijven kunnen veranderenETION
Bedrijven zijn onlosmakelijk verbonden met verhalen. De identiteit van een onderneming zit immers in de eerste plaats in de verhalen die eigenaars, klanten, medewerkers en belanghebbenden erover delen.
Maar niet elk verhaal is even geloofwaardig. Als het uitgekiende marketingverhaal van een onderneming niet spoort met de praktijkverhalen van belanghebbenden, loopt het mis.
Toch ligt er voor organisaties heel wat potentieel in verhalen. Ze helpen te verklaren, te verbinden en te veranderen. In transformatieprocessen bieden verhalen zowel houvast als dynamiek. Houvast door de rol van verhalen in de historische identiteit van de organisatie, dynamiek door richting te geven aan de gewenste verandering. Indien goed aangepakt, kan storytelling veranderprocessen succesvoller en duurzamer maken.
De coronapandemie is een zeer uitzonderlijke episode in ons modern bestaan, maar we blijven geloven dat deze donkere wolk een zilveren randje zal hebben. Ondanks de vele tegenslagen en nieuwe spanningsvelden, is onze samenleving veerkrachtig gebleken.
Soms met vallen en opstaan, maar de gezondheidszorg, het onderwijs en organisaties in het algemeen hebben snel geschakeld. Heel wat ondernemingen hebben zichzelf heruitgevonden. Digitale transformatie, een toekomstgericht hr-beleid, participatief ondernemen, duurzaamheid… het staat allemaal plots veel nadrukkelijker op de agenda.
Corona is ook voor beleidsverantwoordelijken op alle niveaus een kans om te leren uit fouten. Deze crisis heeft op pijnlijke wijze een aantal van onze bestuurlijke tekortkomingen herbevestigd: te veel bureaucratie, te weinig professionalisme en te veel politieke inmenging belemmeren adequate besluitvorming in dit land. Hervormingen zijn nodig om het geloof in onze instellingen niet verder te laten afkalven.
Werken we om te leven of leven we om te werken? Het antwoord is: allebei, en het belang van het tweede neemt toe. Zelfs in tijden van crisis, zoals de coronapandemie in 2020. Voor een toenemend aantal werknemers én werkgevers is werk een dagelijkse bron van zingeving. Zoals onder de vorm van zelfontplooiing, zelftranscendentie of sociale verbondenheid.
Door meer aansluiting te vinden met de mens als zinzoeker, kunnen bedrijven een bron van betekenis zijn voor werknemers. Het geeft hen niet alleen voldoening, het helpt ook de teamwerking verbeteren, zo blijkt uit onderzoek. Zinvol werk biedt meerwaarde voor werknemer en werkgever. In deze inspiratienota belichten we wat werk zinvol maakt. We stellen vier bouwstenen van zinvol werk voor die de verbinding maken tussen het ‘doen’ en ‘zijn’ van werk.
Daarnaast hebben we ook aandacht voor de psychologische onderbouw van zingevend werk. Zinvol werk vereist immers dat men open het gesprek kan aangaan over de eigen werkbeleving en de teamwerking. Dat lukt alleen maar mits de aanwezigheid van psychologische veiligheid of de afwezigheid van angst om jezelf te zijn.
Arbeidsmarkt 2021: het nieuwe normaal vormgevenETION
Deze crisis zal een zware tol eisen op het vlak van tewerkstelling maar is tegelijk een uitgelezen kans om organisatorische veranderingen door te voeren, ook in functie van een toekomstgericht hr-beleid.
De impact op de mentale gezondheid van medewerkers is zeer nadrukkelijk op de agenda komen te staan. Telewerk zet de cohesie van teams onder druk en vergroot de afstand tussen medewerker en bedrijf. Dat maakt de nood aan communicatie en overleg inzake competenties en talentontwikkeling des te groter.
Duurzame inzetbaarheid vraagt ook dat er wordt gewerkt aan de wendbaarheid en het aanpassingsvermogen van medewerkers. Het delen van talent is niet alleen een middel om het te ontwikkelen, maar ook om het te behouden.
Het hybride model — een combinatie van on- en off-site werken — vinden medewerkers de meest aantrekkelijke formule. Flexibiliteit inzake werkplek vraagt evenwel om een vertrouwenwekkend kader waarin iedereen wordt betrokken. Iedereen betrekken betekent echter niet dat iedereen moet kunnen telewerken.
Worden mensen extra gemotiveerd doordat ze meer kunnen verdienen? Werken ze harder voor een bonus? Of is het net omgekeerd? In deze nota zoeken we uit onder welke omstandigheden geldelijke beloning kan bijdragen tot het bereiken van de doelstellingen van een organisatie.
We komen tot drie grote lessen. Primo: geld is niet de hoofdzaak maar een belangrijke bijzaak. Secundo: de manier waarop een beloningssysteem wordt opgezet en opgevolgd, is belangrijker dan de beloning zelf. Tertio: gedragsmatige factoren, waaronder groepsdynamica, bepalen of iets werkt of niet.
Door te werken met de juiste doelen kan men valkuilen vermijden. Het spanningsveld tussen samenwerking of concurrentie binnen teams is tevens een belangrijk aandachtspunt. Om gewenningseffecten te vermijden is er nood aan adequate communicatie en een onderbouwd systeem van prestatie-indicatoren.
Coöperatief ondernemen. De kracht van mede-eigenaarschapETION
De noodzaak om snel te schakelen in een disruptieve omgeving in combinatie met de schaarste aan talent, zet bedrijfsleiders van reguliere ondernemingen aan het denken. Steeds vaker worden ETION en Cera gecontacteerd om modellen van participatief en coöperatief ondernemen samen met hen te verkennen. De werkerscoöperatie, waarbij alle medewerkers medevennoten zijn, is daarbij de meest verregaande vorm.
Coöperatief ondernemen is echter niet voor iedereen weggelegd en is een organisatiemodel naast vele andere. Wie eraan begint, moet rekening houden met de randvoorwaarden zoals in deze nota uiteengezet. Die zijn gebaseerd op de rijke ervaring van Mondragón - de grootste coöperatieve onderneming in Europa.
Om de klassieke valkuilen te vermijden, moet er elke dag hard worden getimmerd aan een coöperatieve bedrijfscultuur, doordrongen van sociale controle en gericht op een permanente verbetering van zowel individuele als organisatorische kwaliteit. Zeker in een
coöperatieve onderneming is solidariteit een werkwoord.
Steeds meer bedrijven en leiders bezinnen zich over hun rol in de organisatie en samenleving. Medewerkers en leiders willen een werkomgeving waar ruimte is voor persoonlijke groei en zelfontdekking. Leiders met veel zelfinzicht zijn effectievere en betere leiders. Maar hoe ontwikkelt iemand zelfinzicht?
ETION bevroeg 350 leidinggevende profielen over hun bewustzijn, behoefte en engagement in zelfinzicht. De bevra-ging bevestigt dat er een grote behoefte is aan zelfreflectie en zelfontdekking.
Leiders geloven ook dat zelfinzicht van hen een betere leider maakt. Maar graven zij diep genoeg in gedrag en be-wustzijn? De bevraging toont namelijk aan dat er een drempel bestaat om met anderen te praten over eigen gedrag en leiderschapsstijl. Wie succesvol tot zelfbewustzijn wil komen, moet niet alleen aan zelfreflectie doen maar moet het beeld over zichzelf ook aftoetsen.
Er is ook nog heel wat ruimte om zelf een omgeving te creëren die zelfontdekking en persoonlijke groei stimuleert bij medewerkers. Leiders geven wel aan een klankbord te zijn voor hun medewerkers door met hen in gesprek te gaan over hun gedrag.
Is zelfinzicht een nice to have of een vereiste voor leiders en organisaties?
Succesvol ondernemerschap. Een bewegend doelwit in veranderende tijdenETION
Succesvolle ondernemers kijken niet naar de vorm maar naar de inhoud. Ze staan niet stil en kunnen van mening verschillen indien nodig, ook wanneer ze zich daarmee onsympathiek maken.
Deze en andere eigenschappen van succesvol ondernemerschap helpen we in deze inspiratienota identificeren aan de hand van een aantal tot de verbeelding sprekende persoonlijkheden. Het zijn stuk voor stuk leidende figuren in hun vakgebied die ook een woordje konden/kunnen meespreken over andere onderwerpen.
Aangezien we leven in tijden van snelle verandering, komt ook de vraag naar het leiderschapstype aan de oppervlakte. Ondernemers mogen de vraag naar de relevantie van hun eigen leiderschapsstijl niet uit de weg gaan. Ben ik de juiste man/vrouw op de juiste plaats in het licht van de levensfase waarin de onderneming zich momenteel bevindt? En hoe flexibel is een persoonlijke leiderschapsstijl tegen die achtergrond?
Creatief met schaars talent. Naar een slimme arbeidsmarkt 4.0ETION
De zogenaamde ‘war for talent’ woedt in alle hevigheid. Ten gronde hebben werkgevers drie manieren om hiermee om te gaan. De eerste is om het talent dat er reeds is, zo goed mogelijk aan boord te houden.
De tweede is om nieuw talent aan te trekken. Men moet breder kijken dan alleen naar de 100% perfecte kandidaten. De potentiële reserve zit niet alleen bij het contingent werklozen maar ook bij een grote groep niet-beroepsactieven. Ondernemingen moeten tevens vermijden dat nieuwkomers vroegtijdig vertrekken. Dat vraagt om een onboarding- en preboardingtraject dat reeds begint vanaf de ondertekening van het arbeidscontract.
Een laatste piste is het aanwezige talent verder te ontwikkelen door er creatief mee om te gaan. De wet ‘Werkbaar en Wendbaar Werk’ gaf daartoe een aanzet die werkgevers en werknemers evenwel verder tot ontwikkeling moeten brengen.
In deze inspiratienota staan we stil bij twee grote uitdagingen voor ons onderwijs: de kwaliteit en de relatie met de arbeidsmarkt.
Hoewel ons onderwijs nog altijd tot de wereldtop behoort, zien we in internationale metingen al gedurende bijna twee decennia een duidelijke achteruitgang. De oorzaken lijken veelvuldig. Maar spijtig genoeg zijn zinnige conclusies op dit moment bijna onmogelijk te trekken want er gebeurde hierrond nog maar weinig academisch onderzoek.
We moeten ook nagaan of het huidige studie- en opleidingsaanbod nog voldoende correspondeert met onze economische realiteit en de maatschappelijke noden. Daarbij moeten we de kaart durven trekken van meer generalistische opleidingen. We moeten jongeren de nodige vaardigheden en attitudes bijbrengen om binnen onze vlug veranderende maatschappij hun leven zo goed mogelijk uit te bouwen.
Ook de nood aan technisch geschoolden blijft anno 2019 groot en dit ondanks actieplannen ter zake. Acties om de maatschappelijke perceptie rond techniek en technologie bij te stellen, zijn urgent.
De asielzoekers die tijdens de vluchtelingencrisis van 2015 in ons land zijn toegekomen, zoeken momenteel volop hun weg op onze arbeidsmarkt. Ondanks het initiële optimisme over de economische inzetbaarheid van deze groep nieuwkomers, blijft hun werkelijke arbeidsmarktparticipatie echter vooralsnog beperkt. In tijden van toenemende krapte op de arbeidsmarkt zullen we nochtans al het beschikbare talent nodig hebben om onze ondernemingen verder te doen groeien.
Op basis van de resultaten van een ETION-enquête in 2018, kunnen we concluderen dat veel ondernemingen nog twijfelen om de stap te zetten naar aanwerving van mensen uit deze doelgroep. Ze denken dat hun kennis van het Nederlands en hun professionele competenties niet zullen volstaan om de vacante functies bevredigend in te vullen.
De ondernemingen die wel reeds met vluchtelingen aan de slag zijn gegaan, geven inderdaad aan dat ze vaak een bovengemiddelde inspanning hebben moeten leveren om deze mensen op hun werkvloer te integreren. Hoopvol is nochtans dat ze doorgaans zeer tevreden zijn met de arbeidsprestaties van mensen met een vluchtelingenachtergrond.
De deeleconomie is meer dan enkele nieuwe businessmodellen. Deeleconomie is deel van een fundamentele verandering in hoe we onze maatschappij organiseren als geheel. Die verandering wordt veroorzaakt door de digitalisering. Digitalisering verlaagt de kosten van communicatie. Daardoor wordt organisatie zo makkelijk, dat producenten plots concurrentie krijgen van hun eigen consumenten. Die organiseren zich om samen als gelijken of 'peers' producten te produceren voor elkaar in een gedeeld productieproces.
Door de smartphone kon deze 'peer-to-peer productie' de overstap maken naar de fysieke economie. Dit ging gepaard met de opkomst van tal van platforms zoals Uber en Airbnb die zelf niets produceren maar hun gebruikers de middelen geven om dat voor elkaar te doen. Het brengt hen in een fundamenteel andere economische logica. Daar waar klassieke bedrijven centraliseren, opschalen en standaardiseren, doen platforms het omgekeerde: decentraliseren, outsourcen en customizen. Die nieuwe logica zorgt voor groei, maar botst ook met onze bestaande maatstaven voor regulering en waardering.
Met de winstpremie die de federale regering eind 2017 invoerde, krijgen ondernemingen een eenvoudig, flexibel en fiscaal interessant instrument om medewerkers te laten delen in de winst. Het feit dat het initiatiefrecht voor deze premie onvoorwaardelijk bij de bedrijfsleiding en/of aandeelhouders komt te liggen, is een ware trendbreuk en kan de invoering van financiële participatieplannen in ons land in een hogere versnelling brengen.
We raden evenwel aan om goed na te denken over de toekenningsvoorwaarden. Bedrijven doen er goed aan om de uitkering van een winst-premie in te bedden in een breder en wervend verhaal dat erop gericht is om betrokkenheid en psychologisch eigenaarschap bij medewerkers te ontwikkelen rond te behalen doelstellingen over een voldoende lange termijn. Dit vraagt om een ondernemingscultuur waar inspraak mogelijk is, open wordt gecommuniceerd en medewerkers beschikken over een behoorlijke mate van autonomie.
Hippe, succesvolle jonge mannen die met Silicon Valley als voorbeeld ervan dromen de wereld te veroveren met disruptieve producten. Als het gaat over jonge startende ondernemers is dat vaak het beeld dat naar voren komt. Maar klopt dat wel? Deze ETION-inspiratienota brengt een genuanceerder beeld van de jonge ondernemer op basis van een enquête in samenwerking met Acerta, Hogeschool Gent, Arteveldehogeschool en Gentrepreneur bij meer dan 1.100 jonge ondernemers en zelfstandigen.
Onze enquête ontkracht enkele stereotypen over jonge ondernemers. De grote meerderheid onder hen bestaat uit eenmanszaken (68%) in eerder traditionele sectoren zoals gezondheidszorg, de vrije beroepen en de bouwsector. Naast Elon Musk en andere helden uit Silicon Valley zijn lokale Belgische ondernemers, zoals Marc Coucke en Willy Naessens, evenzeer een rolmodel voor jonge ondernemers uit onze regio. Slechts 15% droomt er effectief van de wereld te veroveren met internationale groei. Bijdragen aan maatschappelijk welzijn is voor de meerderheid wel een belangrijke doelstelling. Een ambitieuze beeldenstormer is de gemiddelde jonge ondernemer niet, geëngageerd is hij wel.
Intrapreneurship: ondernemen aan de binnenkantETION
In deze inspiratienota onderzoeken we hoe intrapreneurship een bedrijf wendbaarder en innovatiever kan maken. De conclusie is dat ‘ondernemen aan de binnenkant’ een cruciaal cultuurelement kan zijn om te reageren op disruptieve omgevingen.
Intrapreneurship is ondernemen van binnenuit waarbij medewerkers in een organisatie innovatieve ideeën lanceren én in handen nemen. Intrapreneurship kan op diverse manieren meerwaarde bieden voor een organisatie, zoals hogere betrokkenheid, minder verloop en meer wendbaarheid. Bedrijfsleiders die van hun werknemers ondernemers willen maken, zetten best in op een cultuur van experimenteergedrag en innovatie. We zien dat bedrijven concrete maatregelen kunnen nemen om een cultuur van intrapreneurship tot stand te brengen en ervoor te zorgen dat ideeën ook concrete resultaten opleveren.
9. Moeizaam herstel sinds Grote Recessie
107
OESO leading indicator
102
97
United States
Euro area (17 countries)
Brazil
China
India
Russian Federation
92
87
Jan-2008
Jan-2009
Jan-2010
Jan-2011
Jan-2012
Jan-2013
26. Naar langzame versnelling (BBP groei)
World
2011
3,9
2012
3,2
2013
2,9
2014
3,6
US
Euro zone
Japan
1,8
1,5
-0,6
2,8
-0,6
2,0
1,6
-0,4
2,0
2,6
1,0
1,2
2,7
4,3
6,3
9,3
0,9
3,4
3,2
7,7
2,5
1,5
3,8
7,6
2,5
3,0
5,1
7,3
Brazil
Russia
India
China
Source: IMF
38. „Peak oil‟ komt heel dichtbij
• Niet de veelbesproken aanbodgedreven
„peak-oil‟ maar wel een vraagpiek
• Twee technologische revoluties
– Fracking
– Autotechnologie:
• zuinigheid verbrandingsmotoren
• Hybride technologie
• Voertuigen op natuurlijk gas en waterstof
• Toename brandstofefficiëntie met 2,5% per
jaar genereert vraagpiek
41. Energiemarkt zit gevangen in een trilemma
Betaalbaarheid
Bevoorradingszekerheid
Duurzaamheid
Typisch Belgisch probleem
wordt hoe langer hoe meer
Europees
45. Trends marktprijzen voor natuurlijk gas
Source: American Chemistry Council (based on EIA, Petrobas, IMF, World Bank, various national agencies
46. (1) Betaalbaarheid
• Olie: wereldmarktprijzen
• Gas: meer en meer regionale prijs
• Elektriciteitprijs hangt af van:
– Brandstofprijzen voor opwekking (België: 51%
nuclear, 35% gas, 9% hernieuwbaar, 4% olie en 4%
steenkool)
– Efficiëntie omzettingsproces
– Marktomstandigheden (o.m. concurrentie)
– Belastigen en taksen
– Netkosten
– Klimaatbeleid
47. Prijzen „aan de pomp‟ (evolutie 2007-2012)
Source: IEA / Center for European Reform; Trends in energy price indexes 2005-12
48. (2) Bevoorradingszekerheid
• Piekvraag komt steeds meer in het gedrang
– Sluiting kerncentrales (problemen vanaf 2022)
• Ook in Duitsland met „Energiewende‟
– Beperkte importcapaciteit
• Piekaanbod steeds groter probleem omdat
aandeel intermittend aanbod stijgt en prioriteit
krijgt op het net
Hoelang duurt het nog voor het licht uit gaat?
49. (3) Duurzaamheid
• Zonnepanelen, windmolens,…
– Kosten van groene energie worden verhaald op de
distributiekosten, die nu helft factuur uitmaken
– Bevoorradingszekerheid?
• SERV doorlichting groen beleid:
– Gebrek aan marktwerking: verkeerde parameters.
– Weten waarom men kiest voor een technologie
– Efficiëntieverliezen subsidiëring zonnepanelen lopen
op tot veelvoud van de bijkomende middelen NIB.
51. Energieprijzen België versus buurlanden
• Studie Deloitte (2013)
– Grote industriële verbruikers betalen 12% (in
Vlaanderen) tot 45% (in Wallonië) meer voor
electriciteit ivm buurlanden
– Verschil bedraagt 6,5 euro per MWh (voor
Vlaanderen) tot 25 euro per MWh (in Wallonië)
– Voor 1.000 GWh profiel gaat het om nadeel van 6,4
miljoen euro in Vlaanderen versus 6,9 voor Wallonië
– Voor 100 GWh profiel gaat het om 1 miljoen euro per
jaar in Vlaanderen en 2,5 miljoen euro in Wallonië
52. Share of gain in production of chemicals
(excl. pharmaceuticals) through 2012-2020
Source: American Chemistry Council (based on EIA, Petrobas, IMF, World Bank, various national agencies
53. US chemistry trade balance shift
Source: American Chemistry Council (based on EIA, Petrobas, IMF, World Bank, various national agencies
55. Groene paradox
Belgisch en Europees beleid werken averechts
Groen beleid cash betaald met inefficiënties
Ondertussen reactie olieproducenten?
„Energiewende‟ in Duitsland
Unilateraal en plotsklaps doorgevoerd
Gascentrales niet meer rendabel op piekmomenten
Steenkoolcentrales wel en dus…
…70-tal nieuwe steenkoolcentrales gepland in EU
Straks meer CO² uitstoot?
56. België
• Naar een energienorm
– Prijzen voor industriële verbruikers niet hoger dan bij
de buren?
– Is wat anders dan prijsbevriezingen!
• Lange termijnbeleid
–
–
–
–
–
Herstellen marktwerking en investeringsklimaat
Importcapaciteit uitbouwen
Beleid van demand response (smart grid)
Afbouw regulering
Geen speeltuin
57. Europa
• EU milieubeleid werkt contraproductief
– Groene paradox
– Energiebedrijven investeren buiten Europa
– Emission Trading Scheme (ETS) defect
• Ook hier nood aan meer LT beleid
–
–
–
–
Schaliegas in Europa? Duur en niet evident
CO² uitstoot: binnenkort koekje eigen deeg?
ETS herstellen of opgeven
Meer coördinatie (echte Europese markt)
• Geopolitieke gevolgen schaliegas?
59. Discussiethema‟s
• Schaliegas geeft de VS slechts een tijdelijk
concurrentieel voordeel. De gevolgen voor de
industrie op lange termijn zijn beperkt.
• De subsidies voor groene energie zijn nodig om de
transitie te kunnen maken. Het prijseffect ervan op de
energie-intensieve gebruikers zal hen aanmoedigen
sneller energiezuiniger te worden en heeft dus op
termijn ook een voordeel voor hen.
63. Wat is economische groei?
• Bruto binnenlands product (BBP) = totale waarde van
goederen en diensten geproduceerd door een economie in
een bepaalde periode.
• Bij vergelijkingen doorheen tijd en ruimte:
o
o
Corrigeren voor prijsveranderingen = meten van
volumeveranderingen = reële BBP-groei of BBP-groei
in volumetermen.
Corrigeren voor bevolkingsveranderingen
= reële BBP-groei per hoofd.
64. Oorzaken van economische groei
• Inzet van meer productiefactoren: arbeid, kapitaal, land
(extensieve groei).
• Hogere output per eenheid ingezette productiefactor, bv.
door toename arbeidsproductiviteit (intensieve groei)
o Organisatorische vooruitgang
o Technologische ontwikkelingen: nieuwe
productieprocessen en nieuwe producten.
65. Huidige toestand
Reëel BBP per hoofd
35
1000 euro van 2005
33
30
Nederland
28
België
EU-15
25
23
20
1995
1998
2001
2004
2007
2010
2013
66. Huidige toestand
• Hoe groot is de kans dat we afsteven op nulgroei?
o
Sinds 2006 is nulgroei een feit
• Wat zijn de gevolgen?
• Belgische overheidsapparaat heeft duidelijk moeite zich
aan te passen aan de nieuwe situatie.
67. Gevolgen van nulgroei
Totale overheidsuitgaven in % van BBP
56
54
52
50
Nederland
België
48
EU-15
46
44
42
1995
1998
2001
2004
2007
2010
2013
68. Gevolgen van nulgroei
• Geldt ook voor andere indicatoren van publieke sector
o
Overheidsschuld: 95,7% van BBP in 2009 naar meer
dan 100% vandaag
• Werkloosheid kruipt eveneens omhoog, ondanks massale
uitstroom babyboomers
69. Gevolgen van nulgroei
• Vergrijzing in scenario van 1,5 % reële BBP-groei per jaar.
o
Pensioenuitgaven:
• 2011: 9,9 % van BBP
• 2030: 13,6 % van BBP
o
Gezondheidszorg:
• 2011: 8,0 % van BBP
• 2030: 9,4 % van BBP
• Hoe lager de economische groei:
o
o
Hoe hoger de aandelen in het BBP van 2030.
Extra uitgaven voor werkloosheid.
70. Gevolgen van nulgroei
• Risico op zware generatieconflicten
• Nieuwe uitdagingen, bv. verkleuring.
72. Groei is noodzaak
• Ontwikkeling milieutechnologie is relatief duur: gaat
gemakkelijker in context van groei.
• Kuznetscurve geen automatisme: overheid.
• Af te wachten of Kuznetscurve ook werkt voor
biodiversiteit, enz.
• Idem grondstoffen en energiedragers
o
Ontwikkeling recyclage, nieuwe materialen, nieuwe
technologieën (schaliegas).
73. Groei is noodzaak
• Internationale context:
o
o
Aandeel Westerse landen in wereld-BBP slinkt snel.
Gevolgen voor normen en waarden.
74. Besluit
• Groei is een noodzaak geworden.
• Cruciale vraag is eerder: hoe kunnen we de groeimotor
weer aanzwengelen?
75. Discussiethema‟s
• De westerse economieën hebben de jongste 100
jaar voldoende groei gekend. Het is evident dat het
nu aan de ontwikkelingslanden is en dat de groei in
de industrielanden stagneert.
• We zouden ons in België beter concentreren op een
nog meer gelijke verdeling van de taart tussen de
bevolking in plaats van de taart te willen groter
maken.