5. Huiswerk
‣ Voorafgaand aan de les dienen de
opgegeven vragen gemaakt te zijn en
ingeleverd voor de deadline.
‣ 1SPM2: woensdag voor 12.00 uur
‣ 1SPM7: maandag voor 12.00 uur
‣ 1SMP8: dinsdag voor 12.00 uur
‣ Vragen niet ingeleverd? Dan kun je de les
niet bijwonen!
‣ Hoe inleveren?
‣ per mail naar m.h.valk@hva.nl
‣ vanaf je hva-account
‣ onderwerp regel: antw bdk Hx
‣ antwoorden in de mail geplakt (geen
attachments!)
‣ Houd je aan de hierboven gegeven
richtlijnen!!!!
7. HOOFDSTUKOVERZICHT
• Wie zijn de managers?
• Leg uit hoe managers verschillen
van niet-leidinggevend personeel.
• Beschrijf hoe je managers binnen
een organisatie kunt classificeren.
• Wat is management?
• Geef een definitie van
management.
• Leg uit waarom efficiëntie en
effectiviteit belangrijk zijn voor
management.
8. HOOFDSTUKOVERZICHT
• Wat doet de manager?
• Beschrijf de vier functies van
management.
• Beschrijf Mintzberg’s
managementrollen.
• Beschrijf de drie management-
vaardigheden van Katz en hoe het
belang van deze vaardigheden
verandert als je naar
managementniveau kijkt.
• Bespreek de veranderingen die invloed
hebben op het werk van managers.
• Leg uit waarom klantenservice en
innovatie belangrijk zijn voor het werk
van de manager.
9. HOOFDSTUKOVERZICHT
• Wat is een organisatie?
• Beschrijf de kenmerken van een
organisatie.
• Leg uit hoe het concept van een
organisatie verandert.
• Waarom management bestuderen?
• Verklaar het begrip universaliteit van
het management.
• Bespreek waarom inzicht in
management belangrijk is.
• Beschrijf waarin de beloning en
uitdagingen voor een manager liggen
10. Waarom management
bestuderen?
๏ Management is vergelijkbaar
in elke organisatie
(universeel)
๏ Iedereen wordt óf manager
óf gemanaged
๏ Kennis van het voordeel van
manager zijn
zie figuur 1.10
11. Manager?
๏ Iemand die met behulp van
anderen werkt door hun
werkzaamheden te
coördineren, met als oogmerk
de doelstellingen van de
organisatie te realiseren
14. Classificatie van managers
๏ Lagere managers:
‣ coördineren het werk van
‘gewone’ werknemers, die de
producten of diensten van de
organisatie genereren.
๏ Middlemanagers
15. Classificatie van managers
๏ Lagere managers:
‣ coördineren het werk van
‘gewone’ werknemers, die de
producten of diensten van de
organisatie genereren.
๏ Middlemanagers
‣ Managen het werk van lagere
managers
16. Classificatie van managers
๏ Lagere managers:
‣ coördineren het werk van
‘gewone’ werknemers, die de
producten of diensten van de
organisatie genereren.
๏ Middlemanagers
‣ Managen het werk van lagere
managers
๏ Hogere of topmanagers
17. Classificatie van managers
๏ Lagere managers:
‣ coördineren het werk van
‘gewone’ werknemers, die de
producten of diensten van de
organisatie genereren.
๏ Middlemanagers
‣ Managen het werk van lagere
managers
๏ Hogere of topmanagers
‣ zijn verantwoordelijk voor het
definiëren van de doelstellingen
en het nemen van beslissingen
die van invloed zijn op de
organisatie als geheel
23. Management? Is waar managers zich mee bezig houden
24. Management? Is waar managers zich mee bezig houden
๏ Efficiëntie
25. Management? Is waar managers zich mee bezig houden
๏ Efficiëntie
‣ ‘Doelmatigheid’
26. Management? Is waar managers zich mee bezig houden
๏ Efficiëntie
‣ ‘Doelmatigheid’
- Het behalen de grootst
mogelijke productie met de
minst mogelijke input
27. Management? Is waar managers zich mee bezig houden
๏ Efficiëntie
‣ ‘Doelmatigheid’
- Het behalen de grootst
mogelijke productie met de
minst mogelijke input
28. Management? Is waar managers zich mee bezig houden
๏ Efficiëntie
‣ ‘Doelmatigheid’
- Het behalen de grootst
mogelijke productie met de
minst mogelijke input
29. Management? Is waar managers zich mee bezig houden
๏ Efficiëntie
‣ ‘Doelmatigheid’
- Het behalen de grootst
mogelijke productie met de
minst mogelijke input
๏ Effectiviteit
30. Management? Is waar managers zich mee bezig houden
๏ Efficiëntie
‣ ‘Doelmatigheid’
- Het behalen de grootst
mogelijke productie met de
minst mogelijke input
๏ Effectiviteit
31. Management? Is waar managers zich mee bezig houden
๏ Efficiëntie
‣ ‘Doelmatigheid’
- Het behalen de grootst
mogelijke productie met de
minst mogelijke input
๏ Effectiviteit
‣ ‘Doeltreffendheid’
32. Management? Is waar managers zich mee bezig houden
๏ Efficiëntie
‣ ‘Doelmatigheid’
- Het behalen de grootst
mogelijke productie met de
minst mogelijke input
๏ Effectiviteit
‣ ‘Doeltreffendheid’
- Het behalen van de
organisatiedoelen
33. Wat doen managers?
๏ Functionele benadering
(adhv Fayol)
๏ Managementrollen
(Mintzberg)
๏ Managementvaardigheden
(Katz)
๏ Hoe de taak van managers
verandert
36. Managementfuncties
๏ Planning Definiëren van doelen,
strategieën om de doelen te
bereiken, ontwikkelen van
plannen ...
Zie figuur 1.3, blz 9.
37. Managementfuncties
๏ Planning Definiëren van doelen,
strategieën om de doelen te
bereiken, ontwikkelen van
plannen ...
om activiteiten te integreren en
coördineren.
Zie figuur 1.3, blz 9.
53. Management-
vaardigheden
๏ Technische vaardigheden
‣ Kennis en vaardigheden van
specifieke onderwerpen
๏ Intermenselijke vaardigheden
‣ De mogelijkheid om samen te
werken met anderen
๏ Conceptuele vaardigheden
54. Management-
vaardigheden
๏ Technische vaardigheden
‣ Kennis en vaardigheden van
specifieke onderwerpen
๏ Intermenselijke vaardigheden
‣ De mogelijkheid om samen te
werken met anderen
๏ Conceptuele vaardigheden
‣ De mogelijkheid om na te denken
over abstracte en complexe
situaties met betrekking tot de
organisatie en deze te
conceptualiseren
55. Management-
vaardigheden
๏ Technische vaardigheden
‣ Kennis en vaardigheden van
specifieke onderwerpen
๏ Intermenselijke vaardigheden
‣ De mogelijkheid om samen te
werken met anderen
๏ Conceptuele vaardigheden
‣ De mogelijkheid om na te denken
over abstracte en complexe
situaties met betrekking tot de
organisatie en deze te
conceptualiseren
56. Management-
vaardigheden
๏ Technische vaardigheden
‣ Kennis en vaardigheden van
specifieke onderwerpen
๏ Intermenselijke vaardigheden
‣ De mogelijkheid om samen te
werken met anderen
๏ Conceptuele vaardigheden
‣ De mogelijkheid om na te denken
over abstracte en complexe
situaties met betrekking tot de
organisatie en deze te
conceptualiseren
63. Digitalisering Toegenomen
Veiligheids-
dreigingen
De taken vd manager
veranderen
64. Digitalisering Toegenomen Meer nadruk op
Veiligheids- ethiek
dreigingen
De taken vd manager
veranderen
65. Digitalisering Toegenomen Meer nadruk op Toegenomen
Veiligheids- ethiek concurrentie
dreigingen
De taken vd manager
veranderen
66. Digitalisering Toegenomen Meer nadruk op Toegenomen
Veiligheids- ethiek concurrentie
dreigingen
De taken vd manager
veranderen
67. Digitalisering Toegenomen Meer nadruk op Toegenomen
Veiligheids- ethiek concurrentie
dreigingen
groter belang klanten & De taken vd manager
innovatie veranderen
68. Een geheel waarin mensen op een
Wat is een doelbewuste manier bij elkaar zijn gebracht
organisatie? om specifieke doelstellingen te verwezenlijken.
๏ Kenmerken ve organisatie
‣ Ze hebben een specifiek
doel
‣ Bestaan uit mensen
‣ Hebben een doelbewuste
structuur