2. In deze workshop
• In deze workshop verkennen wij de contouren
van de docent van de toekomst.
• We zijn benieuwd naar jullie vragen:
3. Docenten
1. Is iedereen in de toekomst leraar?
2. Hoe maak je leraren (weer) nieuwsgierig en bereid om zich op het
ontwerpen van onderwijs te storten?
3. Hoe kunnen we er van verzekerd zijn dat niet ook het vak van leraar
wordt vervangen door een apparaat?
4. Hoe kun je voorkomen dat een leraar niet helemaal gek wordt?
5. Hoe kunnen docenten zich ontwikkelen tot docent-ontwerper in contact
met de samenleving?
6. Hoe kan een docent anno 2025 de leerling nog inspireren? Of
7. moet dit meer vanuit de leerling komen?
8. Hoe bepaal je waar je leidend en waar je volgend bent als leraar van
pubers?
9. De ontmoeting tussen lerenden staat centraal: hoe halen wij de angst
weg bij leraren en schoolleiders zodat deze risicovolle ontmoeting
vruchtbaar zal zijn?
4. Kennis en controle
1. Hoe sla je een brug tussen controle (waardoor het huidige
onderwijs wordt gedomineerd) naar vertrouwen?
2. Hoe is in 2020 de definitie van kennis en vaardigheden en welke
kans zal een school hierin nog te bieden hebben?
3. Leren is het verwerken/internaliseren van informatie. Hoe kun je
zoek strategieën naar informatie aan de leerlingen meegeven?
4. De ouder, als klant, verwacht van het onderwijs een bepaald
product. Hoe kunnen we die verwachting beïnvloeden?
5. Kennisoverdracht en kennisverwerving/informatieverwerving
verandert razendsnel. Maar verandert leren ook echt? Is dit in de
laatste 3000 jaar eigenlijk wel veranderd?
6. Wat zou onderwijs/leren zonder een examen zijn?
7. Hoe voorkomen wij dat leren belemmerd wordt door
beheersmatige structuren?
5. School en leercontext
1. Wat wordt de context waarin leren en ontwikkelen plaatsvind?
2. Hebben we voor onderwijs een school nodig in de toekomst? En
welke basis is nodig om te leren of om kennis tot je te nemen?
3. Wat is de meerwaarde nog van het onderwijs (als institutie) als
het eigenlijk gaat om leren?
4. Wat is de meerwaarde van een schoolgebouw gevuld met
leerlingen en docenten als instituut? Welk bestaansrecht kunnen
we het geven?
5. Waarom zou je de school het monopolie op diplomeren NIET af
moeten nemen?
6. Leren ‘just in time’ in plaats van ‘just in case’ – bestaat het
instituut ‘school’ dan nog?
7. Waarom heeft de leerling een school nodig om te leren?
8. Zou een leerling leren zonder school?
6. Leerlingen
1. Hoe haal je nu echt uit een leerling wat erin zit?
2. Een aantal leerlingen zijn niet gemotiveerd
voor/in onderwijs. Hoe krijg je alle leerlingen
gemotiveerd om te leren?
3. Waarom moet ik eigenlijk leren?
4. Kan de maatschappij/de medemens dat wel van
mij eisen/verwachten?
5. Hoe bereid je leerlingen voor op
zelfredzaamheid? Doen we dat nu al?
6. Blijft er ruimte voor leerlingen om kind te zijn?
7.
8.
9.
10. Sinds oprichting Denkfiguren zomer 2011
• 4 dagen per week binnen school.
• 1 dag per week Denkfiguren.
• +-30 workshops, lezingen, etc.
• +- 26 geschreven stukken (1 per maand),
vooral via Scienceguide.nl en
Onderwijsfilosofie.nl.
• Deelname aan denktanks, NL + EU.
11. Vorig jaar vroegen we aan directeuren
“Wat is de grootste vraag voor het
onderwijs van 2025?”
12. Dit is wat ze zich afvroegen:
1. Is de school van straks de plaats waar we leren
samenleven en welke samenleving willen we
dan?
2. Welke vaardigheden en levenshouding hebben
de leerlingen van nu nodig om in de
maatschappij van 2020 en verder succesvol te
zijn?
3. Moeten huidige instituten gehandhaafd blijven
om keuzemogelijkheden voor leerlingen te
optimaliseren?
13. 4. Hoe krijgen we de docenten van vandaag
naar de rol van coach en daarmee de leerling
te activeren?
5. Hoe boeien we de leerling van 2025 dat ze
zich blijvend ontwikkelen?
6. Wie en hoe voert de regie over een netwerk-
georienteerde leeromgeving?
7. Hoe kan de school rust brengen in de
complexe levens van leerlingen in 2025?
“Wat is de grootste vraag voor het onderwijs van 2025?” De antwoorden.
14. 8. Welke waarden en normen zijn leidend voor
het onderwijs van 2025?
9. Hoe krijgen wij creatievelingen werkend als
docent op school?
10. Zijn onze coaches in staat om via loslaten
toch een gerichtheid op ontwikkeling en
verbinding te organiseren?
“Wat is de grootste vraag voor het onderwijs van 2025?” De antwoorden.
19. De regels van het LAB
1. Onderzoek doen staat centraal.
2. Goed onderzoek is co-creatie.
3. Goed onderzoek vereist geduld en concentratie.
4. Goed onderzoek vereist creativiteit.
5. Goed onderzoek levert naast antwoorden vooral
ook nieuwe vragen op.
26. Onderwijslab = onderzoek
1. Wat betekent ‘24/7 learning’ voor de school als
instituut?
2. Wat betekent ‘24/7 learning’ voor de school als
instituut en de rol van de docent?
3. Hoe maken de docenten de shift van ‘van
uitvoerder naar ontwerper’ van leerprocessen?
30. Met welke van deze 7 claims bent u het (niet) eens?
1. Er is zoiets als een zesjescultuur die de norm is
geworden.
2. Deze moet met wortel en tak worden uitgeroeid.
3. Het onderwijssysteem zou veel jongeren afremmen.
4. In andere landen zijn jongeren hongeriger.
5. Er is een grote groep jongeren op school die zich
vervelen (en dit is een slechte zaak).
6. Excellentiebevordering is een dilemma voor de docent.
7. Voor de economie is excellentiebevordering
belangrijk.
31. Oplossingen van Dekker
1. Het introduceren van ‘talentcoördinatoren’ om de kennisbasis op
scholen te versterken
2. Verbetering van de kwaliteit van loopbaanoriëntatie en -
begeleiding
3. Leerlingen kunnen vakken op een hoger niveau volgen
4. Extra activiteiten voor toptalenten moeten mee kunnen tellen als
onderwijstijd
5. Leerlingen moeten vakken eerder kunnen afsluiten
6. Ook havo en vwo kan via een versneld programma worden gevolgd
7. Diploma’s en cijferlijsten worden ook verrijkt met vermeldingen
van bijzondere prestaties
32. Onderwijslab = onderzoek
1. Wat betekent het 24/7 learning voor de
school als instituut en de bijbehorende
positie van de docent?
33. Activiteit 2 - Macro
We gaan kijken naar een fragment van Claire Boonstra,
oprichter van Operation Education.
Wat valt u op?
36. Wat ons opvalt
1. Er wordt gesproken over ‘leren’ in plaats van
over ‘onderwijs’. Vgl. Biesta
2. De relevantie van de school als instituut en het
onderwijs als systeem wordt uitgedaagd.
3. Kennis is relatief geworden.
4. Het belang van ‘interactie’
5. De docent verandert van naam.
6. Er is een roep tot heruitvinding van bestaande
kaders.
38. Wat is onderwijs?
“Mijns inziens gaat het er in het onderwijs niet
om dat kinderen en jongeren leren, maar gaat
het erom dat ze iets leren, dat ze dat
om bepaalde redenen en met een bepaald
oogmerk leren, en dat ze het van iemand leren.”
(Biesta, Het Alternatief, p. 68).
39. Onderwijslab = onderzoek
De Kock:
“De wijze waarop docenten concrete keuzes
maken in hun lessenpraktijk hangt … samen met
de wijze waarop zij zichzelf zien als actor in het
onderwijsleerproces.”
40. Eigenschappen van de docent-ontwerper
1. Is onderdeel van langere traditie, Comenius, Pestalozzi, Herbart,
Montessori, etc.
2. Ziet de alledaagse onderwijspraktijk niet enkel uitvoerend maar als
een mogelijkheid tot creatieve ontwerpen.
3. Deze onderwijsontwerpers vinden elkaar in een specifieke lerende
‘cultuur’ van delen en discussiëren, wat een netwerk impliceert
buiten de school om, waar de nadruk ligt op concrete
praktijkvoorbeelden (vandaag de dag posts, tweets of eigen blogs).
4. Er is instemming over de algemene logheid of eenvormigheid van het
onderwijssysteem, hetgeen men niet aangrijpt tot negativisme maar
gaat op zoek naar de (professionele) ruimte binnen de kaders.
5. Deze groep en traditie van docent-ontwerpers worden in zekere zin
gekenmerkt door hun diversiteit: er is juist hier een grote roep om
uniciteit en eigen specifieke invalshoek, jargon, eigenheid.
43. Activiteit 3
• Hoe maken de docenten de shift van ‘van uitvoerder
naar ontwerper’ van leerprocessen?
44. Activiteit 3
• Een ontwerpopdracht voor jullie:
• Wat doen jullie als schoolleider in je school om
docenten gelegenheid te geven om ‘bij de tijd’ te
blijven?
• Hoe creëren jullie ruimte in jullie organisatie voor dit
type docenten?