Onze westerse samenleving kan omschreven worden als een ‘kennissamenleving’. In deze post-industriële samenleving staat de ontwikkeling van nieuwe vormen van kennis, innovatieve ideeën en creativiteit centraal. Informatie- en communicatietechnologie (ICT) speelt een belangrijke rol in het uitbouwen van de kennissamenleving. Het is de belangrijkste drager geworden van kennis en ondersteunt bovendien nieuwe vormen van samenwerking en kennisontwikkeling.
Deze evolutie laat ook het onderwijs niet onberoerd. Het onderwijs - als spiegel van de samenleving - staat voor de opdracht toekomstige volwassenen vertrouwd te maken met de mogelijkheden, maar ook met de risico’s van ICT. Voor de Vlaamse onderwijsoverheid zijn deze maatschappelijke en technologische ontwikkelingen alvast voldoende reden om een ICT-beleid te voeren. De Vlaamse overheid stimuleert scholen en leraren op diverse manieren om te werk te maken van ICT. Centrale gedachte bij het beleid van de overheid is er voor te zorgen dat alle leerlingen over voldoende ICT-competenties bezitten.
Deze verhoogde aandacht leidde ertoe dat de relatie tussen ICT en onderwijs steeds meer een aandachtspunt vormt voor onderwijsonderzoekers. Eén van de vragen is in welke mate en op welke wijze leraren vandaag reeds ICT inzetten ter ondersteuning van het onderwijsleerproces. Meer concreet beschrijft deze bijdrage de resultaten van een onderzoek naar (1) de plaats van ICT in het Vlaamse lager onderwijs, (2) de opvattingen van directies over het ICT-beleid van hun school en (3) de impact van het lokale schoolbeleid met betrekking tot het gebruik van ICT in de klas.
11. Instrumenten: ICT-gebruik in de klas “ Class Use of Computer Scale” [8 items, =.79] (van Braak, Tondeur en Valcke, 2004) M SD ■ Ik laat mijn leerlingen gebruik maken van educatieve software om bepaalde vaardigheden in te oefenen 2,10 1,093 ■ Ik gebruik de computer als middel om te differentiëren 1,89 1,250 ■ Ik moedig het samenwerkend leren tussen de leerlingen aan en laat hen daarbij gebruik maken van de computer 1,82 1,165 ■ Ik vraag de leerlingen taken en oefeningen op de computer te maken 1,65 1,260 ■ Mijn leerlingen gebruiken de computer om informatie te verzamelen en te selecteren (bijv. Google) 1,32 1,245 ■ Ik gebruik de computer als demonstratiemiddel ,95 1,088 ■ Ik schakel de computer in als instructiemiddel ; dit betekent dat ik bepaalde leerinhouden laat overbrengen via computerprogramma’s ,94 1,128 ■ Ik geef specifiek les over de mogelijkheden van de computer ,66 ,967 0 nooit 1 ieder trimester 2 maandelijks 3 wekelijks 4 dagelijks
12. Instrumenten: Structurele schoolkenmerken (3) ICC = (Between Mean Square-Within Mean Square)/Between Mean Square (1) ICT ondersteuning (Tondeur et al . , 2008) [4 items] M=56.9; SD=21.6; α =.72; ICC=.78 Voorbeelditems: Ik krijg ondersteuning van de ICT-coördinator Ik krijg ondersteuning van andere leerkrachten op het vlak van ICT (2) ICT planning (Tondeur et al . , 2008) [4 items] M=47.1; SD=22.0; α =.76; ICC=.86 Voorbeelditems: Binnen onze school vindt regelmatig overleg plaats over ICT in het onderwijs Binnen onze school bestaat een formele werkgroep die zich bezighoudt met ICT (3) ICT Infrastructuur (Aantal beschikbare computers)
13. Instrumenten: Culturele schoolkenmerken (3) (1) Ondersteunend leiderschap (Hoy and Tarter, 1997) [7 items] M=66.7; SD=18.9; α =.92; ICC=.78 Voorbeelditems: De directeur geeft constructieve kritiek De directeur geeft het voorbeeld door zelf hard te werken (2) Innovatiegerichtheid (Maslowski, 2001) [6 items] M=67.5; SD=14.4; α =.84; ICC=.66 Voorbeelditems: De leraren in onze school staan positief tegenover vernieuwing De leraren in onze school gaan in op actuele gebeurtenissen (3) Doelgerichtheid (Staessens and Vandenberghe 1994) [6 items] M=64.0; SD=14.8; α =.77; ICC=.81 Voorbeelditems: De leraren steunen datgene wat we met de school willen bereiken Alle leraren werken in dezelfde geest aan de doelen van onze school
Mijn werk de voorbije vier jaar heb ik ict gebruikt als casus om na te gaan hoe leraren en scholen omgaan met innovaties. Ik wist uit eigen ervaring dat ICT-integratie in onderwijs een complexe aangelegenheid was…. de computer en randapparatuur. Bovendien was, tot de nieuwe eindtermen, ict-integratie een mooi voorbeeld was van een bottom-up vernieuwing, met als gevolg dat er grote verschillen bestaan tussen en binnen scholen.
Over de verklaring van deze verschillen bestond al onderzoek, maar door de complexiteit ervan waren er nog heel wat leemtes… Om te beginnen wordt meestal gebruik gemaakt van een robuuste maat van ICT-integratie. Vaak geldt het aantal computers of het aantal uren dat deze computers gebruikt worden als indicator voor ICT-integratie, maar dat zegt weinig over de werkelijke integratie van computers in onderwijsleerprocessen. Mijn eerste onderzoeksdoel was dan ook na te gaan op welke wijze ICT gebruikt wordt in de klas. Mijn tweede onderzoeksdoel was een breed spectrum leerkrachtkenmerken te identificeren die verschillen in ICT-integratie verklaren. Bestaand onderzoek beperkt zich vaak tot factoren die gerelateerd zijn aan technologie zelf. Factoren die meer aansluiten bij het onderwijsleerproces, krijgen veel minder aandacht. Terwijl we er toch van kunnen uitgaan dat ze niet los staat van onderwijsleerprocessen. Ten derde gaat weinig van het bestaand onderzoek over beïnvloedende factoren op schoolniveau. Hierdoor lijkt het alsof de verantwoordelijkheid van ICT-integratie enkel bij de leerkracht ligt. Mijn derde onderzoeksdoel was het belang van schoolkenmerken te exploreren. Wat je tenslotte vaak aantreft in ICT-gerelateerd onderzoek is een oplijsting van specifieke knelpunten en succesfactoren. Mijn assumptie was dat succesvolle ICT-integratie het resultaat is van een dynamisch proces van interacties. Mijn vierde doel was dan ook de samenhang te bestuderen tussen determinanten van ICT-integratie. Om deze vier doelen te bestuderen bestaat geen alomvattende theorie Ik heb de verschillende doelen dan ook eerst afzonderlijk bestudeerd telkens vanuit het passend theoretisch perspectief.
Mijn doctoraatsstudie wil focussen op laaggeschoolde werknemers
Een eerste onderzoek werd uitgevoerd met als doel de psychometrische kwaliteit van de schalen voor zelfsturing te testen. Directe supervisor Verwijzen naar onderzoeksdoelen
Ten eerste is dit doctoraat voornamelijk gebaseerd op vragenlijstonderzoek. Maar om de relatie tussen ict en onderwijsleerprocessen beter te begrijpen Zullen we zoals in de tweede bevraging het geval was ook kwalitatief tewerk moeten gaan door bv te observeren hoe ict werkelijk gebruikt wordt in de klas. Case studies zouden ons dan weer verder kunnen helpen als het gaat over de impact van schoolfactoren. Ten tweede maakt deze studie een synthese van het a ctuele ICT-gebruik en blijven innovatieve benaderingen buiten beschouwing. Een belangrijk vraag die bestudeerd kan worden is in welke mate ict als katalysator werk voor onderwijsvernieuwing. De effectiviteitsvraag en dan zijn we bij het derde punt is hier niet gesteld; hoewel die vooral bij beleidsmensen erg leeft. Dit is vind ik een moeilijke vraag die zich weliswaar steeds meer opdringt. Tenslotte was een longitudinaal onderzoek niet mogelijk in de context van dit onderzoek. Het zou nochtans interessant zijn om na te gaan in welke mate de determinanten verschuiven naarmate ook ict-integratie in een ander stadium komt. U begrijpt dat er nog veel werk is maar t och hoop ik dat de bevindingen van dit doctoraat nu reeds van belang kunnen zijn voor iedereen die betrokken is in de complexe taak van ICT-integratie en innovaties in het onderwijs.