More Related Content Similar to Wie redt de kinderen van de jihad (14) More from Claire van Dyck (20) Wie redt de kinderen van de jihad1. © Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad.
Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt
uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 22 november 2014
W I E R E D T D E
K I N D E R E N V A N
D E jihad?
achtergrondreportage
De moslimgemeenschap in Limburg worstelt
met het gegeven dat steeds meer jongeren
uit eigen kring zich aangetrokken voelen tot
de gewelddadige jihad. Ze zoeken wegen om
zelf het sluipend proces van radicalisering
te keren.
door Johan van de Beek en
Claire van Dyck
OO
ngeveer twee jaar gele-
den komt Sultan Ber-
zel voor het eerst in
de El Fath moskee in
Maastricht. Een jon-
gen van zeventien
jaar. Sultan wil de Koran uit zijn hoofd
leren. En hij is geïnteresseerd om de ad-
haan te doen, de oproep tot het gebed.
Hij komt steeds vaker. Welke indruk
hij maakt? Rustig. Op de achtergrond.
Serieus.
Voor de ouders is het juist een ge-
ruststellende gedachte dat jongens van
de straat af zijn. De straat is het domein
van ongecontroleerde groepsvorming,
machogedrag en de permanente verlei-
ding van grote en kleine criminaliteit.
Als een jongen stopt met rondhangen,
zich niet (meer) inlaat met drugs(han-
del) of alcohol en interesse toont in het
geloof, is dat positief.
El Fath gaat prat op openheid en op
de manier waarop de islam wordt geïn-
terpreteerd. Hier wordt in het Arabisch
en in het Nederlands gepredikt, spe-
ciaal voor de jongeren die het Arabisch
niet of onvoldoende machtig zijn. De
imam haalt in zijn preken het belang
aan van studie en werk. Roept op tot
vrede en verdraagzaamheid. De imam
is overigens een passant in dit geheel.
Hij, maar ook alle andere sprekers in de
Maastrichtse moskee, worden door het
bestuur vooraf gescreend. Als er ook
maar een zweem van extreme denk-
beelden is, stuit dat op zero tolerance.
Dat is ook de boodschap die Berzel tal-
loze malen moet hebben gehoord.
Imam Mohamed van El Fath haalt,
ter illustratie, een vertelling uit de Ko-
ran aan. Er is een jongeman die zich bij
het leger van de profeet wil aansluiten.
De profeet zegt: „Ben je getrouwd?”
„Nee”, zegt de jongen.
„Is er iemand die voor je ouders
zorgt?” vraagt de profeet.
„Nee”, antwoordt de jongen.
„Ga dan terug naar huis en zorg voor
je ouders’ Dat is de beste jihad die je
kunt doen”, zegt de profeet.
Sultan heeft in de twee jaar dat hij in
de moskee kwam nooit zijn stem verhe-
ven of een gedachte ontvouwd die zou
kunnen worden opgevat als radicaal.
Kort voordat hij, inmiddels 19, in sep-
tember van dit jaar als vermist wordt
opgegeven, verschijnt hij in de moskee
met een andere jongen, ook 19 jaar oud
en van Turks-Koerdische afkomst.
Weer iemand van straat, denk men in
de moskee. Maar met die jongen ver-
trekt Sultan richting kalifaat.
Er zijn, zegt bestuursvoorzitter Mo-
hamed El Yamani van de Maastrichtse
moskee, bijna geen woorden te vinden
die de droefheid en verbijstering kun-
nen omschrijven die zich van de ge-
meenschap meester heeft gemaakt
toen het nieuws van Sultans dood,
waarschijnlijk bij een zelfmoordaanslag
in Bagdad, afgelopen zondag bekend
werd gemaakt op een website van
Maastrichtse moslimjongeren. Iets of
iemand buiten de moskee moet hem
de richting van een jihad hebben opge-
stuurd die exact het tegenovergestelde
is van wat in Maastricht wordt gepre-
dikt. Hoe kan dat?
Feit is, zegt El Yamani, dat ondanks
dat de moskee tal van specifiek op de
Maastrichtse moslimjeugd gerichte acti-
viteiten organiseert, slechts een klein
deel van die jongeren ook in de mos-
kee komt. Er is, weet men, een parallel-
le wereld in Maastricht waar jongeren
bij elkaar komen en, uit het zicht van
de ouders, radicale denkbeelden ont-
wikkelen.
En soms, zoals in het geval van Sul-
tan, kan iemand kennelijk in twee we-
relden tegelijk zitten. Want diezelfde
Sultan vernielt, in woede ontstoken, tij-
dens een klasbezoek aan een tentoon-
stelling over democratie een spotprent
over de profeet. Hij wordt voor langere
tijd geschorst. Daarna hervat hij zijn
studie, maar de storm is niet geluwd.
Wie of wat zijn die krachten die van
jongens potentiële jihadisten maakt? In
de El Mohsinine-moskee in Sittard ver-
telt Bouchaib Saadane van het Provin-
ciaal Platform Minderheden hoe hij in
eigen familiekring heeft gezien hoe slui-
pend een proces van radicalisering gaat.
De zoon van een familielid wordt, vrij
plots lijkt het wel, uiterst vroom. De va-
der denkt: die zit op het rechte pad. Hij
rookt niet, hij drinkt niet. Maar Saada-
ne denkt: dat gaat verkeerd. Waar je
dat aan merkt? „Absolute uitspraken
over wat Allah wil. En zaken haram
(onrein) verklaren. Ik ben met die jon-
gen gaan praten. Hij vond dat al zijn
handelingen in dienst van Allah moes-
ten staan en dat het leven op aarde on-
dergeschikt is aan het leven na de
dood. Dat zijn signalen die niet goed
zijn. Ik heb op hem ingepraat. Hij is ge-
red. Hij heeft zijn studie afgemaakt.”
Signalen dat er krachten zijn die,
doorgaans buiten de moskee om, tot ex-
treme gedachten aanzetten vangt hij
ook op. Zowel in Maastricht als in Sit-
tard weet men dat er, dit is een voor-
beeld, de gedachten wordt verspreid
dat verkiezingen haram zijn en dat je
daarom niet moet gaan stemmen. De-
mocratie is volgens die ‘leer’ ook ha-
ram, want je kunt maar aan één autori-
teit verantwoording afleggen en dat is
Allah. De enige wet in die opvatting is
de sharia.
Bij El Fath gooien ze bij elke verkie-
zing de deuren open voor politieke par-
tijen die dan, in de moskee, hun stand-
punten kunnen verkondigen. Saadane
herinnert zich een discussie met een Ne-
derlandse bekeerlinge. Bekeerlingen blij-
ken, ook in Limburg, vaak ‘zuiverder’ in
de leer te zijn dan geboren moslims.
Die moslima, zegt Saadane, die mosli-
ma betitelde verkiezingen als onrein.
Hoe weet je dat, zei Saadane. Ze zeggen
dat dit in de Koran staat, is het ant-
woord. Waar in de Koran? Wijs me aan
waar dat staat, zegt Saadane. Weet ik
niet, is het antwoord. Hoe denk jij dat
een kalief wordt benoemd, vraagt Saada-
ne. Door God? Weet ik niet, zegt ze.
Door raadpleging, zegt Saadane. Dus
hoezo haram?
Maar wat nu, als er geen ‘deprogram-
meerder’ als Saadane in de buurt is? Als
die cruciale dialoog niet plaatsvindt
maar groepen jongeren zich terugtrek-
ken in hun cocon waar ze zich voeden
met informatie van ‘Sjeik Google’ of
chatten met jihadisten in oorlogs-
gebied, zoals de Maastrichtse bekeerlin-
ge Aïcha?
Criminoloog Frank Bovenkerk be-
noemt in een recente studie (zie kader)
een aantal specifieke problemen met
Marokkaanse jongeren. Hij zet bijvoor-
beeld vraagtekens bij de populaire uit-
sluitingstheorie. Die luidt dat armoede,
werkloosheid en geblokkeerde kansen
op maatschappelijk succes ervoor zor-
gen dat jongeren afglijden. Feit is dat
Marokkaanse meisjes het echter heel
goed doen. „Die vliegen de jongens
voorbij”, aldus Saadane. En de jongens?
Bovenkerk: „Als jongens zich inlaten
met criminaliteit nog voordat ze de
school verlaten of de arbeidsmarkt kun-
nen betreden, verspelen zij hun kansen
bij voorbaat. Voor wie opgroeit in een
omgeving waar de verlokking van de
criminaliteit voortdurende aanwezig is,
wordt het plegen van delicten gewoon-
te of norm. Dat geldt (…) ook voor jon-
geren die geen weerstand kunnen bie-
den aan de lokroep van de strijd in Sy-
rië. Voor een deel zijn dit jongens met
hetzelfde sociale profiel. Ze zijn begon-
nen als plegers van overlast en criminali-
teit en gaan daarna politiek radicalise-
ren. En om het nog ingewikkelder te
maken: soms gebruiken criminele en
radicale jongeren dezelfde religieuze
rechtvaardiging voor hun daden.
Slechts weinig kinderen realiseren zich
dat ze een strafblad oplopen en dat het
voor sommige beroepen benodigde be-
wijs van goed gedrag er voorlopig niet
in zit.” En dan komt een cruciale conclu-
sie: „Het is dan niet de achterstand die
criminaliteit veroorzaakt maar criminali-
teit die maatschappelijke achterstand
tot gevolg heeft.”
Een steeds weer terugkerend thema
in alle gesprekken die deze krant voert
in de moslimgemeenschappen, is het
fenomeen van ongrijpbaarheid. In theo-
rie kan, zo zei burgemeester Onno
Hoes van Maastricht deze week, ie-
mand radicaliseren door met een iPad
of iPhone bij het kalifaat in te loggen
terwijl hij op het Vrijthof op een terras
Red Bull drinkt.
Hoe krijg je controle? Het is, zegt Sa-
daane, niet vijf voor twaalf maar al half
één geweest. De rellen in de Schilders-
wijk waarbij moslimjongeren schaamte-
loos met IS sympathiseerden, het ‘min-
der minder minder’ van Wilders, de
beelden uit Gaza en de onthoofdings-
videos’s, hebben een escalerend effect
gehad. Op sociale media wordt over ‘de
Marokkanen’ gesproken op een toon
die suggereert dat ze allemaal potentiële
terroristen zijn. De kloof wordt breder
in plaats van smaller, dat gevoel over-
heerst ook in de moskees. Het wordt als
een groot gevaar gezien dat de vredelie-
vende meerderheid van de moslims
wordt vereenzelvigd met een geradicali-
seerde minderheid.Daarom ook die be-
weging nu, vanuit de gemeenschap zelf,
om in actie te komen. Dat is een ferme
breuk met een cultuur van verzwijgen
en wegkijken uit vrees voor ‘de kwade
tong’.
Bovenkerk: „Marokkaanse Nederlan-
ders hebben wel degelijk sterke opinies
over het wangedrag van Marokkaanse
jongeren en het slappe optreden van
ouders, maar die spreekt men tegen-
over elkaar niet uit.”
Nu wordt een stap gezet om dat wel
te doen en het probleem van radicalise-
ring door inzet van eigen mensen in te
dammen. Het gaat, zegt Saadane, om
een reddingspoging. Doelwit: ‘onze kin-
deren’.
Deze krant doet onderzoek naar aard en
omvang van radicalisering onder moslim-
jongeren in Limburg. Reageren?
j.van.de.beek@mgl.nl en c.van.dyck@mgl.nl
Stein, 1971.
Dertig Marok-
kaanse man-
nen bijeen om-
dat ze het di-
ploma Neder-
lands hebben
behaald na
een studie van
acht maan-
den. Onder de
eerste genera-
tie immigran-
ten werd nau-
welijks crimi-
naliteit vastge-
steld, waar-
door de soms
geuite veron-
derstelling dat
er sprake zou
kunnen zijn
van sociale er-
felijkheid niet
klopt.
archieffoto MGL