More Related Content Similar to DNV GL Marktwerking of Machtwerking
Similar to DNV GL Marktwerking of Machtwerking (20) DNV GL Marktwerking of Machtwerking1. © DNV GL
MARKTWERKING OF
MACHTWERKING?
ENERGY
Spanning op de energiemarkt biedt kansen voor
nieuwe businessmodellen
SAFER, SMARTER, GREENER
2. Marktwerking of machtwerking? 2
© DNV GL
Voorwoord 3
Scenario van 28 december 2019 4
01 Hoogspanning op het energielandschap 6
02 Contouren van een ideale energiewereld 9
03 Een realistische kijk op de grenzen van marktwerking in Europa 11
Van marktwerking naar machtwerking 12
04 Marktwerking in retailmarkt 14
Van oligopolie naar versnippering 16
Merkbeleving aanbieder wint aan belang 16
05 De dilemma’s voor grote energiebedrijven 18
06 Nieuwe diensten in de energiemarkt van de toekomst 20
Businessmodellen gericht op energiemanagement 22
Businessmodellen gericht op integratie en stabiliteit 23
Businessmodellen gericht op (lokaal) energievoorziening 23
07 Herontwerp op lange termijn, regie op korte termijn 24
08 Over het onderzoek 26
Over DNV GL en KPMG 28
Contact 29
INHOUDSOPGAVE
3. Marktwerking of machtwerking? 3
© DNV GL
Het is zaak dat we die ontwikkelingen ruim baan geven. Maar hoe verhoudt dat zich
tot hoe de energiemarkt op dit moment werkt? Er is sprake van grote volatiliteit.
Conventionele businessmodellen staan onder zware druk, evenals de fysieke
infrastructuur. De vraag is of het huidige marktmodel wel toekomstbestendig is.
Doet de markt zijn werk of moet er meer overheidsregie komen om de transitie
mogelijk te maken?
KPMG en DNV GL constateerden dat er onevenwichtigheden in de energiemarkt
zijn en willen hun bijdrage leveren aan de oplossing daarvan. Daartoe zijn we het
gesprek aangegaan met 10 deskundigen en hebben we een online enquête
uitgevoerd die door 78 professionals uit de energiesector werd ingevuld. In deze
publicatie treft u daarvan de resultaten aan. Op basis van deze resultaten zullen we
op onderdelen het initiatief nemen om samen met andere partijen te komen tot
oplossingen.
Hans Donkers
Partner, Management Consulting,
IT Advisory
KPMG
Wim Boogaard
Director and Country Manager
The Netherlands, Energy Advisory
DNV GL
VOORWOORD
De komende decennia zal zich een transitie naar een nieuwe energiewereld voltrekken.
We gaan van fossiel naar schoon, van product naar dienst, van consumer naar prosumer.
Het is erg lastig om te voorspellen welke technologieën en business concepten de winnaars
van morgen zijn. Het is zeker dat er andere verdienmodellen ontstaan, dat er een golf van
innovatie zal komen en dat nieuwe toetreders bestaande partijen gaan uitdagen.
5. Marktwerking of machtwerking? 5
© DNV GL
Wat een Nederlands volksfeest van ongekende omvang had moeten worden
ontaardde in een horrorscenario waar media wereldwijd verslag van deden.
De weersomstandigheden waren ideaal voor het organiseren van de eerste
Elfstedentocht in 22 jaar. Een groot koudefront met kraakheldere nachten hield
heel West-Europa enkele weken lang in zijn greep en bouwde voortvarend aan
een dikke ijsvloer die het laatste restje twijfel wegnaam bij de ijsmeesters.
De drie verlossende woorden lieten Nederland bijkans ontploffen. It giet oan.
De planning bleek geen dag te laat. Want kraakhelder was het die dag bepaald
niet meer, met een groot wolkenfront over heel Europa dat de dooi van de
komende dagen aankondigde. Gelukkig was het wel windstil, prettig voor de
meute schaatsers die zich onsterfelijk wilde rijden voor het nageslacht.
Achteraf blijken juist die weersomstandigheden de lont in het kruitvat te zijn
geweest. Terwijl heel Nederland zich opmaakte voor een volksfeest gaan radio- en
TV-zenders tegen half negen ‘s morgens opeens op zwart. Ook mobiele netwerken
gaan plat. In een half uur tijd landt het besef dat waarschijnlijk in grote delen van
Nederland de stroom is uitgevallen. Of reikt de black-out zelfs tot over de lands-
grenzen?
Een paar dagen later is het tijd voor een analyse van de puinhopen. Geplunderde
tankstations. Dreigtweets aan het adres van bestuurders van energiebedrijven.
In de weken daarna komt ook het zwartepieten goed op gang. Hoe kon het toch
gebeuren dat de energiecentrales de vraag naar elektriciteit die dag niet konden
invullen op de momenten dat we niet konden rekenen op aanbod van zon- en
windenergie? Was het elektriciteitsnet onvoldoende voorbereid op dit soort
extreme scenario’s? Functioneerde de energiemarkt niet goed?
In eerste instantie wijzen de vingers naar de energiebedrijven die de piekvraag
beter hadden moeten voorzien. Maar algauw verbreedt de discussie zich. Want de
onevenwichtigheden in het Europese energielandschap konden ontstaan doordat
SCENARIO VAN 28 DECEMBER 2019
elk land er zijn eigen politiek en energiebeleid op nahield: er waren al jaren grote
verschillen in subsidies voor duurzame energie, wet- en regelgeving, investeringen
in netwerken, en de splitsing tussen activiteiten in het gereguleerde en niet-
gereguleerde domein.
De publieke opinie over de Duitse Energiewende keert in een paar weken tijd
radicaal om. Der Spiegel vraag zich af hoe het toch mogelijk was dat de Duitse
overheid meer dan 300 miljard subsidie betaalde om zonne-energie te stimuleren.
Dat zorgde weliswaar voor beduidend lagere CO2-emissies en – in de beginjaren –
voor een nieuwe industrietak in Duitsland, maar zette ook een onevenredig hoge
druk op de netwerken en voorzag vooral de buurlanden jaren van spotgoedkope
stroom, omdat het aanbod in Duitsland te hoog was.
Zelfs de Atomausstieg komt in een ander daglicht te staan. Want de Duitsers vinden
het prima dat Duitsland radicaal afscheid neemt van de kerncentrales maar hoe
verhoudt dat zich tot bijvoorbeeld Zweden, waar deze energievorm juist wordt
omarmd? Als landen er zo verschillend over denken, kan er dan eigenlijk wel
sprake zijn van een Europese energiemarkt en ligt daar misschien de kiem van de
Elfstedenhorror?
Oh, en dan is er nog iets. Wie had er ook alweer opdracht gegeven tot het
afschakelen van de gascentrales die juist nu het probleem tijdig hadden kunnen
tackelen? Een parlementaire enquête is al in voorbereiding.
Begin 2020 is er dan ook maar een conclusie mogelijk. De marktwerking in de
energiesector is failliet. En hoe konden we zo dom zijn te denken dat marktwerking
überhaupt mogelijk is in een markt waar de goedkoopste vormen van energie –
kolen en kernenergie – tevens de minst gewenste vormen zijn? Hoe konden we
denken dat onze infrastructuur voorbereid was op een wereld waarin duurzame
energie zo’n grote rol speelt? Het weekblad The Economist vat het enkele weken
later handzaam samen op de cover: “We must have been smoking something
really bad.” n
7. Marktwerking of machtwerking? 7
© DNV GL
Bovendien: er ontstaat in de praktijk ook nu al steeds meer hoogspanning op de
energiemarkt. Grote energiebedrijven komen in financiële problemen. De conven-
tionele centrales zijn nauwelijks meer renderend te krijgen maar zijn de komende
decennia nog wel hard nodig voor de leveringszekerheid. En terwijl de fysieke
netwerken in Europa steeds meer met elkaar verknoopt raken zijn er wel grote
verschillen in energiebeleid en -subsidies.
Een aantal gesprekken in het kader van dit onderzoek legt de druk helder bloot.
Er speelt een combinatie van factoren.
n Mede als gevolg van de opkomst van schaliegas in de Verenigde Staten zijn kolen
zeer goedkoop. De CO2 beprijzing die de kosten van deze vervuilende productie-
vorm omhoog zou moeten drijven werkt niet, omdat het betreffende ETS-systeem
is ontworpen op basis van groei die nu al jaren niet wordt gerealiseerd.
n De door subsidies gedreven Duitse Energiewende zorgt voor een enorm
aanbod aan wind- en zonne-energie. Dat stroomt Nederland vrijwel gratis binnen
op momenten dat er veel zon en wind is. De Duitse netbeheerders zijn verplicht de
duurzaam geproduceerde elektriciteit af te nemen en het overschot aan energie
moet immers ergens heen. Tegelijkertijd moet Duitsland conventionele centrales
dwingen open te blijven om de leveringszekerheid te waarborgen op momenten
dat er weinig aanbod is van wind en zon. Het Duitse beleid wordt overigens in de
nieuwe coalitie aangepast: lagere en steeds verder afnemende feed-in-tarieven,
minder subsidie voor wind op land – vooral in minder windrijke gebieden – en
forse groei van wind op zee. Daarnaast de inzet van fossiele bronnen.
n Meer algemeen: Europese landen stellen elk afzonderlijk hun energiebeleid
vast, evenals de bijbehorende subsidies voor duurzame energie(bronnen).
De kern van het probleem: er zijn wel de nodige (steeds meer) fysieke stroom-
verbindingen, maar de prijsvorming is nog niet Europees. Bovendien ontstaat
er daardoor ‘subsidy shopping’ door energiebedrijven. Brussel pleit daarbij
voor ‘premium tarifs’ in plaats van ‘feed-in tarifs’.
n Het marktmodel is niet berekend op energielevering als die in belangrijke mate
afkomstig is van wind- en zonne-energie. Het huidige marktmodel werkt op basis
van de merit order waarin energiecentrales worden gerangschikt naar variabele
kosten. De windparken – met hoge investeringen maar lage kosten van productie
– winnen het dan van de conventionele centrales. Het resultaat is dat de conven-
tionele centrales ‘uit de markt worden gedrukt’ door de duurzame energie.
Tegelijkertijd zijn die conventionele centrales nog wel (hard) nodig als
capaciteitsbuffer voor momenten dat er weinig aanbod is van zon- en wind.
Deze bufferfunctie wordt in het marktmodel echter niet beprijsd. >>
01 HOOGSPANNING OP HET ENERGIELANDSCHAP
Elfstedenhorror veroorzaakt door een falend energielandschap. Er is waarschijnlijk wat fantasie
voor nodig om het extreme scenario goed te laten doordringen. Helemaal denkbeeldig is zo’n
scenario echter niet. Al was het maar omdat de werkelijkheid vaak absurder is dan fictie.
8. Marktwerking of machtwerking? 8
© DNV GL
Deze ontwikkelingen – een niet volledige opsomming – zetten grote druk op de
Europese energiemarkt. Er ontstaat grote druk op:
n de fysieke infrastructuur – traditionele buffers in het netwerk verdwijnen met
het afschakelen van gascentrales die nu niet rendabel te krijgen zijn.
n de financiële stabiliteit van energiebedrijven – die met het huidige business-
model (en bijbehorende kapitaallasten) niet meer winstgevend zijn te krijgen
en ook moeilijk toegang meer kunnen krijgen tot de kapitaalmarkt.
n de financiering van nieuwe infrastructuur – investeerders zijn terughoudend
door de onzekerheid over hoe de energiemarkt zich gaat ontwikkelen en het
gebrek aan een samenhangend Europees beleid.
“De onbalans in het energiesysteem is onverantwoord groot”, zo luidde dan ook
een van de stellingen die we bij dit onderzoek hanteerden. In de meerderheid van
de gesprekken bleek deze stelling te worden onderschreven. Typerend was de
reactie van een deelnemer aan de Strategie Summit Energie & Utilities 2013:
hij was het niet eens met de stelling. Want ‘we ain’t seen nothing yet’ en als het zo
doorgaat is de onbalans over een jaar of vijf pas echt onverantwoord groot.
De druk op het energiesysteem zal dan ook waarschijnlijk alleen maar sterker
worden, onder meer door de verdere opkomst van alternatieve energiebronnen,
die in verschillende landen een impuls krijgt. Deze vormen van duurzame energie
zijn per definitie minder stabiel – want afhankelijk van weersomstandigheden – en
zullen dus in elk geval meer vergen van de fysieke netwerken. n
01 HOOGSPANNING OP HET ENERGIELANDSCHAP
10. Marktwerking of machtwerking? 10
© DNV GL
rol vervullen door te handelen in ‘balancing’, maar ook industriële afnemers
hebben mogelijkheden om hun vraag naar energie te flexibiliseren. Daarnaast
zien wij ook een rol voor aggregators die op lokaal niveau zorgen voor de juiste
balancering. Ook nieuwe (innovatieve) vormen van opslag van energie zijn een
deel van de oplossing. In het ideale marktmodel worden dergelijke opties voor
balancing – bijvoorbeeld via buffervorming – financieel beloond.
De hier geschetste ideale wereld vraagt echter wel om een aantal acties en
afspraken waarbij de inzet van verschillende stakeholders nodig is. De meeste
partijen wijzen naar het ministerie van Economische Zaken om hierin de regie
te nemen. n
02 CONTOUREN VAN EEN IDEALE ENERGIEWERELD
Het goede nieuws: het voorkomen van de Elfstedenhorror is wel degelijk mogelijk.
Het is dan zaak om de fundamentele weeffouten in het energiesysteem aan te pakken.
De ideale wereld ziet er als volgt uit:
1. In de ideale wereld harmoniseren Europese landen hun beleid, hun wet- en
regelgeving, en hun subsidies en duurzaamheiddoelstellingen. En ze spreken
ook af welke vormen van productie in de toekomst gewenst zijn. Zodat de
prijsvorming – zowel die van de energie als die van CO2 – niet wordt verstoord
door (machts)politiek en er geen onevenwichtigheden in de markt ontstaan.
2. In de ideale wereld is er een holistische blik op alle niveaus van de netwerken:
van decentraal tot nationaal en internationaal. Er wordt niet in eilandjes gedacht
bij de verdere ontwikkeling van de infrastructuur maar in het betrouwbaar
functioneren van het geheel. En de netwerken ontwikkelen zich daarin meer
naar een echte smart grid. Bovendien bouwen netwerkbedrijven in samen-
werking met andere partijen een grote mate van intelligentie in, om daarmee
de vraag veel beter te kunnen voorspellen/beïnvloeden en waar nodig te
anticiperen.
3. In een ideale wereld wordt niet alleen het leveren van energie financieel
beloond, maar ook het bieden van flexibiliteit en buffers op momenten dat
de markt vraagt om energie en wind- en zonne-energie niet beschikbaar of
juist overvloedig aanwezig is. Energiebeurzen kunnen daarin een centrale
12. Marktwerking of machtwerking? 12
© DNV GL
Over de stellingen dat ‘De liberalisering heeft vrij goed uitgepakt’ en ‘Perverse
effecten bewijzen dat de Europese energiemarkt niet werkt’ was geen eenduidig
antwoord te vinden onder de experts die wij hebben gesproken. De teneur is
enerzijds dat we onze zegeningen moeten tellen – er zijn wel degelijk flinke stappen
gezet – maar anderzijds dat de perverse effecten – zoals eerder geschetst – niet zijn
te ontkennen.
Er ligt dan ook een wezensvraag op tafel: kan verdere liberalisering de hoog-
spanning wegnemen? Of is er een andere aanpak nodig?
Van marktwerking naar machtwerking
De oplossing voor het geschetste probleem ligt in een genoemde combinatie
van vele factoren. Daarbij kunnen we teruggrijpen naar de drie hoofdlijnen van
hoofdstuk 2. De punten 2 en 3 daarvan – een holistische blik op netwerken en een
nieuw marktmodel - vergen de komende jaren veel werk. Er moet slim worden
geïnvesteerd in netwerken en buffers; we moeten een marktmodel zodanig
aanpassen dat partijen die bijdragen aan het minimaliseren van pieken financieel
worden beloond; we moeten intelligenter worden bij het voorspellen van de
energievraag. En zo zijn er nog tal van uitdagingen te verzinnen. Het gaat om grote
uitdagingen, maar er is een voordeel: voor deze onderdelen van de oplossingen is
Europese harmonisatie niet per se nodig.
Voor wat betreft het eerste punt, uit hoofdstuk 2, lijkt een andere benadering nodig
nu uniformering van het energie- en subsidiebeleid in Europa voorlopig geen
haalbare kaart is. Wanneer we de energiewereld van de toekomst laten ontstaan
door marktwerking zal dit op zijn zachtst gezegd niet tot de ideale wereld leiden.
Sterker nog: de geschetste elfstedenhorror komt dan dichterbij. Het is dan ook
verstandiger om de marktwerking daarin niet heilig te verklaren en in plaats
daarvan in te zetten op onderhandelingen tussen Europese landen. In die onder-
handelingen kan dan een akkoord tot stand komen dat zorgt voor stabiliteit en
daarmee ook voor zekerheid voor investeerders. Onderwerpen in zo’n akkoord
zijn dan: waar staan de productielocaties en buffers; welke vormen van energie-
productie zijn er wenselijk en/of toegestaan in de verschillende landen; >>
03 EEN REALISTISCHE KIJK OP DE GRENZEN VAN MARKTWERKING IN EUROPA
Ideale werelden bestaan niet. Het lijkt dan ook een utopie om te veronderstellen dat er de
komende tien jaar een uniformering zal ontstaan in het energie- en subsidiebeleid in Europese
landen. Daarbij speelt mee dat de politieke spanningsvelden in diverse landen groot zijn.
De financiële crisis vraagt onevenredig veel aandacht en daardoor ontstaat mogelijk ook meer
focus op nationale belangen. En dat kan schadelijk zijn voor de verdere ontwikkeling van de
Europese energiemarkt. Daarnaast is er in veel landen sprake van een ideologische move weg
van marktwerking. En tot slot wil men ‘minder Brussel’.
13. Marktwerking of machtwerking? 13
© DNV GL
welke marktmodellen horen daarbij en op welk tempo worden deze door landen
ingevoerd; Het sluiten van zo’n akkoord is in feite een verschuiving van markt-
werking naar machtwerking, waarbij partijen gezamenlijk bepalen wat nodig is
om problemen op de energiemarkt te voorkomen.
De grote vraag is wie daarin het voortouw neemt. Grotere landen zullen vanuit hun
invloedrijke positie een duidelijk stempel willen drukken. Toch kan Nederland als
relatief klein land hier wel degelijk een rol spelen. Nederland heeft al jaren een
voortrekkersrol waar het gaat om de liberalisatie van de energiemarkt en de daar-
bij horende verschuiving naar Europese harmonisering. Deze houding is ook
terug te lezen in de kwantitatieve onderzoeksresultaten. Zo wordt de stelling dat
Nederland een eigen energiebeleid moet bepalen en zich minder moet laten
leiden door het Europese energiebeleid slechts door 9 procent onderschreven,
zie figuur 1.
Nederland zou dan ook bij de totstandkoming van een Europees akkoord een
voortrekkersrol kunnen spelen. De voordelen van zo’n akkoord zijn groot, en
ook deze blijken uit het onderzoek. Duidelijke prioriteiten zijn volgens de
respondenten: (1) Harmonie en een gezamenlijk marktmodel (level playing field),
en (2) Een gezamenlijk capaciteitsbeleid (productie, balancering, interconnectoren
en import/export). En het voordeel van zo’n aanpak volgens de respondenten:
rust en stabiliteit op de markt komt ten goede van investeringen, zie figuur 2. n
Figuur 1
35% 33% 21% 9% 3%
Stelling
Nederland moet een eigen energiebeleid bepalen en zich minder laten
leiden door het Europees energiebeleid.
Zeer oneens Meer oneens dan eens Meer eens dan oneens
Zeer eens Weet niet/geen mening
Gezamenlijke capaciteitsbeleid (productie, balansering, interconnectoren, import/export)
Harmonie en één gezamenlijke energiemarktmodel (level playing field)
ETS-system / CO2
Gezamenlijk beleid omtrent duurzaamheid en investeringen
Consequente regelgeving voor lange termijn
Wat vindt u dat er op Europees niveau aan energiebeleid moet worden geregeld?
3x
23x
24x
15x
14x
Figuur 2
03 EEN REALISTISCHE KIJK OP DE GRENZEN VAN MARKTWERKING IN EUROPA
15. Marktwerking of machtwerking? 15
© DNV GL
Slechts 14 procent is het zeer eens met de stelling dat liberalisering de afgelopen
tien jaar succesvol was, zie figuur 3.
Dat heeft waarschijnlijk ook te maken met wet- en regelgeving: 59 procent ziet de
ingewikkelde wet- en regelgeving namelijk als een vertragende factor voor een
goede marktwerking, zie figuur 4. >>
Figuur 3
6% 26% 40% 14% 14%
Stelling
Liberalisering van de energiemarkt is voor de retailmarkt in energie de
afgelopen tien jaar succesvol gebleken.
Zeer oneens Meer oneens dan eens Meer eens dan oneens
Zeer eens Weet niet/geen mening
Zeer oneens Meer oneens dan eens Meer eens dan oneens
Zeer eens Weet niet/geen mening
Figuur 4
12% 15% 22% 37% 14%
Stelling
Wet- en regelgeving is te ingewikkeld voor nieuwe toetreders in het
energielandschap en vertraagt daarmee een goede marktwerking.
04 MARKTWERKING IN RETAILMARKT
Is de liberalisering geslaagd in de consumentenmarkt? Uit het online onderzoek blijkt
dat respondenten maar matig tevreden over dit aspect van liberalisering.
16. Marktwerking of machtwerking? 16
© DNV GL
Niettemin is er wel degelijk sprake van positieve effecten van de liberalisering,
wanneer we het karakter van de markt van nu vergelijken met de situatie van circa
15 jaar geleden. Er is sprake van een hogere klantvriendelijkheid, lage prijzen en
meer keuzevrijheid.
Belangrijker is de vraag hoe de retailmarkt zich de komende 5 tot 10 jaar zal
ontwikkelen. Uit de gesprekken in het kader van dit onderzoek zijn enkele
conclusies te trekken.
Van oligopolie naar versnippering
Op dit moment is er nog sprake van een oligopolie in Nederland, waarin drie grote
leverancierspartijen het gros van de markt in handen hebben. De veelheid aan
kleinere aanbieders heeft vooralsnog een beperkte invloed op de markt, enerzijds
omdat het percentage klanten dat de overstap maakt naar een andere aanbieder
nog steeds laag is, anderzijds omdat een aantal succesvolle nieuwe toetreders de
laatste jaren werd ingelijfd door grotere partijen. De verwachting is dat dit de
komende jaren echt gaat veranderen. De overstapratio, in de consumentenmarkt,
04 MARKTWERKING IN RETAILMARKT
is al gestegen van 5 procent in 2007 naar 12 procent nu. En de verwachting is dat
dit zal oplopen naar 25 procent. Ook bij de groot zakelijk markt zie je dat steeds
meer bewuste keuzes worden gemaakt, waaronder bijvoorbeeld de NS die op
groene stroom is overgestapt.
Merkbeleving aanbieder wint aan belang
Nu klanten naar verwachting makkelijker zullen gaan overstappen, krijgt de markt
straks meer het karakter van de markt voor mobiele telefonie. Dat betekent dat
de merkbeleving wint aan belang en dat er vaker een geïntegreerd aanbod van
verschillende diensten zal plaatsvinden. De grote utilities zijn daarbij niet per
definitie de winnaars: nog steeds worden zij door veel consumenten niet
vereenzelvigd met klantvriendelijkheid en gemak.
Het valt niet uit te sluiten dat partijen buiten de sector energie integreren in hun
aanbod. Tegelijkertijd experimenteren sterke merken als ANWB en Vereniging
Eigen Huis met het organiseren van marktmacht door consumenten. Hoe dan ook
staat de positie van de utilities aan de consumentenmarkt structureel onder druk. >>
17. Marktwerking of machtwerking? 17
© DNV GL
* Note: Anders, namelijk:
5x Netbeheerders en esco’s
3x ICT zoals IBM, Accenture, Cisco, Huawei, etc.
2x Producenten van smart grid/ slimme meters componenten
en diensten
2x Nieuwe dienstverleners: esco, storage etc (die anders denken)
2x Energiemakelaars
2x Software producenten van apps / Accuproducenten
1x Databedrijven
1x Energie leveranciers (conform NMM) ivm diensten
1x Alle bedrijven en de transmissie operator
1x Programma verantwoordelijken
2. Telefoniebedrijven
6. Mediabedrijven
1. Energieproductiebedrijven
5. Computerproducenten
3. Grootwinkelbedrijven
7. Installatiebedrijven
4. Internetserviceproviders
8. Anders, namelijk:*
9. Weet niet
Figuur 5
36
28
18
14
5
4
31
24
18
14
5
% Aantal keren genoemd
4
55
43
27
21
8
6
Welke marktpartijen hebben volgens u de grootste kans om te profiteren van
de opkomst van smart grids en smart meters in de energieconsumentenmarkt?
04 MARKTWERKING IN RETAILMARKT
19. Marktwerking of machtwerking? 19
© DNV GL
Grafiek 6
5% 17% 38% 24% 15%
Stelling
Er zal de komende jaren een steeds duidelijker scheiding ontstaan tussen
groothandel en productie enerzijds en retail anderzijds.
Zeer oneens Meer oneens dan eens Meer eens dan oneens
Zeer eens Weet niet/geen mening
05 DE DILEMMA’S VOOR GROTE ENERGIEBEDRIJVEN
De grote utilities staan voor levensgrote dilemma’s. Aan de consumentenkant staan ze onder druk
omdat andere partijen een sterkere merkbeleving hebben. Aan de productiekant is de druk nog
veel groter, met name voor de partijen die vrijwel zuiver draaien op conventionele centrales:
De ‘money printing machines’ van weleer zijn veranderd in verlieslatende onder-
nemingen die alles in het werk moeten stellen om hun financieringsbehoefte in
te vullen. De verkoop van organisatie-onderdelen is daarbij in veel gevallen
onontkoombaar.
Het wordt steeds duidelijker dat er meer afstand komt tussen de productie-
activiteiten en de retail-activiteiten. Er is een groot verschil in typologie en daar-
mee ook in de aansturing. Het credo ‘retail is detail’ maakt duidelijk dat het
management er dagelijks bovenop moet zitten. Bij productie gaat het juist veel
meer om strategische grote lijnen en een lange adem. Voor een bestuurder is
het per definitie lastig om die twee zaken goed te verenigen. In combinatie met
de hevige marktdruk maakt dit dat er steeds meer een scheiding zal ontstaan
tussen beide activiteiten. Dat wordt ook verwacht door 62 procent van de
respondenten in het onderzoek, zie figuur 6.
Zo’n scheiding lost uiteraard niet alle problemen op. De utilities staan voor de
uitdaging hun businessmodel radicaal aan te passen. De verwachting is dat er
daarbij nog een consolidatieslag zal plaatsvinden. Bij het ontwikkelen van dat
nieuwe businessmodel moet zoveel mogelijk in toekomstscenario’s worden
gedacht. Uit het onderzoek kwam naar voren dat dit in het recente verleden
onvoldoende is gedaan. De toekomst mag dan onvoorspelbaar zijn, maar veel
problemen en verliezen waren eigenlijk voorspelbaar. De ontwikkelingen op de
Duitse markt (duurzame energie/ afschaffen kernenergie) was altijd een mogelijk
scenario. De doorbraak van schaliegas ook. De scenario’s lagen er wel maar werden
onvoldoende doorleefd. Dat is een belangrijke les voor de utilities aan de voor-
avond van een verdere transitie naar een duurzame energiewereld. n
21. Marktwerking of machtwerking? 21
© DNV GL
n De opkomst van elektrisch vervoer. Weliswaar is er bepaald nog geen sprake
van een massale trend naar de elektrische auto, maar het lijkt een kwestie van
tijd voordat het tipping point wordt bereikt.
n Meer intelligentie in netwerken en apparaten. Er ontstaan nieuwe mogelijk-
heden om het verbruik (en de eigen opwekking) te monitoren en/of aan te
sturen. Toepassingen op basis van software rukken dan ook op in de energie-
wereld. Tegelijkertijd zal de slimme meter massaal worden uitgerold. Deze
ontwikkelingen maken het mogelijk om veel meer inzicht te geven in
het daadwerkelijke en actuele energieverbruik. >>
06 NIEUWE DIENSTEN IN DE ENERGIEMARKT VAN DE TOEKOMST
Dát er nieuwe business modellen en nieuwe diensten ontstaan in de energiemarkt van de
toekomst, dat is zeker. Hoe deze er precies zullen uitzien blijft voor een deel koffiedik kijken.
Structureel zijn er aan de kant van de consument vier belangri jke ontwikkelingen
zichtbaar:
n De consument gaat steeds meer gebruikmaken van elektriciteit (verdere
elektrificatie van het huishouden).
n De kosten voor energie gaan waarschijnlijk omhoog. Daardoor zal de consument
meer geneigd zijn om zich er actief mee bezig te houden. Overigens zijn er ook
toekomstscenario’s denkbaar dat energie op sommige momenten bijna gratis
wordt omdat de opwekking ervan heel goedkoop mogelijk is. Denk daarbij aan
een flinke zonnige dag waarop zonnepanelen enorme hoeveelheden energie
bijna gratis kunnen leveren.
22. Marktwerking of machtwerking? 22
© DNV GL
Afgaande op de gesprekken en de online enquête lijken de businessmodellen
van de toekomst zich op drie terreinen te gaan manifesteren:
Businessmodellen gericht op energiemanagement
De mogelijkheden om energie te besparen worden volgens 83 procent van de
respondenten nog steeds onderschat. 86 procent meent dan ook dat energie-
besparing krachtig moet worden gestimuleerd omdat dit goedkoper is dan het
opwekken van duurzame energie, figuur 7. Energiebesparing is in de ogen van
de consument echter geen logische taak voor de utility, die immers vanuit het
klassieke business model juist zoveel mogelijk energie wil verkopen. Daarnaast
speelt nog dat slim gebruik van bijvoorbeeld zonne-energie in de wijk – of ook
windenergie in meer rurale gebieden – ook vraagt om energiemanagement,
zodat energie gebruikt kan worden op het moment dat het overvloedig aanwezig
is en op dat moment ook goedkoop beschikbaar is. Nieuwe toetreders in de
markt spelen hier dan ook op in en ontwikkelen toepassingen die helpen bij
energiebesparing en/of het inzichtelijk maken van het verbruik van elektrische
apparaten. Hierin worden elementen van gamification toegepast. >>
06 NIEUWE DIENSTEN IN DE ENERGIEMARKT VAN DE TOEKOMST
Figuur 7
12% 33% 50% 5%
55%12% 31% 1%
Stelling
De mogelijkheden om energie te besparen worden onderschat.
Stelling
Besparen van energie is de komende jaren nog veel goedkoper dan het
opwekken van duurzame energie en moet krachtig worden gestimuleerd.
Zeer oneens Meer oneens dan eens Meer eens dan oneens
Zeer eens Weet niet/geen mening
1%
23. Marktwerking of machtwerking? 23
© DNV GL
06 NIEUWE DIENSTEN IN DE ENERGIEMARKT VAN DE TOEKOMST
Figuur 8
10% 36% 47% 4%
Stelling
Smart grids zullen een grote impact hebben op de bestaande business-
modellen in de energiesector.
Stelling
In de businessmodellen van de nieuwe energiewereld staat het verhogen van
de kwaliteit van leven centraal en niet langer de verkoop van energie.
Zeer oneens Meer oneens dan eens Meer eens dan oneens
Zeer eens Weet niet/geen mening
3%
41%26% 28% 3%3%
Businessmodellen gericht op integratie en stabiliteit
Er ontstaat ruimte voor integrators: partijen die bijvoorbeeld lokale energie-
systemen aan elkaar knopen, of die noodvoorzieningen regelen voor bedrijven.
Partijen die oplossingen bieden voor de grotere volatiliteit in het energie-
aanbod als gevolg van de opkomst van duurzame energie. Dat kan uit diverse
hoeken voortkomen.
Zo onderzoekt een Duits autobedrijf samen met een energieleverancier of
oude batterijen uit elektrische auto’s geschikt zijn voor stationaire energieopslag.
Ook is denkbaar dat slimme softwareoplossingen een grotere bijdrage kunnen
leveren in het verminderen van pieken en dalen in de energievraag, zowel bij
consumenten als bedrijven. De rode draad is dat er waarde zit aan alles waar-
mee meer stabiliteit in het systeem wordt gebracht. Een grote speler zou dan
een ‘verzekeraar’ kunnen zijn voor de energievoorziening van kleine lokale
initiatieven.
Businessmodellen gericht op (lokaal) energievoorziening
Met de opkomst van decentrale initiatieven en de opkomst van elektrische mobili-
teit komt ook steeds meer marktruimte voor partijen die apparaten voor het lokale
energiesysteem (zoals mini-wkk, windmolens, laadstations) installeren, financieren,
beheren en onderhouden. De markt is op dit gebied nu nog onvolwassen. Veel
initiatieven worden opgezet met een licht idealistische inslag en onvoldoende
besef over de noodzaak van een langdurige verantwoordelijkheid voor het in de
lucht houden van het initiatief, en daarmee voor de continuïteit van de (lokale)
energievoorziening. n
25. Marktwerking of machtwerking? 25
© DNV GL
We begonnen deze publicatie met het scenario dat een Elfstedentocht uitliep op
een horrorscenario doordat Nederland werd geconfronteerd met een blackout.
Zo’n scenario is te vermijden door het systeem en het energiemarktmodel aan te
passen en door harmonisering van het energielandschap in Europa. In de voor-
gaande hoofdstukken hebben we de belangrijke ingrediënten daartoe op een
rij gezet en daarbij ook aangetekend dat de bouw van dit marktmodel geen
eenvoudig opgave is. Het gaat waarschijnlijk nog vele jaren duren voordat het
model helemaal is uitgekristalliseerd. KPMG en DNV GL denken en werken graag
mee in de ontwikkeling ervan.
Tot die tijd is het zaak om binnen de mogelijkheden van het huidige model de
problemen zoveel mogelijk te adresseren en daarmee crises in de komende jaren
te voorkomen. Dat vergt niet alleen het ontwikkelen van visies over de grote
internationale scenario’s en daarbij horende business- en (energiemarkt)modellen.
07 HERONTWERP OP LANGE TERMIJN, REGIE OP KORTE TERMIJN
Het vergt ook het vermogen om op korte termijn voortdurend bij te sturen als er
onverwachte dingen gebeuren. Zo lijkt het erop dat het energielandschap naar
analogie met de financiële wereld enkele partijen kent die simpelweg too big to
fail zijn, al zijn de meningen hierover niet eensluidend. Om daarin continuïteits-
problemen te voorkomen is het nodig om – desnoods buiten het reguliere model
om – actie te ondernemen en daarbij niet te wachten op een groter herontwerp
van het systeem. Ook op andere onderdelen kunnen nu al maatregelen worden
genomen die de spanning in het energielandschap verminderen. Ook daarover
gaan DNV GL en KPMG graag in gesprek met betrokken partijen. Zodat er in elk
geval niets in de weg hoeft te staan voor een eventuele, geslaagde Elfstedentocht.
Dat vraagt echter om een duidelijke regie. Politiek Den Haag staat voor de taak die
regie vorm te geven en daarmee problemen voor Nederland te voorkomen. n
27. Marktwerking of machtwerking? 27
© DNV GL
Het onderzoek van DNV GL en KPMG bestond uit een reeks van interviews met
deskundigen uit de sector en een online enquête uitgevoerd door onderzoeks-
bureau Motivaction. De eerste resultaten van het onderzoek zijn getoetst tijdens
een debatbijeenkomst. Graag willen we alle deelnemers bedanken voor hun
deelname en inzichten.
De volgende personen zijn door DNV GL en KPMG geïnterviewd:
n NetBeheer Nederland, Rens Knegt, Directeur
n GEN Nederland, Sam Collot d’Escury, Algemeen Directeur
n Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Mark Dierikx,
directeur-generaal voor energie, telecom en mededinging en
Birgitta Westgren, plaatsvervangend Directeur Directoraat Energiemarkt
n APX Group, Rene Kerkmeester, CEO
n Alliander N.V., Rob Maathuis, Director Asset Management
n Budget Energie, Sjef Peeraer, Algemene zaken & Innovatie
n Energie-Nederland, André Jurjus, Directeur
n Greeniant, Geert Jan Dirven, Oprichter
n ANWB, Roland Wanders, CFO
n ACM, Geert Moelker, Vice-voorzitter van de werkgroep EWG
(Electricity Working Group)
De online enquête is door 78 respondenten uit de energiesector ingevuld.
Hieronder een verdeling naar beroep of functie. n
Algemene directie / Managementfunctie
Financieel / Administratief
Techniek
Adviseurs / Consultancy / Vrije beroepen
Innovatie
Marketing / PR / Sales
(Semi-)overheid
Overige functies
Figuur 9
9%
4%
3%
5%
3%
6%
54%
14%
08 OVER HET ONDERZOEK
28. Marktwerking of machtwerking? 28
© DNV GL
OVER DNV GL EN KPMG
DNV GL
Vanuit haar streven leven, bezit en het milieu te beschermen stelt DNV GL
organisaties in staat de veiligheid en duurzaamheid van hun activiteiten te
bevorderen. DNV GL biedt classificering en technische borging, naast software
en onafhankelijk, deskundig advies voor de maritieme, de olie- en gas en de
energiesector. Daarnaast biedt het bedrijf certificeringsservices voor klanten
in uiteenlopende sectoren. DNV GL, opgericht in 1864, is actief in meer dan
100 landen over de hele wereld en telt 17.000 medewerkers, die klanten
helpen richting een veiligere, slimmere en groenere wereld.
In de energie industrie
De test- en adviesdiensten van DNV GL (voormalig KEMA) voor de energieketen
zijn befaamd. De expertise omvat onshore en offshore opwekking, transmissie
en distributie van stroom uit wind, zonne-energie en conventionele energie-
bronnen, intelligente netwerken en kennis van energiemarkten en regelgeving.
De 3000 energiedeskundigen van DNV GL ondersteunen klanten over de hele
wereld bij het leveren van een veilige, betrouwbare, efficiënte en duurzame
energievoorziening.
KPMG
KPMG biedt dienstverlening op het gebied van audit, tax en advisory.
We werken voor een brede groep opdrachtgevers: grote (inter)nationale
ondernemingen, middelgrote bedrijven, non-profitorganisaties en overheden.
De ingewikkelde problematiek van onze cliënten vraagt om een multidiscipli-
naire aanpak die helpt orde te scheppen in de complexiteit. Onze professionals
blinken uit in hun eigen specialisme, maar werken tegelijkertijd nauw samen om
zo de toegevoegde waarde te bieden die onze cliënten helpt om te excelleren.
Daarbij putten we uit een rijke bron van kennis en ervaring, opgedaan in
uiteenlopende organisaties en markten.
We adviseren over prestatieverbetering en risicobeheersing, begeleiden
transacties (fusies, overnames, due diligence) en zijn actief op het gebied van
controle en verantwoording. KPMG beschikt over specialistische kennis mbt
ontwikkelingen in de energiesector. Deze kennis is opgedaan bij klanten actief
in de internationale power & utilities, oil & gas en mining industrie.
29. Marktwerking of machtwerking? 29
© DNV GL
SAFER, SMARTER, GREENER
DNV GL
Vanuit haar streven leven, bezit en het milieu te beschermen stelt DNV GL organisaties in staat de veiligheid en duurzaamheid
van hun activiteiten te bevorderen. DNV GL biedt classificering en technische borging, naast software en onafhankelijk,
deskundig advies voor de maritieme, de olie- en gas en de energiesector. Daarnaast biedt het bedrijf certificeringsservices
voor klanten in uiteenlopende sectoren. DNV GL, opgericht in 1864, is actief in meer dan 100 landen over de hele wereld en
telt 17.000 medewerkers, die klanten helpen richting een veiligere, slimmere en groenere wereld.
In de energiesector
De test- en adviesdiensten van DNV GL (voormalig KEMA) voor de energieketen zijn befaamd. De expertise omvat onshore
en offshore opwekking, transmissie en distributie van stroom uit wind, zonne-energie en conventionele energiebronnen,
intelligente netwerken en kennis van energiemarkten en regelgeving. De 3000 energiedeskundigen van DNV GL ondersteunen
klanten over de hele wereld bij het leveren van een veilige, betrouwbare, efficiënte en duurzame energievoorziening.
www.dnvgl.com/energy
www.kpmg.com/nl/energie
De merken DNV GL en Horizon Graphic zijn eigendom van DNV GL AS. Alle rechten voorbehouden.
© DNV GL 02/2014
Contact Informatie
Hans Donkers
Partner, Management Consulting, IT Advisory
KPMG
donkers.hans@kpmg.nl
Hans Bongartz
Partner, Transaction & Restructering, Corporate finance
KPMG
bongartz.hans@kpmg.nl
Frits Verheij
Director Smart Energy Cities - Energy Advisory
DNV GL
frits.verheij@dnvgl.com
Wim Boogaard
Director and Country Manager The Netherlands,
Energy Advisory
DNV GL
wim.boogaard@dnvgl.com