1. 26
Anton de Kom Universiteit van Suriname
Faculteit der Medische Wetenschappen
Geneeskunde
Poli Urologie AZP
Overzicht van het aantal nieuwe patiënten bij de poli Urologie AZP
in de periode van juni 2012 tot en met mei 2013
Namen: Bholasing Sunayana
Chandrikasing Ranjana
Chetty Maya
Kodan Tieneke
Leung Jane
Begeleiders: Mw. Antonius-Smits, Ch., Lic.
Mw. Krisnadath, I. M.D., MPH
Discipline: Public Health
Plaats: Paramaribo, Suriname
Datum:
2. 27
Voorwoord
Ter afronding van de preklinische fase van de Faculteit der Medische Wetenschappen wordt er
een veldwerkonderzoek verricht voor het vak Public Health. In dit kader hebben wij gekozen
voor een restrospectieve studie, namelijk een overzicht van het aantal nieuwe patiënten bij de
poli Urologie AZP in de periode van juni 2012 tot en met mei 2013.
Een speciaal woord van dank gaat uit naar Drs. A. Ramsoekh, Drs. J. Castillion en onze
begeleiders voor hun hulp en motivatie in het traject bij de totstandkoming van dit verslag.
Verder gaat onze dank uit naar alle personen die ons op de een of andere manier hebben
bijgestaan.
Samenstellers:
Bholasing Sunayana
Chandrikasing Ranjana
Chetty Maya
Kodan Tieneke
Leung Jane
4. 29
Inleiding
Urologie is het medisch specialisme dat zich bezig houdt met de diagnostiek en de chirurgische
behandeling van ziekten van de nieren en de afvoerwegen daarvan1
.
Probleemstelling
In Suriname is er geen data over de aandoeningen die zich presenteren op de urologie poli
waardoor er geen beeld gevormd kan worden over de aandoeningen die veel voorkomen binnen
de urologie. Dagelijks komen er ± 5 nieuwe patiënten de urologie poli binnen met verschillende
klachten en aandoeningen2
. De onderzoeksvraag die hieruit voortvloeit is: “Welke meest gestelde
diagnose zien we binnen de poli Urologie in de periode juni 2012 – mei 2013?”
Subvragen
Met welke klachten/symptomen presenteren de patiënten die de poli Urologie binnen
treden zich?
Wat zijn de meest gestelde diagnosen op de poli Urologie?
Welk geslacht en etniciteit komt het meest voor bij de verschillende patiënten?
Welke leeftijdsgroep komt het meest voor?
Methode
Er is gebruik gemaakt van de statussen van patiënten van de poli Urologie van het AZP. De
studie is een retrospectieve studie over de periode juni 2012- mei 2013 waarin o.a. de incidentie
over deze periode en de factoren leeftijd, geslacht, etniciteit en symptomen/klachten onderzocht
zullen worden.
Verwachte resultaten
Bij een 2 daagse observatie bij de poli urologie is ons opgemerkt dat er meer mannen van
Hindoestaanse afkomst boven 40 jaar zich met urologische klachten aanmeldt op de afdeling
Urologie van het AZP.
Opbouw van het verslag
In het eerste hoofdstuk komen de verschillende urologische aandoeningen aan de orde. De
methode waarop het onderzoek plaatsvond, wordt behandeld in het tweede hoofdstuk. In
hoofdstuk 3 zijn de resultaten weergegeven.
1
Praktische urologie – prof.dr. F.H. Shröder; p.8
2
Drs. A.Ramsoekh (Uroloog AZP)
5. 30
Hoofdstuk 1 Literatuur
Wat verstaat men onder urologie?3
Urologie houdt zich bezig met het afscheiden van urine en alle bijbehorende complicaties.
Urine is een oplossing van o.a. afvalstoffen, afkomstig uit het lichaam, dat gaat vanuit de nieren,
via de nierleiders naar de blaas alwaar de urine tijdelijk wordt opgeslagen.
Via dit afvoersysteem verlaat bij de man ook nog een product het lichaam, namelijk het semen.
Volgens de National Urology Research Agenda (NURA) van de American Urological
Association zijn er belangrijke groepen van aandoeningen waaraan aandacht besteed moet
worden voor verdere ontwikkelingen binnen het urologisch onderzoek. En deze zijn4
:
Benigne prostaathyperplasie
Blaaskanker
Chronic Pelvic Pain/Prostatitis/Interstitiële cystitis/Bladder Pain Syndrome
Ontwikkelingsafwijkingen
Mannelijke infertiliteit
Nephrolithiasis
Prostaatkanker
Renale celcarcinoom
Seksuele dysfunctie
Urine incontinentie/overactieve blaas/neurogene blaas
Urineweg infecties
Deze aandoeningen worden in de komende paragrafen uitgewerkt.
3
Colleges Urologie 2012- 2013 Drs. A. Ramsoekh
4
http://www.auanet.org/research/national-urology-research-agenda.cfm
6. 31
§ 1. 1 Urine incontinentie en enuresis
Incontinentie is aantoonbaar ongewild urineverlies dat tot sociale en hygiënische problemen
leidt. Meer dan 15 miljoen Amerikanen, vooral vrouwen, lijden aan deze aandoening.
Incontinentie kan veroorzaakt worden door een breed scala van aandoeningen, zoals de
urinewegen of vaginale infecties, constipatie, bekken spierzwakte of een prolaps vertonen, of
zelfs bevalling. Incontinentie kan zelfs een bijwerking van bepaalde medicijnen zijn5
.
Incontinentie is geen ziekte maar een symptoom van een aandoening.
Er zijn 4 vormen van incontinentie6
:
- Stress-incontinentie: onwillekeurig urineverlies dat optreedt bij verhoging van de
abdominale druk z.a. bij hoesten, niezen, plotselinge houdingsveranderingen of andere
vormen van lichamelijke inspanning
- Urge-incontinentie: onwillekeurig urineverlies in samenhang met een plotseling
optredende sterke mictie drang
- Gemengde stress- en urge-incontinentie
- Overloop-incontinentie: onwillekeurig urineverlies veroorzaakt door een overrekte,
overvulde blaas
Enuresis
Blaasontlediging volgens het patroon van een normale mictie op een ongewenst moment en op
een ongewenste plaats7
.
- Enuresis nocturna (bedplassen)
Wanneer een kind van 6 à 7 jaar ’s nachts 1 of meerdere keren in bed plast. Komt bij 20%
van de kinderen voor en naarmate de leeftijd toeneemt daalt het percentage naar minder
dan 1%.
- Enuresis diurna (broekplassen)
Overdag 1 of meerdere keren in broek plassen.
Neurogene blaas
Een neurogene blaas is een blaasdysfunctie gekenmerkt door een ledigingsstoornis, een
vullingsstoornis of een combinatie van beide. Er zijn 2 vormen8
:
- Hyperactieve neurogene blaas: patiënten hebben een verhoogde aandrang tot plassen,
moeten vaak plassen en zijn vaak incontinent
- Inactieve neurogene blaas: patiënten kunnen niet zelfstandig plassen waardoor de urine
zich ophoopt
5
http://www.news-medical.net/news/20091230/73/Dutch.aspx?page=2
6
Praktische urologie – prof.dr. F.H. Shröder; p.142-143
7
Colleges Urologie 2012- 2013 Drs. A. Ramsoekh
8
http://www.medicinfo.nl/%7B9522402d-0ba7-4fb3-b5ac-651b1d19b168%7D
7. 32
Symptomen9
:
- Urineweginfectie
- Urine-incontinentie
- Kleine hoeveelheid urine tijdens het plassen
- Urinaire frequentie en urgentie
- Dribbelende urine
- Verlies van gevoel van de blaas volheid
- Hesitatie
- Nycturie
§ 1.2 Nierceltumoren
Indeling van de niertumoren:
Benigne gezwellen
Hamartomen of angiomyolipomen
Niercysten: solitaire cyste, multipele cyste, polycystische nieren
Maligne tumoren
Bij volwassenen: hypernephroma of Grawitz tumor en urotheel tumoren
Bij kinderen: nefroblastoma of Wilms tumor
Niercyste10
Een niercyste is een blaasje, gevuld met vocht, op de schors van de nier. Soms kunnen er
meerdere van deze cysten voorkomen.
In het geval dat er zeer veel van deze cysten op beide nieren voorkomen, spreekt men van
polycystische nieren. Dit is een erfelijke aandoening.
Een gewone niercyste is over het algemeen een onschuldige aandoening. De cyste kan echter
klachten geven wanneer deze begint te groeien. Deze klachten kunnen bestaan uit pijn en een
ongemakkelijk gevoel ter hoogte van de bovenbuik.
9
http://o.elobot.eu/categorie/nieren-en-de-urinewegen/neurogene-blaas
10
http://www.urologie-antwerpen.be/ziektebeeld/niercyste
8. 33
Niercelcarcinoom
Figuur 1 Niercelcarcinoom
Niercelcarcinoom (RCC of hypernephroma of Grawitz tumor) is het meest voorkomende type
van nierkanker in volwassenen (verantwoordelijk voor ongeveer 80% van de gevallen), die
ontstaat in de voering van de proximale ingewikkelde zaadvormende, de zeer kleine buizen in de
nieren die het bloed filteren en afval producten verwijderen.
Het is ook bekend als de meest dodelijke van alle urogenitale tumoren11
.
Incidentie12
:
Nierkanker of renaal celcarcinoom (RCC) vertegenwoordigt ongeveer 2 tot 3% van alle kankers,
en komt het meest voor in de westerse landen. Er is een wereldwijde jaarlijkse toename van
ongeveer 2%, behalve in Denemarken en Zweden. De piekincidentie (mate van voorkomen) is
tussen de leeftijd van 60-70 jaar, 1,5 tot 3,1X vaker bij mannen dan bij vrouwen.
De stijgende incidentie komt vooral door toenemend gebruik van beeldvormingstechnieken zoals
echografie, CT scan en MRI. Meer dan 50% van de gevallen zijn dan ook toevallige
ontdekkingen.
Ondanks deze verhoogde incidentie, is er een stabilisatie van de mortaliteit, met een tendens naar
vermindering.
De incidentie bedraagt ongeveer 13,4 per 100.000 mannen en 7,5 per 100.000 vrouwen in
Nederland.13
11
http://www.news-medical.net/health/Renal-Cell-Carcinoma-What-is-Renal-Cell-Carcinoma-
(Dutch).aspx
12
http://www.news-medical.net/health/Renal-Cell-Carcinoma-Epidemiology.aspx
13
http://www.oncoline.nl/index.php?pagina=/richtlijn/item/pagina.php&id=32857&richtlijn_id=774
9. 34
Symptomen:14
- Klassieke triade: haematurie, flankpijn en abdominale massa
- In de meeste gevallen asymptomatisch, per toeval ontdekt bij beeldvorming
- Malaise, gewichtsverlies of anorexia (30%)
- Varicocele
- Gezichtsveldafwijkingen
- Bleekheid
- Hirsutisme (overmatige haargroei bij vrouwen)
- Obstipatie
- Hypertensie
- Koud intolerantie
- Rugpijn
- Been en enkelzwelling
- Verminderde eetlust
§ 1.3 Nefrolithiasis
Nefrolithiasis of urolithiasis is de vorming van stenen in de urinewegen.
Epidemiologie
Nederland15
De incidentie van urinesteen aanvallen in de huisartsenpraktijk is ongeveer 2 per 1000 patiënten
per jaar. Kinderen en adolescenten hebben zelden een urinesteen, maar vanaf de volwassen
leeftijd neemt de incidentie toe met een piek op middelbare leeftijd; mannen hebben ongeveer
tweemaal zo vaak een urinesteen als vrouwen. De prevalentie van urinestenen in de algemene
bevolking, gewoonlijk uitgedrukt in patiënten die ooit één of meer manifestaties van urinestenen
hebben gehad, bedraagt ongeveer 5%.
Verenigde Staten16
De prevalentie van nierstenen neemt toe, er is zeker een stijging van 5% in vergelijking met de
afgelopen 10 jaren. Man/vrouw ratio = 1.3:1.
Op basis van de plaats waar de stenen zich kunnen bevinden, verdelen we ze in:
Nierstenen
Ureterstenen
Blaasstenen
Urethrastenen
14
http://www.news-medical.net/health/Renal-Cell-Carcinoma-Symptoms.asp
15
https://www.nhg.org/standaarden/volledig/nhg-standaard-urinesteenlijden
16
National Urology Research Agenda – A roadmap for priorities in urologic disease research
10. 35
Symptomen, afhankelijk van de grootte van de steen17
:
- Kolieken: pijn in de flank die in aanvallen optreden
- Bewegingsdrang
- Misselijkheid en braken
- Uitstraling van pijn naar de voorzijde van de onderbuik en lies en soms tot in het scrotum
c.q. labium majorum
- Macroscopische of microscopische hematurie
- Mictieklachten
- Koorts bij een urineweginfectie (UWI)
§ 1.4 Seksuele dysfuncties
Een seksuele dysfunctie is een beperking of moeilijkheid in de seksuele activiteit.
We onderscheiden18
:
- Problemen bij het verlangen z.a. te weinig zin
- Pijn bij het vrijen met of zonder een duidelijk lichamelijke aandoening
- Problemen bij de opwinding z.a. erectieproblemen, te weinig vocht bij de vrouw
- Orgasmeproblemen z.a. te snel een orgasme krijgen
Uit een onderzoek in Nederland19
:
- Mannen: voortijdig orgasme 10%, erectieproblemen 8% en subjectieve seksuele
opwinding 5%
- Vrouwen: lubricatieproblemen 12%, orgasmeproblemen 11% en subjectieve seksuele
opwinding 10%
Erectiele dysfunctie (ED) of erectiestoornis
Een erectiestoornis is een blijvend of terugkerend onvermogen om een adequate erectie te
bereiken of handhaven. Vooral bij mannen boven de 50 jaar.20
De prevalentie van ED in de Verenigde Staten is 10% - 20%. De meeste gevallen van ED
(ongeveer 75 procent) hebben een onderliggende lichamelijke oorzaak zoals hart-en vaatziekten,
hoge bloeddruk, diabetes mellitus of een hoog cholesterolgehalte.21
17
Praktische urologie – prof.dr. F.H. Shröder; p. 114-115
18
http://www.emergis.nl/ik-zoek-hulp/ons-hulp-aanbod/seksuologie/seksuele-disfuncties/wat-is-het/
19
Harald Kedde, seksuele disfuncties in Nederland: prevalentie en samenhangende factoren; tijdschrift
voor seksuologie (2012)36-2, 98-108
20
Praktische urologie – prof.dr. F.H. Shröder; p. 318, 322
21
National Urology Research Agenda – A roadmap for priorities in urologic disease research
11. 36
Symptomen22
:
- Helemaal geen erectie
- Erectie niet hard genoeg voor penetratie
- Verlies van erectie tijdens de coïtus
- Libidoverlies
- Afwezigheid van nachtelijke of ochtenderecties
Ziekte van Peyronie is een zeldzame ziekte, waarbij de penis in erectie in een soort ernstige
kromstand komt te verkeren, waarbij soms zodanige pijn optreedt, dat de lust tot vrijen voorbij
is. Deze aandoening gaat overigens na enkele jaren soms spontaan weer over.
De frequentie van voorkomen van Peyronie wordt op 1% geschat.23
Premature ejaculatie (PE)24
PE is van invloed op ten minste een op de vijf mannen tussen de 18 en 59 en wordt gekenmerkt
door een gebrek aan vrijwillige controle over de ejaculatie.
§ 1.5 Mannelijke infertiliteit25
Infertiliteit of onvruchtbaarheid is wanneer wordt vastgesteld dat bij een (echt) paar één of beide
partners niet in staat is om nakomelingen te krijgen. Zolang dat niet is vastgesteld spreken we
van subfertiliteit (verminderde vruchtbaarheid). De patiënten komen dan met de klacht geen
kinderen (meer) kunnen krijgen.
Primaire versus secundaire infertiliteit
Primaire infertiliteit: als iemand verminderd vruchtbaar is en nog geen kind heeft mogen krijgen.
Secundaire infertiliteit: verminderde vruchtbaarheid waarbij iemand al wel eerder één of meer
kinderen heeft mogen krijgen.
Epidemiologie
1 op de 5 paren in de VS zijn onvruchtbaar. In 40% van de gevallen ligt het probleem bij de man.
In 20% van de gevallen bij beide geslachten.26
Ongeveer een op de zes paren in Nederland zijn onvruchtbaar. Leeftijd, levensstijl en fysieke
problemen kunnen allemaal bijdragen tot onvruchtbaarheid.
22
Praktische urologie – prof.dr. F.H. Shröder; p. 329-330
23
http://www.erectiestoornis.nl/oorzaken/
24
http://www.news-medical.net/news/20091230/73/Dutch.aspx?page=2
25
http://www.news-medical.net/health/Infertility-What-is-Infertility-(Dutch).aspx
26
National Urology Research Agenda – A roadmap for priorities in urologic disease research
12. 37
Meest voorkomende oorzaken van subfertiliteit bij de man27
- Idiopathisch 50-75%
- Varicocele 20-40%
- Testiculaire oorzaken 10-13% bv. Cryptorchisme, orchitis, torsio testis
- Obstructie van de tractus genitalis 8-10%
§ 1.6 Urineweginfecties
Een urineweginfectie is een infectie van de hogere en/of lagere urinewegen. Hiertoe behoren,
pyelonefritis, cystitis, prostatitis, epididymitis en urethritis.
Pyelonefritis: bacteriële infectie van het nierbekken en het nierweefsel, met tekenen van
weefselinvasie.
Symptomen28
:
- Acuut ontstaan
- Ziek
- Koorts, meestal > 38.5 °C
- Misselijkheid en braken
- Pyurie
- Hematurie
- Bacteriurie
- Enkelzijdige flankpijn
Cystitis: urineweginfectie die zich beperkt tot het oppervlak van de blaasmucosa, zonder
tekenen van weefselinvasie.
Symptomen29
:
- Acuut ontstaan
- Niet ziek
- Geen koorts of < 38.5 °C
- Pollakisurie
- Dysurie
- Hematurie
- Bacteriurie
- Onderbuikpijn
27
Praktische urologie – prof.dr. F.H. Shröder; p. 292
28
Praktische urologie – prof.dr. F.H. Shröder; p. 76
29
Praktische urologie – prof.dr. F.H. Shröder; p. 76
13. 38
Interstitiële cystitis / bladder pain syndrome
Interstitiële cystitis wordt geassocieerd met verhoogde aanwezigheid van mestcellen in de lamina
propria van de blaas en abnormale mucosale lining. De klachten zijn: overdag en in de avond
frequent urineren, urge en pelvische pijn van onbekende etiologie30
.
Epidemiologie31
Verenigde Staten
Prevalentie: 60-70 cases per 100.000 vrouwen.
Incidentie: 2.6 cases per 100.000 vrouwen per jaar.
In Europa is de prevalentie 18 cases per 100.000 vrouwen en in Japan is het 3-4 cases per
100.000 vrouwen. Het verschil tussen deze 2 landen en VS is het verschil in diagnostische
criteria.
Van de patienten met interstitiële cystitis zijn 94 % blanke mensen en ongeveer 90 % zijn
vrouwen. Het komt iets meer voor bij joodse vrouwen.
De gemiddelde leeftijd van presentatie van de aandoening is 40 jaar. Interstitiële cystitis kan
voorkomen bij kinderen bij een gemiddelde beginleeftijd van 4.5 jaar en leeftijd van diagnosis
van 8.2 jaar. De kinderen hadden diffuse glomerulaire en terminale hematuria.
Chronic pelvic pain syndrome / prostatitis
Chronic pelvic pain syndrome of prostatodynia heeft te maken met onverklaarbare chronische
pijn in mannen . Deze pijn wordt geassocieerd met irriterende symptomen en/of pijn
gelokaliseerd in het scrotum, genitaliën of perineum in de afwezigheid van pyurie en
bacteriurie.32
Epidemiologie33
Verenigde Staten
Chronische prostatis is de meest voorkomende urologische diagnosis in oudere mannen die ouder
zijn dan 50 jaar. En het is de derde meest voorkomende diagnosis in mannen jonger dan 50 jaar.
Prevalentie is 2 miljoen mannen per jaar. Per maand ziet een gemiddelde uroloog ongeveer 10
patiënten, 30 % daarvan zijn nieuwe patiënten. Het grootste deel van deze patiënten worden
gecategoriseerd als te hebben chronische nonbacteriële prostatitis (CPP), omdat er geen
specifieke urinaire pathogenen worden gevonden bij kweken.
30
National Urology Research Agenda – A roadmap for priorities in urologic disease research
31
http://emedicine.medscape.com/article/2055505-overview#aw2aab6b2b3
32
http://emedicine.medscape.com/article/437745-overview
33
National Urology Research Agenda – A roadmap for priorities in urologic disease research
14. 39
Symptomen en klachten
- Pelvische en perineale pijn zonder een bewijs van een urineweg infectie, langer dan 3
maanden
- Uitstraling naar rug en rectum, perineum, testis, tip van de penis, rond de pubis of blaas
- Dysuria, arthralgia, myalgia, onverklaarbare moeheid, abdominale pijn, constant
brandende pijn in de penis en frequentie
- Post-ejaculatoire pijn
- Verlaagde libido, seksuele dysfuncties en erectiestoornissen
§ 1.7 Prostaat
Benigne prostaathyperplasie (BPH)
BPH is een goedaardige proliferatie van klier-epitheel en bindweefselstroma binnen de
periurethrale prostaatklier dat resulteert in obstructie van de blaas. Het komt meestal bij mannen
boven 65 jaar voor. De klachten zijn lower urinary tract symptoms (LUTS) of mictieklachten.
Tot deze klachten behoren34
:
- Strangurie
- Slappe straal
- Nadruppelen
- Retentie/residugevoel
- Urinaire frequentie
- Dysurie
- Pollakisurie
- Nycturie/nocturie
- Moeilijk plassen
Epidemiologie35
Er werd onderzoek gedaan bij vier huisartsenpraktijken die deel uitmaken van de Continue
Morbiditeits Registratie (CMR). Binnen deze registratie worden ziekten en aandoeningen
volgens vaststaande criteria gecodeerd. CMR wordt gevormd door huisartsen van Europese
landen.
De totale grootte van de vier praktijken van de CMR – twee plattelandspraktijken, een
stadspraktijk en een provinciestadpraktijk – is over de jaren heen constant ruim 12.000 patiënten
34
http://www.medicinenet.com/enlarged_prostate_bph_pictures_slideshow/article.htm
35
Dijstelbloem DALA, Schouten MA, Lagro-Janssen ALM. Benigne prostaathyperplasie in vier
huisartsenpraktijken. Vóórkomen, beleid en beloop. Huisarts Wet 2003;46(3):133-37.
15. 40
gebleven. Met behulp van de CMR-index zijn alle patiënten geselecteerd die de code benigne
prostaathyperplasie kregen in de periode van 1986 tot en met 2000.
De volgende resultaten kwamen uit de bus:
Prevalentie36
Figuur 2 Prevalentie van BPH bij de 4 huisartsenpraktijken
De prevalentie van BPH, waaruit blijkt dat deze aandoening het meeste voorkwam in de
leeftijdsgroep van 75 jaar en ouder en dat dit door de jaren heen hetzelfde is gebleven (figuur 2).
De totale prevalentie van BPH in de periode van 1986 tot 1990 steeg van 16,2 naar 19,6 per 1000
patiëntenjaren in de periode 1996 tot 2000. De incidentie en prevalentie van BPH waren niet
gerelateerd aan de sociaal-economische status van de patiënten.
Incidentie:
Figuur 3 Incidentie van BPH bij de huisartsenpraktijken
De incidentie van BPH bleef over de jaren ongeveer gelijk ( figuur 3). Van 1986 tot en met 1995
traden nieuwe gevallen van BPH vooral op bij mannen ouder dan 75 jaar. Daarna lijkt er sprake
te zijn van een verschuiving naar jongere leeftijd.
36
http://www.henw.org/archief/volledig/id3540-benigne-prostaathyperplasie-in-vier-
huisartsenpraktijken.html#incidentieenprevalentie
16. 41
De NHG-Standaard noemt een incidentie van 1 tot 10 per 1000 mannelijke patiënten per jaar in
de leeftijd van 45 tot 64 jaar en 10 tot 34 per 1000 mannelijke patiënten ouder dan 75 jaar.
Prostaatkanker37
Prostaatkanker (prostaatcarcinoom) is een kanker uitgaande van de prostaat. Het kan vaak
verward worden met BPH, omdat het dezelfde signalen heeft, zoals een verzwakte straal tijdens
het urineren, ‘s nachts frequenter moeten plassen en onvermogen de urine lang op te houden.
Een op de zes mannen zullen worden gediagnosticeerd met prostaatkanker in zijn leven.
Prostaatkanker is de meest voorkomende niet-huidkanker bij mannen in de Verenigde Staten.
Deze ziekte toont weinig of geen symptomen totdat het in een vergevorderd stadium is.
Een van de onderzoeken die gedaan worden is de bepaling van het prostaat specfieke antigeen in
bloed. Als vuistregel kan men aannemen dat een totaal PSA > 10 ng/ml sterk verdacht is voor
een prostaatcarcinoom; bij een totaal PSA < 2,5 ng/ml is dit zeer onwaarschijnlijk.
Symptomen:
Frequent aandranggevoel
Moeite met het op gang komen van de urine
Lukt niet om een constante straal urine te houden (uitstroomsnelheid wisselt)
Vaak een residugevoel waarbij de patiënt ervaart dat er nog urine in de blaas zit
Urineren is pijnlijk of brandend
Bloed in urine of sperma
Pijnlijke ejaculatie
Oedeemvorming (zeer laat symptoom)
Algehele malaise
Pijn in onderrug, heupen of bovenste deel van de dijen
§ 1.8 Zwellingen in het scrotum38
Zwellingen in het scrotum kan je onderverdelen in zwellingen van de scrotumwand
(atheroomcyste) en zwellingen van de scrotuminhoud.
Atheroomcysten komen vaak voor en zijn in de huid gelegen los van de scrotuminhoud.
37
http://www.prostaat.nl/
38
Praktische urologie – prof.dr. F.H. Shröder; p. 103-111
17. 42
Hydrocèle
Bij een hydrocèle is er vochtophoping tussen de bladen van de tunica vaginalis. De patiënten
presenteren zich met een vergroting van de scrotum, een zwaar gevoel in het scrotum en soms
een onaangenaam gevoel uitstralend in de richting van de lies en soms de rug.
Spermatocèle
Is een cysteuze structuur uitgaande van de epididymis meestal t.h.v. het caput van de epididymis
binnen de tunica vaginalis. Deze is gevuld met een melkachtige vloeistof die spermatozoën
bevat. De oorzaken kunnen zijn infectie, obstructie en trauma. Hier vindt men een goed
afgrensbare zwelling.
Orchitis
Orchitis is een onsteking van de testis dat zeldzaam is als een geïsoleerde aandoening. Hier is de
testis acuut gezwollen en pijnlijk.
Epididymitis
Is een ontsteking van de epididymis.
Acute epididymitis presenteert zich met een gezwollen en pijnlijke scrotumhelft, vaak gepaard
gaande met koorts en koude rillingen. Er kan cystitis voorkomen, gepaard met pollakisurie,
hematurie, imperatieve mictiedrang en dysurie.
Varicocèle
Is een abnormale verwijding van de venen van de plexus pampiniformis in de funiculus
spermaticus, meestal aan de linkerzijde. Het is voelbaar als een ‘zakje wormen’.
Torsio testis of torsie van de funiculus spermaticus
Is een acute aandoening waarbij de testis binnen de tunica vaginalis roteert. Dit leidt tot
strangulatie van de bloedvoorziening van de testis. Het komt het meest voor tussen het 12e
en 18e
jaar.
Klassieke symptomen:
- Plotselinge pijn in aangedane scrotumhelft met uitstraling naar de lies en de onderbuik
- Zwelling van aangedane scrotumhelft
- Misselijkheid en braken
§ 1.9 Blaaskanker39
In 90% van de gevallen ontstaan deze in de slijmvlieswand van de blaas. Er is dan sprake van
een urotheelceltumor of overgangsepitheelcarcinoom. Bij 70 % is er sprake van niet-invasieve
39
http://www.oncoline.nl/urotheelcarcinoom-van-de-blaas
18. 43
tumoren en bij 30 % wel invasieve tumoren. De klachten kunnen zijn hematurie, dysurie,
frequent plassen.
Blaascarcinoom is een relatief veelvoorkomende vorm van kanker met wereldwijd meer dan ca.
300.000 nieuwe patiënten per jaar.
In Nederland wordt jaarlijks bij ca. 4600 mensen deze diagnose gesteld40
. Blaascarcinoom wordt
vooral bij mensen ouder dan 60 jaar vastgesteld en komt vier maal zo vaak voor bij mannen als
bij vrouwen.
Histologisch wordt het blaascarcinoom onderverdeeld in 3 types:
- urotheelcarcinoom (overgangsepitheelcelcarcinoom) met papillaire of niet-papillaire bouw
(90%)
- plaveiselcelcarcinoom ( 8%)
- adenocarcinoom (2%)
§ 1.10 Ontwikkelingsafwijkingen41
Ontwikkelingsafwijkingen van de urogenitale tractus bestaan uit een grote range van condities.
Deze condities bestaan uit:
- Vesicouretrale reflux ( VUR ), waarbij een abnormale aanhechting van de ureter aan de
blaas retrograde flow van urine naar de ureter en nier veroorzaakt
- Mechanische obstructie van de blaas door posteriore urethrale kleppen ( PUV ) of blaas
nek dysfunctie
- Cloacale anomaliën zijn een groep van malformaties bij vrouwen waarbij de urinaire,
genitale en gastrointestinale tracti eindigen in een opening
- Cryptorchidisme is de meest voorkomende defect bij de geboorte van de mannelijke
genitaliën. Een niet ingedaalde testis kan in de toekomst leiden tot infertiliteit en wordt
geassocieerd met een verhoogd risico op testiculaire kanker. Cryptorchidisme komt voor in
ongeveer 3 % van de voldragen en 30 % premature pasgeborenen van het mannelijk geslacht die
geboren worden met tenminste één niet ingedaalde testis.
- Hypospadie is de tweede meest voorkomende geboorte defect, waarvan men spreekt
wanneer de urethra aan de onderzijde van de penis open is. De exstrophie-epispadie
complex bestaat uit de urinaire en genitale tracti alsook het musculoskeletal systeem. Deze
patiënten hebben te maken met levenslange urinaire incontinentie en inadequate genitaliën
die kunnen leiden tot gestoorde seksuele functie en fertiliteit. Hypospadie komt voor bij 1
op elke 150 pasgeborenen van het mannelijk geslacht en neemt toe volgens de Centers for
Disease Control and Prevention.
40
http://www.cijfersoverkanker.nl/
41
National Urology Research Agenda – A roadmap for priorities in urologic disease research
19. 44
- Ambigue genitaliën en malformaties van de externe seks organen kan resulteren in
chirurgische reconstructie en het geven van bepaalde opdrachten m.b.t sex. Ondanks de
beste behandelingen die mogelijk zijn, zijn de chirurgische uitkomsten niet optimaal en
zijn herhaalde operaties vaak nodig. Vele patiënten hebben een levenslange hormonale
therapie nodig. Dit is fysiologisch niet ideaal vanwege de niet gemoduleerde dosering.
Vele van deze condities zoals intersex condities en andere congenitale anomaliën van de
genitaliën kunnen een psychosociale impact alsook een direkte gezondheidsimpact hebben. Een
verhoogde kans op infectie is de meeste significante complicatie van VUR en PUV. Deze
patiënten hebben meestal permanente urinaire en fecale incontinentie alsook gestoorde seksuele
funktie.
Epidemiologie
Verenigde Staten
Abnormale ontwikkeling van de urinaire tracti komt voor bij 15 % van alle zwangerschappen
(ongeveer 675.000 pasgeborenen per jaar). Vesicouretrale reflux komt voor bij 10 % van de
pasgeborenen ( ongeveer 450.000 ).
Deze trend geldt voor vrouwen en mannen met een ratio vrouw : man = 3 : 1
§ 1.11 Penis aandoeningen
Phimosis42
Bij phimosis is de voorhuid zo vernauwd dat deze niet of nauwelijks teruggetrokken kan worden
over de eikel. Phimosis kan aangeboren zijn, of veroorzaakt worden door herhaalde infecties van
de voorhuid. Bij kinderen tot ongeveer een jaar of 5 is het normaal dat de voorhuid nog niet
(volledig) teruggetrokken kan worden. Ten onrechte krijgen ouders nog vaak het advies de
voorhuid te "oefenen". Dit kan beter achterwege blijven aangezien door het geforceerd
terugtrekken van de voorhuid phimosis juist kan ontstaan.
Phimosis kan allerlei problemen veroorzaken. Doordat de voorhuid niet teruggetrokken kan
worden en de eikel eronder niet goed schoon te maken is, hoopt zich smegma op wat
ontstekingen en zo verdere vernauwingen in de hand werkt. Ook kan meatus stenose, een
vernauwing van de opening van de plasbuis ontstaan.
Paraphimosis (Spaanse kraag)
Als de voorhuid teruggetrokken is, opgezwollen is geraakt en niet meer teruggeschoven kan
worden over de eikel, dan is er sprake van paraphimosis.
Paraphimosis ontstaat door onstekingen en vernauwing van de voorhuid. Ook directe
beschadiging van de voorhuid kan dit probleem veroorzaken. Door de zwelling kan de
bloedtoevoer naar de eikel worden afgekneld. Hierdoor kan gangreen ontstaan, of kunnen er
42
www.huidziekten.nl/zakboek/dermatosen/ptxt/Phimosis.htm
20. 45
andere, blijvende beschadigingen van de penis optreden. Daarom is onmiddellijke medische hulp
geboden. Een arts krijgt de voorhuid vaak wel weer terug over de eikel geschoven.
Peniscarcinoom43
Peniskanker is een kwaadaardige aandoening van de penis. Peniskanker is bijna altijd een
plaveiselcelcarcinoom dat begint aan de voorhuid of de glans penis. Peniskanker kan beginnen
als een rode vlek op de glans penis of de voorhuid. Wanneer de huidkankercellen nog in de
opperhuid opgesloten zitten spreken we alleen nog van een voorloper van peniskanker. Dit wordt
ook wel peniscarcinoom in situ genoemd.
Epidemiologie
Peniskanker is in West-Europa betrekkelijk zeldzaam. Jaarlijks wordt in Nederland bij 1 op de
100.000 mannen een peniscarcinoom vastgesteld.
Penisfractuur of penisbreuk44
Een breuk in de penis als gevolg van geforceerd ombuigen van een penis in opgerichte toestand
is relatief zeldzaam. Door een abrupte zijwaartse buiging van de penis in opgerichte toestand,
kan de tunica albuginea doen breken. De tunica albuginea is een zeer stevig membraan dat de
twee zwellichamen (corpora cavernosa) omsluit en een stevige erectie mogelijk maken als ze
gevuld zijn met bloed. Eén of beide corpora kunnen erbij betrokken zijn. Ook kan er schade aan
de plasbuis (urethra) optreden. Urethrale schade komt vaker voor wanneer beide corpora
cavernosa zijn verwond.
Vaak doen penisfracturen zich voor tijdens (heftige en ongecontroleerde) geslachtsgemeenschap,
waarbij de vrouw een dominante postite inneemt en bovenop de man zit. Patiënten beschrijven
veelal een krakend of knappend geluid. De patiënt ervaart milde tot ernstige scherpe pijn,
afhankelijk van de ernst van de schade. Daarbij treden zwelling en bloeduitstortingen op met de
zogeheten 'auberginemisvorming', vanwege de uiterlijke verwantschap met deze vrucht. De penis
is abnormaal gebogen, vaak in een S-vorm.
Een penisbreuk kan meestal uitsluitend op basis van een anamnese en lichamelijk onderzoek
worden gediagnosticeerd. Bij onduidelijkheid kan een MRI-scan worden uitgevoerd. Een
penisfractuur wordt beschouwd als een urologische noodsituatie, waarbij direct medisch
ingrijpen nodig is om een dergelijke fractuur te herstellen en blijvende schade te voorkomen.
Blijvende schade kan onder meer bestaan uit:
43
http://www.huidinfo.nl/peniscarcinoom.html
44
mens-en-gezondheid.infonu.nl
21. 46
een abnormale verkromming van de penis;
permanente erectiele disfunctie (impotentie);
pijnlijke erecties;
de vorming van fibrotische plaques (onderhuidse verdikkingen);
pijnlijke knobbeltjes langs de plek van de breuk.
Urethrastrictuur45
Een vernauwing van de urinebuis wordt urethrastrictuur genoemd. Urine stroomt vanuit de blaas
door de urinebuis naar buiten. Bij mannen loopt niet alleen de urine door deze buis, maar bij een
zaadlozing ook het sperma. Bij hen loopt een groot deel van de urinebuis door het zwellichaam
in de penis. De vernauwing kan een gedeelte van de urinebuis betreffen, maar kan zich ook over
de hele lengte daarvan uitstrekken. Urethrastricturen komen het meest voor bij mannen.
Oorzaak
De vernauwing is meestal te wijten aan de vorming van littekenweefsel dat kan ontstaan na een
trauma als:
val
verkeersongeluk;
bevalling;
onderzoek (bijvoorbeeld katheterisatie, kijkoperatie);
operatie (bijvoorbeeld prostaatverwijdering).
Soms is een urethrastrictuur aangeboren of ontstaat het na ontoereikende behandeling van
tuberculose en van de seksueel overdraagbare aandoeningen gonorroe en syfilis.
Verschijnselen
Patiënten met een urethrastrictuur kunnen niet of moeilijk (zwakke straal, nadruppelen) plassen.
Het plassen is vaak pijnlijk en er kan bloed in de urine zitten (hematurie).
§1.12 Andere aandoeningen
Ureterstenose46
Een ureterstenose is een vernauwing (stenose) van de urineleider (ureter). Het gevolg hiervan is
ophoping van urine in het nierbekken, waardoor de nier beschadigd raakt of zijn functie zelfs
geheel verliest. Voor een stenose of strictuur is er geregeld erfelijke aanleg aantoonbaar of ze is
het eindresultaat van een langgerekte reactie op een trauma. Het gevolg hiervan is ophoping van
urine in het nierbekken, waardoor de nier beschadigd raakt of zijn functie zelfs geheel verliest.
Voor een stenose of strictuur is er geregeld erfelijke aanleg aantoonbaar of ze is het eindresultaat
van een langgerekte reactie op een trauma zoals een slag in de nieren.
45
http://www.medicinfo.nl
46
www.encyclo.nl/begrip/Ureterstenose
22. 47
Testisatrofie47
De medische oorzaak van testisatrofie
Testisatrofie is verschrompeling van de zaadbal en kan meerdere oorzaken hebben. Meestal gaat
het echter om een van de volgende vijf zaken:
De afname van de vorming van cellen
Complicatie van een infectieuze aandoening ( bv. Orchi-epididymitis)
Vermindering of gehele (tijdelijke) stop van bloedtoevoer naar de zaadballen
Een toename van druk op de zaadballen door een bloedprop of liesbreuk
Hormonale veranderingen
Veroudering
Aangeboren afwijking bij baby’s
Hydronefrose48
Als er sprake is van hydronefrose lopen de nieren vol urine. Dat komt vaak door een verstopping
in de urinewegen. Hierdoor blijft het water achter in de nieren en kan het niet doorstromen. De
druk op de nieren loopt daardoor enorm op. Hydronefrose kan in één nier optreden, maar ook in
beide nieren tegelijkertijd. De aandoening staat ook wel bekend als waternier of waterzaknier.
Oorzaken
Een verstopping in de urinewegen die leidt tot een waternier kan verschillende oorzaken hebben.
De afsluiting kan bijvoorbeeld komen door een niersteen, een urinewegsteen, een tumor in de
nier of in de urineweg, een verstopping van de blaas, een ontsteking of een druk op de
urineleider van buitenaf.
Symptomen
Een verstopping van de urinewegen begint vaak met een gevoelige blaasspier. De patiënt heeft
het gevoel constant te moeten plassen. Op een gegeven moment kan complete incontinentie
optreden. Symptomen die vaak optreden zijn:
Zwakke urinestraal
Verminderd plassen
Blaas voelt na plassen niet leeg aan
Moeizaam plassen
Troebele urine
Pijn tijdens plassen
Bloed in urine
47
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/aandoeningen/74285-testisatrofie-verschrompeling-van-de-
zaadbal.html
48
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/ziekten/119849-hydronefrose-symptomen-diagnose-
behandeling-en-oorzaak.html
23. 48
Bij hydronefrose komt de pijn voor in de lendenen. Dat gaat dikwijls samen met een drukkend
gevoel. Dat gevoel kan erger worden op het moment dat de patiënt veel drinkt. De buikpijn kan
samen gaan met acute hevige pijnaanvallen in de buik en in de lendenen. Hierbij kan ook de
onderrug zeer doen. Die plek kan ook opzwellen. Na een tijd gaat de patiënt plassen waarbij de
pijn en de opzwelling weggaan. Bij deze aanvallen treedt er een ontsteking op in de urinewegen.
Dat gaat vaak samen met koorts. Een verminderde eetlust is een belangrijk symptoom bij
kinderen. Bij oudere kinderen, tieners en adolescenten is vaak sprake van een hoge bloeddruk.
Ulcus molle49
Ulcus molle, chancroid of zachte sjanker is een seksueel overdraagbare aandoening die vooral in
tropische landen voorkomt. Het veroorzaakt een pijnlijke zweer op de penis of op de vagina.
Andere benamingen voor deze soa zijn weke sjanker en venerische zweer. Ulcus molle wordt
veroorzaakt door de bacterie Haemophilus ducreyi. Ulcus molle is een risicofactor voor
daadwerkelijke besmetting met het hiv-virus als de patiënt in aanraking komt met het virus. .
Frenulum breve50
Aangeboren, te kort frenulum, of na een ontsteking ontstane verkorting van het frenulum, wat bij
masturberen en geslachtsverkeer tot pijnlijke inscheuringen kan leiden. Bovendien kan het het
volledige terugtrekken van de voorhuid verhinderen.
Niertrauma51
Hierbij is sprake van beschadiging van nierweefsel door inwerking van buitenaf. De symptomen
die hierbij horen zijn pijn in de flank en haematurie.
Nefrocalcinose52
Nephrocalcinose is vorming van calciumneerslag in het interstitieel weefsel van de nier en in de
niertubuli, vorming van stenen t.g.v. hypercalciëmie (bijv. bij hyperparathyroïdie) hetgeen kan
leiden tot nierinsufficiëntie.
Overactieve blaas53
Bij een overactieve blaas is er sprake van plotselinge aandrang om te plassen. Zo plotseling dat
het soms niet lukt om de urine op te houden tot je bij een toilet bent. Mensen die last hebben van
een overactieve blaas gaan daarom vaak kleine beetjes plassen.
Symptomen
Bij mensen met een overactieve blaas trekt de blaasspier te vaak en te sterk samen. Ook als de
blaas nog niet vol is. De aandrangprikkel is dan vaak zo sterk dat uitstellen niet fijn aanvoelt.
Ook ontstaat het gevoel de urine echt te gaan verliezen, wat in sommige situaties ook
daadwerkelijk gebeurt. De klachten van een overactieve blaas variëren van meer dan acht keer
49
http://www.encyclo.nl/begrip/ulcus%20molle
50
http://www.besnijdenisinfo.nl/anatomie.html
51
http://www.e-gezondheid.be/nierziekten/3/gids/577#paragraphe6
52
http://www.encyclo.nl/begrip/nefrocalcinose
53
http://www.medtronic.nl/aandoeningen/overactieve-blaas/
24. 49
op een dag - en vaak ook 's nachts moeten plassen, een plotselinge aandrang om te plassen of
onvrijwillig urineverlies.
Een overactieve blaas komt zowel bij mannen als vrouwen voor. Ongeveer de helft van de
vrouwen met een overactieve blaas, heeft ook last van stressincontinentie. Hierbij is er
urineverlies als de druk in de buik wordt verhoogd, zoals bij hoesten, tillen en dergelijke.
Voortdurend naar het toilet moeten en in het ergste geval het toilet ook nog niet op tijd kunnen
halen is een zeer groot ongemak en heeft een grote invloed op het dagelijks leven.
Heamatocele54
Is een bloeduitstorting in een holte, vooral in de tunica vaginalis testis. De symptomen van een
hematocele zijn zwelling dat heel snel onstaat en er is gelokaliseerde pijn in het gebied van de
scrotum.
54
http://www.encyclo.nl/begrip/haematocele
25. 50
Hoofdstuk 2 Methodologie
Studietype
Deze studie is een retrospectieve studie, namelijk een overzicht van het aantal nieuwe patiënten
bij de poli Urologie AZP in de periode van juni 2012 tot en met mei 2013.
Dataverzameling
Data van de periode van 1 juni 2012 tot en met 31 mei 2013 werd verzameld uit patiënten
statussen die werden opgeslagen in de kaartenbakken op de poli Urologie. Deze data werd dan
ingevoerd in MS Excell.
Ten eerste werden alle nieuwe geregistreerde patiënten van 1 juni 2012 tot en met 31 mei 2013
uit het register van de poli Urologie geselecteerd. Vervolgens werden, aan de hand van de
geboortedatum en de naam, de lijsten uit de kaartenbakken gelicht en afgelezen. Tijdens het
analyseren van de patiënten statussen is gebleken dat de etniciteit niet genoteerd werd. Maar
aangezien wij een subvraag hadden omtrent de etniciteit hebben wij het bepaald aan de hand van
de familienaam. Dit hebben we gedaan om een indicatie te krijgen van de verschillende
etniciteiten in de studiepopulatie.
Voor de studie relevant geachte informatie, namelijk naam, voorletter, geslacht, geboortedatum,
etniciteit, symptomen/klachten en diagnose, werd middels een laptop opgeslagen in een data-
formulier in Microsoft Excell. Als laatst werden alle data bij elkaar gevoegd voor analyse.
Studiepopulatie
De onderzoekspopulatie bestaat uit patiënten, zowel mannen als vrouwen ongeacht leeftijd en
ethniciteit, die voor het eerst komen op de poli Urologie in de periode van 1 juni 2012 tot en met
31 mei 2013.
Dataverwerking
Voor dataverwerking is gebruik gemaakt van de programma’s Microsoft Excell en SPSS 17.0.
Voor significantie werd gehanteerd p<0.05.
26. 51
Hoofdstuk 3 Resultaten
Onderzoeksperiode
Het onderzoek omvat een periode van 1 jaar welke duurde van 1 juni 2012 tot en met 31 mei
2013.
Grootte van de studiepopulatie
De gehele studiepopulatie telt 1406 individuele gevallen (n=1406). Er zijn in totaal 1087 mannen
en 319 vrouwen geregistreerd in de onderzoeksperiode. De jongste patiënt is 10 dagen oud en de
oudste is 98 jaar.
Figuur 1 Weergave van de gehele studiepopulatie
Uit tabel 1 blijkt dat de Hindoestanen de grootste groep en de Inheemsen de kleinste groep
vormen in de periode juni 2012 – mei 2013.
Tabel 1 Verdeling etnische groepen in de studiepopulatie
Etniciteit Aantal patiënten Percentage
Hindoestaan 601 42.7%
Creool 336 23.9%
Overige groep* 197 14%
Javaan 152 10.8%
Marron 81 5.8%
Chinees 27 1.9%
Inheems 12 0.9%
Totaal 1406 100%
*Overige groep= gemengd, andere en onbekend
Man
Vrouw
Vrouw
22.7%
Man
77.3%
27. 52
Leeftijdscategorie
Uit figuur 2 blijkt dat er meer patiënten tussen 41-60 jaar de poli Urologie bezoeken.
Figuur 2 Aantal mannen en vrouwen binnen de leeftijdsgroepen (n=1406)
Symptomen/klachtenpatroon binnen de poli Urologie
Uit tabel 2 blijkt dat mictieklachten de meest voorkomende symptomen zijn waarmee patiënten
zich presenteren binnen de poli Urologie. Het blijkt ook dat mictieklachten zowel bij mannen als
vrouwen de meest voorkomende symptomen zijn in vergelijking met de andere symptomen. Het
totaal aantal mannen en vrouwen in dit tabel correspondeert niet met het totaal gevonden mannen
(1087) en vrouwen (319) binnen de studiepopulatie. Dit komt doordat een patiënt zich met
meerdere symptomen kan presenteren.
Tabel 2 Overzicht van de symptomen/klachtenpatroon
Symptomen Mannen Vrouwen
Mictieklachten 494 143
Overige pijn 250 101
Overige symptomen 215 79
Koliekpijn 171 107
Zwelling 138 4
Haematurie 132 53
Erectieproblemen 62 0
Koorts 46 35
Uitstraling 41 21
Fertiliteitsproblemen 14 0
Totaal 1563 543
Man; 0-20 jaar;
132
Man; ; 0
Man; 21-40 jaar;
202
Man; ; 0
Man; 41-60 jaar;
363
Man; ; 0
Man; 61-80 jaar;
347
Man; ; 0
Man; 81- 100 jaar;
43
Man; ; 0
Vrouw; 0-20 jaar;
6 Vrouw; ; 0
Vrouw; 21-40
jaar; 109
Vrouw; ; 0
Vrouw; 41-60
jaar; 137
Vrouw; ; 0
Vrouw; 61-80
jaar; 61
Vrouw; ; 0
Vrouw; 81- 100
jaar; 6Vrouw; ; 0
Aantalpatiënten
Leeftijdscategorie
Man
Vrouw
28. 53
De top 3 meest gestelde diagnosen over het algemeen zijn urolithiasis, BPH/LUTS en UWI
(hoog + laag).
Tabel 3 De meest gestelde diagnosen
*zie bijlage pg 38
**zie verklaring van hoge percentage in discussie op pg 33-34
Tabel 4 Meest gestelde diagnosen bii de verschillende etniciteiten per geslacht (n= 1406)
Geslacht Diagnose Creool Hindoestaan Javaan Marron Overige* Totaal
Man Urolithiasis 29
(2.1%)
97
(6.9%)
28
(2%)
8
(0.7%)
25
(1.8%)
187
(13.3%)
BPH/LUTS 66
(4.7%)
65
(4.6%)
22
(1.6%)
16
(1.1%)
40
(2.8%)
209
(14.9%)
UWI (hoog+laag) 9
(0.6%)
18
(1.3%)
3
(0.2%)
2
(0.1%)
6
(0.4%)
38
(2.7%)
Vrouw Urolithiasis 15
(1.1%)
65
(4.6%)
14
(1%)
5
(0.4%)
15
(1.1%)
114
(8.1%)
UWI (hoog+laag) 16
(1.1%)
38
(2.7%)
6
(0.4%)
6
(0.4%)
12
(0.9%)
78
(5.5%)
Mictieklachten 1
(0.1%)
8
(0.6%)
3
(0.2%)
1
(0.1%)
3
(0.2%)
16
(1.1%)
*Overige= chinees, inheems en overige groep
Diagnose Totaal aantal patiënten Percentage
Urolithiasis 301 21.4%
BPH/LUTS 209 14.9%
UWI (hoog+laag) 116 8.2%
Mictieklachten 59 4.2%
Prostaatcarcinoom 52 3.7%
Erectiele dysfunctie 46 3.3%
AUR 39 2.8%
Incontinentie (urge + stress) 15 1.1%
Overige aandoeningen* 569 40.4%**
Totaal 1406 100%
29. 54
Meest gestelde diagnosen per leeftijdscategorie met geslacht
Uit figuur 3 en 4 blijkt dat phimosis de meest gestelde diagnose is in de leeftijdscategoriën 0-5
jaar en 6-10 jaar. Bij de vrouwen komen deze aandoeningen niet voor.
Figuur 3 Meest gestelde diagnosen tussen
0-5 jaar
Figuur 4 Meest gestelde diagnosen tussen
6-10jaar
Uit figuur 5 blijkt dat torsio testis de meest gestelde diagnose is in de leeftijdscategorie 11-15
jaar. Uit figuur 6 blijkt dat haematurie en AUR de meest gestelde diagnose is in de
leeftijdscategorie 16-20 jaar.
Figuur 5 Meest gestelde diagnosen tussen
11-15jaar
Figuur 6 Meest gestelde diagnosen tussen
16-20 jaar
De aandoeningen die genoemd zijn in figuur 3 tot en met figuur 5 zijn aandoeningen van het
mannelijk geslachtsorgaan en komen dus alleen bij de mannen voor. Haematurie en AUR kunnen
Aantalmannen
Diagnose
Aantalmannen
Diagnose
Aantalmannen
Diagnose
Aantalmannen
Diagnose
30. 55
ook bij de vrouwen voorkomen, maar in de leeftijdscategorie 16-20 jaar waren het de meest
gestelde diagnosen bij de mannen.
Uit figuur 7 blijkt dat urolithiasis de meest gestelde diagnose is bij de mannen en de vrouwen in
de leeftijdscategorie 21-40 jaar.
Figuur 7 Meest gestelde diagnosen tussen 21-40 jaar
Uit figuur 8 blijkt dat urolithiasis de meest gestelde diagnose is in de leeftijdscategorie 41-60
jaar.
Figuur 8 Meest gestelde diagnosen tussen 41-60 jaar
Man; urolithiasis;
49
Man; UWI hoog
+laag; 10
Man; epididymitis;
15
Man; Erectiele
dysfunctie; 13
Man; AUR; 6
Vrouw;
urolithiasis; 39Vrouw; UWI hoog
+laag; 33
Vrouw;
epididymitis; 0
Vrouw; Erectiele
dysfunctie; 0
Vrouw; AUR; 6
Aantalpatiënten
Diagnose
Man
Vrouw
Man; urolithiasis;
105
Man; BPH/LUTS; 58
Man; UWI hoog +
laag; 14
Man; Erectiele
dysfunctie; 26 Man;
mictieklachten;14
Vrouw; urolithiasis;
53
Vrouw; BPH/LUTS; 0
Vrouw; UWI hoog +
laag; 28
Vrouw; Erectiele
dysfunctie; 0
Vrouw;
mictieklachten;5
Aantalpatiënten
Diagnose
Man
Vrouw
31. 56
Uit figuur 9 blijkt dat BPH/LUTS de meest gestelde diagnose is in de leeftijdscategorie 61-80
jaar.
Figuur 9 Meest gestelde diagnosen tussen 61-80 jaar
Uit figuur 10 blijkt dat BPH/LUTS de meest gestelde diagnose is, gevolgd door
prostaatcarcinoom in de leeftijdscategorie 81-100 jaar.
Figuur 10 Meest gestelde diagnosen tussen 81-100 jaar
Man; BPH/LUTS;
135
Man; urolithiasis;
30
Man;
prostaatcarcinoom
; 42
Man;
mictieklachten;22
Man; UWI hoog +
laag; 11Vrouw; BPH/LUTS;
0
Vrouw; urolithiasis;
20 Vrouw;
prostaatcarcinoom
; 0
Vrouw;
mictieklachten;3
Vrouw; UWI hoog +
laag; 12
Aantalpatiënten
Diagnose
Man
Vrouw
Man; BPH/LUTS; 13
Man;
prostaatcarcinoom;
5
Man; AUR; 3
Man; urolithiasis; 2Man; UWI hoog +
laag; 1
Vrouw; BPH/LUTS;
0
Vrouw;
prostaatcarcinoom;
0 Vrouw; AUR; 0
Vrouw; urolithiasis;
1
Vrouw; UWI hoog +
laag; 2
Aantalpatiënten
Diagnose
Man
Vrouw
32. 57
Conclusies
In totaal zijn in de periode 1 juni 2012 tot en met 31 mei 2013, 1406 nieuwe patiënten
geregistreerd waaronder 1087 mannen en 319 vrouwen. Hieruit blijkt dat mannen de grootste
groep vormen en wel tussen 41 en 60 jaar. Mictieklachten zijn de meest voorkomende
symptomen waarmee de patiënten zich presenteren binnen de poli Urologie. Mictieklachten komt
zowel bij de mannen en de vrouwen het meest voor.
De meest gestelde diagnose is urolithiasis. Uit ons onderzoek is gebleken dat deze aandoening
het meest voorkomt tussen 41 en 60 jaar (figuur 8).
Tussen 0 en 10 jaar komt phimosis het meest voor.
Tussen 21 en 60 jaar komt urolithiasis het meest voor bij de mannen.
Tussen 61 en 80jaar komt BPH/LUTS het meest voor bij mannen, gevolgd door urolithiasis en
prostaatcarcinoom.
Tussen 81 en 100 jaar komt BPH/LUTS het meest voor, gevolgd door prostaatcarcinoom.
33. 58
Discussie
Er was een grote studie populatie aanwezig namelijk 1406 patiënten waaronder 1087 mannen en
319 vrouwen. Er is een groot verschil tussen het aantal mannen en vrouwen in ons onderzoek.
Dit kan waarschijnlijk komen doordat de mannen bij het krijgen van urologische klachten eerder
verwezen worden naar de uroloog, terwijl de vrouwen die vaker een cystitis oplopen vanwege de
bouw van hun urologisch stelsel eerder naar de huisarts of naar de gynaecoloog gaan. Verder
hebben de mannen de prostaat die op oudere leeftijd klachten kan vertonen en hiervoor worden
ze verwezen naar de uroloog.
Doordat we een goede samenwerking hebben gehad met de artsen en personeelsleden was het
mogelijk om de statussen makkelijk te lichten en ook te begrijpen. We hebben 134 statussen niet
kunnen vinden en de reden hiervoor is dat de statussen waarschijnlijk gelicht werden wanneer de
patiënt aanwezig was, waardoor wij niet ermee konden werken. Aan het eind van ons onderzoek
hebben de balie assistenten ook naar de statussen gezocht, maar zij konden het ook niet vinden.
Wij denken dat de statussen waarschijnlijk verlegd zijn.
De etniciteit stond niet geschreven in de statussen, dit omdat je volgens Drs. Ramsoekh niet
exact kan zeggen wat de etniciteit is van een persoon. Voor ons onderzoek hebben we de
etniciteit dus bepaald aan de hand van de namen. De resultaten die gebasseerd zijn op de
etniciteit zijn hierdoor zeer onbetrouwbaar. Het is van belang dat de etniciteit genoteerd wordt
bij de registratie van de patiënt. Dit onderzoek zou herhaald moeten worden, wil men de
resultaten gebruiken voor een vervolg onderzoek.
Volgens de resultaten blijkt dat urolithiasis, BPH/LUTS en UWI (hoog+laag) de meest gestelde
diagnosen zijn bij de patiënten.
In de VS is de prevalentie van urolithiasis hoger bij de mannen in vergelijking met de vrouwen.
Ratio man/vrouw = 3.1: 1. Dit geldt ook in Suriname voor de periode juni 2012 tot en met mei
2013. Ratio man/vrouw = 1.6:1. In Nederland komt urolithiasis tweemaal zo vaak voor bij
mannen dan vrouwen.
Volgens de literatuur komt BPH/LUTS voor bij de meeste mannen boven 65 jaar. Volgens de
gevonden resultaten komt BPH/LUTS het meest voor in de leeftijdscategorie 61-80 jaar.
Doordat dit onderzoek niet eerder is gedaan in Suriname is er geen data beschikbaar om te
kunnen vergelijken of de incidentie van de verschillende aandoeningen is toegenomen of
afgenomen. Verder kunnen we geen uitspraak doen over een toename of afname van het aantal
nieuwe patiënten per jaar.
Tabel 3
Het aantal patiënten per leeftijdscategorie is veel meer bij de overige aandoeningen in
vergelijking met de meest gestelde diagnosen die we opgesomd hebben in tabel 3. Dit komt
omdat we bij ons onderzoek 91 verschillende diagnosen hebben genoteerd over de gehele
34. 59
studiepopulatie waarvan wij de 10 meest gestelde diagnosen eruit hebben gehaald in tabel 3. In
totaal zijn er 81 diagnosen die we onder 1 groep hebben geplaatst. Doordat bepaalde diagnosen
helemaal niet of heel weinig in een bepaalde leeftijdscategorie voorkomen kregen we een grotere
hoeveelheid patiënten bij de groep overige aandoeningen.
35. 60
Aanbevelingen
Enkele aanbevelingen m.b.t ons onderzoek en een vervolg onderzoek:
Bij een vervolg onderzoek zou men wat dieper in kunnen gaan op de etniciteit van de
onderzochte personen. Het is belangrijk als er een bepaald systeem wordt geintroduceerd
binnen het ziekenhuis, waarbij men duidelijk noteert tot welke etnische groep een specifieke
patiënt zich betrokken voelt. Dit systeem zou het best werken als het geincorporeerd wordt
bij het begin van intrede van de patiënt, dus bij de balie-assistenten. Die zouden het expliciet
kunnen vragen en noteren op de patiënten dossiers.
Een belangrijk punt is de voorkennis van de patiënten en overige burgers, die ook te kampen
zouden kunnen hebben met urologische problemen. Voorkennis is belangrijk, zodat men aan
de hand van de klachten en symptomen al heel vroeg kan stappen naar de huisarts. Die
verwijst dan eventueel verder naar de uroloog. Voorlichting met betrekking tot het
urologisch stelsel van zowel de man als de vrouw zou dus een positieve bijdrage kunnen
leveren aan de samenleving.
Het optijd laten screenen voor prostaatcarcinoom zou een positieve impact kunnen hebben
op de prognose van deze aandoening. Als we kijken naar een voorbeeld van de campagnes
georganiseerd voor het screenen van baarmoederhalskanker bij vrouwen. Deze campagnes
voor het screenen van prostaatcarcinoom zouden dus kunnen leiden tot een positievere
resultaat bij het diagnosticeren en vroeg behandelen van de patiënten die lijden aan deze
ziekte. Belangrijk is dat de risicogroep benadert wordt en dat die tenminste wel gescreend
worden voor eerdere detectie of uitsluiting van de aandoening.
Tenslotte wordt aangehaald dat uit ons onderzoek gebleken is dat urolithiasis de meest
gestelde diagnose is, binnen de leeftijdscategorie 41-60 jaar. Naar aanleiding hiervan zou
men dus een onderzoek kunnen doen, waarbij men naar de factoren zou kunnen kijken die
een rol kunnen spelen bij het ontwikkelen van urolithiasis. Hierbij kan men letten op
aspecten zoals het dieet, de leefomstandigheden, voorgeschiedenis, familiaire geschiedenis
of andere aandoeningen die een stimulerend effect hebben op steentjesvorming in de
urinewegen.
Men kan een onderzoek doen en nagaan vanuit welke districten de patiënten de poli
Urologie komen bezoeken en uit welke districten de meeste patiënten komen.
36. 61
Om een uitspraak te doen over een toename of afname van het aantal patiënten per jaar die
de poli Urologie binnentreden kan men elk jaar het aantal nieuwe patiënten uit de register
van de poli noteren.
Literatuurlijst:
Artikelen
Dijstelbloem DALA, Schouten MA, Lagro-Janssen ALM. Benigne prostaathyperplasie in
vier huisartsenpraktijken. Vóórkomen, beleid en beloop. Huisarts Wet 2003;46(3):133-
37.
Harald Kedde, seksuele disfuncties in Nederland: prevalentie en samenhangende
factoren; tijdschrift voor seksuologie (2012)36-2, 98-108
National Urology Research Agenda – A roadmap for priorities in urologic disease
research verkregen via http://www.urologyhealth.org/research/NuraMonograph.pdf
Boeken
Praktische urologie – prof.dr. F.H. Shröder, drs. E.R. Broeve, Den Haag; 1996
Colleges Urologie 2012- 2013 Drs. A. Ramsoekh, FMeW, Adekus
Interview
Drs. A. Ramsoekh, uroloog bij AZP
Websites
http://www.e-gezondheid.be/nierziekten/3/gids/577#paragraphe6
http://emedicine.medscape.com/article/2055505-overview#aw2aab6b2b3
http://emedicine.medscape.com/article/437745-overview
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl
http://o.elobot.eu/categorie/nieren-en-de-urinewegen/neurogene-blaas
http://www.auanet.org/research/national-urology-research-agenda.cfm
http://www.besnijdenisinfo.nl/anatomie.html
http://www.cijfersoverkanker.nl
http://www.emergis.nl/ik-zoek-hulp/ons-hulp-aanbod/seksuologie/seksuele-
disfuncties/wat-is-het/
http://www.encyclo.nl
http://www.erectiestoornis.nl/oorzaken/